Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse Gids. Jaargang 74 (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 74
Afbeelding van De Vlaamse Gids. Jaargang 74Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 74

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse Gids. Jaargang 74

(1990)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Lexicon van Westvlaamse schrijvers voltooid

In Boek en Bibliotheek (nr. 1985/4 en 1987/6) hebben we reeds de vier eerste delen voorgesteld van een Lexicon van Westvlaamse schrijvers. Met de publicatie van de delen 5 en 6 is dit werk nu binnen de voorziene tijdsruimte voltooid. In de inleidende tekst van deel 5 wordt het vervolg gepubliceerd van het in deel 4 begonnen overzicht van de literaire en semi-literaire tijdschriften in West-Vlaanderen na 1940. Als belangrijkste uitschieters daarin vermelden we Kreatief, de VWS-cahiers en Vlaanderen, een vernieuwde versie van het vroegere West-Vlaanderen. In het lexicon-gedeelte is documentatie te vinden over vrij goed gekende figuren, waaronder we er slechts enkele vermelden: de Kruispunt-redacteur John Heuzel, de graficus Frans Masereel, de politieke leider Jef Van de Wiele en de vooral in China bekend geworden Jezuïet Ferdinand Verbiest. Daarnaast zijn ook gegevens te vinden over een groot aantal minder bekende publicisten, waarover op andere plaatsen geen of zo goed als geen informatie te vinden is. Twee voorbeelden uit deze categorie: Egbert Hans (de broer van Abraham) en de journalist Jef van Wijnsberghe.

Een opvallende aanwezigheid in het lexicon-gedeelte van deel 6: Joseph Cardijn, de vrijwel alleen onder het pseudoniem Maxence Van der Meersch bekende Franse schrijver van o.a. Corps et Âmes. En daarmee komen we terecht bij de uitleiding die Fernand Bonneure namens de redactie in deel 6 heeft gepubliceerd en waarin hij naast het uiten van tevredenheid over het bereikte eindresultaat ook enkele kritische reacties op het lexicon weerlegt. De voornaamste kritiek heeft iets te maken met de indruk dat de lexicon-redactie een té annexionistische optie aankleefde. Maxence Van der Meersch is daar een goed voorbeeld van. Deze Franse schrijver staat in het lexicon omdat zijn grootouders Bruggelingen waren. Wij hebben het in Boek en Bibliotheek ook over de lange grijparmen van de samenstellers gehad. Toch klonk dit niet als een verwijt, het was eerder een kreet van verwondering over de genomen optie en van verbazing over het grote aantal schrijvers dat onrechtstreeks met enige wortels aan de Westvlaamse bodem was vastgehecht. Uit de tekst van Bonneure blijkt dat de redactie zich niet heeft laten opsluiten in een door staatsgrenzen omwald West-Vlaanderen en dat is een begrijpelijk en ook te waarderen standpunt.

De lexicon-redactie weet dat haar werk volmaakt noch volledig is, dat het geen afgerond en sluitend geheel is. Toch is de publicatie geslaagd; men vindt in het lexicon een goed basismateriaal voor de geschiedschrijving van de literatuur en het schrijverschap in West-Vlaanderen.

In deel 6 is een 40 bladzijden lang algemeen register te vinden; tussen Aalbregtse en Zwaenepoel wordt naar meer dan drieduizend auteurs verwezen waarover in de 676 pagina's van het lexicon iets te vinden is. Het lexicon is een bron waaruit nog vaak zal geput worden, is ook een vertrekbasis van waaruit zoektochten naar nog niet of nog nauwelijks ontgonnen literaire velden een aanvang kunnen nemen.

In 1987 hebben we in Boek en Bibliotheek reeds de VWS-monografieën over Jan Schepens en Patricia Lasoen voorgesteld. Ook deze reeks breidt zich regelmatig uit. Tussen de oudere delen vermelden we ook nog de studie van Joost Strosse over Fred Germonprez, de auteur van een opmerkelijk boek over de rover Bakelandt én de schrijver van een aantal romans die niet alleen in het Duits en Frans, maar ook in het Hongaars, het Pools en vooral in het Tsjechisch werden vertaald. Ter gelegenheid van Germonprez' zeventigste verjaardag hebben een paar Tsjechische kunstenaars als hulde aan deze Vlaamse schrijver een ‘Exlibris Fred Germonprez’ ontworpen en hem als geschenk aangeboden.

Meer recent verschenen monografieën handelen over Willy Spillebeen en Gwij Mandelinck, respectievelijk geschreven door Koen Vermeiren en Rudolf Van de Perre. Spillebeen is in meer dan één opzicht een zoeker en zowel inhoudelijk als taalkundig streeft hij naar perfectie. Misschien heeft dat iets te maken met zijn leraarschap: hij wil niet alleen de onvolmaaktheden van zijn leerlingen verbeteren, maar ook van zichzelf. Hij heeft enkele dichtbundels gepubliceerd, is ook als essayist en als vertaler bekend. Hij schreef ook een paar zeer opmerkelijke jeugdboeken, gebaseerd op problematiek als oorlog en volkerenmoord. Bij het lezerspubliek is Spillebeen vooral bekend voor zijn bijna twintig romans en ver-

[pagina 17]
[p. 17]

halenbundels. In zijn Vossejacht uit 1977 speelt de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol (ook in andere boeken van Spillebeen); Levensreis van een Man speelt in het oude Griekenland en Cortes of de Val handelt over de ondergang van de Azteekse cultuur.

Merkwaardig bij Spillebeen is dat hij zich in zijn historisch bevruchte romans niet volledig aan het verleden vastklampt; ook als hij over figuren uit het verleden schrijft, werpt hij voelarmen uit die de ziel van de hedendaagse mens beroeren en wakker schudden. In De hel bestaat begint hij bij de Maya's maar hij eindigt bij de door Amerikaanse politiekers gesteunde moord op de bevolking van het hedendaags Latijns-Amerika.

De monografie van Koen Vermeiren is een zeer degelijke inleiding tot het werk van deze belangrijke Vlaamse schrijver.

Guido Haerynck is bibliothecaris van de stadsbibliotheek te Poperinge, maar hij is ook een reeds zevenvoudig bekroond dichter. Paul Snoek zei hem ooit dat Haerynck niet zo'n geschikte naam is om mee door de Vlaamse poëtische wateren te zwemmen. Hij heeft dus een pseudoniem gekozen: Gwij Mandelinck, ontleend aan de Mandel, de rivier die dicht bij zijn geboortehuis te Wakken vloeit. Veel dichters schrijven in de ik-vorm omdat ze vooral het eigen ik in hun poëzie projecteren. Mandelinck schrijft onrechtstreeks over zichzelf - hij is een observator, hij neemt mensen en dingen waar, begraaft ze in de bodem van zijn ziel, waar ze van bijkomstigheden gezuiverd worden en waaruit ze, in metaforische gewaden gehuld, onder vorm van poëzie opstijgen. De seizoenen worden een wisselend decor waarin deze mensen en dingen worden neergezet, waarin ze een symbolische levensreis aanvatten en voltooien, met tussen begin en einde momenten van mythisch bezielde vreugde, van verstild geluk, van het plots opduikende besef dat er ook een metafysische dreiging is, van het langzaam sterker wordende weten dat het bloed trager vloeit, dat de dood het tuinhek opent en nadert.

Vergelijkbaar met wat men ook over het prozawerk van Claude Van de Berge zegt, verwijt men Mandelinck een barok taal- en beeldgebruik, maar hij is een dichter die zich niet wenst te voeden met de kleurloze soep van de hedendaagse oppervlakkigheid. Zijn taal wortelt in de diepste lagen van een ver verleden, zijn beelden zijn gehard op een uit de oertijd stammend aambeeld. Zijn poëzie is zo algemeen menselijk dat elke lezer van nu en van later er zich in herkennen kan.

Rudolf Van de Perre voelt het werk van Mandelinck goed aan. Hij citeert ook veel uitspraken van de dichter. De stemmen van criticus en dichter vloeien harmonisch ineen. Het is een prachtig essay, een van de beste uit de reeks VWS-monografieën.

De Vereniging van Westvlaamse schrijvers publiceert nog steeds de tweemaandelijkse VWS-cahiers. In deze Bibliotheek van de Westvlaamse Letteren is elke aflevering aan één au-

[pagina 18]
[p. 18]

teur gewijd - is eigenlijk een zeer beknopte monografie - en omvat een inleiding tot het werk met een biografisch overzicht, een bloemlezing, illustratie (portret, handschrift) en een bibliografie van en over de behandelde figuur.

Tussen de recent verschenen afleveringen zitten een paar nummers die gewijd zijn aan figuren die een belangrijke rol hebben gespeeld op gebied van de kunstkritiek: Aquilin Janssens de Bisthoven (nr. 128) van Walther Vanbeselaere (nr. 137). Nr. 130 handelt over Georges Van Acker, een sterk sociaal geëngageerd auteur, vooral ook bekend als medeoprichter van het tijdschrift Kruispunt. In nr. 135 wordt Paul Brondeel voorgesteld, een romanschrijver die belangrijk genoeg is om er ook een grotere monografie aan te wijden. In nr. 136 maken we kennis met Johan Ballegeer, een van onze betere jeugdschrijvers; in nr. 138 met de eigenaardige en wat intrigerende spionne Martha Cnockaert, bekend als de schrijfster Marthe Mc Kenna en in nr. 139 met Ferdinand Rodenbach, de broer van Albrecht en vooral bekend als auteur van een aantal toneel- en zangspelen. In diverse andere nummers worden Fernand Florizoone, Marie-Jo Gobron, Marc Boey, Gustaaf-Hendrik Flamen en André Velghe voorgesteld.

Inlichtingen over de VWS-uitgaven kunnen gevraagd worden bij de Vereniging van Westvlaamse schrijvers, Weidestraat 11 te 8100 Torhout. De boeken kunnen uiteraard ook in de boekhandel besteld worden.

L.V.

 

LEXICON VAN WESTVLAAMSE SCHRIJVERS. Delen 5 en 6. Torhout, Vereniging van Westvlaamse schrijvers, 1988 en 1989, 133 en 120 p. Prijs: 300 en 350 BF.

STROSSE, Joost: Fred Germonprez. Torhout, Vereniging van Westvlaamse schrijvers, 1986, 56 p., ill. (Reeks Monografieën van Westvlaamse schrijvers). Prijs: 250 BF.

VERMEIREN, Koen: Willy Spillebeen. Torhout, Vereniging van Westvlaamse schrijvers, 1988, 79 p., ill. (Reeks Monografieën van Westvlaamse schrijvers.) Prijs: 250 BF.

PERRE, Rudolf Van de: Gwij Mandelinck. Visuele bezetenheid. Torhout, Vereniging van Westvlaamse schrijvers, 1989, 57 p., ill. (Reeks Monografieën van Westvlaamse schrijvers). Prijs: 250 BF.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken