Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Jaargang 2 (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Jaargang 2
Afbeelding van Vlaanderen. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.53 MB)

Scans (64.00 MB)

ebook (3.29 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Jaargang 2

(1904)– [tijdschrift] Vlaanderen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 391]
[p. 391]

Overzicht.

Wij hopen voortaan geregeld overzicht te geven van tijdschriften, en, iedermaal de beschikbare ruimte het toelaat, van belangrijke feiten en boeken.

Uit De Nieuwe Gids van Juli is te vermelden, buiten een dorpsnovelle van den Vlaming Piet van Assche, de literaire kroniek van Willem Kloos, een mooi en gevoelig stuk proza, rustig van rijpe gezondheid: over de vertaling, door Frans Erens, van Augustinus' Belijdenissen; in die gemoeds-autobiografie uit de eerste tijden van het Christendom, wil Kloos dat men niet uitsluitend op het specifiek-christelijke lette, maar vooral op het algemeen-menschelijke, dat voor allen is, ook voor ongeloovigen: ‘Godsdienstige lectuur, die wezenlijk godsdienstig is, moet zuiver-schoone uiting zijn van menschelijk zielsleven, m.a.w. kunst. Is zij iets anders, iets banalers, dan kan zij nog wel voor de belijders van dien specialen godsdienst, waar zij uitdrukking aan tracht te geven, haar practische waarde hebben, maar voor de menschheid in 't algemeen, die iets anders voelt en denkt, is zij zonder beteekenis en telt dus niet meê.’

In De XXe Eeuw geeft Aletrino het vervolg van zijn stemmingsverhaal Stille Uren. Verwey schrijft een toelichting op de vertaling van Aischylos' Agamemnoon door Boutens, een boek dat op weinig exemplaren werd gedrukt, en waarvan hier uitvoerige citaten medegedeeld worden. Verder treffen de verzen van een jong dichter, Alex. Gutteling, en een ‘Humoreske’ van v. Deyssel.

In De Gids vertelt Th. B. van Lelyveld uit het bagno in Fransch Guyana: daar wordt ons duidelijk gemaakt, door iemand die 't zelf gezien heeft, hoeveel leugen er zit in 't valsch-humanitaire pralen met de ‘verbetering van den veroordeelde’, en hoe achterlijk en domwreed het transportatie-stelsel mag genoemd worden.

Buiten literaire bijdragen van Ina Boudier-Bakker, Couperus, Buysse, e.a., brengt Groot-Nederland een stuk van M. Rudelsheim: Eenige denkbeelden over practisch flamingantisme, waarop we de aandacht van den Vlaamschen lezer vestigen. We zullen er in ons volgend nummer op terug komen.

Onze Kunst geeft eenige bladzijden van R. Jacobsen over Vincent van Gogh, de meest tragisch-hartstochtelijke onder alle moderne schilders. De aandacht wordt gevestigd op de eerste periode van Vincent, de Hol-

[pagina 392]
[p. 392]

landsche, in tegenstelling tot het latere werk, dat onder den invloed der Fransche impressionisten ontstond. R. Jacobson toont de eenheid dier twee manieren: de tweede, hoe gauw ook overgaande tot de impressionistische techniek, verschijnt toch als de natuurlijke ontwikkeling der eerste.

Onder de buitenlandsche kunsttijdschriften neemt La Revue de l'Art een eersten rang in. Het Juli-nommer bevat niet minder dan vier buiten-tekst-platen, waaronder een oorspronkelijke ets van Tony Minartz, en vijf-en-veertig afbeeldingen in den tekst. Henri Bouchot bespreekt den tweeden band van het werk van L. Gonse over de Fransche musea, en roemt bij den kunstvorscher die gewetensvolle voorzichtigheid, waarvan hijzelf zoo weinig blijk heeft gegeven in zijn catalogus der Fransche Primitieven. Door enkele nota's omtrent schilderijen van Malouel, den meester van Flémalle en anderen, bewijst F. de Mély nog eens, voor wie 't vergeten zou, hoe . . . vatbaar voor verbetering die catalogus is. R. Bouyer, H. Havart en E. Babelon schrijven over schilderkunst, gebruikskunst, penning- en stempelsnijkunst op de Parijsche ‘Salons’ van dit jaar, en L. Marcheix herdenkt een Fransch zilverdrijver die vooral in Engeland werkzaam was, Morel-Ladeuil, in 1888 gestorven.

Van al wat deze maand in buitenlandsche tijdschriften is verschenen heeft zeker het lange stuk van L. Tolstoj over den Russisch-Japanschen oorlog het meest de aandacht getrokken (La Revue, 1 Juli). Het is pakkend door zijn eenvoudige, onbevangen en rake oprechtheid. Tolstoj steunt, om allen oorlog te veroordeelen, op het woord van Christus: Gij zult niet dooden; de liefde-wet van 't Evangelie is volgens hem ingegeven door het zuiver-menschelijk gemoed zelf, en staat boven allen positieven godsdienst, boven alle voorschriften van Staat en Kerk; een grondelijke verandering der maatschappij is alleen te verwachten van het bewust-worden van die diepst-menschelijke religie in het geweten van den individueelen mensch, die dan, in zijn daden, de liefde-wet boven alle andere bedenkingen en zelfs het behoud van zijn leven zal stellen.

In hetzelfde nummer van La Revue een zeer belangrijk artikel van Cl. Anet over Les Ententes criminelles entre le Capital et le Travail aux Etats-Unis, waaruit blijkt, door tal van verrassende feiten, hoe de logisch doorgedreven organisatie der werklieden, en ten andere de logisch doorgedreven organisatie der werkgevers, in de Vereenigde Staten, dikwijls samenspannen tot het verkrijgen van een monopolie, waardoor ze dan, broederlijk vereend, en met de procédés van een echte rooverbende, den gebruiker uitplunderen; omkooperij speelt in die zeer Amerikaansche toestanden een buitengewoon groote rol.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken