Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 3 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 3
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.98 MB)

Scans (476.58 MB)

ebook (8.52 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 3

(1857)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Aen vrouwe Maria van Ackere,
Wier gedicht ten voordeele der familie Zetternam, bij inschrijving, boven de duizend franken heeft opgebracht.

Een schoone daad meer waard dan Vondels schoonste zangen.
Loots.
 
Ik ken u meer dan dertig jaer,
 
En heb u steeds bemind als trouwe kunstvriendinne.
 
Wij deelden lief en leed te gaêr,
 
Vereend van ziel en zinne.
 
 
 
Wanneer gij vroeger om uw lied,
 
Waer ik ten kampe ook trok, u de eerkroon zaegt bereiden,
 
Benijdde ik u die zege niet:
 
Wij triompheerden beiden.
 
 
 
Maer thands benijd ik u het heil
 
('t Behoort aan u alleen), dat u de luit bewaerde,
 
't Is voor geen lauwerkransen veil:
 
't Verheft zich boven de aerde.
 
 
 
Neen! 'k benyd u geen genot,
 
Verheven beedlares, dat gy eens meê zult dragen,
 
Van 't u vergunde lied mag God
 
U namaels reekning vragen!
 
 
[pagina 88]
[p. 88]
 
Gij zingt, den blik op hem gevest,
 
En zalig zeegnen wij, die weduw redt en weezen.
 
Hun dankbre tranen hebben best
 
Uw poëzij geprezen.
 
 
 
Bevoorrecht zijt ge als onze vrind,
 
Als Tollens, 't grijze hair bekroond met Edens roozen,
 
Wiens bedelbrief, van 't volk bemind,
 
Hardvochtigen deed blozenGa naar voetnoot(1).
 
 
 
Ga, klop aen 't graf van Zetternam,
 
En spreek: ‘De goede God heeft de uwen niet vergeten:
 
Vlaemsch Vlaenderen bemint uw stam,
 
Al slaept ge in de eeuwge keten.’
 
 
 
Hoor!... de arme vriend verneemt uw woord,
 
En uit den schoot des grafs: ‘Maria, vlaemsche vrouwe
 
(Zegt hij), de Heer heeft mij verhoord:
 
Nog leeft de oud vlaemsche trouwe.
 
 
 
Wat onrecht ook der tael weêrstreeft -
 
Der tael, waervoor ik viel, ten doode moêgestreden,
 
Eens zegepraelt zij, ja! - zij heeft
 
Uw lied en mijn gebeden.’
 
 
 
Laet dan, verduizeld door hun fransch,
 
De grooten tegen tael en volk te samen spannen;
 
Zijn vele mannen vrouwen thands,
 
Veel vrouwen worden mannen.
 
 
 
Dit stort, bij Vlaendrens ramp en leed,
 
Ons in de borst een vonk van hoop vol zielsverrukking.
 
Waer 't volk zijn dooden niet vergeet,
 
Bezwijkt eens taelverdrukking.
 
 
 
Een simple vrouw wekt zoo veel moed!
 
Zij steigert, in den nacht der kleine stad verschoven,
 
O grooten, uw gespuis door gloed,
 
Door kracht van ziel te boven!
 
 
 
Maria, dat u God beloon'!
 
Lang bloei' uw lief gezin ter schaduw uwer wieken,
 
En, breekt hij af, uw aerdsche toon,
 
Zie hooger dichtzon krieken!
 
 
 
Prudens van Duyse.

Uit Gent, 20 april 1857.

voetnoot(1)
Eene note bij een lierzangsken! ja, eene note tot Tollens eer, die (gelukkig!) de strophe niet opheldert, maer er mede in verband staet. Te rechte schreef vrouwe van Ackere in de voorrede van haer gedicht Ter nagedachtenis van Eugeen Zetternam de woorden: ‘Op het voetspoor der rijkgezegende poogingen van den volksdichter Tollens, ten voordeele der armen, werden de mijne, hoe verre in waerde beneden de zyne, niet ongelukkig door mijne landgenoten en lettervrienden, waeronder voorname hollandsche dichters, ondersteund.’ Inderdaed, wij ontmoeten op de lijst der inteekenaers, bij dit werkje gevoegd, niet alleen den naem van den heer Bogaers, van Rotterdam, maer ook dien van den volksdichter Tollens. Deze vergat Zetternam niet na zijn ontslapen; zou België Tollens verheerlijking na zijne dood vergeten? Voege ik hier bij, dat ook Zetternam in 1855 met liefde den oproep beantwoordde om een goed deel zyner boeken in te zenden voor de verloting ten voordeele der hollandsche noodlydenden door den watersnood, ingericht door het boekverkoopers-collegie te Utrecht, blykens de naamlijst daerover verschenen bij Gieben en Dumont in die stad. (Aent. van Pr. v. D.)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken