Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 9 (1863)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 9
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.45 MB)

Scans (23.94 MB)

ebook (10.17 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 9

(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Bescheeden rakende Quinten Massys.
(Zie de Levensschets dezes schilders, Vlaemsche School, D. I, II, III, enz.)

Over eenige jaren gaven wy eene Levensschets uit van den beroemden kunstschilder Quinten Massys; zy is op talryke bescheeden gegrond.

Daer wy thans, by onze intrede in de Archiven der stad Antwerpen, een aenzienlyk getal oorkonden over den grooten meester en zyne familie hebben ontdekt, achten wy het ons ten plichte deze stukken in druk en als byvoegsels aen ons vorige opstel te laten verschynen. Zy zullen den kunstenaer in zyn huisselyk leven beter doen kennen, en het nevelachtige en onzekere doen verdwynen dat, tot nu toe, Quintens daden heeft omgeven.

Wy verdeelen deze oorkonden in verscheidene vakken, en teekenen eerst die aen welke Quinten in het byzonder raken, daerna die welke met zyne bloedverwanten in verband staen; later zullen wy den geslachtboom van den Antwerpschen tak der familie Massys mededeelen en, ten slotte, eene studie der verschillende akten aenbieden.

I.
Massys geeft rekening van de goederen zyner kinderen, (1508).

Gelyk wy in Quintens levensschets hebben gezegd, was deze meester in den echt getreden met Aleidis van Tuylt; in 1508 was deze vrouwe overleden; een familieraed had er ter dier gelegenheid plaets en de volgende akt werd voor het Magistraet van Antwerpen verleid:

1508.
(Sub Vaken & Keyser, bl. 253.)

Jan Massys bontwerkere pro se et nomine van Janne Massys scildereGa naar voetnoot(1) zynen medegessele quem suscepit, Peeter Moys ende Cornelis Peter Celis scrynwerckere naeste vriende ende mage ende geleverde momboren metten rechte van Pauwelse ende Katlinen Massys, wettige kinderen Quintens Massys, daer moeder af was Alyt van Tuelt, welcke kinderen zy by consente van den weesmeesteren deser stadt hier inne vervangen ende geloefden te vervane, bekenden ende verlyden hen van der voerscreve kinderen wegen volcomelick ende al vernuecht gepaeyt gecontenteert ende wel voldaen van den voers. Quintene Massys der voers. kinderen vader, van allen den goeden ende versterffenissen van haven erven ende erfrenten ruerende ende onruerende quaecumque, waer ende tot wat plaetsen die gelegen zyn, als den selven kinderen toecomen bleven ende verstorven zyn van der voersc. Alyt van Tuelt huerer moeder wylen, overmits dien dat hy hem daeraf van al tot al wettige rekeninge scheydinge ende deylinge gedaen, ende mits der sommen van sessentnegentich ponden grooten brabants eens, die hy hen met eenen anderen brieve op heden voer ons gepasseert bekent heeft sculdich zynde, duechdelick vutgecocht ende te vreden gestelt heeft, daer mede de voers. momboren nomine ut supra wel content ende te vreden waren. Quitaverunt. Gelovende.

xv. dach Martii.

Per Moelen et VoordaGa naar voetnoot(2).

II.
Schuldbekentenis van Quinten jegens zyne kinderen.

Den zelfden dag werd nog voor het Magistraet van Antwerpen den volgenden akt verleid, in no 1 vermeld:

De voers. Quintin Massys debet den voersc. zynen twee kinderen, over hen beyden eeven gelyck de somme van sessentnegentich ponden grooten brabants eens toecomende van der selve kinderen moederlycke goeden ende versterffenissen, dandum elcken kinde zyn gedeel terstont ende alsoe schiere als elck gecomen sal zyn tot eenigen state gheestelick of weerlick. Ende soe lange geloefde hy deselve zyne kinderen te houdene van etene dringene linen ende wullen zieck ende gesont redelick ende tamelick na hueren staet, ende den knechte een ambacht te doen lerene, al sonder afslach vander voersc. scult en der selve kinderen coste, unde obtulit se et sua; conditione dat deselve kinderen noch allene behoudende bliven ende hen toebehoorende zyn alle alsulcke erfgoeden quocumque et ubicumque hen bleven van der voersc. Alyt van Tuelt huerer moeder wylen, ende dat de selve Qintin die jaerlickx sal moegen opbueren ende innen ende oick gecrigen tot behoef ende op cost van den selven zynen kinderen.

Eodem die.

Per Moelen et Voorda.

[pagina 127]
[p. 127]

III.
Quinten, die het tafereel de Nood GodsGa naar voetnoot(1) heeft voltooid, vestigt eene rente, ten voordeele zyner kinderen, op het Ambacht der Schrynwerkers van Antwerpen.

Dit belangryk stuk werd voor de eerste mael in 1841 door onzen achtbaren vriend, M. den advokaet Van Lerius uitgegeven; wy hebben het overzien en verbeterd:

1511.
(Sub Vaken & Keyser bl. 27.)

Daneel Goessens ende Jacob Langoore, dekens, Andries Jacops, Gommaer Van der Beke, gesworen, Wouter Imbrechts ende Lucas Verhuelt, oude dekens van den Schrynwerkers Ambachte, in der stadt alhier voer hen selven, ende in den name van den gemeynen gesellen desselfs ambachts, quos susceperunt, ende bekenden dat sy omme eene somme gelts die hen al ende wel es vergouden, ende die voorts bekeert ende beleyt hebben in de betalinge van huer nieuwer tafelen van den Noot Gods, voer hueren outaer in onser Liever Vrouwen Kercke alhier, vercocht hebben wel ende wettelick, Quintene ende Katlinen Metsys, wettige kinderen Quinten Metsys schilders, daer moeder af was Alyt Van Tuylt, t'sjaers erflic, dertich scellinge groten Brabs, prout communiter, alle des voers: Ambachts van den Scrynwerckers goeden van erven, erfpanden ruerende ende onruerende die tselve Ambacht nu heeft ende namaels vercrigen mach; dandum alle jaren op den Sente Jansdach decollacie in Augusto; salvo quod ipse aut sui quitabunt ad placitum ten drie malen met x scellinge te male ende niet meer op dat sy wilden, elcken denier altyt met sesthiene penninge ende met verschenender renten.

xxvi dach Augusti.

Per Beca et Triapain.

IV.
Quinten koopt een huis in de Huidevettersstraet,

1519.
(Sub Gobbaert et Colibrant bl. 77.)

Jan Charles ende jouffrouwe Katline van der Hulst meester Franchoys dochtere eius uxor gaven terve meesteren Quintyne Massys schildere een huys metten hove borneputte fundo et pertinentiis gestaen in de huydevetterstrate tusschen der wedewen ende erfgenamen wylen Peter Denys alias Tacx huys ende erve ex una ende der erfgenamen wylen Henricx van Eynde erve ex altera, tsiaers erflic boven de thiene ponde grote brabants erflic die hy int aenveerden van den voirscreven huyse terstont afleggen moet omme vive ponde elve scellinge sesse penninge grote brabants prout communiter; dandum prima Augusti.

Voirdane soe geloefden zy dat te waerne op twintich oude Ingelsche ende viere hoendre erflic dair men jairlicx vore betaelt twee scellinge sesse penninge grote brabants eenre capelrien vore t'heylich Cruyse tOnser VrouwenGa naar voetnoot(2). Item viere scellinge sesse penninge grote brabants erflic den Goidshuyse van Sinte Margrietendale. Item sevene scellinge sesse penninge grote brabants erflic den erfgenamen wylen Thomaes Roos met hueren medeplegeren ende veerthiene scellinge grote brabants erflic Katlinen van Zelle dair jairlicx vore vutgaende, prout litterae ende anders nyet. Ende dien voircommer ende voirchys geloefde de voirscreven meester Quintyn pro se et suis van prima Augusti proximo voirdaen eeuwelic duerende te geldene ende te betalene sonder mindernisse etc. ende oic sonder etc.

Salvo quod ipse aut sui quitabunt ad placitum ten tweemalen, elcken penninc met sesthiene penninghen alsulcx gelts als na der valuatien van nu cours ende ganck heeft ende met verschenenen renten.

xxviii. dach Julii.

Per Pot & Draeck.

(Wordt voortgezet.)

P. Génard.

voetnoot(1)
Over dezen kunstenaer zullen wy later handel en.
voetnoot(2)
De namen achter de akten gevoegd, zyn die der Schepenen van Antwerpen voor wie de partyen verschenen; de namen aen het hoofd geplaetst, zyn die der Stadssecretarissen.

voetnoot(1)
Dit tafereel, Quintens meesterstuk, bevindt zich thans in het Museum van Antwerpen.

voetnoot(2)
Onze-Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Pieter Marius Nicolaas Jan GĂ©nard

  • over Quinten Matsys


datums

  • 15 maart 1508

  • 26 augustus 1511

  • 28 juli 1519