Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 12 (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 12
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.33 MB)

Scans (25.55 MB)

ebook (8.04 MB)

XML (1.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 12

(1866)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronijk.

Antwerpen. - In de O.-L.-Vrouwekerk, boven de kerkdeur langs de Lijnwaadmarkt, is het glasraam geheel hersteld, dank aan de kunstliefde van den kerkmeester M.J. Fuchs. De voorafgaandelijke studiën desaangaande werden gemaakt door MM. Frans Gons en P. Génard. De herstelling werd gedaan door M.H. Dobbelaere, glasschilder te Brugge, onder 't toezicht eener commissie, bestaande uit MM. Nic. de Keyser, H. Leys en P. Génard.

Het glasraam werd in 1616 door Cornelis Cussers vervaardigd en verbeeldt de aartshertogen Albertus en Isabella voor een kruis knielende; achter hen hunne patronen de H. Albertus, bisschop, en de H. Elisabeth van Hongarië; in het verschiet de kerk van Scherpenheuvel, door de zorgen dezer vorsten opgebouwd. In de portiek welke zich boven de aartshertogen verheft, bevinden zich de twee andere patronen der aartshertogin: de H. Clara en de H. Eugenia.

In het bovengedeelte van het glasraam ontwaart men de wapens van Albertus en Isabella, en het kenteeken van dezen vorst, eene hand: houdende een zwaard omkranst van Lauweren, en de leus: pulchrum clarescere utroque, zijne driekleurige vlag: rood, wit en blauw en de oude vlag van Bourgondië.

Onder op het glasraam, bij het vroegere opschrift heeft men, te dezer gelegengeid, het volgende geplaatst:

[pagina 138]
[p. 138]
Insigne hoc monumentum
anno
MDCXVI
a Joanne Baptista Vander Veken delineatum
a Cornelis Cussers confectum
anno
MDCCCLXVI
munificentia
ornatissimi viri Jacobi Fuchs
hujus ecclesioe oedilis
Petri Genard et Francisci Gons ductu et consilio
Henricus Dobbelaere restauravit
.

- Achter het hooge altaar in de kapel aan den Nood-Gods toegewijd, heeft men nog twee glasraamen geplaatst, uitgevoerd door M. de Bethune, van Gent. Binnen kort zal het derde geplaatst worden en dan zullen wij er eene volledige beschrijving van mededeelen.

De milde geefster der drie ramen is Mejuffer van Praet. Moge zij navolgers vinden!

- Bij het bezoek dat HH. MM. de Koning en de Koningin den 25n Augustus ll. te Antwerpen aflegden, hebben zij de muurschilderingen bezichtigd welke door Bon Hendrik Leys in het Stadhuis en door den heer N. de Keyser in de trapzaal van het Museum van oude meesters uitgevoerd worden. In het Stadhuis heeft Z.M. hare hooge ingenomenheid met het werk van den heer Leys te kennen gegeven, en, ten genoege van vele daar aanwezigen, met luider stemme de Vlaamsche opschriften, welke boven de muurschilderingen van den heer Leys voorkomen, gelezen. De heeren Jos. Schadde, bouwmeester en P. Genard, archivist, werden aan Z.M. voorgesteld, als zijnde den heer Leys voor de uitvoering van zijn belangrijk werk dienstig geweest. Wij hebben het genoegen gehad de voltooide muurschilderingen van den heer Leys te zien; zij mogen werkelijk schoon genoemd worden. In eene volgende aflevering zullen wij er de beschrijving van mededeelen. Verders hebben HH. MM. zich begeven naar het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, waar zij plechtig ontvangen werden door de bestuurleden der vereeniging en eene talrijke schaar leden; de heer voorzitter J.F. Loos heette de doorluchtige bezoekers welkom en dankte den Koning voor de bescherming die hij, niet alleen aan het Verbond, maar aan de kunsten in het algemeen verleende, van toen hij nog hertog van Brabant was.

Z.M. beantwoordde deze toespraak met veel welwillendheid en zegde zich nog goed te herinneren den eersten steen van het lokaal van het Verbond te hebben gelegd. Geestdriftige toejuichingen begroetteden deze woorden van Z.M.

Op den trap zegde Z.M. aan de Koningin dat het lokaal der maatschappij nu geheel wat anders was dan voor pas eenige jaren, toen het nog slechts op doek bestond.

Boven gekomen bood mevrouw Legrelle-Dhanis de Koningin eenen prachtigen bloemtuil aan. Onmiddellijk nadat HH. MM. binnengetreden waren in de groote zaal, welke, even als de inkoom, gansch met volk bezet was, welk niet in gebreke bleef geestdriftige toejuichingen te doen hooren, werd er eene schoone cantate voorgedragen onder de leiding van den heer F. Callaerts, door wie dezelve getoonzet was. De woorden der cantate waren van den heer Boucquillon. De voordracht was uitmuntend, ook hebben HH. MM. den heer Callaerts geluk gewenscht over zijne samenstelling en de goede uitvoering, en de talrijke dames, die aan de uitvoering deel genomen hadden op de meest heusche wijze bedankt.

Daarop werd met veel eenheid het Alleluia van Händel gezongen. Reeds was - dank zij den iever der heeren J.B. Huysmans en Verhoeven-Bal - de groote zaal versierd met twee van de schilderingen waarover wij in onze laatste aflevering gewaagden. De vorst onderhield zich eenige minuten met de twee voornoemde kunstenaren, welke hij zich had doen voorstellen; ook legde hij een bezoek af in de tentoonstelling, ingericht door de leden der afdeeling van schoone kunsten des Verbonds. De tentoonstelling was te dezer gelegenheid met puikstukken van de volgende meesters versierd: A. Achenbach; E. Black; B.C. Koekkoek; Ch. Verlat; Madou; Ferd. De Braekeleer; Eug. De Block; Verhoeven-Ball, H. Robbe; Baron H. Leys; Jos. Lies; G. Pieron; P.J. Clays; G. Guffens; Jos. Linnig; Jacob-Jacobs; J. Ducaju; Necker-Worms en Jos. van Lerius.

- Op 24 Juli had in het Verbond voor kunsten, letteren enz., ten 8½ ure, een symphonisch concert plaats, waarop eene der schoonste samenstellingen van Haydn werd uitgevoerd. Tenzelfden tijde was het borstbeeld van Leopold II tentoongesteld, het eerste dat, sedert 's vorsten troonsbeklimming, volgens natuurlijke grootte, is vervaardigd en waarvan de uitvoering aan onzen bekwamen beeldhouwer J. Ducaju is toevertrouwd geweest.

- Op 15 Augustus heeft de maatschappij der koninklijke Harmonie een liefdadig concert, in haar winterlokaal gegeven, ten voordeele der weduwen en weezen van de slachtoffers der heerschende ziekte.

De twee koors: Les Chevaliers de Jerusalem en le Chant des Matelots, waarmede de zangafdeeling, op den prijskamp van Luik, den eersten prijs behaalde, werden uitmuntend gezongen; mej. V. Le Delier bezit eene schoone stem; zij zong een paar stukken, waarmede zij veel bijval bekwam. Onder de andere uitgevoerde stukken, moeten wij vooral melding maken van de overschoone overschrijving van het opera Faust. Al de stukken werden daverend toegejuicht, en de ontvangst voor de weduwen en weezen was zeer groot.

- Het Kruidkundig genootschap geeft sedert eenigen tijd een Tijdschrift uit, waarvan reeds zes afleveringen verschenen zijn, en dat vele goede artikels over land- en tuinbouwkunde, alsook over verdere natuurwetenschappen bevat. Er verschijnen per jaar 12 afleveringen, ten prijze van 4 fr. voor België en 2 gulden voor Holland.

- Op voorstel eener Commissie samengesteld uit de heeren L. Gerrits, F.-J. Matthyssens, L. Mathot, F. Carpentier, D. Sneijders en F. van Spilbeeck, heeft de Gemeenteraad in zijne laatste zitting, met eenparige stemmen het volgende besluit genomen:

‘Voor de stukken die in ééne taal worden opgemaakt zal het Gemeente-bestuur zich bedienen van het Nederduitsch.

‘Het Fransch alleen zal, bij uitzondering, mogen gebruikt worden, wanneer ernstige redens daartoe bestaan.’

- Van den brand, die dezer dagen de petroleummagazijnen der Groote gans vernielde, worden door het Photographisch genootschap zeer fraaie platen verkocht.

- Op 26 Augustus, ten 3 ure, is er op het hoekhuis van M. Reynen, Noord- en Hoornstraat, een in steen door de heeren gebr. Goemans vervaardigd beeld van den H. Rochus ingehuldigd

[pagina 139]
[p. 139]

geworden. Het beeld, vroeger op dien hoek gestaan hebbende, werd in 1566 door de beeldstormers vernield.

- M. Albrecht Jacobs, zilverdrijver, heeft een prachtig in zilver gedreven schild vervaardigd voor de broederschap van O.-L.-Vrouw-van-Goed-Succes, in de kerk aan den H. Antonius toegewijd.

Het middengedeelte stelt O.-L.-Vrouw voor met het kindje Jezus en engelen; het is even als de omlijsting zeer keurig gedreven.

- Verschenen in de Bibliotheek van oorspronkelijke tooneelstukken, 2n jaargang, nr 6: Antoon Van Dyck, zangspel in een bedrijf; en nr 7, de Ouders, tooneelspel in twee bedrijven door B. De Block. Het volgende nummer zal bevatten: de Doe-dijners, kluchtspel in een bedrijf, zijnde een onuitgegeven stuk van wijlen P.F. van Kerckhoven.

Mechelen. - Onlangs had te Leuven eene vergadering plaats der vermaardste muzikanten van Europa. Onze lezers herinneren zich dat, op voorstel van M.X. van Elewyck, de afdeeling van godsdienstige muziek in het Congres van Mechelen een grooten prijskamp van kerkmuziek geopend heeft.

Er was kwestie eene mis te maken voor 4 stemmen en orgel, van een Graduel en Offerande, alles geschikt voor de buitenkerken, en eindelijk een plechtig motet voor een lof van het Allerheiligste Sacrament.

Er zijn 66 stukken ingezonden; zij komen uit België, Frankrijk, Engeland, Spanje, Rome, Italië, Oostenrijk, Pruisen, Beieren, Wurtemberg, de Duitsche hertogdommen. Verscheidene vorstelijke kapelmeesters hebben deel genomen aan den prijskamp.

De eerste prijs bestaat in eene som van duizend franken, een gouden eermetaal en het recht voor den prijswinner om zijn stuk zelf te verkoopen. De tweede prijs is een verguld eermetaal, eene som van vijf- tot zevenhonderd vijftig franken, volgens de verdiensten van het werk, en het schrijversrecht aan den mededinger voorbehouden. Eindelijk zullen er zeer eervolle meldingen en eervolle meldingen zijn.

De jury vergaderde in de groote zaal der hoogeschool, den 18, 19, 20 en 21 Augustus.

Voor Frankrijk. - MM. Hector Berlioz, Ch. Gounod, J. d'Ortigue, van het Journal des Débats, alle drie van Parijs.

Voor Duitschland. - MM. Ferdinand Hiller, koninklijke kapelmeester en bestuurder van het Rheinissche Verein, te Keulen; Damke, toonzetter van Hannover; Ferdinand Kufferath, professor van harmonische toonwijze te Brussel.

Voor Engeland. - Pater Maher, van Londen.

Voor Holland. - M. Verhulst, bestuurder der muziekschool Felix Meritis, te Amsterdam.

Voor België. - MM. Fétis, vader, kapelmeester des Konings; Soubre, bestuurder der muziekschool van Luik; Lemmens, eerste orgelist des Konings; Gevaert, tooneel-komponist te Parijs; kanonik Devroye, van Luik.

MM. Ch. Vervoitte, bestuurder der academie van kerkmuziek te Parijs, en X. van Elewyck, vervulden de bediening van secretarissen.

Zie hier den uitslag van den grooten internationalen prijskamp voor godsdienstige muziek, welke door de muziekafdeeling van het congres van Mechelen was geopend:

Er waren 66 mededingers uit België, Frankrijk, Engeland, Oostenrijk, Pruisen, Beieren, Wurtemberg, de Duitsche hertogdommen, Rome, Italië, Spanje en Holland.

1e prijs, een gouden eerepenning en 1000 fr. aan M.E. Silas, Nederlandsch toonkundige, orgelist eener katholieke kerk van Londen.

2e prijs, een vergulden eerepenning en 500 fr. aan M.G. Preyer, kapelmeester der hoofdkerk van den H. Steven, te Weenen.

3e prijs, 250 fr. aan M. Habert, orgelist te Gmunden (Oostenrijk).

De jury heeft betreurd dat de vervaardigers der stukken Soli Deo tia en Gra ich Dien, niet tot den prijskamp konden toegelaten worden.

- De prijskamp voor christene kunst, te Mechelen geopend, heeft den volgenden uitslag opgeleverd:

Ontwerp van hoofdaltaar met tabernakel, bestemd om in eene rondbogige kerk (stijl der XIIIe en XVe eeuw) geplaatst te worden. - Vier ontwerpen; doch geen is bekroonenswaardig geoordeeld, hoewel twee van dezelve een groot talent bij hunne vervaardigers verraden.

Borduurwerk. - Een kamper. De toegezondene banier is, als uitvoering, een der merkwaardigste stukken die, sedert de herleving der christene kunst vervaardigd zijn. In het midden is het eene voorstelling van het Lam Gods, rechtstaande op een altaar, van waar, als eene fontein, de stroom van het leven vliet; nevens het altaar zijn twee groepen engelen; lager, bezijden de fontein, knielen een Paus, een bisschop en een monik, rechts; een Keizer, eene Koningin, enz., links.

De banier is niet kunnen bekroond worden omdat zij geene eenheid van stijl bezit, en er eene verwarring van symbolism en kleuren in is. Ten aanzien van de voortreffelijke uitvoering, en van de zorg, waarmede de kunstenaar tot de kleinste bijzonderheden geteekend heeft, is de 2e prijs, met verhooging van fr. 200 aan den vervaardiger toegekend.

Naar het schijnt is deze banier vervaardigd naar de teekeningen en onder leiding van M.W.G. Brangwijn, bouwmeester te Brugge.

Brussel. - Ter gelegenheid der 35ste verjaring van 's Konings inhuldiging, werd, in de Ste Gudulakerk, het schoone Te Deum van P. Benoit uitgevoerd door 200 muzikanten.

De Koning, de Koningin en de Graaf van Vlaanderen woonden het Te Deum bij.

- Op 24 September zal er in het hertogelijk paleis aldaar een muziekfeest plaats hebben dat niet zonder belang zal zijn voor de Vlaamsche kunst; men zal er het oratorio Lucifer uitvoeren.

Talrijke vrouwenstemmen uit Antwerpen, Brussel en Gent zullen deel aan de uitvoering nemen even als het orkest van de Koormaatschappij van Gent en het orkest van den koninklijken Muntschouwburg. De Vlaamsche zang zal dan dit jaar in de hoofdstad een ruim deel nemen in de feesten; den eersten dag zingt men in den Augustijnen tempel de bekroonde cantate De Wind, waarvan wij de woorden op bladz. 110, 1865, hebben medegedeeld.

Den 30n Sept. zullen de vereenigde zangmaatschappijen te Sint-Joost-ten-Noode de koor Het Vaderland uitvoeren.

Deze drie stukken, waarvan de woorden in de Nederduitsche taal zijn gesteld door den talentvollen dichter Emmanuel Hiel, moeten den besten invloed uitoefenen; ook zijn er vele dames uit de hoogere

[pagina 140]
[p. 140]

rangen der samenleving, die wellicht nooit in het Vlaamsch gedacht hebben en die nu, dank aan E. Hiel, in onze moedertaal zingen zullen.

- De driejaarlijksche tentoonstelling van schoone kunsten werd op 8 Augustus geopend; zij is zeer belangrijk. Er zijn ongeveer 1200 tafereelen tentoongesteld.

De jury voor de plaatsing en de belooningen, is als volgt samengesteld: Schilderkunst: MM. Verlat, Slingeneyer, Stallaert, Dillens, Quinaux; beeldhouwkunde: MM. Simons, Jacquet; bouwkunde. M. Suys; graveerkunde: M. Franck.

Bij koninklijk besluit van 28 Juli, werden aan de jury van plaatsing toegevoegd, om de jury der belooningen uit te maken: MM. F. Willems, kunstschilder te Parijs; Canneel, bestierder der Academie van schoone-kunsten te Gent; F. Pauwels, kunstschilder te Weimar en Lamorinière, kunstschilder te Antwerpen.

- Het Staatsblad van 24 Juli bevat een koninklijk besluit meldende dat er nieuwe munt met het afbeeldsel van Leopold II, zal geslagen worden

Op het vijffrankstuk zullen, rondom het hoofd, de woorden staan: Léopold II, Roi des Belges; langs den anderen kant het wapenschild van België, waarboven de koninklijke kroon, omringd van twee olijftakken, met de zinspreuk: l'Union fait la force; langs weerszijden het schild, de aanduiding der waarde, en onderaan het jaartal.

Rondom op den kant van het stuk zullen de woorden staan: Dieu protége la Belgique.

Er zullen ook stukken van 2 en van 1 frank alsmede van 50 centiemen geslagen worden.

Het nieuwe pasgeld van 2 fr., 1 fr. en 50 c. draagt langs de eene zijde een schild, gesteund op den scepter en de hand der rechtvaardigheid, kruislings over elkaar en omringd met het halslint der Leopoldsorde en de spreuk: l'Union fait la Force (Eendracht maakt Macht). In 't midden des schilds staat de waarde van het geldstuk aangeduid.

Waarom de Staatsregeering zich weigerachtig toont ten minste zooveel munt met Vlaamsche als met Fransche opschriften in omloop te brengen, is ons onverklaarbaar; ons dunkt dat de Vlaamschsprekende bevolking toch zoowel als de Waalsche het recht heeft, in hare taal de muntopschriften te lezen.

- De koninklijke Academie van België (klas van letteren en zedelijke en politieke wetenschappen), heeft voor 1868 de volgende prijsvragen uitgeschreven:

1o Den invloed aanduiden welke de inrichting der Saksische koloniën op de zeden en instellingen van Vlaanderen heeft uitgeoefend. - Prijs 1000 fr.

2o De geschiedenis schrijven der staatkundige en bestuurlijke betrekkingen, welke tusschen België en het graafschap Bourgogne hebben bestaan, tot aan de vereeniging van dit laatste land met Frankrijk onder Lodewijk XIV. - Prijs 600 fr.

3o Eene memorie schrijven over het leven en de regeering van Septimus Severus. - Prijs 600 fr.

4o Jan Lemaire als dichter en prozaschrijver beschouwen. - Prijs 600 fr.

5o De verschillige kiesstelsels doen kennen, welke achtereenvolgens bij de oude en hedendaagsche volken bestonden en bestaan. Tenzelfden tijde den geest doen uitschijnen waarin die stelsels zijn opgevat en de uitkomsten er van beoordeelen voor de burgerlijke en politieke vrijheid, voor de orde en den bloei dezer volken. Prijs 1200 fr.

6o Een tafereel maken van den toestand der wijsbegeerte, op 't oogenblik dat de revolutionnaire bewegingen zijn uitgeborsten, welke Europa in 1848 hebben beroerd; den invloed op die bewegingen en wederkeering doen uitschijnen, en het tafereel besluiten met de geschiedenis der wijsbegeerte van 1848 tot nu. - Prijs 1000 fr.

De memoriën moeten voor 1 Februari 1868 aan den bestendigen secretaris M. Quetelet, te Brussel, ingezonden worden.

- Bij ministerieel besluit van 23 Augustus ll. is eene commissie benoemd met het doel om de grondslagen te bestudeeren tot het inrichten van eenen bond der muziek-maatschappijen des lands om jaarlijks festivals van klassieke muziek te geven. Zijn tot leden van die commisie benoemd:

De heeren Fetis, bestuurder van het conservatorium van Brussel, voorzitter; Hanssens, orkestmeester, tweede voorzitter; Soubre, bestuurder van het conservatorium van Luik; Royer de Behr, volksvertegenwoordiger; Fischer, bestuurder van Réunion Lyrique, te Brussel; Van Volxem, bestuurder van de zangafdeeling der Artisans-Réunis, te Brussel; Callaerts, bestuurder der muziek-maatschappij van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, te Antwerpen; Possoz, bestuurder der Liedertafel, te Antwerpen; Mechelaere, bestuurder der Koormaatschappijen van Brugge en Gent; Brondeel, bestuurder der Melomanen, te Gent; Denefe, muzikant te Bergen, bestuurder; Vercken, bestuurder der Legia te Luik; Claes, bestuurder der koninklijke maatschappij van muziek en rhetorika, te Hasselt; Stapleaux, bestuurder der Bardes de la Meuse, te Namen; Bender, muziekmeester van het gidsenregiment, te Brussel; Lintermans, toondichter, te Brussel; Samuël, bestuurder der volksconcerten, te Brussel; Robert van Maldeghem, toondichter, te Brussel; Bouillon, zangmeester in de lagere scholen, te Brussel; Benoit, toondichter, secretaris.

- Door den heer Bortier is het borstbeeld van Coebergher, een der vermaardste mannen van de XVIIe eeuw, aan het museum van geschiedkunde te Brussel geschonken. Coebergher was schilder, beeldhouwer en tevens ingenieur; het museum van Brussel heeft van hem o.a. eene Begrafenis van Christus; de schoone kerk van het Brusselsch begijnhof is volgens zijne teekening gebouwd; maar zijn grootste werk is het droogmaken van een zeer uitgestrekt moeras, ten zuidwesten der stad Veurne gelegen. Die aan het water ontwoekerde grond draagt den naam van Moere, en is thans de vruchtbaarste vlakte, van geheel Veurne-Ambacht. Het borstbeeld is vervaardigd door M. Pichery, beeldhouwer te Brugge.

Gent. - Van den heer Napoleon Destanberg is verschenen eene Nederduitsche overzetting van Molière's Tartufe.

Dixmude. - De maatschappij de Ware van Duyse 's Vrienden heeft op 9 Juni haren voorzitter, den heer G. de Breyne-du Bois een prachtig feestmaal aangeboden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken