Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse Gids. Jaargang 34 (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 34
Afbeelding van De Vlaamse Gids. Jaargang 34Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 34

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse Gids. Jaargang 34

(1950)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 127]
[p. 127]

Met pen en potlood

3.

Het Vlaamse jongerentijdschrift ‘Arsenaal’ heeft onlangs te Gent zijn eerste lustrum gevierd. Reinigingsfeest: niet alleen bij de oude Romeinen, ook thans nog voor ons! Hun eerste slag hebben de Arsenalisten gewonnen, die om de hoeveelheid. Nu wordt de tweede ingezet: die voor de kwaliteit.

De doden, want elke generatie heeft haar ‘heiligen’, werden herdacht: de Kamiels (Top en Van Baelen) die niet meer konden meewerken, en Ferdinand Adriaenssens welke er enkele sporen verdiende tijdens een te kort dramatisch bestaan dat tragisch eindigde. Hij keerde terug uit de Duitse hel, maar een brand te Brussel werd hem noodlottig. Uit zijn nog ongepuurde verzen spreekt steeds het onontkoombare fatum.: ‘de vloek die op ons leven rust’, het ‘noodlot eener daad’, het ‘zonderling verblijf te midden puin en brand’, ‘hoe zou ik dwaas deez' doem ontvluchten’...

Het positieve dat ‘Arsenaal’ heeft gebracht?

Alleszins voor het eerst een reeks met vrucht te raadplegen studiën, bijna systematisch ondernomen en waaraan alle Arsenalisten meewerkten, over allerlei eerste- en tweede-rangsfiguren uit de Vlaamse letterkunde.

Op creatief gebied is tot nu toe nog geen enkele Arsenalist uit de band van het gewone gesprongen. Laten we hopen dat het weldra gebeurt. Zij belijden een sympathieke nederigheid. Luister naar enkele eerlijke en onopgesmukte bekentenissen van hen die Richard Minne en anderen vereren.

Paul Berkenman: ‘Wij ondervonden zelf reeds meermaals hoe moeilijk het is het snoeimes te hanteren’.

Willy Biliet: ‘Maar ik mocht er nog altijd niet in slagen de inspiratie te kunnen bestellen lijk een glas bier’.

Remi Boeckaert: ‘We beogen geen sierlijke, gehandschoende literatuur’.

Frans Cools: ‘Ik heb een hekel aan wederzijdse bewieroking’.

Rik Lanckrock: ‘Wij kunnen tot geen mildheid rijpen’.

Tony van Putte: ‘En hij, die dicht, weet zich van veel berooid’.

Erik van Ruysbeek: ‘Vondel was vijftig vooraleer zijn werk op iets begon te trekken’.

Uit deze zeven flitsen spreekt een eenheid van levensvisie. Het Gebouw is er: Arsenaal. Moge het thans rijk en heerlijk ingericht, gestoffeerd, gemeubileerd worden! - Js.

4.

Een Gents Decemberweekeinde. Cyriel Buysse-dagen in de winter. Tengevolge van politieke en lymphatieke oorzaken tot op het laatste nippertje uitgesteld. Maar de natuur ontfermde zich over de streek tussen Gent en Deinze. Droog en koud over dag. Doch 's avonds, na de Buysse-bedevaart, een echte zondvloed!

[pagina 128]
[p. 128]

Het werd in elk geval geen nieuwe Roman van den Schaatsenrijder! Een interessant weekeinde met idyllische vergezichten en, een paar malen, gevaarlijke bochten. Er zouden meer dergelijke tochtjes moeten ingericht worden, zonder al te strakke voorbereiding, met even veel imprévu's. Men herdenkt een bekende artist, men ontmoet en ontdekt nieuwe onbekenden. De doden helpen ons om ons met sommige levenden weer te verzoenen.

Zaterdagnamiddag: bezoek aan het graf op de Brugse Poort waar de mens en daarna aan de Boekentoren op de Blandinusberg waar het werk rust. Het is goed dat de levenden zich be-we-gen.

Zondagmorgen: piëteitsvol een paar uren koude voeten getrotseerd op de stenen vloer in de trouwzaal van het stadhuis. Onder het publiek, zowel de vrienden van Plus-que-parfait als die van 't Ezelken. De toespraken van Mussche, Walschap, Jonckheere en Lampo als vier verschillende spiegels voor Buysse's werk en diens Vlaamse achtergrond: vredig Latems avondlicht bij Mussche, felle middaghitte bij Walschap en Jonckheere met onweersdreiging; wazige morgenmist bij Lampo.

Tussenin las Michel van Vlaenderen een stukje voor over badende Leie-koeien: contrast met de minimale vloertemperatuur in de zaal.

's Namiddag, litteraire pelgrimage per auto. Ja, een trip, de automobilist Buysse waardig. Deze laatste ronde (anno 1949) begon als een vrolijke tocht. Van hoog en laag waren rijliefhebbers opgedaagd om van Deurle naar Nevele en dan naar Afsnee te toeren. Het verhaal van deze tribulaties, boeiend als Buysse's beste novellen! Maar Daisne was die dag niet van de partij en de andere meesters van het Vlaamse verhaal hadden de streek van Cyriel Buysse reeds verlaten, toen Hugo van den Abeele ons in een of andere ‘Ope van Vrede’ binnenloodste en toen daarna Michel van Vlaenderen bewees dat ook het leven toneel is dat vaste regisseurshanden meesterlijk mennen moeten. - Js.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken