Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse Gids. Jaargang 71 (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 71
Afbeelding van De Vlaamse Gids. Jaargang 71Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 71

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse Gids. Jaargang 71

(1987)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 23]
[p. 23]

Vlaamse muziek op plaat

Muziek heeft in de culturele werking van het Willemsfonds steeds een plaats ingenomen. In het verleden wilde de vereniging door het uitgeven van volks- en kunstliederen van eigen componisten en tekstschrijvers de groei van een Vlaams bewustzijn stimuleren.

Thans is het Willemsfonds aan zijn eerste plaatuitgave toe. Met Vlaamse Muziek uit de 20ste eeuw wil de vereniging het werk van enkele van onze vooraanstaande toondichters een ruimere bekendheid geven. De plaat omvat het symfonisch gedicht La Cathédrale d'acier van Victor Legley, het concerto voor hoorn en orkest van Norbert Rosseau en het concerto voor cello en orkest van Lodewijk De Vocht. Hieronder volgt een bespreking van deze figuren en de op de plaat voorkomende werken.

Victor Legley: La Cathédrale d'Acier op. 52 - 1958
Symfonisch gedicht naar een schilderij van Fernand Steven

Victor Legley werd geboren op 18 juni 1915 te Hazebrouck in Frans-Vlaanderen. Zijn muzikale opleiding kreeg hij aan het ‘Conservatoire Royal de Musique’ te Brussel waar hij altviool, kamermuziek, kontrapunt en fuga studeerde. Onder leiding van Jean Absil studeerde hij compositie en behaalde in 1943 een eerste Tweede Prijs van Rome met ‘La Navigation d'Ulysse’. In Legleys oeuvre vindt men orkestmuziek, kamermuziek, koormuziek en opera en een luisterspel. De invloed van Jean Absil uitte zich ongetwijfeld in zijn eerste composities. Later werd hij sterk aangetrokken door de esthetiek en techniek van Brahms, Max Reger en Hindemith. Vooral deze laatste stelde hij zich tot voorbeeld.

Het symfonisch gedicht La Cathédrale d'Acier is ééndelig opgebouwd en bevat drie bewegingen: langzaam - snel - langzaam.

La Cathédrale d'Acier is de Franse titel van het schilderij van de Luikse kunstenaar Fernand Steven en om deze reden wenst de compositeur er uitdrukkelijk geen vertaling van.

Het kunstwerk, dat de ruïne van een oude kathedraal voorstelt naast de krachtige constructie van een stalen nieuwbouw-kathedraal, inspireerde de componist om een partituur te schrijven waarin de totaliteit van klankkleur en klankstructuren in massale blokken over en in elkaar schuiven in een machtige expressionistische stijl. De zeer uitgebreide orkestbezetting wordt vaak massaal en crescendo gebruikt. Sterk wisselende ritmiek en agogiek, penetrante harmonie, afgebroken muzikale zinnen, harde akkoorden, verklanken de ideeën van de componist.

Ideeën, die opgeroepen worden door de impact van het schilderij: een uitzichtloze toekomst in een wereld van staal waarin de mens die nog hunkert naar geestelijke waarden uit het verleden, ogenschijnlijk ten onder gaat.

Nochtans duiken hier en daar poëtische klankpassages op en de compositie eindigt in een stille berustende toon. De mens past zich aan, er blijft de hoop!

Norbert Rosseau: Concerto voor hoorn en orkest op. 2.67 - 1967

Norbert Rosseau werd geboren te Gent op 11 december 1907 en overleed er, nog in volle scheppingskracht, plots op 1 november 1975. Alhoewel geboorte en overlijden plaatsvonden in Gent kan men Rosseau bezwaarlijk als een typisch Vlaams componist beschouwen wiens muzikale cultuur zou wortelen in de uitlopers van een Vlaams postromantisme met impressionistische impulsen, zoals zijn geboortedatum zou kunnen veronderstellen.

Van 1915 tot 1932 verbleef hij in Italië waar hij naast piano en orgel compositie studeerde te Palermo en te Rome (bij Ottorino Respighi). Zijn eerste composities zijn tonaal met impressionistische en expressionistische stijlelementen. Na Wereldoorlog II beoefent hij een vorm van dodecafonie waarin hij twaalftoonreeksen verzoent met thematiek en con-

[pagina 24]
[p. 24]

sonante harmonie. Nadien volgt er een modale toonspraak.

Het Concerto voor hoorn is een ééndelig werk met drie bewegingen: snel - langzaam - snel zoals de Italiaanse ouvertures geschreven werden. De compositie is contrapuntisch tonaal maar de regels van de dodecafonie worden toegepast.

De hoornist start tegelijkertijd met het orkest en zet het hoofdthema dat uit zes tonen bestaat direct in. Dit is de grondslag voor het thematisch materiaal dat in het verloop van de compositie uitgewerkt wordt. In het eerste deel wordt het uitgebreid tot een twaalftonenreeks en zwenkt het van forte naar piano. Tot slot dialogeren hoorn en trompet. Het middendeel is rustiger, heeft een ander thema en besluit met een koraal in de strijkers.

In het derde deel, dat de culminatie en synthese van de twee vorige is, zet de hoornist terug het oorspronkelijke thema in, hij kan zich tevens uitleven in een cadens.

Dit derde deel is contrapuntisch en ritmisch vindingrijker dan de twee vorige. Een korte coda sluit het werk af.

Lodewijk de Vocht: Concerto voor violoncel en orkest - 1956

De faam en bekendheid die Lodewijk De Vocht (Antwerpen 1887-'s Gravenwezel 1977) geniet is internationaal. Deze beroemdheid heeft hij niet te danken aan zijn compositorisch talent maar wel aan zijn activiteiten als dirigent. Vooral als leider van de Chorale Caecilia verwierf hij met uitvoeringen van oratorio's van o.m. Stravinsky, Honegger, Milhaud en Caplet erkenning en vermaardheid.

Als componist heeft De Vocht een omvangrijk oeuvre nagelaten dat in zijn esthetiek, conceptie en geestelijke benadering volledig teruggrijpt naar de Vlaamse romantische traditie en muziektechnisch geen vernieuwing brengt. Het bevat symfonische werken, concerti, kamermuziek, profane en geestelijke liederen, missen, motetten en allerlei koorwerken.

Het concerto voor cello en orkest is klassiek opgebouwd, drieledig gestructureerd en geschreven in re groot voor symfonisch orkest met houten per 2, 4 hoorns, 2 trompetten, 2 trombones, pauken, strijkers en violoncel solo.

Het eerste deel - Allegro Deciso - geeft uiting aan de drang naar beslissende, wilskrachtige hernieuwing waaruit dan een geestdriftige lyriek ontstaat. Het hoofdthema, energieke wekroep op de vier klanken la-re-mi-la wordt, in gewijzigde vorm, eveneens de hoeksteen van het laatste deel.

Het kernmotief van het Lento of Poco Adagio, bij het begin aarzelend en telkens, na pozen van stilte met meer aandrang terugkomend, wordt gevolgd door een weemoedige doch hartstochtelijke cantilene. Dan wordt de schrijnende melancholie opgelost door de violen. Alles wordt nu bewgoenheid, uitvloeiend in een serene nazang, waarin het nu blij klinkend hoofdthema in canon bewerkt wordt. Het Allegro con brio of het Allegro Vivace-Presto is de stroom van levensvolheid, waarin de twee hoofdelementen van het werk worden opgenomen en in een ontlading van vreugde ineengestrengeld.

 

Deze grammofoonplaat is uitsluitend bij het Willemsfonds verkrijgbaar door storting van 445 fr (verzendingskosten inbegrepen) op rekeningnummer 001-0281728-19.

 

‘Vlaamse Muziek uit de 20ste eeuw’.

De Stalen Kathedraal - Vie Legley/Concerto voor hoorn en orkest - Norbert Rosseau/Concerto voor cello en orkest - Lodewijk De Vocht.

Nationaal Orkest van België o.l.v. Georges Octors.

Philharmonie van Antwerpen o.l.v. Sylveer Van den Broeck.

André Van Driessche (hoorn), Marc Drobinsky (cello).

WF1 - 395 fr.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken