Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 6 (1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 6
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.59 MB)

Scans (462.47 MB)

ebook (8.36 MB)

XML (1.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 6

(1860)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 89]
[p. 89]

Boekaenbeveling.

Eenige weken geleden, verscheen, te Turnhout, in de drukkery van den heer Splichal-Roosen, onder den tytel De lelie van het Gehucht, een nieuw werk van Dr J. Renier Snieders, schryver van Amanda, de hut van Wartje Nulph, de Meesterknecht, Doctor Marcus, en andere gemoedelyke verhalen. Het nieuw uitgegevene werk van Doctor Snieders, dat ons bekend maekt met het leven en de zeden der Meijerysche boeren en smokkelaers, neemt niet alleen eene weerdige plaets in naest

illustratie
arië - teekening van b. wittkamp.


de vroegere voortbrengselen van den verdienstelyken Turnhoutsch en schryver, maer mag ook tevens gerangschikt worden tusschen de beste romans die de vlaemsche letterkunde heeft voortgebracht. Even als de vroegere verhalen van Doktor Snieders, onderscheidt zich nogmaels de Lelie van het Gehucht, door eenvoudigheid en gemoedelykheid; al de persoonen die er in voorkomen, zyn, als het ware, naer het leven geteekend; Mathias Lombaut en zyn zoon Huibert, David Urkhoven en zyne dochter Dwina, de oude Krampe en zyn zoon Arië, zyn allen, niet alleen gelukkige typen van lieden die men in het werkelyk leven ontmoet, maer zy zyn daerenboven met kennis van zaken gedaguerreotypeerd. Onder deze bevielen ons byzonder Dwina, de lelie van het gehucht, met haer zacht doch tevens vast karakter; Arië Krampe, de roekelooze smokkelaer en David Urkhoven, de hardnekkige en nooit te vreden kruis- en smousjasser, de driftigste kaerter die ooit bestond. De oude Urkhoven is byzonder goed getroffen en wy hooren hem geerne elken stond zeggen dat: ‘heden alles verkeerd loopt en het er in zynen tyd geheel anders toeging.’ Baes Urkhoven mag een recht gelukkige type worden genoemd, en wy zyn er zeker van, de moeijelykst te vreden te stellen lezer zal hierin met ons gereedelyk overeenstemmen.

Indien wy het nieuwe werk van den Turnhoutschen schryver, dat zich ook door zyne zedelyke strekking onderscheidt, namelyk het afkeuren des sluikhandels en het voorhouden der gewyde spreuk: ‘Geef God wat God en den keizer wat den keizer toekomt,’ hulde brengen, dan toch mogen wy eene scène, als ons niet bevallende, niet voorbygaen zonder een woord van afkeuring neêr te schryven. Wy weten zeer goed dat het mestrekken eene gewoonte is in de dorpen der Meijery en er geene kermis voorby gaet zonder dat er in de eene of andere herberg, en dit dikwyls voor de nietigste zaek, het zakmes wordt getrokken; maer wy gelooven ook dat het niet noodig was den lezer zoo lang te doen stilhouden, als de schryver der Lelie van het Gehucht het doet, by eene dier verfoeijelyke vechtpartyen, daer deze, hoe goed geschreven ook, - en dat is zy, - den kieschen en beschaefden lezer toch niets dan walg kan inboezemen. Onzes dunkens hadde het verhael er niet by verloren zoo het gevecht tusschen den zoon van den hoevenaer en Arië Krampe slechts het derde hadde ingenomen der plaets die het thans beslaet. Sommige tafereelen winnen er by door niet al te nauwkeurig te worden uit eengezet en tusschen deze rang-

[pagina 90]
[p. 90]

schikken wy wel een gevecht met kluppels en messen tusschen dronken boeren.

Omdat wy een woord van afkeuring lieten hooren voor éen enkel tafereel, daerom denke men niet dat wy het werk van Dr Snieders veroordeelen. Wel in tegendeel; wy hebben het met dezen schryver, dien wy onder de beste onzer romandichters rangschikken, zeer hoog op. Een woord van afkeuring voor éene scène, is geene veroordeeling van een geheel werk, te meer daer deze scène goed kan geschreven zyn, - zoo als het hier ook het geval is. Ons gevoel is, zoo als wy het reeds zegden, dat men in letterkundige voortbrengselen by sommige verfoeijelyke daden, by sommige ondeugden niet te lang mag stilhouden, zonder gevaer te loopen den fyngevoeligen lezer te kwetzen. Gelukkiglyk komt er in het gansche boek slechts éen tafereel van dien aert voor en is het opgevuld met twintig andere die den lezer, - wy zyn er zeker van, - er met belang zul in ontmoeten en hem, na de lezing der Lelie van het Gehucht, met ons zal doen besluiten, dat Dr Snieders eene plaets tusschen onze meestgevierde romanschryvers verdient.

De bygaende plaet, van den gunstiggekenden antwerpschen kunstschilder B. Wittkamp, stelt den zwarten ruiter Arië voor, een der hoofdpersoonaedjes van het boek, dat wy onzen lezeren aenbevelen.

J.V.R.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken