Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse Gids. Jaargang 69 (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 69
Afbeelding van De Vlaamse Gids. Jaargang 69Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 69

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse Gids. Jaargang 69

(1985)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Boeken
Diamant

HET IS steeds zo geweest dat de Gouverneurs bij de opening van de zitting van de provincieraad van oktober een rede uitspreken over een onderwerp van algemeen belang.

Ter voorbereiding van zijn toespraak van 1 oktober 1984 ondernam prof. Dr. A. Kinsbergen, Gouverneur van de provincie Antwerpen, een studie over de diamantsector in het algemeen en over de positie van Antwerpen in het bijzonder.

De resultaten van dit onderzoek, dat de Gouverneur ‘boeiend maar niet eenvoudig’ noemde, stelde hij te boek. Het werk draagt de titel ‘Antwerpen, briljant aan de top in de diamantwereld’.Ga naar eind(*).

Vooreerst wordt uitgelegd wat diamant is. De bewerking van ruw tot siersteen wordt beschreven, waarbij aandacht wordt besteed aan de waardebepalende factoren. Ook de wijze waarop industriediamant verkregen wordt en de toepassingsmogelijkheden ervan komen uitgebreid aan bod.

Dit stelt de lezer in staat zich te overtuigen van het uitzonderlijke karakter van dit edelgesteente en van het vakmanschap dat vereist is om te komen tot het beoogde eindprodukt.

In een volgende hoofdstuk worden dan de verschillende typen van ontginningsoorden beschreven evenals een aantal van de belangrijkste vindplaatsen uit heden en verleden, namelijk Brazilië, India, Zaïre, Zuid-Afrika en nog een zevental andere. Tevens wordt de geschiedenis verhaald van enkele beroemde stenen, zoals de Koh-I-Noor, de Regent en de Blauwe Hope.

Vervolgens wordt de economische betekenis van diamant behandeld. Hierbij wordt het marktmechanisme ontleed en wordt de rol geschetst van De Beers, de Central Selling Organization en de Diamond Trading Company, vanaf hun ontstaan tot op heden. Alvorens de rol van Antwerpen te bespreken, richt de auteur de schijnwerper op de andere belangrijke centra die samen met de Sinjorenstad de grote vijf uitmaken, namelijk India, Israël, de Verenigde Staten van Amerika en de Unie van Socialistische Sowjetrepublieken.

De analyse van de positie van Antwerpen gebeurt vanuit twee gezichtspunten. De eerste invalshoek is deze van de beschrijving van de geschiedenis, het economische en maatschappelijke belang van de sector. Bij de andere benadering wordt aan de hand van de institutionele kenmerken aangetoond dat Antwerpen nog steeds terecht een wereldcentrum mag genoemd worden.

In het historische deel wordt op een boeiende wijze en in een brede maatschappelijke context uiteengezet hoe de Metropool nu haast 500 jaar, zij het niet steeds in dezelfde mate, bepalend is geweest voor de gehele diamantindustrie en -handel. Zowel op het vlak van de gebruikte technieken als op dat van de arbeidsorganisatie en de juweelkunst is Antwerpen een trendsetter. Hieruit blijkt volgens de auteur duidelijk dat de vakkennis van de bewerkers en de handelsgeest van de kooplieden de elementen zijn waarop de traditie stoelt en die daarmee onze troeven vormen voor de toekomst.

De huidige toestand van de handel en de nijverheid en het effect van beide op de tewerkstelling, worden uitvoerig toegelicht aan de hand van de meest recente cijfers. Van daaruit wordt een prognose gemaakt voor de toekomst. De Gouverneur besluit deze met de opmerking dat ‘de diamanthandel en -nijverheid in onze welvaartsmaatschappij ook op langere termijn nog toekomstmogelijkheden heeft. De hoge levensstandaard heeft de potentiële markt van sierstenen immers verruimd. Waar vroeger enkel grote en dure diamanten gekocht werden door een minderheid, is vandaag een veel grotere markt gegroeid, maar dan vooral in kleine steentjes. De technologische revolutie houdt nog grotere kansen in voor de industriediamanten. Het zal er voor Antwerpen op aankomen zijn positie te handhaven door maximaal de troeven uit te spelen die zijn reputatie in het verleden gevestigd hebben’ (blz. 130).

Hoe dit moet gebeuren, wordt

[pagina 23]
[p. 23]

diepgaand onderzocht bij de analyse van onze concurrentiepositie. Niet enkel de sterke kanten, waaronder de yield (dit is de gewichtsopbrengst na het slijpen), de goede beschikbaarheid van kredieten en de know-how worden besproken, maar ook aan de zwakkere zijden, zoals de produktie- en de loonkosten, wordt aandacht besteed.

De tweede benaderingswijze om de positie van Antwerpen te schetsen, is deze van het onderzoek van de infrastructurele elementen of ‘intangibles’. Zo worden achtereenvolgens de ruimtelijke concentratie van de diamantsector, de beurzen, de Hoge Raad voor Diamant v.z.w., de banken, de sociale organisaties (arbeidsorganisaties, overlegorganen en fondsen), de overheden, het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de veiligheid belicht.

Het wel en wee van de diamant wordt echter voornamelijk bepaald door de eindbestemming. De Gouverneur vertelt hoe diamant in de ogen van het grote publiek evolueerde van een bron van legenden en bijgeloof tot het hedendaagse diamantjuweel en investeringsobject. Het fenomeen diamant raakt het grote publiek evenwel niet allen als eindverbruiker. Tevens is het een belangrijk element van het toeristische aanbod in de provincie. De initiatieven van de overheid en van de privé-sector op dit vlak worden nader toegelicht.

In het besluit doet Gouverneur Kinsbergen een aantal zeer belangrijke oproepen aan allen die in meerdere of mindere mate betrokken zijn bij het diamantgebeuren in Antwerpen.

Zo vraagt hij hen zich niet blind te staren op de relatief grote successen die de handel thans nog boekt maar daarentegen voornamelijk oog te hebben

[pagina 24]
[p. 24]

voor de tanende industrie die op termijn ook de handelsfunctie zou kunnen ondermijnen.

Hij wijst er in die context op dat het superieure meesterschap van onze vakmensen het mogelijk maakt alhier een nog mooier en nog voordeliger eindprodukt te maken dan elders in de wereld. Om deze voorsprong te optimaliseren moet dan wel veel aandacht besteed worden aan het onderwijs, waar naast de klassieke technieken een grondige kennis van de te bewerken materie en van de geavanceerde produktiemethoden moeten worden aangeleerd.

Ook zou het volgens de Gouverneur ‘een niet te onderschatten beklemtoning zijn van wat Antwerpen te bieden heeft inzake diamant, indien ter bekroning van deze specifieke onderwijs-initiatieven, aan onze universiteit een speciale licentie of een speciaal post-graduaat in de edelsteenkunde georganiseerd zou worden. Daar kunnen dan de mensen worden gevormd die met autoriteit de basis zullen leggen van een voorspoedige toekomst’ (blz. 226).

Eveneens moet aandacht worden besteed aan de research en aan de commercialisatie van de resultaten ervan. Tevens beschrijft de heer Kinsbergen het belang van de promotie van het aanwezige vakmanschap en de creatie van een eigen imago. In dit laatste zou een nauwere band moeten gelegd worden tussen de Antwerpse kwaliteitsstenen en de Belgische juweliers. De publiciteitsacties zouden zich daarbij vooral moeten richten tot het grote publiek, want Antwerpen is thans nog té exclusief de draaischijf binnen de diamantbranche zelf. Middelen om uit deze beperking te ontsnappen, zijn de organisatie van juweelontwerpwedstrijden, de inrichting van juweeltentoonstellingen binnen en buiten de provincie maar ook over de landgrenzen en de coördinatie van en samenwerking tussen de verschillende acties op het toeristische vlak.

Tot slot roept de auteur op tot een verderzetting van de huidige succesvolle coöperatie tussen de diamantkringen en de overheid. Immers, ‘in dit eendrachtig streven van werkgevers, werknemers en de overheid voor de vrijwaring van de belangen van een handel en een industrie die reeds eeuwen onafscheidelijk verbonden zijn met onze streek ligt onze sterkte. Beschermd door dit machtige wapen groeide Antwerpen uit tot het wereldcentrum van de diamant. Zolang die solidariteit niet verbroken wordt, zal Antwerpen deze eretitel met trots blijven dragen’! (blz. 230).

Het werk wordt afgesloten met 19 bijlagen waaronder tekeningen van de meest voorkomende kristalstructuren, het zagen van ‘vier- en tweepunten’, de voornaamste aspecten van de briljantslijpvorm en de evolutie ervan, en de belangrijkste hedendaagse slijpvormen. Ook zijn kaarten opgenomen van de beschreven ontginningsplaatsen, evenals grafieken en tabellen over de tewerkstelling en de in- en uitvoer van diamant. Tenslotte wordt in een aantal bijlagen bijkomende informatie verschaft over het zichthouderschap, de Antwerpse beurzen en het arbitragesysteem.

***

 

Dit werk mag terecht een verrijking van ons Vlaamse boekenbestand worden genoemd. Het verdient een plaats tussen de encyclopedische publikaties, niet zozeer door zijn omvang, maar wel door de inhoud. Zowel geschiedkundige, geografische, technische en economische facetten van het gegeven ‘diamant’ worden op een kernachtige en indringende wijze behandeld. Een andere zeer grote verdienste van deze publikatie is dat zij, als pleidooi voor de Antwerpse diamantwereld, tegelijk een zeer realistische kijk geeft op de problematiek.

Alhoewel de studie toch duidelijk het predikaat ‘wetenschappelijk’ draagt, wordt zij gekenmerkt door een aangename en vlotte leesstijl waardoor zij niet enkel bereikbaar is voor de specialisten maar voor eenieder die zich voor deze materie interesseert. Ook het zeer verzorgde taalgebruik, iets wat niet altijd van dergelijke boeken kan gezegd worden, en de bescheiden maar mooie presentatie van het werk maken het tot een aanrader.

‘Antwerpen, briljant aan de top in de diamantwereld’ is jammer genoeg niet verkrijgbaar in de boekhandel, maar kan op schriftelijk verzoek bekomen worden op het Provinciebestuur van Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22-24 te Antwerpen.

K.G.

eind(*)
Kinsbergen, A.: Antwerpen, briljant aan de top in de diamantwereld. Antwerpen, Provincieraad van Antwerpen, 1984, 286 blz., ill.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken