Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Gids. Jaargang 20 (1931-1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Gids. Jaargang 20
Afbeelding van De Vlaamsche Gids. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Gids. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.81 MB)

ebook (3.51 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Gids. Jaargang 20

(1931-1932)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

Boekbeschouwing

J. Verschueren, L. Goemans, L Brounts. - Modern Woordenboek (deel L-Z). - N.V. Brepols, Turnhout.

Na al het goede, dat we in den jaargang 1929-1930, bl. 95-96, over het eerste deel van deze uitgave gezegd hebben, konden we volstaan met de mededeeling, dat de zoojuist verschenen tweede en laatste bundel zijn voorganger waardig is... en dus ruim aanbeveling verdient.

Het verschijnen van zulk modern taalkundig en encyclopedisch woordenboek, in Vlaanderen zelf, is echter een al te verblijdende gebeurtenis, dan dat we niet nog eens de aandacht zouden vestigen op het prachtwerk, dat daarmee verricht wordt door auteurs en uitgevers.

Dit tweede en laatste deel dan, weer extra-mooi en leesbaar op uitgekozen papier gedrukt, voert het totaal aantal bladzijden van het woordenboek tot 2051 op en voegt daar enkele bladzijden ‘Aanvullingen en verbeteringen’ bij, waartoe o.a. een kaart van België en foto's uit onze Wereldtentoonstellingen 1930 behooren. Dit laatste duidt dus op het gelukkig streven vanwege de auteurs, hun werk zoo trouw mogelijk up-to date te houden. Wat den inhoud betreft, laten we erkennen, dat ons een hoog maximum aan in- en voorlichting wordt aangeboden; niet alleen over de woorden, hun beteekenis, hun gebruik, hun familie, hun verschijning in geschreven en gesproken taal, maar ook over al wat, in modernen zin, aardrijkskundig, historisch, natuurwetenschappelijk, literair, artistiek iets met ons leven te maken heeft. Voorbeelden?... Ze zijn er bij de vleet; bij honderden woorden staan verklaringen en inlichtingen, die op zichzelf een heel programma van wetenswaardigheden uitmaken. En sommige er van, als o.a. de namen der landen, der provinciën worden aanleiding tot rijk met kaarten en foto's geïllustreerde bladzijden. Andere, als b.v. Nederland, Parlement, Schip, Taal, Titulatuur, groeien uit tot een heelen leergang, openbarend in zijn beknoptheid.

Of men steeds met elk detail t'akkoord hoeft te zijn? Och, neen. Het doet b.v. al zonderling aan, dat in een uitgebreide rubriek, vol namen, over Opvoedkundigen, voor België alleen Van Biervliet en De Hovre genoemd worden en een Decroly... vergeten wordt. Het kan er toch moeilijk mee door, dat minister Schollaert met zes regels wordt bedacht, Frère-Orban met twee, Vandervelde met drie, Bara en Buls met nul, en dat daartegenover Antoon Van de Velde, tooneelschrijver, zeven regels krijgt... met portret. Vroeger hadden we 't over den vergeten Antheunis; in het bijvoegsel blijft hij vergeten,... en zoo zijn er ook weer anderen, gewichtiger dan hij, die in dit tweede deel geen plaatsje vonden.

Zulks doet echter niets af aan de gróóte waarde van het Modern Woordenboek in zijn geheel. Het moge alleen de auteurs, die breeddenkende katholieken zijn, er toe prikkelen, hun horizont nóg ietwat ruimer te maken, zoo ruim als wezelf verlangen, dat alle zg. vrijzinnigen zouden handelen.

In afwachting zeggen we met nadruk tot onze lezers: dit Woordenboek moet ge bezitten. De prijs der twee prachtbanden samen, - 125 frank, - maakt het geheel tot een goedkoop prachtgeschenk.

[pagina 46]
[p. 46]

J. Verschueren, H. Balieus, L. Heylen. Algemeene Atlas voor België. - J.B. Wolters, Groningen.

Men kan moeilijk beweren, dat J. Verschueren op zijn lauweren rust. Hiervoren loofden we zijn Modern Woordenboek, ter perse is zijn Biografisch Woordenboek, verschenen in zijn Algemeene Atlas. Gewis, hij verzekert zich telkens een prima medewerking; maar op alles ligt, telkens ook, dat ééne kenmerk van methode, dat hem persoonlijk eigen is.

We konden dat nog eens aantoonen, aan de hand van dezen Algemeenen Atlas voor België, die nu zijn vierden druk beleeft en Roland en konsoorten voor goed van de baan schijnt te helpen. Maar ook: die 175 groote kaarten, kleine bijkaartjes, kleine schema's, zijn ideaal mooi uitgevoerd en hun onderling verband is zóó aangelegd, dat in teekening zoo goed als alles medegedeeld wordt, wat lagere en middelbare school-studenten aardrijkskundig hoeven te weten En die teekening is zoo welsprekend op zichzelf, dat jongelui die we kennen het een feest vinden, ze te zitten bekijken, uit te pluizen, te begrijpen en te onthouden.

Zoo niet alle ouders zulken atlas, - in linnen, tegen 35 frank, - voor hun kinderen koopen, we wenschen ten minste, dat alle scholen er hun leerlingen mee bedenken.

H. Deman & A. De Saeger. - Intelligentieschaal voor Vlaamsche Kinderen. - ‘De Sikkel’, Antwerpen.

Indien dit boek niet in Vlaanderen verschenen was, had het veel kans fureur te maken. Want het bespreekt een onderwerp, dat in de Fransche en vooral in de Duitsche en de Angelsaksische wetenschappelijke wereld bizonder belangstelling pro en contra wekt, maar ten onzent stuit op de onverschilligheid en de onbevoegdheid van de massa.

Waarover handelt het?... Over de noodzakelijkheid de kinderen zoo vroeg en zoo deskundig mogelijk te onderzoeken, in verband met hun intellect en hun intellectueelen leeftijd. Dat dit noodig is, weet ieder die vaststelt, hoe weinig leerlingen in de klasse zitten, waar ze volgens hun ‘intellectueel quotient’ thuisbehooren. Daar moet dus een mogelijkheid tot verbetering gevonden worden, en dat kan alleen wanneer de intellectueele diagnose van elk kind wordt opgemaakt, zoo ernstig als het physisch en ook wel psychologisch vanwege den geneesheer geschiedt. Die diagnose zoeken Deman en Desaeger in de test- of intelligentieschaal, zich hierin aansluitend bij Binet-Simon, Terman, Burt, Bobertag en vele anderen. Alleen, zij maken te recht voorbehoud tegen zekere zwakke verschijnselen in de uitheemsche tests, duiden die aan, onderlijnen de goede hoedanigheden, wijzigen en volledigen het oorspronkelijke en... brengen als resultaat hun eigen, nieuwe intelligentieschaal, speciaal aangepast bij Vlaamsche kinderen van land en stad.

We zegden: in den vreemde zou zulk werk, - vooral dan om de daarin opgenomen en toegelichte intelligentieschaal, - ruim belangstelling wekken. We zouden thans vragen: men leere het ook ten onzent doen, vooral dan in het wereldje der meer ontwikkelde leerkrachten. Want: 1o) hoe skeptisch men ook aangelegd zij, principiëel blijft de intellectueele diagnose wenschelijk en praktisch blijkt ze, gezien een groot aantal geslaagde proeven, niet geheel onmogelijk; 2o) de nieuwe proeven van Deman en Desaeger zijn niet in abstracto opgebouwd, maar getoetst aan talrijke ervaringen, - getuige de bewijzen, die ze voorleggen, - en leveren in een uurtje dezelfde uitslagen op, d.i. doen dezelfde gevolgtrekkingen aan de hand als de maandenlange ondervinding voor de klasse. De auteurs zweren niet bij de onaantastbaarheid der verschillende elementen van hun proeven, maar het principe houden ze staande en grosso modo gelooven ze wel doelmatige testen voor kinderen van 6 tot 13-14 jaar te hebben verkregen.

[pagina 47]
[p. 47]

We dringen dus aan, opdat hun werk terdege gelezen worde, en zulks des te meer, omdat ze er in geslaagd zijn, een wetenschappelijk onderwerp in zoo glasheldere taal en toch met zooveel methode te behandelen.

Het werk is behoorlijk gedrukt; om zijn inhoud had het zelfs recht op een mooiere aanbieding. Moge het bijval vinden, niet enkel als psycho-pedagogische lektuur, maar ook als prikkel om in zoo ruim mogelijke kringen de aangeboden gegevens praktisch op de proef te stellen! ‘Die Worte sind genug gedrechselt...’ We mochten eindelijk wel dàden zien!

 

H.V.T.

Nederlandsche Volkskunde. Een serie leesboeken voor de lagere school, bijeengebracht door Prof. Dr. J. Waterink, Drs. P.J. Meertens, D. Kramer, D. Deken, P.V. Ipenburg, A. de Vries en D. Wouters.
P. Noordhoff. Groningen. 1931; 90 cts. per deel.

Deze reeks volkskundige leesboeken voor de zesde en zevende leerjaren vormen een nieuwe uitgave van een zeer bijzonder karakter. Zij brengen onze kinderen in voeling met het eigenaardig wezen der Nederlandsche volksgemeenschap, met den Nederlandschen volksgeest, zooals hij zich uit in zeden, gebruiken, huisvesting, bedrijvigheid binnen en buiten huis, voeding, plechtigheden, kleederdracht, versiering, geloof, wetenschap, taal, vermaken: dans, muziek, lied, vertelling, tooneel. In elk der negen deelen gaat het over éen bepaald Nederlandsch gebied; beurtelings worden behandeld: Nederland over 't algemeen, daarna: Friesland, Groningen, Drente en Overijsel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg, Zuid-Holland en Zeeland, Noord-Holland en Utrecht, Vlaanderen. De verluchting der boekjes werd gediend met de houtsnede; voor Vlaanderen zijn zij van de hand van Jan Fr. Cantré. De gelukkig gekozen teksten komen o.a. van Jer. de Vries, J. van Lennep, A. de Cock, Weremeus Buning, Kalff, Prof. Gallee, Heuvel (Oud-Achterhoeksch Boerenleven), Cremer, Dr. Schrijnen. (Nederl. Volkskunde), Starter, Halbertsma, Dijkstra, Japikx, Winkler, Feitsma, Troelstra, F. Rutten, J. Bellamy, J. Cohen (Nederl. Sagen en Legenden), H. Poort, Douwes Dekker, Joost van den Vondel, Hulleman, Hofdijk, F. Bastiaanse, Huizinga, N. van Kol, A. van Dijk, Adama van Scheltema, J. Schurmann, Kesler, A. Rodenbach, V. de Meyere (De Vlaamsche Vertelselschat), P. de Mont, A. Joos (Vlaamsche Vertelsels), J. Cornelissen (Nederlandsche Volkshumor op Stad en Dorp). H. van Peene, Is. Teirlinck, A. Walgrave (Rond den Heerd), M. Koenen, H. Conscience, Guido Gezelle.

Prof, van Gennep klaagt er over, dat de folklore ‘n'a jamais été accueillie dans notre enseignement officiel’ (in Frankrijk). Bij ons te Gent wordt zij gedoceerd, al zijn er wel professoren, die haar als een minderwaardige wetenschap blijven aanzien! Zij hoeft zich nog steeds baan te breken. Daarom zijn wij zoo dankbaar, dat deze werkjes verschijnen en er wellicht zullen in slagen, langs de school om de publieke belangstelling te helpen wekken voor onze gebruiken, zeden, overleveringen, vertelsels, liederen en volkskunst.

 

JOZEF PEETERS.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Modern woordenboek en populair-wetenschappelijke encyclopaedie (2 delen)


auteurs

  • Hendrik van Tichelen

  • Jozef Peeters