Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 11 (1865)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 11
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.00 MB)

Scans (24.86 MB)

ebook (8.83 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 11

(1865)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 125]
[p. 125]

De gouden leeftijd.



illustratie
tafereel van m.e.j. boks, aangekocht door de weledelen heer baron 't serclaes. (Zie bladz. 59.)


Verre, ja verre, zijt gij heengevloden, o gulden tijd der dromen, schoone jaren van goud, rust en vrede! En waarom, zegt mij, zijt gij zoo spoedig voorbij, waarom is uw genot niet bestendig en alzoo een voortdurend heil geworden? - Waarom toch is uw verblijf bij ons van zoo korten duur, dat er ons pas een flauw aandenken van overschiet? - Is menschengeluk inderdaad maar eene schim? en is het dan maar al te waar, dat wij voor zwoegen en foltering, lijden en angst, zweet en tranen, hier op een ellendig brokje gronds geschaard zijn? Neen, die schoone natuur, die frissche jeugd, dit onnoozel en innig besef van welstand en gevoel, bestaan steeds voor ons nog, maar te veel kommer, te veel andere gewaarwordingen hebben ze voor onze oogen met eenen sluier behangen; even als het mos dat gulzig op de statigste gebouwen groeit en door onweêr tusschen de vouwen en de bersten gezaaid, de fijne lijnen en de keurigste teekeningen bedekt, zoo ook is de gulden tijd over onze hoofden heengewaaid, en over onze jonge inbeelding en den lustigen ochtend onzes levens is een koud floers geworpen, dat ons met misachting, maar soms veel meer met spijt doet grimlachen of zuchten bij de tafereelen onzer blijde en gouden jeugd!

En nogtans al worden onze haren jaar op jaar wat grijzer, al ontmoeten wij, heden gehuwd en in vol huisgezin, kinderen gelijk die wij zoo frisch op de schilderij des heeren Boks aantreffen, en die wij ook bij het eene of andere beekje kransjes hebben zien vlechten, doch doet het aanschouwen van eene verbeelding der jeugd geen wee, en al herinnert het ons dat de koperen of

[pagina 126]
[p. 126]

ijzeren tijd sinds lang voor ons ontkiemd is; met genoegen begroeten wij dit terugbrengen tot vroegere jaren omdat het ons geheugen tot den gulden tijd terug roept en met een gevoeliger hart, daar het reeds in den kroes der smart gelouterd is geweest, beseffen wij nogmaals, hetgene wij zoo ruimschoots genoten hebben, die herinnering behaagt uitermate, want zij trotseert de wezenlijkheid, en laat ons een duizendtal gelukkige en aandoenlijke beelden voor het oog zweven, die met geene wereldfeesten in de schaal kunnen gelegd worden, hoe druk deze laatste ook bezocht wezen, en hoe deftig ook de zwarte kleeden en de witte halsdoeken zijn die men er ontmoet: omdat wij te goed weten, dat wij allen, acteur of aanschouwer, thans door schijn en bedrog-tooneelen vermaakt worden, daar wij in den gulden tijd aan lange en hemelzoete feesten deel namen, waarvan natuur, ziel en gevoel alleen de kosten deden!

Gulden jaren, gij hebt voor allen geschenen, maar uitgelezen, zeer uitgelezen zijn zij die u hebben behouden, uit wier armen gij niet ontsnapt zijt. Evenwel blijft het leven voor al wie jong en ideaal is als een bekoorlijke zomerdag voortduren; en blijft voor die schaarsche denkers alles even jong, even gelukkig, even zonder achterdenken noch nijpend voorgevoel, zoo als het op het tafereel des dichterlijken schilders voorkomt. Voor hen behouden velden en wouden immer een behaaglijk en weelderig tooisel, voor hen hangt nooit grijze nevel vóór de blauwe lucht, voor hen komt nooit een schijn van storm de kalme en statige natuur bedreigen; neen, dagen en jaren vlieden vervuld en hartelijk besteed in de minnende aanschouwing der schepping voort, hun bestaan is eene onverpoosde Idylle, gelijk die des gulden tijds des tafereels van M. Boks, Idylle die doet mijmeren met den jeugdigen knaap, doet opblikken met het tenger en diepgevoelend maagdje der schilderij, en met dezelfde ziel toonen uit eene ruwe fluit doet halen, die tevens zuchten als het gemurmel der beek, zuisen als het gewispel der jonge eikenblaren, et tevens wild door de velden heenklinken, als het ongebondene lied der honderde vogeltjes, die in het kreupelhout nesten, spelen en minnen.

Och, mocht het leven zóó eene immer voortdurende Idylle wezen, wat zou ik God te danken hebben. Welnu, toeft geen stond uw dankbetuigen uittedrukken, want eene herinnering, een blik brengt u tot den gulden tijd weder; het tafereel eens jongen en veelbelovenden schilders brengt u tot die verre jaren terug, wanneer gij, lezer, ook zoo diep gevoelend als zijne beide jongelingen waart, wanneer gij met zoo veel geloof de natuur bemindet en haar overal Virgilius oproep tot het buitenleven met volle borsten voordroegt:

 
‘O tantum libeat mecum tibi sordida rura,
 
Atque humiles habitare casas et figere cervos,
 
Hoedorumque gregem vividi compellere hibisco!
 
Mecum una in silvis imitabere Pana canendo.’

Eene Idylle! eene herinnering! een heilzame stond! onschatbare gewaarwordingen bij het aanschouwen eens tafereels! dit alles is dank en erkentenis waard, dit alles heeft Boks dichterlijken gulden tijd doen onstaan. Schilder, uwe kunst balsemt en lenigt zoo menig hart!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken