Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse Gids. Jaargang 79 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 79
Afbeelding van De Vlaamse Gids. Jaargang 79Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse Gids. Jaargang 79

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse Gids. Jaargang 79

(1995)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

Archief
A.F.Th. van der Heijden over De tandeloze tijd

A.F.Th. van der Heijden is in de loop der jaren op sleeptouw genomen door zijn monsterproject De tandeloze tijd. In twintig jaar tijd is het project geëvolueerd van een fors moedermanuscript tot een gigantische cyclus die binnenkort zeven delen omvat en blijkbaar nog lang niet als afgesloten beschouwd mag worden. Uit interviews met Van der Heijden door de jaren heen valt de grillige evolutie van zijn boek der boeken af te lezen. Een bloemlezing.

1984 (Haagse Post, int. Jan Brokken)

‘In een koffieshop bladerde ik in een oud nummer van H.P. Ik stuitte op het interview met de heroïneverslaafde Jan-Bart. Eén zin bleef hangen. Er is een bepaald type dure schaar en daarmee slenter ik 's nachts langs auto's. Dat wilde iets van me. Daar kon ik iets mee. Ik zag direct het beeld van die schaar als een byzantijns kruis in de hand van een verslaafde. Het idee was geboren. Een roman met de werktitel Scharen, die ik onder het pseudoniem Albert Egberts wilde publiceren. Wat later de naam van de hoofdpersoon is geworden. In ieder geval wilde ik die roman niet publiceren onder mijn toenmalige pseudoniem Patrizio Canaponi. Ik dacht aan een Clockwork Orange-achtig boek. Het jeugdbende-idee heb ik al snel laten varen. Het werd één persoon: Albert Egberts. Hij kroop hoe langer hoe dichter naar mij toe. Aanvankelijk had ik niets over het waarom van zijn verslaving geschreven, maar op een gegeven moment dacht ik: ik zal jou een verleden geven. Toen heb ik het manuscript van een roman uit de kast gehaald die ik in de zomer van 1972 in mijn ouderlijk huis had geschreven. Een roman over mijn jeugd. Het is het moedermanuscript van De tandeloze tijd geworden. In 1977 en 1978 heb ik afwisselend aan dat boek en aan Een gondel in de Herengracht en De draaideur geschreven. Ik had die zwierige Canaponi nodig als tegenhanger van het nuchterder proza in De tandeloze tijd. Ik weet dat het aanstellerig klinkt, maar ik moest die verschillende stijlen over verschillende schrijvers verdelen. De tweede werktitel, na Scharen, was De moerasflamoes. Ik dacht toen dat het één groot boek zou worden. Al snel viel het in twee delen uiteen. Vanaf 1980 ben ik er dagelijks aan gaan werken. Het zijn vier boeken geworden. Tot mijn verbazing doen sommige critici nu of alle delen al verschenen zijn. Eén recensent schreef dat de vier boeken te zamen 1300 pagina's zullen beslaan. Andere recensenten nemen dat over. Het cijfer is een eigen leven gaan leiden. Ik heb het eens nagerekend. Volgens mij worden het 1500 pagina's.’

1985 (Bzzletin, int. Rocco Mooij en Hans Steenbergen)

‘De trilogie zal in zijn geheel worden herschreven. Hele lappen tekst zullen wel hetzelfde blijven, maar het wordt nog een keer tot een hechter geheel omgesmeed. Hechter en tegelijkertijd omvangrijker, niet slechts een bundeling van romans. De romans zijn zowel af als niet af. De tandeloze tijd is een tamelijk open verhaal. Er zitten veel open einden in, zoals in A la recherche du temps perdu van Proust. Daar hadden ook nog delen aan toegevoegd kunnen worden, zijsporen zouden verder uitgesponnen kunnen worden.’

1988 (Haagse Post, int. Joost Zwagerman)

We staan in de werkkamer van Adri van der Heijden die, zoals dat heet, ‘van alle gemakken is voorzien’. De zes bureaus staan strategisch opgesteld; het komt vaak voor dat de schrijver aan drie projecten tegelijk werkt en hij moet derhalve de ruimte hebben om als het ware van bureau naar bureau te schuiven, van het typoscript van Het leven uit een dag naar dat van Advocaat van de hanen, een roman die in februari van het volgend jaar zal verschijnen en waarvoor het idee is ontstaan naar aanleiding van de gebeurtenissen rond de zaak Hans Kok; van Advocaat naar de hanen naar Sneeuwjacht in september, het derde deel van de trilogie De tandeloze tijd, al spreekt de schrijver zelf sinds enige tijd liever over een ‘cyclus’ dan over een trilogie: ‘De kans zit erin dat het derde deel, Sneeuwjacht in september zo omvangrijk wordt dat ik het zal moeten splitsen in twee boeken die ieder even dik zullen zijn als deel 1 en 2.’

1990 (Gazet van Antwerpen, int. Jacob Moerman)

‘Ik verklaarde Advocaat van de hanen pas als deel vier toen bleek dat dit literair noodzakelijk was. Thematisch gezien hoort dit boek tot de cyclus. In De tandeloze tijd wordt door een aantal personen de rekening opgemaakt van Nederland in de tweede helft van

[pagina 48]
[p. 48]

de twintigste eeuw. Je zou die rekening door een figuur kunnen presenteren, maar dat vind ik te gemakkelijk. Die rekening wordt in de cyclus dan ook gepresenteerd door verschillende karakters die allemaal weer een eigen visie hebben. Uiteindelijk ontstaat dan een totaalbeeld, dat niet gezien wordt door een oog of verteld wordt door een stem. De visie die dan ontstaan is, is waarschijnlijk mijn visie.

In 1986, de tijd dat ik begon te werken aan Advocaat van de hanen, heb ik ontzettend veel ontwerpen voor verschillende romans gemaakt, gewoon voor mijn plezier. Vaak gebeurde dat naar aanleiding van iets dat in de krant stond. Een half jaar later ging ik serieus met Advocaat van de hanen aan de slag. Ik ben toen bijvoorbeeld ook archieven ingedoken. Het boek zou in eerste instantie niet deel vier van de cyclus worden, maar ik wilde wel een soort vervolg op De tandeloze tijd schrijven. Allerlei karakters uit de trilogie wilde ik weer als bijfiguren terug laten komen. Maar toen ik eenmaal bezig was met het schrijven van Advocaat van de hanen was de beer los. Toen schreef het boek als het ware zichzelf naar de cyclus toe.’

1992 (Boekblad, int. Ed van Eeden)

‘Ik sluit niet uit dat De tandeloze tijd twintig delen zal gaan tellen. Vooralsnog kom ik met mijn ontwerpen en aanzetten in de buurt van deel acht, al worden de contouren gaandeweg vager. Van het slotdeel, met de ironische werktitel De grote Amerikaanse roman van Nederland, weet ik nog slechts dat het een soort vertelling in prozagedichten gaat worden. Deel drie zal uiteenvallen in twee banden. Daarvan heet er één Onder het plaveisel het moeras, een variant op een leus uit de studentenopstanden in Parijs '68. De andere titel was Sneeuwnacht in september. En deel vijf of zes zal bestaan uit een aantal los te publiceren deeltjes onder de verzameltitel De stad en de holen. In die later te bundelen boekjes is Tandeloze tijd-hoofdpersoon Albert Egberts bijrijder bij de ongediertebestrijding van de GG & GD; het zijn studies in verloedering en verwording. Het menselijk drama wordt erin benaderd zoals bij Maigret, al beginnen Simenons boeken doorgaans met een lijk, en deze slechts met een luchtje. Wanneer De tandeloze tijd ooit afgerond wordt, zal ik de eerdere delen eventueel nog eens herschrijven, zodat het geheel in samenhangende vorm zal kunnen worden uitgebracht in dundruk. Op zo'n manier ben je wel levenslang veroordeeld tot één boek.’

1994 (De Standaard, int. Jeroen Overstijns)

‘Het derde deel van De tandeloze tijd, het kerndeel van de cyclus, heb ik lang voor me uitgeschoven maar moet er nu toch maar eens echt komen. Dat zeg ik al tien jaar, maar het drukt toch op me. Momenteel is het nog een manuscript van meer dan 900 bladzijden, maar ik verwacht er een roman van een 500-tal bladzijden te kunnen maken, dus iets van de omvang van deel 4, Advocaat van de hanen. In het najaar van 1995 verschijnt dat derde deel als Onder het plaveisel het moeras. In ieder geval verschijnt twee maanden voor deel 3 Sneeuwnacht in september, een metaboek rond De tandeloze tijd. Het zal een sprokkeling worden van teksten die rond de cyclus ontstaan zijn.

Er liggen nog heel wat ideeën in mijn laden voor volgende delen. Eén van de delen heeft als werktitel Da Vinci op de Veluwe. Een boek waarvan ik nog niet weet of het er kan komen, is één over de Bijlmerramp, met als werktitel De bijlslag. Ik heb besloten Albert Egberts uit De tandeloze tijd tot het einde van de eeuw met me mee te slepen. Albert is in 1950 geboren. In het jaar 2000 wordt hij dus 50. Daarna zien we verder, maar de rest van de eeuw mag hij met me blijven meegroeien.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De tandeloze tijd (5 delen)


auteurs

  • A.F.Th. van der Heijden


datums

  • 1984

  • 1985

  • 1988

  • 1990

  • 1992

  • 1994