Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Gids. Jaargang 15 (1926-1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Gids. Jaargang 15
Afbeelding van De Vlaamsche Gids. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Gids. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.19 MB)

ebook (3.84 MB)

XML (1.26 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Gids. Jaargang 15

(1926-1927)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

[Verzen]

De Bedelaar

 
De blinde bedelaar gaat met opgeheven hoofd.
 
Zijn donkre ziele dwaalt door ongekende straten;
 
Hij gaat, van licht en lente- en zomerzon beroofd,
 
Zoo eenzaam, zoo wreed alleen en zoo gelaten.
 
 
 
De oude bedelaar strompelt voort, hij die gelooft
 
Aan al de weelde, die wij menschen, vlug verlaten;
 
Sinds lang heeft hij zijn eigen zieleklacht gedoofd,
 
Al heeft zijn zucht naar 't licht hem nooit verlaten.
 
 
 
De blinde grijsaard gaat, en bedelt om wat centen.
 
Mijn eigen bedelend pogen, gevoed door droom en daad,
 
Vruchtloos zoekt de sferen, waar Licht de rede baadt.
 
 
 
Zoo blijf ik bedelaar, en luister aan de tenten
 
Die 't menschenharte stil om de eigen droomen slaat,
 
Of niet door éen dier harten mijn eigen liedje gaat.

Wihéries

 
Een wonder dorpje, Wihéries,
 
Geplooid, gekromd, gevouwen,
 
Een brokje weelde en poëzie,
 
Verdoken, ver in Henegouwen.
 
 
 
In zachte golving biedt er de aarde
 
Den helderblauwen, zijden hemel,
 
Mét de huisjes die zij baarde,
 
Van smalle straten 't gul gewemel.
 
 
[pagina 83]
[p. 83]
 
Kleine, wondre Wihéries,
 
Vol muziek, zoo fier gedragen,
 
Nog woelt in mij de melodie
 
Van de oude, trouwe vriendschapsdagen.

't Stadje

 
Waar ik ook dwaal en waarover ik spreek,
 
Ik denk aan mijn stadje in de kolenstreek.
 
 
 
Aan huizekens wit en aan dakjes rood,
 
Die lachten in 't heldere morgenrood.
 
 
 
Aan kolenheuvels en ovens grijs,
 
Vol gloeiende, heete vlammenspijs.
 
 
 
Aan 't ijzeren raam met draaiend oog,
 
Dat zoovele menschen uit de aarde zoog.
 
 
 
Waarom ik zoo innig van 't stadje hou,
 
Daarver aan de grens, in Henegouw?
 
 
 
Ik liet er zoo rustig mijn ooge baden
 
In blijde en blonde dageraden;
 
 
 
Ik kende er de menschen en was er thuis
 
En vond er vriendschap in ieder huis;
 
 
 
Ik liet er mijn jeugd en mijn jonge streven.
 
Nu blijft er iets van me zelven leven;
 
 
 
En waarheen ik ook ga langs mijn nieuwe strand,
 
Ik hou van 't stadje in 't zwarte land.

F.V.E.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken