Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 6 (1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 6
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.59 MB)

Scans (462.47 MB)

ebook (8.36 MB)

XML (1.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 6

(1860)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Eugeen de Block.

De merkweerdige gallery van schilderyën onzer levende meesters, toebehoorende aen onzen stadgenoot H. Huybrechts, is onlangs met een stuk verrykt dat aller onvoorwaerdelyke goedkeuring wegdraegt. Het is een binnenhuis van M. Eugeen de Block, voor titel dragende: de Lezing.

Eene oude vrouw, links van den aenschouwer gezeten en den rug naer het open venster gewend, leest voor uit een groot boek dat op hare kniën rust. Tegenover haer, en even als zy, op het eerste plan, zit eene frische deerne en luistert toe met gansch hare ziel. Een knaepje, zoo even, men ziet het hem aen, van het spel gaen loopen, schouwt de grootmoeder met opene kykers aen, en poogt te verstaen wat zy voorleest. Op het tweede plan staet de vader die zyn pypje rookt en maer met halven ernst in de lezing schynt te deelen.

Ziedaer, met het alles omsluitende binnenhuis, het gansche tafereel. Maer over dat gansche ligt eene zoo tooverachtige, zoo zoete, zoo innerlyke poëzy verspreidt, er is zooveel samenhang van liniën, kleur, houding en uitdrukking daerin, dat wy het stuk niet alleen beschouwen als het beste dat wy ooit van de Block te zien kregen; maer tevens als een dier meesterstukken welke tegen alle verloop van tyd en verandering van mode bestand zyn.

Zoo verstaen wy de kunst, zoo is ze echt en machtig. Lang genoeg heeft men, hetzy op der ouden, hetzy op der vreemden spoor, naer het nieuwe en schoone gezocht, zonder te kunnen of, wie weet, te willen begrypen dat iederen echten kunstenaer het nieuwe en schoone voorderhand ligt, en dat hy, om het zich eigen te maken, zich enkel der moeite moet getroosten zelfs en zonder tusschenkomst anderer meesters, met de milde natuer in aenraking te komen.

Wat is er in de kunstwereld meer gemeen dan eenen schilder te hooren klagen over de schaerschheid der onderwerpen? Waerom toch? Omdat het meerendeel onzer kunstenaers uit mangel aen vertrouwen in hunne kracht of, wat erger is, uit vrees voor geestinspanning, zelden iets wagen daer te stellen wat hun van andere niet is voorgedaen. Nadenken en opmerken, wy bekennen het, zyn geene ligt te ontginne bronnen, maer hy die moedig de spade in dezen grond steekt, wordt immer met eenen ryken oogst voor zyne moeite beloond. Het zooverre gezocht ware en eenvoudige, is niet te vinden door hem die er naer zoekt, het koomt van zelfs in de hand van hem die afziet van alle jacht op effekt en kunstmatige schikking, de natuer met liefde gadeslaet en ze op het panneel naïef neèrstelt zoo als zy zich in zyne ziel afspiegelt.

Dit geluk is ditmael de Block in hoogen grade te beurt gevallen. Wy zeggen met opzet ditmael, want niet immer, vooral sedert zyn vertrek uit Antwerpen, heeft de fikse meester de goede baen bewandeld, waerin hy nu met zoo vasten tred aen zyne kunstgenoten den weg wyst. Hy ook heeft wel eens den wierook gebrand voor den afgod der mode; maer mannen van zynen stempel kunnen wel eens afdwalen, nooit voor goed verloren loopen.

Het tafereel in de gallery van M. Huybrechts zal, naer

[pagina 11]
[p. 11]

men ons verzekert, spoedig worden opgevolgd van andere in denzelfden trant; dat is van echte meesterstukken, niet naer dezen of genen grooten meester afgezien, maer afgespiegeld op de natuer, de machtigste aller meesters en de dichterlykste ook. Dat de Block in deze richting volharde en hy zal niet alleen zynen naem met eenen nieuwen luister zien schitteren, hy zal ook aen de vlaemsche school de onschatbare dienst bewyzen, deze groote en al te weinig erkende waerheid buiten kyf te stellen, dat de jacht op het schilderachtige eene ydele pooging blyven moet, vermits er geen eigentlyk gezegd en absoluet schilderachtige bestaet, maer ook tevens alles schilderachtig is, wat de natuer aenbiedt als het maer, als in eenen kroes, in de vurige ziel des kunstenaers wordt gelouterd.

In de gallery van H. Huybrechts is er een wand bestemd om de schildery van de Block, te gelyker tyd met eene van Dyckmans en eene andere van Leys te herbergen. Het is eene schoone gedachte van dezen kunstkenner zoo onze dry grootste genreschilders hand aen hand te laten gaen en hunne werken tot een broederlyk klaverblad te versmelten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken