waarvan hij als Gezelle het beeld gans zijn leven piëteitsvol in zich heeft gedragen en aanleiding gaf tot de cyclus ‘Verzen voor Moeder’.
Hoe was Luc?
De meesten zagen de jolige gast, de ‘eeuwige danser’, zoals een literair criticus hem betitelde.
Sprankelend van humor en onuitputtelijk in woordspelingen. Een geestigheid in feite meer Latijns', meer ‘esprit’ dan van een Lakenaar kon verwacht worden.
Luc, de hartelijke lacher, waarvan de lach echter van langsommeer in een krampachtige hoestbui versmachtte.
Dit guitige was geenszins een scherm waarachter hij een ware natuur wou verbergen.
Het behoorde volledig tot zijn wezenlijke aard.
Het vulde echter slechts één schaal van de Balans, sterrebeeld waaronder hij geboren werd. In de schaal lag grondige ernst, even echt en even essentieel.
Luc was de beide schalen van de balans. Hij was zowel vlinder als bezige bij.
De oude getrouwen van Oostduinkerke herinneren zich voorzeker hoe Luc plots een tijdlang kon verdwijnen. Hij haastte zich dan naar zijn donker fotolaboratorium om de klanten hun ontwikkelde kiekjes stipt te kunnen bezorgen op het beloofde uur. Want Luc was een onvermoeibare werker en alles wat hij deed wou hij goed doen. Zijn vrouw noemde hem een ‘perfectionist’ en dat was hij ook tot in de kleinste dagelijkse doeningen. Er was maar één perfecte wijze om een spiegelei te bereiden. En Luc deed het in onze keuken en het leek op een Oosterse thé-ceremonie.
Beste vrienden,
Over een literator spreken, als mens zonder zijn oeuvre er bij te betrekken is onmogelijk.
Zeker wanneer het gaat om Luc Var Brabant, want het is enkel zijn dubbele, doch ongespleten wezenlijkheid van vlinder en werkbij, die zijn oeuvre van de voorbije jaren mogelijk maakte.
Stel U voor: Luc leest een vertaling van de verzen van Louise Labé (ik meen dat het deze van Luc Indestege was). Hij grijpt naar de originele tekst en wordt er door bekoord.
Zijn fijnzinnige feeling bemerkt alras interpretatie-fouten vanwege de vorige vertaler.
En Luc begint zelf aan een vertaling. En de perfectionist treedt naar voren. Hij die geen akademische vorming genoot gaat het 16e eeuwse frans, hel oud-italiaans instuderen, verdiept zich in etymologie. En er komt zijn vertaling en die verwerft de Koopal Prijs.
Maar het avontuur is maar pas begonnen.
Het is weer zijn speelse omgang met de woorden, zijn immer tastende voelhorens die Luc in de verzen van Louise Labé een sleutelwoord doen ontdekken dat anagrammen aankondigt.
Ondertussen had hij zich uit zijn fotozaak teruggetrokken en de villa die hij liet bouwen nabij de Hoge Blekker kreeg natuurlijk de naam van ‘La Belle Sans-Sy’, t.t.z. Louise Labé. In die villa werkte hij als een kluizenaar.