Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Gids. Jaargang 17 (1928-1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Gids. Jaargang 17
Afbeelding van De Vlaamsche Gids. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Gids. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.74 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (1.26 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Gids. Jaargang 17

(1928-1929)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 420]
[p. 420]

Hollandsche Letteren

J. Slauerhoff, wiens Archipel we een paar jaar geleden zoo gunstig mochten onthalen, doet zich met Eldorado (C.A.J. van Dishoeck, N.V., Bussum) als een dichter kennen die het meesterschap nabij is en wiens werk voortaan behoeft gelezen te worden door ieder die iets voelt voor de Nederlandsche poëzie.

Het is nogal moeilijk, hem in enkele woorden te bepalen; zijn vers heeft de bekoring van iets elementeels, van de zee en de wolken, en het dynamische er van ontsnapt aan de scherpe ontleding.

Slauerhoff is essentieel romantisch. Enkele tonen van bitterheid zullen wel eens aan Tristan Corbière herinneren, maar Slauerhoff's romantisme komt het dichtst bij het Engelsche te staan. Byron's Sardanapalus gaf misschien wel een trek aan Dschengis-Khan, de vreemde atmosfeer van Coleridge's Ancient Mariner is in een paar stukken overgegaan, en de kleurrijke levensvolheid van den (hedendaagschen) dichter John Masefield vindt men hier soms wel terug. Dit romantisme bedoel ik echter zoozeer niet als het wilde, passievolle, heroïsche der tijden van koningin Elizabeth.

Daar is de tooverkracht van verre zeegezichten zooals ze moet gewerkt hebben op Francis Drake, daar is al het eenzelvige, en de wil om macht, en het bovenmenschelijke van Marlowe's helden. O, ons enge bestaan lijkt zoo ver, en al het duffe, alledaagsche, de stille grachten en de prakkezeerende menschjes! De liefde voor de zee, het avontuurlijke, het ruwe en schoone; de liefde voor het leven; een gloedvolle en gepijnigde blijdschap als die van Joseph Conrad, dat geeft deze dichter ons.

Slauerhoff. Men onthoude Slauerhoff. De beste Hollandsche dichter van de zee.

* * *

 

Jenne Clinge Doorenbos zet haar piëteitvolle uitgave van Herman Gorter's nagelaten werk voort met het publiceeren van het in 1917 geschreven In Memoriam (C.A.J. van Dishoeck, N.V., Bussum). Dit zijn verzen ‘bij den dood eener communiste’, korte verzen, van getemperde, innige vroomheid, blank en zuiver, heel zelden wat gewild streng, met enkele motieven die gaan en komen en samenvloeien in hun gegolf, en zich weer verspreiden, als in

[pagina 421]
[p. 421]

een stille treurmuziek. Maar de droefheid is gedempt door de gouden blijdschap klinkende uit de simpele woorden, blijdschap wegens de ontdekking welke de verscheiden vrouw deed van het leven als één schoonheid en één liefde voor het heelal en voor de menschheid.

* * *

 

J.J. van Geuns heeft, in Het Uur der Sterren (Van Dishoeck, N.V., Bussum), enkele gedichten gebundeld die eerst verschenen in vooraanstaande tijdschriften.

De groote verdienste van deze verzen is hun vormschoonheid. Bijna alle Parnassiaansch van opzet en bijzonder vloeiend, met enkel een paar maal een nogal prozaïsche uitdrukking, geven zij blijk van groote vaardigheid.

De verscheidenheid der onderwerpen: kleine legenden, vooral over dood en kinderen, - of de eeuwigheid en het oneindige van de sterren, - of een paar visioenen zooals die ‘Schrijdende Blinde’, - of stemmingsvolle schilderijen, - of rustige stadsgezichten, die verscheidenheid in dezen kleinen bundel is misschien wat te groot. Het centrale gedeelte, dat overigens den titel aan het boek geeft, is wel het best geschikt om een echte dichtersgave te doen kennen.

Enkele verre echo's van Hölderlin zijn waar te nemen in dezen bundel, die een dichtersziel verraadt, maar een dichtersziel die meer mocht dwepen en Wat minder aan schilderijtjes doen.

* * *

 

Een uitstekend werk, dat diep doordringt in het wezen der dingen en ingegeven werd door een fijnen kunstzin, is: Hollandse Schilders en Schrijvers in de Vorige Eeuw door. Gerard Brom (W.L. & J. Brusse's Uitgeversmaatschappij, Rotterdam). In breede trekken saamgevat, is de stelling van den auteur deze: het romantisme in de schilderkunst was literair aangelegd en liet zich den weg wijzen door letterkundigen, voor wie het oog niet bestond en de geest alles was; het realisme en wat later het impressionisme en het neo-impressionisme schudden dit juk volkomen af, bekommerden zich veelal enkel om het zintuigelijke: die richtingen in de schilderkunst hebben sterk het literair werk beïnvloed van de Tachtigers; het einde der eeuw scheen te bewerken ‘een soort synthese van romantiek en realisme... die ging streven naar de stijl van de gemeenschap’.

Deze stelling, toegelicht door allerlei feiten en voorbeelden, wordt schitterend bewezen.

Er zijn wellicht enkele vlekjes. Romantiek in de schilderkunst wordt wel eens verward met genre-schilderen en met hetgeen

[pagina 422]
[p. 422]

genoemd wordt ‘verdichting in beelden, nevenbedoelingen, bijgedachte, in een woord, literatuur.’ - Bij den onmiskenbaar grooten invloed der schilderkunst op de Tachtigers had de even onmis-kenbare invloed op hen van Keats, Shelley, en zelfs van Rossetti en Tennyson wel even moeten aangewezen worden; het zintuiglijke vonden de Hollandsche dichters ten minste zoo sterk in buitenlandsche literatuur als in de eigen schilderkunst. - Een zekere partijdigheid voor Van Eeden treft den lezer die in de vorige bladzijden de breede gedachten en de onpartijdigheid van den heer Brom had leeren waardeeren.

Dit zijn echter kleine vlekjes in een boek waar elk blad vol is van substantie en de fijnste beschouwingen den lezer bekoren. Men weet niet, of men den auteur met meer opgewekte belangstelling volgt wanneer hij over schilders dan wel over schrijvers spreekt.

En 'k zou wel aarzelen, het beste aan te duiden in dit boek, want er is zooveel rijkdom. Misschien daar waar het verschil wordt aangewezen tusschen de Israëls, en daar waar de invloed der schilders wordt onderzocht, o.m. op Van Deyssel en op Ary Prins.

Voor de kennis van de Hollandsche literatuur der 19e eeuw, evenals voor die der schilderkunst, zou men dit belangrijke boek niet willen missen.

* * *

 

In de reeks Cultuurhistorische Studiën, uitgegeven door ‘De Spieghel’. Amsterdam, liet Dr. J.F.M. Sterck een aangenaam boek verschijnen: Van Rederijkerskamer tot Muiderkring. Een beeld van de geleidelijke ontwikkeling van de literatuur, als spiegel van de beschaving in het door den titel bedoelde tijdperk. Een werk dat over het algemeen zeer eenvoudig is en door den oningewijde best verstaanbaar. Echter de vrucht van grondige studie.

Indien dit boek niets anders gaf dan prettig vulgarisatiewerk, zou het reeds veel lof waard zijn, te meer daar degelijke studie aldus werd verwerkt zonder die voor den gewonen lezer zoo hinderlijke opeenstapeling van citaten en allerlei kleine gegevens en verwijzingen. Maar het beeld is treffend van duidelijkheid, en laat heel wel zien hoe de Renaissance, met al haar verfijning, een noodzakelijk verband tusschen de kunst en de gemeenschap heeft willen doorbreken. Trouwens, in al zijn bescheidenheid brengt Dr. Sterck een paar dingen, die ook den geleerde zullen aantrekken. Hij drukt o.m. twee onuitgegeven refereinen van Anna Bijns, en de platen, waarmede het mooi verzorgde boek is versierd, zullen aan velen welkom zijn, daar weinig bekend.

* * *

[pagina 423]
[p. 423]

Met zoogezegde documenten moet men voorzichtig zijn, zulks was reeds geboden lang voor de Utrechtsche werden veropenbaard. Aan de historische echtheid van de door Gerard van Engelrode ‘vertaalde’ Merkwaardigheden uit het leven van Rabben Joseph Ben Johai (uitgave Van Dishoeck, N.V., Bussum) zal men meen ik, niet gelooven. Enkele toetsjes verraden den uitvinder direct, en de eerste lezer de beste zal in deze ‘vertaling’ van een ‘Arabisch handschrift der 11e eeuw’, berustend ‘in de gereserveerde afdeeling Magische handschriften van het Oosten, der Vaticaansche bibliotheek’ een niet onaardig verzonnen geschiedenis zien, een nogal wonderbaar verhaal van een Joodschen geneesheer en schriftgeleerde, een heilig en verdraagzaam man die wat aan Nathan der Weise herinnert.

Waarom dit opzet dan? 'k Zie maar één antwoord: om een zekeren geur te geven aan deze ‘merkwaardigheden’, den geur van oude, eerbiedwekkende boeken, - een zekere atmosfeer. Maar dat is feitelijk kunstmatig en atmosfeer is er weinig in deze gegevens, die fragmentarisch blijven, en gewild droog, daar waar het onderwerp zich leende tot mooie fantasie, en zooveel treffen-der ware geweest indien het als een geheel werd voorgesteld. Boven deze pseudo-philologische techniek zal men toch verkiezen de atmosfeer en de plasticiteit van beproefde technieken: die van Flavbert, of van Couperus, of van Charles van Iersel.

* * *

 

M.F.J. de Jong leverde een bijzonder mooie vertaling van die wonderbare parabel van André Gide: De Terugkeer van den Verlogen Zoon. De welverzorgde uitgave is van Van Gorcum & Co, Assen.

Voor zijn vertaling van Winter door Friedrich Griese (‘De Spieghel’. Amsterdam) verdient Mr. W. Loeb de erkentelijkheid der Nederlanders. Aldus wordt een grooter publiek in de gelegenheid gesteld, een werk te leeren kennen, dat in Duitschland onthaald werd als het geweldig meesterstuk van een jong en weinig bekend schrijver.

Het is een geweldig meesterstuk. Ik zeg het in het volle bewustzijn der draagkracht van zulke woorden.

 

FRANZ DE BACKER.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Hollandsche schilders en schrijvers in de vorige eeuw


auteurs

  • Franz de Backer

  • over J. Slauerhoff