Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 5 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 5
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.71 MB)

Scans (461.55 MB)

ebook (7.34 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 5

(1859)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Josef Geefs.

Deze kunstenaer behoort aen een geslacht dat zich in de kunstwereld door eene menigte voortreffelyke werken heeft doen kennen. Jongere broeder van den befaemden beeldhouwer Willem Geefs, ontving by het kunstonderwys aen de koninklyke Akademie van Antwerpen en trad achtervolgens in het werkhuis des heeren Peeters; later in dat zyns broeders Willem. In 1836, gelukte het hem den eersten in den kampstryd gekend onder den naem van Rome weg te dragen. Vervolgens deed de heer Josef Geefs eene omreize in Italië en keerde langs Tyrol en Duitschland naer zvd vaderland terug. In 1841 werd onze kunstenaer tot de plaets van leeraer der beeldbouwkunde aen de koninklyke Akademie van Antwerpen benoemd, eene bediening die hy tot nu toe heeft waergenomen. De werken door Josef Geefs uitgevoerd zyn aenzienlyk in getal; Immerzeel in zyne Levens der kunstschilders, beeldhouwers, enz., doet de lyst der gene kennen welke vóor het jaer 1840 werden gebeiteld, en Kramm in zyn Vervolg op Immerzeel's werk, deelt over de latere voortbrengselen dezes meesters eenige byzonderheden mede, die wy denken nauwkeurig te zyn. Wy ontleenen diensvolgens eenige regelen aen het boek des kundigen Noordnederlanders.

 

‘Met welgevallen, zegt de heer Kramm, neem ik de pen op, om het levensberigt en de werken van den Belgischen thorwalsen, joseph geefs, sedert het sluiten van Immerzeel's Werk, te vervolgen, onder bijvoeging, dat al zijne beschreven werken, van af 1836 tot in Augustus 1841, door hem te Parijs en te Rome zijn vervaardigd. - Zoo heeft hij, in laatstgenoemde stad, een Borstbeeld, in marmer, van den Graaf C.D.G., in 1840, gebeiteld. - Van zijne geniale hand zag ik in de Galerij van wijle Z.M. Koning Willem II., te s'Hage, De Visschersdochter, zorgeloos, op zeeplanten sluimerende, met eenige bloemen in de regterhand, levensgroot, in marmer, in 1840 vervaardigd; - als ook den Engel des kwaads: een man, in den bloei des levens, met twee groote vleugels, is op een rotsblok gezeten, met eene slang aen zijne voeten; in zijne regterhand houdt hij een gebroken scepter; uitmuntend levens-groot, in 1842, uit marmer gehouwen, in een stijl, die ons onwillekeurig aan het strenge antiek herrinnert, en met de beste moderne voortbrengselen kan wedijveren. Het eerste is op de verkooping dier Galerij, aldaar, in 1850, door den heer A. Lamme, van Rotterdam, voor f 3.600, en het tweede door den heer Weimar, van 's Hage, voor f 3.000 gekocht. - In 1842 vervaardigde hij nog de Getrouwe liefde, onder de gedaante van een kindje, in natuurlijke grootte; - alsmede een groep in marmer voor het grafmonument van wijle M...., voorstellende de Jeugd, slapende in de armen van de Hoop. - In 1843 het Portret in marmer van den Heer Metdepenninge, Advocaat, in Engeland. - Het grafmonument van Mevrouwe C..., zynde een basrelief in marmer, op de begraafplaets van St. Laurens, bij Antwerpen, en een Monument voor wijlen den Heer Conrad, Inspecteur-generaal van den Waterstaat, basrelief in marmer, geplaetst in de St. Pieters-kerk, te Leyden. - Onder zijne kolossale werken, telt men het, vier ellen hoog, bronzen Standbeeld van Andreas Vesalius, als Monument, op het Baricaden-plein, te Brussel, in 1849 opgerigt, en door hem in 1845 vervaardigd. - Het jaar daaropvolgende beitelde hij in marmer een Statuette en eene Buste van den Mecenas der kunsten, wijle Z.M. Koning Willem II. - In de zaal van la Concorde te Gent, bevinden zich van hem vier levensgroote marmeren standbeelden voorstellende: De Sluwheid. - De Bloemenspraak. - De Behaagzucht en De getrouwe Boodschapper, in 1847 vervaardigd. - en in 1848 het Standbeeld van Boudewijn van Constantinopol, dat in het Paleis der Natie, te Brussel, wordt gevonden. Het is uit Franschen steen, 2 ellen hoog, zeer fraai bewerkt. (Dit is een der zes beelden, volgens besluit van Z.M. Koning Leopold van den 15. Julij, 1845, jaarlijks door een der beste kunstenaars te vervaardigen, om genoemd Paleis te versieren.) - In het Museum te Antwerpen is de marmeren buste van den oud-Burgemeester Florent, Ridder van Ertborn, die het genoemde Museum door zyne kunstschatten zoo aanmerklijk heeft verrijkt, - in 1849 mede door hem gemaekt. - In 1850 vervaardigde hy Een Monument met basreliefs, in marmer, voor wijlen den Heer Jacobs, Advocaat op de begraafplaats te Berchem-les-Anvers geplaatst. - Een idem met idem idem voor wijlen den Heer Louis van Overstraeten, op de begraafplaats van St. Amand, te Gent, in 1851, geplaetst; - en hetzelfde jaer werd in het klein Seminarie te St. Truyen, het kolossale basrelief, 10 ½ el hoog, de Hemelvaart van de H. Maagd voorstellende, geplaatst, en

[pagina 148]
[p. 148]
ook nog in dat jaar, het Borstbeeld van Van Bommel, bisschop van Luik. - In 1852, een idem in marmer van den baron (ridder?) C. Van Havre, kolonel der burgerwacht van Antwerpen; - verder voor den prachtigen predikstoel te Hansighem, Christus, die aan Petrus de sleutels geeft, en hem als herder over zijne schapen stelt; idem vier Basreliefs, de vier Evangelisten en verdere versieringen; alles van eikenhout. - Voorts voor den Grooten Schouwburg te Antwerpen, de steenen beelden Apollo, Urania,

illustratie
de vryheid der drukpers, door jos. geefs.


en Thalia hoog 2½ el, - en voor den baron Ullens van Schooten, te Antwerpen, twee beelden, De Voorzigtigheid en de Godin Flora voorstellende. - In 1853, voor den predikstoel te Desselghem, eene levensgroote groep in eikenhout, en vier Basreliefs, voorstellende: de Geboorte van Christus, - de Verrijzenis, - de Wedervinding in den Tempel, en St. Maarten te paard alsmede de Communiebank met De Oude en Nieuwe Wet versierd. - In Januarij van dat jaer is het basrelief in het Fronton van de Spoorwegstation te Gent onthuld. Dit kunstwerk bestaet uit drie kolossale figuren. In het midden troont de genius van den vooruitgang, op eene wolk, door water en vuer voortgebragt, terwijl aen de uithoeken die twee elementen als personen zijn voorgesteld. De hoofdfiguur houdt in hare regterhand den bijlbondel, die de Natiën onderling verbindt, en in de andere den bliksem, het zinnebeeld der kracht en snelheid van den stoom, waerover zij het bewind voert. Regts bevindt zich het Vuur, voorgesteld door een krachtig gebouwd man, die een fakkel zwaait; naest hem verheft zich een Salamander uit de vlammen; links is het Water afgebeeld als eene Sirene, het hoofd omkranst met zeegewassen; zij houdt een vat omklemd, waaruit water stroomt. Op den achtergrond vertoont zich de boeg van een schip. - In 1854 vervaardigde geefs den Engel der Verrijzenis, voor het Monument van den Heer Verdussen, president der Maetschappij van schonne kunsten, te Antwerpen, en aldaer in de kathedrale geplaatst; en voor de kerk te Boisschot, provincie Antwerpen, eene eikenhouten Communiebank, waerop is afgebeeld Het Heilige Misoffer, en verder nog zeven Basreliefs, in marmer, met verschillende voorstellingen uit het Lijden van Christus, die in de St. Jacobskerk, te Antwerpen, zijn geplaetst; - alsmede voor de St. Georgiuskerk, aldaar, St. Rochus en St. Agatha, levensgroot, van lindenhout vervaardigd. - In 1856 eene idem idem in de kerk te Hilversum, zamengesteld uit negen Basreliefs met Evangelische tafereelen en zes beeldjes, de HH. Petrus en Paulus, en de vier Evangelisten; - en in 1857, voor de hoofdkerk van St. Dymphna, te Geel, veertien Basreliefs, den Kruisweg voorstellende. - Van af 1853 tot 1857 zijn in des kunstenaars atelier vervaardigd en nog onderhanden vier-en-twintig levensgroote beelden in steen bestemd voor het Stadhuis te Brugge, voorstellende de Graven en Gravinnen van Vlaenderen sedert Louis de Cressi, tot Franciscus den Tweede. - Onder de werken, thans (1858) nog in vervaardiging en tot bestellingen behoorende, zijn twee kolossale beelden, de vrijheid der Drukpers en de vrijheid van het Onderwijs, die in brons voor de Congreszuil, te Brussel, zijn bestemd; - een Monument in marmer voor den Heer h.v.r., voorstellende den Engel des Geloofs, om geplaatst te worden in de kerk te Destelberghe, bij Gent, en verder nog verscheiden, Maria-beelden, zoo in hout, als in steen; twee Altaren, zes Biechtstoelen, enz. - Doch een hoofdparel, die Antwerpens kunstkroon zal versieren, vindt men aangeduid in het belangrijk berigt van December 1857, waar de naam van joseph geefs met dien van den Vorst des Lands door de kunst vereenigd wordt. Men las daar: ‘Dewijl de inschrijving ter oprigting van een Ruiterstandbeeld van Koning Leopold, te Antwerpen, genoegzaam gevorderd is, om tot de uitvoering van het plan te kunnen overgaan, is er besloten, het werk op te dragen aan den Beeldhouwer josef geefs. Eene commissie, zaamgesteld uit de heeren Loos, burgemeester van Antwerpen, H. Leys, N. de Keyser, F.H. Mertens, en J. Cuylits is benoemd, om de verschillende ontwerpen, welke de beeldhouwer zal inleveren, in oogenschouw te nemen, waarna de hoofdcommissie hare eindbeslissing nemen zal. De Koning zal worden uitgenoodigd, om voorden beeldhouwer te poseren.’ ‘Wie koestert niet met mij de verwachting, zegt vervolgens de heer Kramm, dat de geniale geefs, nu tot de hoogste eer gestegen, voor den beminden Vorst, in zijn vaderland, een blijvend gedenkteeken van zijn talent zal weten te scheppen, en mag men hopen, dat het geluk hem in alles bevorderlijk zal zijn, ten einde dat kapitaalste werk, in de stad zijner geboorte zelve, volmaakt ten uitvoer te mogen brengen.’ - ‘Na zijne benoeming - vervolgt de schrijver, van den 18. october 1841, tot Professor in de Beeldhouwkunst aan de koninklijke Academie te Antwerpen, werd er hem bovendien het Professoraat der Anatomie pittoresque, den 17. November 1842, opgedragen. Het was hem niet genoeg, op de gewone wijze, de leer der uiterlijke Anatomie te onderwijzen, maar hij heeft toen, naar eigen vinding, ook nog een kunstwerk vervaardigd,
[pagina 149]
[p. 149]
te weten een Anatomie-beeld met losse spieren, om het onderwijs meer gemaklijk te maken. ‘Wij weten - zegt het Antwerpsch Kunstblad, Nr 1, 1844, - dat er andere beelden van dien aard bestaan, maar men zou zich bedriegen, indien men geloofde, dat dit aan de reeds bestaande, eenigzins was gelijkende.’ Dat kunstgewrocht is in zijn bezit. - Sedert 1841 bleef hij steeds in Antwerpen gevestigd. - In 1844 is joseph geefs in het huwelijk getreden met Mejufvrouw Odelia Roelandt, dochter van den beroemden Bouwmeester

illustratie
de vryheid van het onderwys, door jos. geefs.


der stad Gent, ludovicus roelandt, Ridder der Orde van den Ned. Leeuw en der Leopolds Orde. - De heer geefs is, sedert 15 October, 1842, Lid van den Raad van Bestuur der kon. Academie van Antwerpen, en den 26. September, 1852, als Lid der Brusselsche benoemd. - Ten slotte, kan ik nog melden, dat ook vorstlijke vereeringen hem zijn geworden, als de benoeming tot Ridder der Leopolds-orde, den 26. October, 1843, en tot Ridder van O.L. Vrouw Ontvankenis de la villa viciosa in Portugal, den 11. Mei, 1857......’

 

De beelden der Congreskolom, waervan de heer Kramm gewaegt, werden dezer dagen te Brussel geplaetst. Wy deelen er heden de gravuer van mede, welke werd uitgevoerd naer eene photographie door de kundige heeren Delahaye en Slaets te Antwerpen. Wy twyfelen geenszins of onze lezers zullen getuigen dat deze scheppingen weerdig zyn van de kunstfaem die onze meester met recht in zyn vak heeft verworven.

De Redaktie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken