Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 4 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 4
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (468.23 MB)

ebook (6.45 MB)

XML (1.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 4

(1858)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 153]
[p. 153]

Eenige groote mannen Belgies.
(Vervolg, zie blz. 97, 108 en 151.)



illustratie
h. van baelen, de oude.


Het geboortejaer van Hendrik Van Baelen, den oude, is niet juist gekend; doch de geleerden zyn algemeen van gevoelen dat deze kunstschilder in 1560, of rond dit tydstip, te Antwerpen, het licht zag. Weinig is ons van dezen meester bekend, die menigvuldige leerlingen waeronder Frans Snyders en Antoon Van Dyck, heeft voortgebracht. Eenige schryvers beweeren dat Hendrik Van Baelen leerling was van Adam Van Noort; doch daer deze kunstenaer slechts in 1557 werd geboren, schynt ons zulks meer dan twyfelachtig. Wat er ook van zy, met meer grond mogen wy opgeven dat hy slechts laet de schilderkunst beoefende, daer hy eerst in 1593, dus in den ouderdom van 33 jaren, als vrymeester in de Antwerpsche St.-Lukasgilde werd opgenomen; in 1609 en 1610 was hy deken der zelfde Gilde. Den 9en september 1605 trad hy in den echt met Magaretha Briers; een der getuigen van dit huwelyk was Meester Jan de Pape, oud schepen der stad Antwerpen. Dat hy met de byzonderste kunstenaren zyns tydstips in vriendschappelyke betrekking stond, blykt uit de opgave door den heer P. GénardGa naar voetnoot(1) gedaen der peters die zyne acht kinderen over de doopvont hielden; en inderdaed onder deze tellen wy Jan Breughel, gezegd de Fluweelen; Cornelis Schut, Peeter-Pauwel Rubens, enz. De overige persoonen die wy als peters en meters zyner kinderen vinden aengeteekend, tellen onder de byzonderste familiën van Antwerpen. De uitstekendste zyner leerlingen, Antoon Van Dyck, schilderde zyn portret, dat later door Pontius op koper werd gegraveerd.

Hendrik Van Baelen heeft vele meesterstukken voortgebracht, en buiten dien een groot getal landschappen en bloemstukken van Joost de Momper, den jonge, Jan Breughel, den Fluweelen en anderen meesters, met figuren gestoffeerd. Deze schilder stierf den 17 july van het jaer 1632 en werd te Antwerpen, in de St.-Jacobs kerk begraven, waer zyne weduwe hem een gedenkteeken, met zyn meesterstuk, de Veryzenis verbeeldende, versierd, oprichtte, en waer boven zy het afbeeldsel haers gemaels en het hare vereenigd, deed plaetsen. Hendrik Van Baelen was gezamentlyk met P.P. Rubens en Cornelis Schut met de voogdyschap over de minderjarige kinderen van den fluweelen Breughel gelast geweest. Dry zyner zonen, Hendrik, Gaspar en Jan beoefenden mede de schilderkunst. Het Musaeum van Antwerpen bezit twee schilderstukken van Hendrik Van Balen, eene Prediking van St.-Jan-Baptist en twee met langs beide zyden beschilderde sluitdeuren.



illustratie
barthelemees spranger.


Karel Van Mander, de schryver der Levens der Const-Schilders, Beeldhouwers, Graveurs, enz. - zegt dat deze groote historieschilder te Antwerpen, in 1546, het licht zag en wydt hem eene uitgebreide levensbeschryving toe, waeruit wy eenige der volgende byzonderheden overnemen. Hy was leerling van Jan Mandyn, en werd volgens de opzoeking van den heer P. Génard, ten jare 1557 als dusdanig in den Liggere der St-Lukas-Gilde opgeschreven. Later was hy beurtelings gehecht aen de hoven van paus Pius V en van keizer Maximiliaen II, als ook van Rodolph II, Maximiliaens opvolger. Deze laetste keizer schonk den antwerpschen kunstenaer adelbrieven en overhandigde hem eene gouden ketting met zyn portret, welke hy hem gebood zyn leven lang te dragen. Keizer Rodolph begiftigde dezen grooten meester insgelyks met eene wooning te Praeg. Het is ook in deze stad dat Spranger in den echt trad met de vyftienjarige dochter eens juweliers. Na eene afwezigheid van 37 jaren, keerde Barthelemees Spranger in 1602 naer zyne vaderstad terug. Op zyne terugreize werd hem overal de grootste eer bewezen: te Amsterdam boodt men hem den eere-wyn aen; Haarlem en Antwerpen gaven feesten te zyner eer; de rederykkamers vormden hem eene eerewacht, eene onderscheiding die slechts aen vorstelyke persoonen te beurt viel. Spranger vondt echter niemand zyner vroegere kennissen meer in het leven; hy verliet dan nogmaels zyne geboorteplaets, om Praeg de hoofdstad van Bohemen te gaen bewoonen. Onze kunstenaer stierf aldaer in het jaer 1628. Spranger beoefende insgelyks de sterkwatergravuer. Het Musaeum noch de kerken van Antwerpen bezitten, jammer genoeg, niet éen zyner schilderstukken.



illustratie
abraham janssens, de oude.


Volgens de opgave der Heeren advokaet Th. Van Lerius

[pagina 154]
[p. 154]

en P. Génard in het Album der St-Lukasgilde opgenomen, werd deze vermaerde kunstschilder den 15 January 1567, te Antwerpen geboren. Hy was leerling van Jan Snellink, een algemeen geacht kunstenaer. Ten jare 1601 werd hy als vrymeester in de St-Lukasgilde opgenomen, en het volgende jaer trad hy in den echt met Sara Goetkint, by welke hy niet min dan acht kinderen won. In 1606-7 stond hy als deken aen het hoofd der St-Lukasgilde, en bracht oneindig tot den luister derzelve toe. Even als het meerendeel der kunstenaren zyns tyds, bezocht hy Italië, waervan hy in 1610 terug keerde. Abraham Janssens werkte yverig mede om de rederykkamer de Violieren, letterkundige afdeeling der St-Lukasgilde, uit den kwynstaet, waerin zy verkeerde, herop te beuren, iets waerin hy ook ten volle gelukte. Het tydstip zyner dood is niet juist bekend, doch uit de rekenboeken der St-Lukas-Gilde blykt dat deze tusschen den 18 september 1631 en den 17 september 1632 moet worden geplaetst. Abraham Janssens was een der grootste koloristen der Vlaemsche School en bekleedt eene eerste plaets tusschen de schilders zyner roemryke eeuw.



illustratie
jacob jordaens


Na Rubens, zyn Jordaens en Antoon Van Dyck de grootste kunstenaren der XVIIe eeuw roemryk drytal waerop het nageslacht met recht fier is. Jacob JordaensGa naar voetnoot(1) was de oudste van elf kinderen voortgesproten uit het huwelyk van Jacob Jordaens, koopman in linnen, met Barbara Wolschaeten; hy werd geboren te Antwerpen den 19 mei 1593. In 1607 trad hy als leerling in het werkhuis van Adam van Noort, die insgelyks de meester van Rubens was geweest, en die hem met het geheim van zyn schitterend koloriet bekend maekte. In 1615 werd hy als vrymeester in de beroemde St-Lukas-Gilde opgenomen, en het volgend jaer, den 15 mei 1616, trad hy in den echt met Katarina van Noort, de dochter zyns meesters; zyn huwelyk werd met dry kinderen, een zoon en twee dochters gezegend.

Jacob Jordaens, is niet alleen een der grootste maer tevens ook een der vruchtbaerste schilders onzer oude Vlaemsche School geweest; hy beoefende met even goeden uitslag, de geschiedkundige en mythologische vakken, als ook het portret. Als kolorist is hy een der machtigste meesters zyns tydstips; doch zyne tekening is somtyds een weinig te veel verwaerloosd. Hy werd door onderscheidene kerken en geestelyke gestichten met het verveerdigen van godsdienstige tafereelen, vereerd; ofschoon dit vak dit gene niet was waerin hy meest uitmuntte: de beelden zyner godsdienstige stukken laten dikwyls veel te wenschen over voor wat de edelheid der uitdrukking betreft. Het waren echter niet alleen zyne landgenooten die de voortbrengsels zyner kunst wisten te waerderen; ook werden deze door de vreemden zeer gezocht. Zoo werd hy naer den Haag ontboden, door Amalia van Solms, weduwe des Prinsen van Oranje, om mede te werken aen de versiering van het Huis ten Bosch. Nog heden kan men daer zyn meesterstuk: de zegenprael des Prinsen van Oranje Frederik Hendrik bewonderen. Ook de Koning van Zweden droeg hem de taek op onderscheidene doeken te schilderen. Jordaens heeft insgelyks sterkwatergravuren verveerdigd. Er bestaet van dezen meester een portret door Antoon Van Dyck geschilderd, en dat Pieter De Jode, de jonge, op koper bracht. De beste graveurs zyns tydstips, zoo als Bolswert, Pontius, Marinus Van der Goes, Pieter De Jode enz. hebben verscheidene zyner meesterstukken op koper gegraveerd. Jacob Jordaens die in de Roomsche Catholyke Godsdienst was geboren en opgevoed, verliet deze voor de leer van Calvyn, en zulks op zeer gevorderden leeftyd. In het jaer 1671, werd hy met zyne dochter Elizabeth en twee zyner dienstmeiden tot het avondmael toegelaten, dat later meer dans eens ten zynen huize werd gehouden.

Deze meester stierf te Antwerpen, den zelfden dag als zyne dochter Elizabeth, den 18 october 1678, van de zweetende ziekte; beide werden in de gereformeerde kerk van het grensdorp Putte, op 4 uren afstand van Antwerpen, begraven. Deze kerk werd in 1809 afgebroken. De grafzerk des grooten meesters, die over eenige jaren, door een inwooner van Antwerpen, in de nabyheid van den openbaren weg werd ontdekt, is op last van Willem II, Koning der Nerlanden hersteld, en wordt nog heden op een byzonder kerkhof van het nederlandsch gedeelte der gemeente Putte bewaerd.

Jacob Jordaens, de zoon van den meester wiens korte levensbeschryving wy hier hebben medegedeeld, beoefende, even als zyn vader, de schilderkunst, en stierf in Denemarken; zyne jongste zuster, Anna-Catharina, huwde een Antwerpenaer, Jan Wierts, die later voorzitter van den Raed van Braband te s'Hage werd, en de leer van Jansenius aenkleefde.

[pagina 155]
[p. 155]


illustratie
erasmus quellin.


Deze schilder, zoon van den vermeerden beeldhouwer Erasmus Quellin en van Elisabeth van Uden, zag te Antwerpen, den 19 november 1607 het levenslicht. Zyne ouders lieten hem toe grondige letterkundige en wysgeerige studiën te doen. Van 1633 tot 1634 arbeidde hy in het werkhuis van den schilder Jan-Baptist Verhaeghe, dat hy het volgend jaer verliet als meester meesters zoon der St-Lukas-Gilde, om zich onder de leiding van den grooten Rubens in zyne kunst te gaen volmaken. Zoo min als Jordaens bezocht deze schilder Italië, en niet te min is hy mede een der kunstenaren die onze oude Vlaemsche School den meesten luister hebben bygezet. Quellin huwde in 1634 Katarina de Hemelaer, nicht van Jan de Hemelaer, den geleerden kanonik der Antwerpsche kathedrale. Zy schonk op 1 december van het zelfde jaer het leven aen Jan-Erasmus Quellin, die later even als zyn vader, een der schitterendste sterren werd aen Antwerpens glansenden kunsthemel. In november van het jaer 1663 ging Erasmus Quellin een tweede huwelyk aen met Francisca de Fren. - Deze meester beoefende met het beste gevolg het geschiedkundig vak en het portret; verscheidene zyner voortbrengsels zyn op koper gebracht door Pieter de Jode, den jonge, en andere graveurs zyner eeuw. Het Musaeum en de St. Jacobskerk van Antwerpen bezitten verschillige zyner meesterstukken. Of Erasmus Quellin insgelyks de dichtkunst beoefende, weten wy niet; echter werd hy in 1653, als liefhebber in de rederykkamer de Violiere opgenomen; ook stond hy in vriendschappelyke betrekkingen met Gevartius, den geleerden greffier van Antwerpen, een der beste vrienden van P.P. Rubens. Quellin stierf den 11 november 1678, volgens sommige beweeren, in de vermaerde abdy van Tongerloo; doch dit laetste punt is niet bewezen. Zyn zoon Jan-Erasmus Quellin was een der laetste kunstschilders die onze oude Vlaemsche School hebben vereerd.

Johan Van Rotterdam.

(Wordt voortgezet.)

voetnoot(1)
Luister der St. Lukas-gilde.
voetnoot(1)
Zie over dezen meester: Notice sur Jacques Jordaens par P. Génard. Messager des sciences historiques. 1853, en Catalogue du Musée d'Anvers. 2e édition.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Johan van Rotterdam

  • over Bartholomeus Spranger van den Schilde

  • over Jacob Jordaens

  • over Abraham Janssens

  • over Erasmus Quellijn