Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 11 (1865)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 11
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.00 MB)

Scans (24.86 MB)

ebook (8.83 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 11

(1865)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Bij het vijf-en-twintigste verjaarfeest van Hoogleeraar J. David, Als voorzitter van het genootschap ‘Met Tijd en Vlijt’ ter Hoogeschool van Leuven, gevierd den 18 December 1864.

 
..... God zij lof, die U voor ons bleef sparen;
 
Die ons dit vrolijk uur vergunt ons vol gemoed
 
Te ontlasten; U den dank voor al 't genoten goed
 
Te wijden......
 
W. Messchert, De gouden bruiloft.
 
 
 
't Ooft der kennis en der kunsten
 
Werd ons kwistig uitgestort.
 
Tollens, Verstrooide gedichten.
 
 
 
Jamque vale, et penitùs noti tibi vatis amorem
 
Corde exire veta.
 
Statius.
 
Gij weet het, vrienden! Ieder jaar,
 
Wanneer de gure winter nadert,
 
Vindt ons gemoedlijk bij elkaêr,
 
In vromen broederkring vergaderd.
 
 
 
Men ruimt de boeken uit de Hal,
 
Die aan den geest hun voedsel schonken;
 
En, lichaamssterking ten geval,
 
Wordt daar gegeten en gedronken.
 
 
 
En met gezegenden ap'tijt,
 
Gelijk het past aan wakkre magen,
 
Vergunnen we ons, Met Tijd en Vlijt,
 
De volle schotels leeg te vagen. -
 
 
 
Weer, Broeders, zijn wij ten festijn,
 
In vriendencirkel aangezeten;
 
Weer parelt in ons glas den wijn,
 
En graagt de mond naar malsche beten.
 
 
 
Doch heden (Vrienden, 't moet gezegd:
 
Geen bidden helpt er, noch bezwaren!)
 
Dient er gekloven aan 't geregt,
 
In eens voor vijf-en-twintig jaren!
 
 
 
Hier dient gedronken en gesmuld,
 
Wat zwakke maag ook om genaê bidd',
 
En 't glas geleêgd en weer gevuld,
 
Tot meerdere eer van onzen David!
 
 
 
En druk ik op dat onze klem,
 
Denk niet dat ik daarmeê te ver ga:
 
Hij toch is ons en wij zijn Hem
 
Uit ganscher harte, vice-versâ.
 
 
 
En zoo een later neuswijs ras
 
't Genealogisch zocht te klaren,
 
Wat voor een man die David was?
 
Wij willen 't vorschen hem besparen. -
 
 
 
't Geldt niet den teedren jongeling
 
Die, door Gods arm gerust ten strijde,
 
Met slingerworp en reuzenkling
 
Zijn volk van vreemden trots bevrijdde;
 
 
 
Al trok ook onze David op,
 
Ten wakkren kamp aan 't hoofd der zijnen,
 
En deelde hij geweldig klop
 
Aan Belgies letter-Filistijnen.
 
 
 
Want - lieve Vrienden! - ieder weet
 
Dat 't onverdraaglijk kwel- en kruissoort,
 
Van al wat zich Filister heet,
 
Juist niet in Palestina t' huis hoort.
 
 
 
Maar dat ook hier, van 't vreemd gebroed,
 
Er een geduchte portie woonde,
 
Wier stout gezwets en overmoed
 
Den vlaamschen landaard daaglijks hoonde;
 
 
 
En hoe vriend Davids stalen veêr
 
Den vijand prikte, waar hij schuilde;
 
Hoe hij den intkpot zwaaide uit 't leêr,
 
En menig reuzenvoorhoofd builde. -
 
 
 
't Geld meê den koning-zanger niet,
 
Vorst en profeet ten Heilgen Lande;
 
Wiens oosterbeeldspraak 't psalmend lied
 
De hooggestemde snaren spande:
 
 
 
Schoon onze David waerheid sprak,
 
Zoo koen als wie ook uit 't alweet-ras,
 
En hij, in taal- en lettervak,
 
Op 't leergestoelte steeds profeet was.
 
 
 
Schoon hij, op 't spoor van Isrels vorst,
 
Waar 't letterjongske iets had misbrokkeld,
 
Ter boetstraf van den driesten borst,
 
Zoo menig psalmpje heeft getokkeld. -
 
 
 
Van schilder David is geen spraak:
 
Aanbidder, hij, van Griek en Romer;
 
En door het romantiek gekwaak
 
Gescholden als klassieke droomer:
 
 
[pagina 7]
[p. 7]
 
Schoon onze David evenzeer
 
Met alles wat klassiek was dweepte,
 
En 't romantieke afvallig heir
 
Vaak ongenadig de ooren zeepte.
 
 
 
En waar van gene wordt gehoord
 
Hoe zijn penseel den vorm vereerde,
 
Ook deze steeds, met pen en woord,
 
Den zijnen zuivren kunstzin leerde. -
 
 
 
Wie, met dien uitleg niet voldaan,
 
Nu nog naar onzen David vragen,
 
Die zijn te laat vast opgestaan,
 
En langs een dwaalspoor ingeslagen.
 
 
 
Ja! - Held, profeet en schilder saam,
 
En nog professor daarenboven,
 
Dat, vrienden, is de man, wiens naam
 
Wij in dit feestuur dankbaar loven!
 
 
 
Ziet! - Vijf-en-twintig jaren lang,
 
Die hem Gods milde goedheid gunde,
 
Ging hij ons voor met vasten gang,
 
Op 't wijdsch gebied der letterkunde.
 
 
 
En als hij 't spreekgestoelt' beklom,
 
Zijn lessen waren ons te meer waard,
 
Daar nimmer hij met bits gegrom
 
Ons, zijne jongren, heeft geleeraard.
 
 
 
Nooit stond hij stuursch en stijf gebeft,
 
En tot den neus in schoolvostabberd;
 
Gelijk men soms professors treft
 
Veelwetend, - ja, - maar hoogst belabberd.
 
 
 
Zoo'n diep doorplooide en scheeve grijn,
 
Waarop verveling staat te lezen;
 
Zoo'n perkamentsvel in azijn,
 
Zou 't altijd wel geleerdheid wezen?
 
 
 
Kijk blufvertoon en snorkerij
 
Zoo zuur en steeklig als een egel:
 
Aan vlaamsche rondheid, vrank en vrij,
 
Hechtte onze David steeds zijn zegel.
 
 
 
Ja, zachtgeaardheid was het merk,
 
De proef die zijne kunde staafde;
 
Gemoedlijke eenvoud vond hem sterk,
 
Hem, almansvriend en rijk begaafde!
 
 
 
Sta op en spreek', wie 't heeft gehoord
 
Dat ooit hij willens iemand griefde?
 
Verdraagzaam was hij, en zijn woord
 
Sprak louter minzaamheid en liefde.
 
 
 
Zijn taal klonk boeijend, en de schaar
 
Leergiergen, aan zijn' mond gekluisterd,
 
Schoon klein in tal, heeft, jaar aan jaar,
 
Zijn woord in aandacht afgeluisterd.
 
 
 
Zóó vormde David eene school
 
Van ijverende vlaamsche apostelen;
 
Gereed om uit 's lands kapitool
 
Wat walsch of valsch klonk weg te borstelen.
 
 
 
En ziet! - Na vijf-en-twintig jaar,
 
Digt om den meester heengedrongen,
 
Staan ze allen, slagreê, bij elkaêr.
 
Zoo stevig de ouden als de jongen.
 
 
 
De hairen grauw, of zwart als git,
 
Rekruten, zij, of veteranen;
 
Maar voetvast stappende in 't gelid
 
En volgende Alma Maters vanen.
 
 
 
Thans, ja, weergalm' de breede Hal
 
Van feestgedruis en blijde kreten,
 
Waar wij met jublend vreugdgeschal,
 
Den grijzen leeraar welkom heeten:
 
 
 
En danken hem, met vol gemoed,
 
(En vollen kelk, ten boôm geledigd!)
 
Voor al het deeglijk schoon' en goed',
 
Dat hij geleerd heeft en verdedigd;
 
 
 
En wenschen dat nog menig jaar
 
Hij zeetle op hoogeschoolcatheder;
 
Als immer, even kant en klaar,
 
Steeds jong van harte, tong en veder;
 
 
 
En bieden wij den Veteraan
 
(Herinnering aan zijn getrouwen!)
 
Zijn welgetroffen beeldtnis aan,
 
Het blanke marmer uitgehouwen.
 
 
 
Of al den harden steen ontviel
 
Wat adem schenkt, en spraak en leven:
 
De reinheid van de blanke ziel
 
Zal 't kunstgewrocht toch wedergeven!
 
 
 
Zóó moge een later nageslacht
 
Volmaaktheid op die trekken lezen;
 
Opdat ook namaals zij geacht
 
Dien we achten bij zijn levend wezen.
 
 
 
Maar, vrienden! - 'k zeg het: zonder smart
 
Gun ik den naneef 't koude marmer:
 
Want David zetelt ons in 't hart
 
Veel fraaijer nog.... en heel wat warmer!
 
 
 
Dr J. Nolet de Brauwere van Steeland.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Joannes Nolet de Brauwere van Steeland

  • over Jan Baptist David


datums

  • 18 december 1864