Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Victory (ca. 1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Victory
Afbeelding van VictoryToon afbeelding van titelpagina van Victory

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.79 MB)

Scans (49.74 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Victory

(ca. 1930)–Anoniem Victory–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 17]
[p. 17]

Ontmoeting en onrust.



illustratie

Meneer Harders was gauw uitgekegeld.

‘Ik had niet gedacht, dat er zulke sterke spelers waren’, bekende hij aan de familieleden, die hem huisvestten. ‘Ik schei er mee uit.’

‘Geen kansje wagen op den poedelprijs?’ vroeg zijn zwager ondeugend. ‘Zelfs dàt niet! Ik ga Den Haag bekijken.’

Hij ging, den zelfden middag nog.

En terwijl hij nu door de straten van de residentie rondzwierf, kruiste het Avontuur zijn pad.

Plots zag hij een gedaante, een gezond vroolijk gezicht....

‘Hé.... dat is.... dat is.... dat lijkt Van Dalen wel.... ik geloof wezenlijk.... Hij is het, geen twijfel aan.’

Hij sprong naar voren, klopte den ander op den schouder, stak lachend zijn hand uit. ‘Wel Van Dalen, ben jij daar? Kerel, hoe gaat het?’ Verrast keek de aangesprokene op.

Toen, herkennend, vloog er een lach van genoegen over zijn gezicht. ‘Harders, jij? Kijk, dat is nou nog eens een prettige ontmoeting! Wat hebben wij elkaar in langen tijd niet gezien!’

[pagina 18]
[p. 18]


illustratie

Zij schudden elkaar de hand, keken elkaar in de oogen. En daarin glansde bij beiden een zoo groote blijdschap, dat zij, jeugdvrienden, zich opnieuw als jongens gevoelden, die een prettigen middag tegemoet gingen.

‘Ik dacht, dat je nog altijd in Amerika zat, Van Dalen.’

‘Nee, dat 's geweest. Ik ben nou al drie jaar in Holland terug. En waar hang jij uit? Nog altijd candidaat?’

‘Nee, nee, notaris. In H..... je kent het wel.’

‘Of ik! Weet je, dat we d'r nog eens samen op schaatsen geweest zijn? En nou ben jij daar notaris! Had je toen niet gedacht, zeg!’

‘Nee, dat had ik toch niet! En hoe is het jou in Amerika gegaan?’ ‘Nu, dat had beter, maar ook slechter gekund. In elk geval heb ik er veel geleerd, hetgeen me nu te pas komt. Maar zeg, ga mee naar m'n huis. Ik woon in Voorburg en met een trammetje zijn we zóó thuis. Dan vertellen we elkaar van de laatste vijftien jaren. Ga mee!’

En meneer Harders ging mee.

‘Wat doe je tegenwoordig?’ vroeg hij zijn vriend onderweg.

‘'k Ben bij Van den Bergh's fabrieken in Rotterdam.’

‘Goeie betrekking?’

[pagina t.o. 18]
[p. t.o. 18]


illustratie
Daarna liepen ze samen voort... blz. 21.


[pagina t.o. 19]
[p. t.o. 19]


illustratie
De scheikundige boog tot dank voor deze vleiende woorden............ blz. 26.


[pagina 19]
[p. 19]


illustratie

‘Heel goed! Iets voor altijd.’

‘Een rustig slot dus na een woelig leven.’

‘Wat je rustig noemt. Kom maar eens bij ons kijken, dan zul je daar wel anders over denken!’

 

Mevrouw Van Dalen was alleraardigst.

Meneer Harders moest blijven eten, dat kòn niet anders. En toen moest hij ook des nachts blijven, dan konden de beide vrienden nog eens echt hun hart ophalen aan herinneringen....

‘Zeg, weet je nog, Frits....!’

‘En toen dien keer, Piet, dat jij....!’

Meneer Harders kòn niet blijven. Maar meneer Harders blèèf toch. En er ging een jongen met een briefje naar de Groothertoginnelaan, dat meneer Harders in veilige haven was geland en dat men hem morgen thuis kon verwachten. De jongen vond een verkeerd nummer en een gesloten huis. Waar hij het briefje in de bus wierp.

Daardoor kwam het, dat meneer Harders avonturier werd, dat hij des nachts niet in het huis van zijn bloedverwanten vertoefde en dat zijn vrouw den volgenden dag een schokkend telegram ontving:

[pagina 20]
[p. 20]


illustratie

F. spoorloos verdwenen. Is hij thuis?

Een uur later zat mevrouw Harders in den trein, die naar Den Haag voerde.

 

Het werd een moeilijke reis vol opwinding.

Nu eens hoopte ze, dan weer vreesde ze. Maar hoe meer ze Den Haag naderde, hoe sterker de vrees in haar begon te leven. In het laatst zag ze haar man overreden door een auto, gestort met een vliegmachine, verminkt onder een tram....

Wat kan een vrouw, die in angst zit, al niet bedenken!

Zij was de eerste, die den trein verliet, ze stoof andere reizigers voorbij, ze sprong met levensgevaar in een juist vertrekkende tram....

En toen, terwijl ze daar zat, met moeite haar tranen bedwingende en haar zakdoek ineen frommelende, zag ze door de ruit heen plots haar man, die in gezelschap van een onbekende vroolijk lachend voortliep. Als geveerd rees ze omhoog, sprong ze naar den uitgang, wipte ze uit den wagen. Een oogenblik later stond ze voor den vermiste.

‘Frits.... gelukkig.... o jongen....!’

Meer kon ze niet zeggen. Ze barstte in tranen uit en meneer Harders,

[pagina 21]
[p. 21]


illustratie

die op dat oogenblik de meest verwonderde en verschrikte wandelaar in Den Haag was, had heel wat moeite haar tot bedaren te brengen. ‘De kinderen.... is er wat met ze gebeurd?’ vroeg hij gejaagd.

‘Nee, nee.... maar jij....!’

Het raadsel, dat onrust had gebracht naar beide zijden, werd natuurlijk opgelost. Mevrouw droogde eindelijk haar tranen, meneer vond z'n lach terug, z'n vriend putte zich uit in verontschuldigingen, dat hij, zonder het te willen, zooveel consternatie had verwekt.

Daarna liepen ze samen voort, naar de Groothertoginnelaan, om ook daar de onrust, die er heerschte, weg te nemen. Zonder dat ze het merkten, liepen ze voorbij een paar winkels, die aan hun muren een geemailleerde plaat droegen. En het was juist, alsof het blonde kopje, dat er op prijkte, hen nakeek met een glans van voldoening in de oogen. Het kopje van Victory.

 

Toen meneer Van Dalen een uur later ten huize van de familieleden afscheid van meneer en mevrouw Harders nam, had hij de belofte gekregen, dat deze den volgenden dag te Rotterdam zouden komen om de fabrieken van Van den Bergh in oogenschouw te nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken