De Vlaamse Gids. Jaargang 84

[Nummer 1]

Personalia

Pol Hoste (1947) woont en werkt in Gent. Publiceerde vorig jaar De Lucht naar Mirabel als eerste deel van zijn Carnet. Het tweede deel, Montreal, waaruit we een fragment publiceren, is in voorbereiding. Hij ontvangt dit jaar de Cultuurprijs van de Stad Gent die hij wil besteden aan een literair project met buitenlandse auteurs.

eric vande Pitte (1950) realiseerde o.m. schilderkunstige projecten met beeld- en taalervaringen uit zijn jeugd.

Dietlinde Willockx (1975) werkt als assistente Nederlandse Literatuur aan UFSIA.

Etienne Verhoeyen (1945) is sinds 1977 wetenschappelijk medewerker voor VRT-programma's over de tweede wereldoorlog. Hij is redacteur bij Histories (Canvas) en correspondent voor het SOMA. Hij is co-auteur van o.a. De moord op Julien Lahaut en publiceerde België bezet.

Marc Reugebrink (1960) is een Nederlands, in Gent werkend auteur. Hij publiceerde de dichtbundels Komgrond en Wade en de roman Wild vlees. Hij is recensent voor De Groene Amsterdammer en De Morgen en redacteur van het tijdschrijft Vers Twee.

© eric vande Pitte 1989
Een schoon bestaan 1.00m × 0.70m
Airbrush op papier
Portret van de jonge Pol Hoste, naar Monolito Osorio van Goya, ter gelegenheid van het verschijnen van ‘Een schoon bestaan’.

[p. 1]

Beste lezer,

Voor u ligt het eerste nummer van een nieuwe jaargang, de tweede sinds de huidige redactie het roer overnam. Het nummer is volledig gewijd aan het werk van Pol Hoste, een auteur die voor de lezers van De Vlaamse Gids geen onbekende is. Hoste publiceerde ook in het verleden in dit tijdschrift. De allereerste tekst die ooit van zijn hand verscheen - we schrijven januari 1965 - stond in De Vlaamse Gids.

Dat dit keer al onze kolommen voor Hoste open staan, is meer dan de verderzetting van een goede traditie. Er zijn veel redenen te bedenken waarom deze schrijver ons na aan het hart ligt, en waarom ook u hem graag zou moeten zien.

1.	Hij heeft een groot hart.
2.	Hij ziet u graag terug.
3.	Hij leest zijn teksten altijd drie keer na voor ze naar de drukker gaan.
4.	Hij denkt altijd na voor hij iets schrijft.
5.	Hij denk nooit na voor hij iets zegt.
6.	Hij schrijft geen poëzie.
7.	Hij lacht altijd.
8.	Aan zijn verhalen komt nooit een einde.
9.	Aan zijn verhalen komt ook nooit een begin.
10.	Een beetje goede smaak is nooit weg.

In een rechtvaardige wereld, zo wordt wel eens gezegd, zou Hoste twintig keer zoveel boeken verkopen als nu het geval is. De waarheid is veel prozaïscher: in een perfecte wereld zou Hoste waarschijnlijk geen boeken schrijven. Dit nummer bevat behalve een kritische bijdrage over zijn werk van de hand van Dietlinde Willockx en twee verhelderende interviews die een nieuw licht werpen op zijn oeuvre, ook een prozatekst uit Hostes nieuwe roman in wording Montreal.

Openen doen we met een dialogisch kleinood, het geliefde genre van de auteur. Vanuit zijn zeldzame reisverblijven schrijft Hoste brieven aan zijn vriend eric vande Pitte. In die brieven komt de vrolijke, hartelijke, bezorgde Hoste aan het woord, niet de moeilijke jongen waarvoor de auteur vaak wordt versleten. Enkele fragmenten worden hier in extremis beantwoord door de aangeschrevene.

Andere onderwerpen waarover u dit jaar bijdragen mag verwachten zijn kunst en onrecht, bibliofiele drukwerken en nut en noodzaak van politieke partijen. De jaargang 2000 wordt afgesloten met een dossier Friedrich Nietzsche, die honderd jaar geleden overleed.

De redactie