Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 6 (1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 6
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.59 MB)

Scans (462.47 MB)

ebook (8.36 MB)

XML (1.03 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 6

(1860)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kunst- en letternieuws.

Mr. P.A. Verlinde, de gunstiggekende kunstschilder wiens kunde in het zoo moeijelyke en tevens ondankbare vak der tafereelherstellingen van oude meesters, wy in den loop van dit jaer nog gelegenheid hadden te pryzen, heeft wederom een uitstekend bewys van zyn talent aen den dag gelegd, door het in orde brengen van een schoon altaerstuk van Rubens: Het mirakel van het hemelsche manna 't welk hem door het Museum van Doornyk werd toevertrouwd, en in bovengenoemde stad ter gelegenheid van s' Konings bezoek binnen weinige dagen nog voor het publiek zal tentoon gesteld zyn. - Dit tafereel dat, onder alle opzichten, onder de beste van den vorst der vlaemsche schilderschool mag gerekend worden - was toen onze geachte kunstenaer hetzelve ontving, om zoo te zeggen niet geheel, maer toch dry vierde versleten.

Dank zy aen het talent van den Heer Verlinde, mogen wy ons wederom gelukkig achten deze perel van onzen antwerpenaer uit het vergetelhoek gered, en aen de kunstwereld terug geschonken te zien. Het is jammer dat slechts weinige onzer kunstminnaers het voorrecht hebben mogen genieten, dit schoone stuk in de werkplaets des herstellers van naby te kunnen bezichtigen, des te meer daer het zelve, gelyk men weet, onlangs ontdekt werd en by gevolg van weinige of geene onzer liefhebbers kon gekend zyn, dan enkel by middel van schaersche platen die men er nog hier en daer in ryke verzamelingen van aentreft.

- Van het fraeije afbeeldsel van Jonkvrouw Philadelphia Warton, kortelings door onzen achtbaren volksvertegenwoordiger M.B. du Mortier voor zyne ryke gallery aangekocht, zal in eene volgende aflevering der Vlaemsche School eene teekening door den Heer Verlinde verveerdigd, verschynen.

- Er is een nieuw werk ter perse van onzen beroemden schryver, Hendrik Conscience; hetzelve draegt voor titel het Yzeren Graf, wy kunnen van nu af zeggen dat het de voortreffelyke voorbrengselen van den genialen schryver ten volle zal weerdig zyn, om niet te zeggen overtreffen; het boek is opgedragen aen M.P. De Decker, oud-minister en lid der Kamer van volksvertegenwoordigers.

- M.J.B. Mareels, heeft twee beelden voltooid in eiken hout, voorstellende de HH. Joannes en Augustinus, voor de gemeente Beirendrecht.

- M. Hendrickx, de zoo gunstig gekende schilder in het godsdienstige vak, heeft de aanbestelling gekregen van 14 statiën, voor Holland, alsook een groote altaerstuk voorde kerk der gemeente Esschen.

Wy wenschen den zeer Eerw. heer Pastoor van harte geluk over den goeden keus dien hy gedaen heeft. M. Hendrickx is een der kunstenaren die uitmunten in de godsdienstige schildering.

- Men schryft uit Londen: ‘Wy vernemen, dat een onzer byzonderste uitgevers van den befaemden belgischen schilder P. Van Schendel, te Brussel, het recht heeft aengekocht een der meesterstukken van dien kunstenaer, De Geboorte Christi, te mogen laten graveren. Men weet dat dit prachtig doek, dat in verscheidene onzer groote steden, en ten leste te Londen, werd ten toon gesteld, een algemeene byval ten deele viel, tot zoo verre, dat het werk des belgischen kunstenaers heden ten onzent eene wel verdiende achting geniet. Dit heeft bedoelde uitgever aengedreven den heere Van Schendel voor te stellen De Geboorte Christi in gravuer te laten uitgaen, en daer hy in zyn voornemen geslaegd is, zien wy ons in staet gesteld de uitgave dezer belangryke plaet, die binnen kort het licht zal zien, aen te kondigen. Door hare grootte, zal zy een nauwkeurig en volledig gedacht geven van het oorsponkelyk tafereel, en dáér het een onzer best en befaemdste graveerders is, wien de taek is opgedragen, mag men zich verwachten dat de stift eene gravuer zal voortbrengen geroepen om ophef te maken.

‘Ten einde de taek des kunstenaers met de gavuer der Geboorte Christi gelast, te vergemakkelyken, heeft men den heere Van Schendel eene verkleining van dit voortreffelyk schilderstuk besteld. Men zegt dat de som die den belgischen kunstenaer van deze verkleining en voor het recht van gravuer betaeld werd, zeer aenzienelyk is.’

- Onze korrespondent van Roosendael (Noord-Braband), zendt ons den volgenden brief, dien wy met genoegen mededeelen.

 

Wel edele Heeren,

‘Daer UE. zooveel belang stelt in de vooruitgang der kunsten, kan ik ook niet nalaten, UE. een verslag te doen der Prysuitdeling, die den 5 september alhier heeft plaets gehad.

Des 's morgens om 10 ure, toen wy alle in afwachting waren op dat onze eerste prysuitdeeling, door een talryk publiek zou worden bezocht, zagen

[pagina 168]
[p. 168]

wy al ras, dat de Gemeente-Raedzael te klein zyn zoude, om de talryke familién te kunnen bevatten, die door hunnen hoogen rang, waerin zy in het maetschappelyke geplaetst zyn, dezelve zeer kwamen opluisteren.

Het aengekondigde uer was nauwelyks geslagen, of de harmonie de Unie die zich belangloos had aengeboden, begon met het geeerde publiek, welkom te heeten, met de uitvoering, van de hun zoo eigen, goed gekozen stukken, die daerdoor het geheel publiek in eene vrolyke stemming brachten.

Doch op eens heerscht er eene plegtige stilte, en onze edele, achtbare heer Burgemeester, noemde nogmaels het geeerde publik welkom, door hartelyke woorden, die op ieders gemoed diepen indruk moesten maken, waerna ZEd. achtbare de sekretaris verzocht, het geeerde publiek met deze inrigting by wyze van verslag, bekend te maken. Hierin ontleedde de sekretaris, hoe dat aen deze teekenschool den eersten grondslag werd gelegd, hoe lang het brein der oprigters in den duisteren moest rondtassen, hoe zy in het verschiet, onoverkomelyke hinderpalen zouden ontmoeten, doch door hunnen onvermoeiden iever en medewerking van den edelen achtbaren heer Burgemeester en deszelfs bestuer, de gemoederen van Roosendaels ingezetenen, voorde schoone kunsten eenig gevoel inboezemde, daer zy anders nog te koud waren om aen Pictura eenige offers te brengen.

Groote en onverziene uitgaven waren er dan ook al spoedig noodzakelyk, doch hy verhoopte dat van wege de provincie of der gemeente eenige subsidie zou worden verleend tot vergoeding der eerste en grootste kosten, niet tegenstaende dat men moest bekennen, dat de gemeente zich reeds met groote uitgaven had moesten getroosten.

‘Dat verders het ameublement zoowel als discipline niets te wenschen overliet, en hunne voorbeelden alle gekozen waren, in navolging van de Antwerpsche Akademie, daer hy alle reden had te gelooven, dat eene zoo sedert eeuwen bestaende leerschool, wel op de eerste plaets verdiend nagevolgd te worden, daer zy hoven alle andere vruchtbaer was geweest, om der wereld meesters te verschaffen, die de schoone kunsten op hunne thans bestaende hoogte brachten.

Hy kon derhalve zynen lof niet genoeg toezwaeijen, aen den onvermoeiden iever der heeren professors, die niets nalaten, om uit jongelieden van Roosendael eenmael bekwame ambachtslieden te vormen, daer in die gemeente zich alles voorwaerts spoed, dan alleen de ambachten, maer waervoor nu eene ryke bron in de gemeente zelve ontstaen is.

Verders haelde hy aen hoe weinig er waren die het nut van eene teekenschool beseften, toen zy zich begon opterigten; hoe er zelfs gevonden werden, die dezelve tegenwerkten, of door domme raedgevingen aen jongelieden die sedert lang de school zouden bezocht hebben, op dusdanige wyze hare vêerkracht te doen verliezen, of de oprigters te ontmoedigen; doch niets kon baten, voortwaerts was hunne weg, voortwaerts was hun streven, en zy zien eindelyk hunne uitkomsten bekroond worden, door eene bloeijende teekenschool.

Verders wydde hy uit hoe onaengenaem het is, voor meesters van verschillende vakken, te moeten zien dat men uit den vreemden werklieden roept, of goederen aldaer gewerkt herwaerts doet komen, en of er dan in Roosendael ook geene geniale menschen zouden gevonden worden, die door eene goede opleiding in het teekenen, in hunne jeugd gevormd zyn, zich later in den vreemden gaen bekwamen, om alzoo by latere wederkeering, hunne verkregene uitkomsten zullen zien bekroond worden door overvloedige werkzaemheden, daer ieder burger er dan prys op kan stellen, dat die kunstige hand hare eerste leiding in Roosendaels Academie heeft ontvangen.

Een en ander haelde hy verders nog aen, dat de ouders kon bewegen hunne kinderen derwaerts te zenden, en hoe zy zich later zullen beklagen den kostbaren tyd niet te hebben waergenomen, daer de jeugd toch zoo spoedig vervloden is, en men op meer gevorderden leeftyd zeer weinig gebruik maken kan van eene zoo nuttige instelling.

Dan begon de sekretaris in zyn verslag uittewyden over de eerste prysuitdeeling, van dien aerd, die in de gemeente plaets vond. Hoe een onbesefbaer geluk thans het opkomend geslacht genoot, buiten hen, die vroeger in den vreemden met groote kosten en moeite gepaerd, het onderwys in het teekenen gingen ontvangen.

Hy moedigde vervolgens de leerlingen aen om met overmoeiden iever voorttegaen, op den ingeslagen weg; dat hen dit jaer slechts aenmoedigings-medailles konden werden gegeven, omdat door het personeel de klassieke verdeeling zeer vermoeijelykt werd daer er eenige zich tydelyk in eene andere gemeente moesten gaen vestigen, en andere elders gingen om zich in hun vak te bekwamen.

Daerna ging hy over met het proces-verbael voor te lezen, der beoordeeling der teekeningen, die den 3n september des namiddags om 3 uren plaets had, in tegenwoordigheid van den edelen achtbaren heer L.J. Schoonheyt, burgemeester der gemeente en een talryk publiek. Dat tot beoordeeling dezes op verzoek van het bestuer herwaerts waren gekomen, de heeren D. Van Spilbeeck en Servais, beide deskundigen woonende te Antwerpen, waervan den uitslag was bekend geworden als volgt:

Gouden medaille 1ste prys, 1ste klasse, handteekenkunde toegekend aen C. Van der Heyden, geboren te Roosendael.

Zilveren medaille 1ste prys, 2e klasse, toegekend aen A. Ribbens, geboren te Roosendael.

Bronzen medaille 1ste prys, 3e klasse, toegekend aen C. Corthals, geboren te Roosendael.

Gouden medaille 1ste prys, 1ste klasse, bouwkunst, toegekend aen L. Suykerbuik, geboren te Roosendael.

Zilveren medaille 1ste prys, 2e klasse, toegekend aen G. Clarys, geboren te Kruisland, gemeente Steenbergen.

Bronzen medaille 1e prys, 3de klasse, toegekend aen H. Vander Heyden geboren te Roosendael en broeder van C. Vander Heyden die de gouden medaille voor de handteekenkunde ontving.

De edele achtbare heer burgemeester ging toen over met de bekroonden hunne metalen op de borst te hangen en in hartelyke en treffende woorden, hunnen iever aentewakkeren, waervan zy nu reeds de vruchten van inoogsten, en die by volharding en gedurige voortwaertsstreving, in lateren jaren ryper en ryper zouden worden.

Plegtig was het oogenblik! treffend voor de ouders die daer zulke jeugdige handen, reeds begroetten, daer zy het eerste jaer reeds bewyzen hadden gegeven, dat er van hen eenmael eenen schoonen oogst was intezamelen, en by menigen vader zag men een traen, op zyne wang biggelen, want niemand dan zy zien thans beter het geluk dat voor het opkomend geslacht beschoren is.

Eindelyk voerde de harmonie nog eenige musikale stukken uit en de plegtigheid was afgeloopen.’

J.F.H.

- By den uitgever J.-B. Van Mol-Van Loy, korte Nieuwstraet, te Antwerpen, zyn verschenen de 34e, 35e, 36e en 37e afleveringen van de belangryke geillustreerde Histoire d' Anvers door Eug. Gens. By deze afleveringen zyn gevoegd twee ryke chromolitographieplaten voorstellende, volgens de opzoekingen van onzen medwerker, P. Génard, de eene de wapenen der Antwerpsche patriciers of schepenfamalieen, de andere der Antwerpsche ambachten en gildens. Het gansche werk zal voltalling zyn met het verschynen der 50e aflevering, waervan elke slechts 50 centiemen kost. Wy kunnen bedoelde uitgave niet genoeg onzen lezeren aenbevelen.

- Verschenen by J.-P. van Dieren en Cie, te Antwerpen: Geschiedenis van Peeter Coutherele, meïer van Leuven, een volksvriend uit de XIVe eeuw, door H. Sermon. Wy bevelen dit werk onzen lezeren aen; in eene volgende aflevering zal een verslag er over verschynen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken