Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 5 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 5
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.71 MB)

Scans (461.55 MB)

ebook (7.34 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 5

(1859)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kunst- en letternieuws.

De vrienden van het grootsche, klassische muziek werden dezer dagen op eene buitengewoone wyze vergast. Op maendag ll. 18 april, had in de salons van het provinciael gouvernement te Antwerpen, de uitvoering plaets van het uitmuntend oratio van Haydn, de zeven woorden Onzes Heeren Jesu-Christi. Niets zoo schoon, zoo verheven als dit expressief muziek! De uitvoering was overheerlyk. Kooren en orkest waren onder het kundig geleide des heeren Jos. Bessems, orkestmeester der Hoofdkerk. De soli werden gezongen met die uiterste juistheid, met dit ware godsdienstig gevoel, welk het talent der WelEd. Juff. Teichmann, en der heeren Fischer en Schubert kenschetst. Vooral het stuk: Consumatum est (alles is volbracht), was treffend. Welke grootschheid in de solo van soprano, met koor en orkest!

De kooren en het orkest waren merkweerdig van juistheid en ensemble en de uitvoering deed veel eer aen de dames en heeren die met zoo veel dienstwilligheid hunne medewerking hadden verleend.

Een concert in de zalen des heeren gouverneurs, heeft doorgaens een liefdadig doel; thans deed men eene kollekte ten voordeele van het kinderengasthuis.

- Op paeschdag, werd in de hoofdkerk van Antwerpen de schildery van Rubens heropend, voorstellende de Verrysenis Christi. Dit kunststuk, een der meestgewaerdeerde werken des grooten meesters, versiert, gelyk men weet, het gedenkteeken des befaemden drukkers Jan Moretus en dezes echtgenoote Martina Plantyn; op de twee luikdeuren ziet men dan ook de afbeeldsels van St. Jan-Baptist, en der H. Martina, terwyl de buitenzyden twee engelen in het grauw voorstellen. Rubens' voortbrengsel, dat, ten jare 1815, in de Hoofdkerk van Antwerpen werd herplaetst, is, zooals in eene voorgaende aflevering is gemeld, dezer dagen door de zorgen van den heer Maillard hersteld geworden; de kunstkenners zyn het eens om den bekwamen man over den goeden uitslag zyner onderneming geluk te wenschen.

- In het Verbond voor kunsten te Antwerpen waren op 26 april verscheidene tafereelen ten toon gesteld: een welgepenseeld stuk door den heer Bource, een Pifferaro voorstellende; men heeft met recht het dichterlyk gevoel gewaerdeerd welk in deze schildery heerschte; de kleur was zacht en vol harmonie; de veroordeeling van burgemeester van Stralen door den bloedraed, en het landschap, door van Tright, bewyzen dat deze kunstenaer met grooten byval deze twee zoo verschillende vakken zal beoefenen; het eerste was wys van behandeling en krachtig van kleur; het tweede streefde in waerheid de natuer naby; het gezicht door den heer Redig geleverd deed zich eveneens door goede hoedanigheden aenbevelen; terwyl de vier tydstippen des levens door den heer Serrure, waervan in vroegere afleveringen is gesproken, zich zoo door gedacht als kleur deden pryzen.

- Wy hebben dezer dagen de werkhuizen bezocht van den heer L. van Ryswyck-Bogaerts te Antwerpen. Onder andere kunststukken welke wy in den staet des wordens, mochten in oogenschouw nemen, moeten wy melding maken van een kolossael metalen takernakel, in ogivalen styl, en welk in het vuer zal geëmailleerd worden. Het is zoo wy ons niet bedriegen, bestemd voor eene kerk van Antwerpen, en zal buiten twyfel den bekwamen dryver tot eer verstrekken. Verder mochten wy eenen smaekvollen gothischen kroonluchter en een aental kandelaren aenschouwen even als verscheidene zilveren ciboriën, remonstranciën en vazen, die allen getuigen dat de heer van Ryswyck zich met goeden uitslag op de studie der christene ornamenten toelegt.

- Ziende met welk genoegen ons overzicht der werkzaemheden onzer kunstenaren is ontvangen, zullen wy, van tyd tot tyd, ook een woord over de studiën onzer nationale letterkundigen reppen; denkende hierdoor dienst te bewyzen aen de vlaemsche zaek die men te veel afzonderlyk beschouwt; zie hier wat wy zooal vernomen hebben, onze lezers tevens verwittigende dat wy zonder rangschikking, de namen onzer letterkundigen neêrschryven zoo als zy uit onze pen vloeijen: Conscience heeft, naer men zegt, wederom eenen nieuwen roman voltooid; A. Snieders, Jr. heeft twee romans onder handen, de eene ontleend aen de XVIe eeuw, de andere aen het huidige tydstip; De Cort gaet eenen tweeden bundel liederen onder de pers leggen; Van Ruckelingen stelt zyne Geschiedenis der Regering van Josef II op; Van Walrave zal weldra eene uitgebreide verhandeling over Peeter Coutherele, den meijer van Leuven, onder de perse leggen; Verhulst heeft een boekdeel zyner gedichten in druk, welk den titel van Mymeringen zal dragen; Hendrikx heeft een gedicht verveerdigd dat onder den titel van Opwekking ter liefdadigheid, werd uitgegeven ten voordeele der weezen De Laet, wier vader en moeder op éenen dag overleed; Hanssen's brieven over Denemarken, enz. zullen weldra verschynen;

[pagina 64]
[p. 64]

De Geyter heeft een groot gedicht begonnen: Rosseels gaet een aental tooneelspelen uitgeven; B.-J. Mees, E. Van Ryswyck Thz. en A. Van Ostaeyen, kondigen een tydschrift, het Klaverblad, aen; F.H. Mertens, verveerdigt eene beschryving van voorname Antwerpsche gebouwen; Dr Broeckx arbeidt aen zyne geschiedenis van het Collegium Medicum van Brussel; P. Génard heeft een boekdeel in druk dat, naer allen schyn, den titel van: Bydragen tot de geschiedenis der Nederlandsche kunsten en letteren zal dragen en arbeidt aen verscheidene historische verhandelingen voor het tweede deel der Graf- en Gedenkschriften van Antwerpen bestemd, terwyl de kommissie van Graf- en Gedenkschriften zelve den tekst bereidt voor de Uitgave der opschriften van de Antwerpsche St-Jakobskerk, een der merkweerdigste tempels onzes vaderlands; verder heeft professor Hertoghe eene belangryke verhandeling onder de pers, over de platte en volvormige driehoeksmeetkunst, en gaet Johan Van Rotterdam eenen roman uitgeven onder den titel van: de Geschiedenis van mynen hond.

Dit voor wat Antwerpen betreft; uit Gent vernemen wy dat J.F.J. Heremans, met onvermoeibare vlyt aen zyne heerlyke Dichterhalle voorarbeidt; Jr. Ph. Blommaert stelt zyne bydragen op voor de Levensschetsen der doorluchtige Gentenaren; Bon Julius de St Génois, Dr Van der Meersch, Ph. Kervyn de Volkaersbeke en C.P. Serrure hebben verscheidene geschiedkundige verhandelingen onder handen.

Te Brussel is het verslag der Vlaemsche Taelkommissie verschenen; K.F. Stallaert heeft zyne uitgebreide Geschiedenis der regering van Jan I, onder druk; Alph. Willems heeft eene Studie over Maerlant uitgegeven.

In Mechelen zien wy de kommissie van opschriften hare werkzaemheden voortzetten; verder stelt de heer G.-J -J. Van Melckebeke zyne nasporingen over het verleden der Rederykkamer de Pioen te boek; C. Seffen heeft eene historische samenstelling onder handen, welke wy hopen weldra te zien verschynen; terwyl Baron en Barones von Reinsberg-Dürinsfeld onafgebroken hunne studiën over de vlaemsche zeden, kunsten en letteren voortzetten.

Dit voor van daeg; in een aenstaende nummer, zullen wy de inlichtingen doen kennen welke wy over de werkzaemheden der talryke andere vaderlandsche schryvers hebben bekomen.

- In de vorige aflevering, werd gemeld dat er te Brussel een nieuw tydschrift was verschenen onder den titel van: Revue d'Histoire et d'Archéologie en welk geroepen schynt, om groote diensten aen de nationale geschiedenis te bewyzen. De beste lof, dien men ervan kan maken, is de opsomming der artikels in het eerste nummer geplaetst: Notice biographique sur M.A.G.B. Schayes, door Ch. Ruelens; - Notice historique sur la ville de Léau, door Ch. Piot; - Notice sur un tableau de Jean Gossart, dit Jean de Maubeuge, offert en 1588 par la ville de Louvain à Philippe II, roi d'Espagne, door Edward van Even; - Hospites, Défrichements en Europe et spécialement dans nos contrées aux XIe, XIIe et XIIIe sièles, door Ch. Duvivier; - Le Faucon. Notes et idées, door Dr Coremans; - Les grandes familles artistiques d'Anvers (1er article: van Dyck, van Balen, de Craeyer, de Jode, Pepyn;) door P. Génard. - Mélanges. - Bydragen door de heeren Ch. Ruelens, Ch. Piot, Dr Coremans, enz.

- Op maendag, 4 april, hield de moedige vlaemsche schryver: Michiel Van der Voort, van Brussel, in het Van Crombrugghe's Genootschap, te Gent, eene conferencie over de vlaemsche beweging. Zyne voordracht begon met het bewys dat een volk, dat zyne tael verliest, ophoudt te bestaen, en dat de vlaemsche gewesten bewyzen dat ze zich nooit noch met de romeinen noch met de franken hebben vermengd, enz. Hy sprak vervolgens van den invloed der vrouwen op de opvoeding der kinderen, ter bewaring der landtael; van de thans heerschende franschgezinde strekking; gaf een kort overzicht van het ontstaen en den voortgang der vlaemsche beweging, en prees, ten slotte, de inrichting van vereenigingen van den aerd des Van Crombrugghes-Genootschaps, die hy ook in andere steden wenschte tot stand te zien komen. - Deze toespraek werd met luide teekenen van goedkeuring bejegend.

(Eendragt).

- In zitting van 3den meert, der klas van schoone kunsten by de koninklyke belgische akademie, heeft de heer Ed. Fétis lezing gegeven eener levensbeschryving van twee schilders van Mechelen, Lukas en Marten Van Valckenborcht, geboren omtrent het midden der 16de eeuw, en beiden in Duitschland gestorven, waerheen zy zich, op het tydstip der onlusten, hadden begeven. Lukas, de oudste der twee broeders, woonde eenige jaren te Linz, by aertshertog Mathias, later keizer, en vestigde zich vervolgens te Nuremberg, waer hy het overige zyns levens doorbracht, en als kunstenaer een aenzien genoot, dat niet zoo gemakkelyk te bekomen was in de stad, welke zulke groote meesters had voortgebracht. België bezit slechts ééne schildery van Lukas Van Valckenborcht. De heer Fétis duidt diegenen aen, die in de vreemde galeryen worden gevonden. Onder die welke het museum van Weenen bezit, onderscheidt men eene zeer merkwaerdige schildery, verbeeldende aertshertog Mathias met de angelroede visschende, in eene beek van zyn park van Linz, voorzeker eene stille bezigheid voor een jong, driftig en hoogmoedig prins.

Marten Van Valkenborcht stond te Frankfort in groote achting als historie- en portretschilder. Zyne werken ontbreken insgelyks in de openbare verzamelingen van België. Dit is des te meer te verwonderen, daer een duitsch schryver van zynen tyd zegt dat hy veel werkte, hoewel uit zyn land verwyderd, voor vlaemsche kooplieden, groote liefhebbers van schoone kunsten. Het is goed rekenschap te houden van dit laetste feit, ten titel van geschiedkundige inlichting, en als eene aenmoediging voor de opvolgers dier kunstlievende kooplieden. Mochten zy denzelfden lof verdienen! De levensbeschryving der twee mechelsche schilders zal in het Bulletin der akademie verschynen. (Ibid.)

- Als ateliernieuws hebben wy vernomen: A. Markelbach, de gunstig gekende schilder, die thans de stad Brussel bewoont, heeft een zeer geestig tafereel begonnen waerover wy later zullen spreken; het zal, naer men zegt voor, titel dragen: zeg als 't u belieft! Fl. Schermers schildert een gezicht uit St.-Jakobs kerk te Antwerpen; Ed. Dujardin heeft de aenbestelling ontvangen eener overgroote schildery, voor Noord-Nederland bestemd, welke de H. Familie zal vertoonen; de beeldhouwers de Bock en Van Wint beitelen een autaer voor het klooster der Ursulinnen te Antwerpen; terwyl in den stedelyken raed dier stad het voorstel is gedaen om du Cajus groep Buodognad waervan in de eerste aflevering dezes jaergangs eene plaet is verschenen, op eene kolossale grootte te laten uitvoeren.

- Verschenen: Vlaemsche Commissie. - Instelling, Beraedslagingen, Verslag, officiële Oorkonden, onder toezigt van leden der Commissie uitgegeven. - Brussel, Korn. Verbrugghen, drukker en uitgever, Lovensche Kasseide. Verkrygbaer ten pryze van fr. 1.

- Het vlaemsch Tooneel, deszelfs oorsprong, wat het vroeger was, wat het thans is en dient te wezen; eene voordragt, gehouden in de koninglyke maetschappy, de Wyngaerd, te Brussel, op 15 meert 1859; door L.C.A. Willems. Om dit werkje vrachtvry te ontvangen, zende men - insgelyks vrachtvry - zestig centimen in postzegels, aen het adres van den schryver, Verwershoek, 47, te Brussel.

- Vier boeken van de navolging Christi, uit het latyn in 't nederduitsch gesteld, met eene bemerking na ieder hoofdstuk, door J. David. Brussel, Jamar. Nieuwe uitgave in-8o van 582 bladz. met platen in den tekst. Prys frs 15.

Hetzelfde werk, 5e uitgave in-12o van 467 blz. Leuven, Van Linthout en Ce.

- Vaderlandsche historie, door J. David, 2e uitgave in-18o. Deel 7, van 635 bladz. Leuven, Van Linthout en Ce. Prys frs 2.50.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken