Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De Vlaamsche Gids. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,57 MB)

ebook (4,30 MB)






Genre
sec - letterkunde

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De Vlaamsche Gids. Jaargang 16

(1927-1928)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De

Vorige Volgende
[p. 555]

[Verzen]

Afscheid

 
Een glaasje wijn, een stukje taart
 
En woorden die men lang bewaart.
 
 
 
Woorden, flauw in evenwicht,
 
Waarin een traan verholen ligt.
 
 
 
En dan, na 't afscheid, 's avonds late,
 
Mijn stap in de eenzaam smalle strate...
 
 
 
Nog weet ik hoe je huilde, zacht,
 
Bij 't scheidingsuur, dien lentenacht,
 
 
 
Om alles wat de vriendschap zei
 
Die 'k eens in bei je handen lei.
 
 
 
Nu verre van je huis en haard
 
Een zoete wee me soms bevaart,
 
 
 
Om 't kleine stukje van mijn leven,
 
Uit liefde, blij je meegegeven.
[p. 556]

Na Jaren

 
Ik voel, hoe meer en meer in mij
 
Een kerkhof van herinneringen
 
Groeit op de oude droomenwei
 
Waardoor zoovele wenschen gingen.
 
 
 
Wie nam mijn zoetste droomen mee?
 
Ik zag me liefde en leed omringen
 
En oogstte wel, en gaarde wee
 
Bij hen, die mijne liefde ontvingen.
 
 
 
Ik voel, hoe meer en meer, gedwee,
 
Ik vroeger nooit gedulde dingen
 
Aanschouw, met peinzend vrome bee,
 
Want wonden worden zegeningen.
 
 
 
Zoo draag ik stille, diep in mij
 
Zoovele namen die me dwingen
 
Te gaan door de oude droomenwei
 
Als trouwe slaaf der doode dingen.
[p. 557]

Glycinen

 
Een milde wierook waait me tegen,
 
Glycinen malsch, glycinen blauw
 
Loovren langs de warme wegen
 
Glycinearomen, leuk en lauw.
 
 
 
Paarse, malsche meiglycinen,
 
In purperkrans door groen en geel,
 
Bloemen die mijn droomen dienen
 
Met geuren gulzig, lang en veel.
 
 
 
Ik neem de geuren gretig mee
 
En wil ook 't lenteliedje grijpen,
 
Mij is 't, als wilde een oude wee
 
Me weer in 't warme harte nijpen.
 
 
 
En 'k zie, op vroegere lentegeuren,
 
Gelaten, verre bootjes gaan
 
Waarin mijn droomen stille treuren
 
Om dingen die zijn doodgegaan.

F.V.E.


Vorige Volgende