Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse Gids. Jaargang 78 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 78
Afbeelding van De Vlaamse Gids. Jaargang 78Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 78

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse Gids. Jaargang 78

(1994)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]

[Nummer 1]

Een nieuwe redactie gaat steeds van start met nieuwe opties. Deze vernieuwing van De Vlaamse Gids past in de groeiende ontzuiling die in Vlaanderen merkbaar is. Wat de nieuwe redactieleden samenbrengt, is niet ideologische eensgezindheid, maar de overtuiging dat De Vlaamse Gids met een nieuwe optiek een eigen plaats kan innemen onder de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland.

Met andere woorden, met andere ogen

De Vlaamse Gids wordt (opnieuw) hoofdzakelijk een literair tijdschrift, vooral gericht op de Nederlandstalige literatuur. De redactie onderschrijft geen programma; ze wil open blijven staan voor de diversiteit in de hedendaagse literatuur. Ze neemt zich voor om, in het verlengde van het oorspronkelijke opzet van het blad een ‘gids’ te zijn, als een ‘verkenner’ voor de lezer rond te waren in wat er vandaag geschreven wordt. Niet om het te weerspiegelen, maar om erin te participeren, en waar het kan een nieuw perspectief te openen. Het blad wil een forum bieden voor wie zich aandient, maar zit daarom niet geduldig op inzendingen te wachten. De Vlaamse Gids zal een actieve rol trachten te spelen in het cultuurlandschap door in te gaan op wat er leeft onder schrijvers en lezers, door discussies te openen of gespreksonderwerpen uit te diepen, door meningen te confronteren of gesprekspartners ertoe aan te zetten hun overtuigingen te systematiseren.

Essays en uiteenzettingen zullen dus een vooraanstaande plaats krijgen. Maar omdat een tweemaandelijks tijdschrift een andere functie heeft dan de literaire rubrieken van dag- en weekbladen, zal u in dit blad geen recensies, primeurs of toptiens vinden. De Vlaamse Gids wil, weg van de opwinding over nieuwigheden, verschijnselen aanwijzen, structuren blootleggen, ontwikkelingen becommentariëren, interessante auteurs in de kijker zetten of bijzondere lezers confronteren met werk dat hen op een aparte manier aanspreekt. Daarnaast wordt er beslist ruimte gereserveerd voor nieuw proza en nieuwe poëzie, opdat de lezer het leven in de werkkamers van de literatuur van nabij kan volgen. Ten slotte heeft de redactie een aantal vaste rubrieken gepland, waaronder Babel, een verzameling korte lectuurverslagen, ergernissen, oprispingen en commentaren. In de rubriek Archief worden oude of vergeten, maar nog altijd interessante teksten weer opgediept.

 

De belangrijkste optie van de vernieuwing is echter dat De Vlaamse Gids door een zakelijk verantwoorde opstelling en een gedegen aanpak een bijdrage wil leveren tot de professionalisering van de literaire bedrijvigheid. Ook Vlaanderen moet zich mengen in het literaire discours, ook hier moeten gesprekken over literatuur (en niet louter over de publiciteit errond) op verschillende niveaus een onderdeel worden van een culturele traditie (zo die al bestaat), en aansluiten bij de creativiteit, het collectieve geheugen en het zelfbewustzijn van een taalgemeenschap.

 

Eens per jaar zal de redactie een themanummer samenstellen over een onderwerp dat aan de orde van de dag is. Het leek ons gepast deze nieuwe jaargang te beginnen met een themanummer over ‘mediatisering’, om de vastgelopen discussie hierover te heropenen. Het debat over de mediatisering bestaat onderhand al tien jaar, en toch staat het nog nergens. Veelal blijft het beperkt tot het bekende welles-nietespatroon, pro of contra. ‘Met je kop op t.v. of niet met je kop op t.v.?’ Een debat met oogkleppen. Alsof we met z'n allen aan staar lijden. Uiteindelijk

[pagina 5]
[p. 5]

spreekt uit de vele litanieën over de vermaledijde beeldcultuur behalve een schrijnend kortzichtige visie op de nieuwe media, ook een verstarde kijk op de woordcultuur zelf.

 

Want het soort beeldcultuur dat in dit debat geviseerd wordt, blijkt ironisch genoeg niet zelden geënt op de woordcultuur. Dit soort televisie is ‘slecht’ precies omdat het niet genoeg televisie is, woord en beeld in één, en nog te veel beeld en klank nààst het woord. Plaatjes bij praatjes, gemaakt door mensen die met de leesbril op de neus beelden maken, als iets wat toegevoegd is aan een louter verbale kijk op mens en wereld. Audiovisuele media waarin beeld en klank nog niet tot een eigen taal verworden zijn, stellen evenwel alleen zichzelf te kijk en bereiken het tegendeel van wat ze eigenlijk op het oog hadden. Een boekenprogramma is niet per definitie goede televisie, integendeel.



illustratie

In dit hele debat klinkt overigens wel vaker de vrees van de koe voor de trein door. De angst voor het openbreken en ter discussie stellen van aloude sjablonen, zoals het overgeleverde woord. Zelden wordt de moeite genomen om iets verder in de toekomst te kijken, naar de vele perspectieven die de nieuwe media bieden, bijvoorbeeld in het literatuuronderwijs.

 

Of hoe woord en beeld vaak volstrekt ten onrechte tegen elkaar worden uitgespeeld. Terwijl zowel woord- als beeldcultuur meer gediend zouden zijn met eenzelfde grote schoonmaak in eigen huis, een debat over de interne kwaliteit. Eigenlijk zouden schrijvers en televisiemakers aan hetzelfde zeel moeten trekken. Want in beide culturen is de ware scheidingslijn die tussen wat TV2-producer Paul Bottelberghs de ‘vervreemdende’ en de ‘emanciperende’ cultuur noemt. Of nog, tussen verstarring en vernieuwing. Zoals in de beeldcultuur beeldvoer en beeldtaal naast elkaar staan, bestaat in de woordcultuur een onderscheid tussen leesvoer en literatuur. Of ook, tussen de slogan en de eenduidige vergelijking enerzijds en de meerduidige metafoor en de paradox anderzijds. Alles wat in het tweede deel van dit paradigma thuishoort, houdt ons wakker. Het is de meerduidige taligheid waar ons even meerduidig werkelijkheidsbeeld van vandaag om vraagt. Het is de noodzakelijke creativiteit die de boeken en de ogen openhoudt omdat ze vragen stelt, doet nadenken en dus emancipeert. Ook een goede dichter is nooit voor één woord of één beeld te vangen. Niet woord of beeld op zich zijn daarom het probleem, wél hoe men daarmee omgaat. Hoe we met die media de wereld van vandaag adequater kunnen vatten en verkennen. Met andere woorden: mediatisering, met andere ogen.

 

De redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken