Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Gids. Jaargang 13 (1924-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Gids. Jaargang 13
Afbeelding van De Vlaamsche Gids. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Gids. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.27 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Gids. Jaargang 13

(1924-1925)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 190]
[p. 190]

Van Zielen en Werken

De Beer. Niettegenstaande zijn vier en zeventig jaren is Jean Richepin nog flink te been. Eenigen tijd geleden drentelde hij als een kleine jongen langs de foor te Parijs, en het verwonderde hem niet weinig als hij door den aanlokker van 'n kermistent plechtig hoorde verklaren, dat de beroemde beer, die gespeeld had in de beruchte film ‘Miarka, la fille a l'ours’ en geleerd werd door Jean Richepin, van de Fransche Akademie, bij hem te zien was. Toen zijn naam werd uitgesproken, riep de Fransche schrijver, met zijn hand opgeheven als om de waarheid te bezweren: ‘Het is waar. Ik ben hier om het te bevestigen.’ En hij trad de kermistent binnen. Onnoodig te zeggen dat het volk binnenstroomde en de patroon in zijn vuist lachte voor de goede ontvangst. Richepin gaf suiker aan het dier en streelde het als een kind.

‘Gij ziet wel dat hij mij nog herkent,’ riep hij tot de toeschouwers. ‘Wij hebben drie maanden samen geleefd.’

‘En dit is nog niet alles,’ wedervoer de kermistentpatroon, ‘de schrijver zal hem nu ook nog laten werken.’

Toen legde de beer zijn zware pooten op de schouders van den schrijver en wierp hem, wel wat ruw, op den plankenvloer.

‘Ziedaar hoe hij werkt,’ besloot de patroon, ‘voor een Meester van onze letterkunde.’

En Jean Richepin was nog eens het sukses van dien avond, en nu zonder zijn letterkundig werk.

 

Barbey d'Aurevilly. De schrijver van Diaboliques misprees te veel de uitwendige zaken van het leven om een bibliofiel te zijn. De omslag, het papier, de zorgzame druk, wat ging hem dat aan?

Wandelend langs de boekenhallen en gekomen aan die van Flammarion (vader), nam hij verschillende boeken; en wanneer hij er een ontmoette dat nog niet opengesneden was, deed hij dit met... de punt van zijn regenscherm.

Vader Flammarion, wien dit pijn aan het hart deed, kwam nederig met een papiersnijder afgeloopen en zegde nog nederiger tot den eigenaardigen schrijver: ‘Neem het mij niet kwalijk, Meester, maar kwets a.u.b. de boeken niet met uw regenscherm.’

 

Mode. Pas had Mme Germaine Acremont haar roman La Hutte d'Acajou laten verschijnen, of zij ontving een brief uit Douai, onderteekend door twee meisjes, die haar vroegen of zij kort gesneden haar à la Mistinguett droeg. Indien het antwoord bevestigend was, zouden zij het hunne, als bewijs van vereering, ook opofferen.

Zou de Muze haar lippen ook rood schilderen? En zou ze ook korte rokken dragen?

 

De Nobel-prijs. Ladislas Reymont, geboren op 6 Mei 1868, is ongetwijfeld de machtigste en meest origineele romanschrijver der Polen, na Sienkiewicz. Zijn jeugd was zeer avontuurlijk. De vagebond zit hem in het bloed. Twaalf stielen beoefende hij met dertien ongelukken; zelfs werd hij treinbediende in een klein grensstadje. Dit gaf hem aanleiding tot het schrijven van een zijner romans,

[pagina 191]
[p. 191]

De Droomer, waarin hij de melancholie voelt die voorbijsnorrende treinen in ons oproepen, de treinen die steeds rijden naar onbekende horizonnen.

De Droomer is de jonge kassier van een klein station. Hij weet een wijde wereld die hem wacht. Die wereld, dat is Parijs, Londen, Rome. En de verleiding wordt hem te machtig. Hij steelt de kas die hem toevertrouwd is en reist naar Parijs, waar hem... de grootste ontgoocheling wacht. Door zijn geweten gepijnigd, zich door de politie omringd wanend, werpt hij zich onder een trein, die zijn ziel medevoeren zal naar een onbekend land, waar geen terugkeer-koepons worden afgeleverd.

Het moderne leven schrikt Reymont niet af. Ook bij het ronken der fabrieken is hij thuis. Alleen onder de hedendaagsche Poolsche schrijvers heeft hij het aangedurfd de schoonheid te zoeken in het moderne leven, en hij heeft ze er gevonden. Dit is wellicht zijn schoonste eerepalm.

In een anderen roman. De Tooneelspeelster, heeft hij dit leven zoo scherp en intens-warm weergegeven, dat hij onder de jongere Poolsche schrijvers vele navolgers heeft gevonden.

Maar het boek dat hem een wereldfaam zal bezorgen, is zeker zijn prachtige roman De Boeren, die een werkelijk epopee is van het Poolsche boerenleven, maar die door zijn partikularisme, evenals bij ons het werk van Streuvels, onmogelijk zal kunnen vertaald worden, zóó. dat het werk tot zijn volle recht zal komen.

 

Puccini. De pas gestorven toondichter heeft werkelijk het Bohemer-leven in zijn jeugd gekend, toen hij als jongen, te Lucques geboren, vroeg zijn vader verloor, en zijn studies deed aan de muziekschool te Milaan. Met zijn broer Michel hield hij een huishoudenboek, dat nu nog steeds bewaard is gebleven en waarin men kan lezen dat zij zich voedden met rijst, haring en brood. Ofschoon Puccini van de koningin van Italië een ondersteuning van 1000 lire kreeg, moest zijn oom, August Cern. toch telkens ter hulp komen, maar die gaf nooit meer dan 39 lire per maand. De hotelhouder, in wiens huis hij zich gevestigd had, verbood hem zijn eten gereed te maken in zijn kamer, omdat anders de geur de klienten uit de herberg dreef.

Spijts zijn spaarzaamheid had Puccini toch al 300 lire schuld bij den hotelhouder, toen hij gelukkiglijk van den uitgever van zijn eerste opera. Les Villi, 1000 lire trok.

Op 38-jarigen leeftijd schreef hij de meesterlijke partituur op het eeuwig-jonge Vie de Bohème van Murger, waarmede hij de wereld en den rijkdom veroverde, zoodat hij den laatsten tijd kalm aan het meer van Transimena leefde, jagend, visschend en werkend.

 

Het Testament. De Max, de befaamde Roumeensche tooneelspeler, die voor eenige weken overleden is, schreef, vier jaar geleden, op een avond, toen hij zijn leven moe was:

Mes dernières volontés.

J'ai assez ri!

Merci à ceux qui furent bons. Pardon à ceux, qui me furent mauvais.

Je prie mes amis et mes ennemis de ne pas venir à mon convoi.

Je souhaite qu'un fourgon vienne prendre mon corps et que l'on me brûle. Vive la France!

Vive la Roumanie!

 

Ibsen. Clemenceau, de Fransche Tijger, die zich nu teruggetrokken heeft uit het woelige leven der politiek, en kalm leeft in een verlaten stadje aan zee, omschreef den Noorschen dramaturg als volgt: ‘Ibsen, un rasoir aiguisé sur un glaçon.’ Wel juist gezien en eigenaardig, niet?

 

Een Proletariër. Chaliapine, de beroemde basse, verdient op dit oogenblik in de Metroplitan Opera te New-York het sommetje van 90.000 frank voor ééne voorstelling.

Als de arme dichters, die dit nieuws lezen, maar geen beroerte krijgen!

[pagina 192]
[p. 192]

Gorki. Voor zijn gezondheid verblijft de Rus te Sorrente (Italië). Een dagbladschrijver ging hem opzoeken. Na over koetjes en kalfjes te hebben gepraat, vroeg deze hem: ‘Keert gij na uwe herstelling terug naar Rusland?’ En Gorki heeft stil geantwoord: ‘Mijn plaats is ginder niet: weet wel en vergeet het toch nooit, ik ben een revolutionnair.’

 

Prijskampen van de Stad Antwerpen. Belgische schrijvers mogen, vóór 1 April 1925, hetzij onder hun naam, hetzij onder een kenspreuk, nog niet gedrukte of vertoonde oorspronkelijke, in 't Nederlandsch geschreven tooneelwerken inzenden, behalve tooneelspelen (comedies). Adres: secretaris van de commissie voor schouwburgen, Stadhuis, Antwerpen.

Prijzen: voor treurspelen of drama's, 1400 en 800 frank; voor blijspelen, 1300 en 800 frank; voor zangspelen, 1300 en 800 frank.

Het stadsbestuur schrijft ook een prijskamp uit voor zangspelen, getoondicht op een oorspronkelijk in het Nederlandsch geschreven tekst, naar keuze van den componist. De mededingende werken mogen sedert 1 Januari 1921 opgevoerd of uitgegeven zijn.

Prijzen: 6000 en 4000 frank.

Orkestpartituren, met naam of kenspreuk, vóór 31 December 1925 aan het hooger opgegeven adres in te zenden.

 

Peters Kind. In een keurig boek, met goed geslaagde penteekeningen van Stan en Edm. van Offel, verscheen Peters Kind, door Lode Opdebeek, waarvan wij de meeste hoofdstukken (pittige bijzonderheden uit het leven van een knaapje) in ons tijdschrift hebben opgenomen (Antwerpen, L. Opdebeek, uitgever, Provinciestraat, 42).

 

Ter Bespreking ingekomen. Veel boeken van Vlaamsche schrijvers werden ons ter bespreking gezonden, maar sommige beoordeelingen moeten op plaatsruimte wachten. Dat is het geval voor werken van Felix Timmermans, Ernest Claes, J. Maes, J. Meire, Gustaaf D'Hondt, H. van Eikenland, Lacour, Joset, A. Walgraeve, Cyriel Buysse, de dichters van 't Fonteintje, F.V. Toussaint-van Boelaere e.a.

 

Schooluitgaven. De firma J.B. Wolters, te Groningen, zond ons verschillende van haar schooluitgaven. We noemen, voor heden, de volgende:

Algebra, door C.A. van Beek en W.H.C. van Heek. Zeer methodische behandeling van de hoofdzaken uit de algebra, tot en met de vergelijkingen van den tweeden graad met één onbekende. Enkele on-Nederlandsche vaktermen konden echter best vervangen worden. De oefeningen zijn talrijk en vol afwisseling.

Vers le Baccalauréat, vocabulaire du lycéen, door J.B. Besançon en W. Struik. Omstandige lijst van woorden en uitdrukkingen over dagelijksche onderwerpen; de auteurs willen ze bij gedeelten met de leerlingen bespreken en laten memoriseeren. Onsdunkens is de behandeling in hoofdstukken, zooals o.a. Kron die op zich neemt, voor de leerlingen interessanter; en de woorden en uitdrukkingen worden er natuurlijker uit afgeleid.

Fransche Vertaaloejeningen, door D. De Lange en W. Struik. Belangwekkende... leesstof; we zijn er echter geen partijganger van, zoo 'n heel boekje als stof tot... vertaaloefeningen aan te wenden.

L.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken