Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 12 (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 12
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.33 MB)

Scans (25.55 MB)

ebook (8.04 MB)

XML (1.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 12

(1866)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronijk.

Antwerpen. - Tot ons groot leedwezen moeten wij aanstippen dat men de afbraak der Berchemschepoort begonnen heeft en met eenen buitengewonen spoed voortzet. Men had nogtans een zoo goed gebruik kunnen maken van dezen bouw en hem uitwendig tot een prachtig gedenkteeken herstellen. Het is eene bittere teleurstelling voor alwie eenig betrouwen stelde in den kunstgeest der regeering.

- Men heeft in de O.-L.-Vrouwekerk de 4e statie geplaatst, verbeeldende: Jesus ontmoet zijne lieve Moeder; dezelve is door M. Hendrickx vervaardigd.

- Volgens wordt gemeld, laat de heer baron Nottebohm in de Noordstraat eene zaal bouwen, waarin publiek zullen tentoongesteld worden de talrijke schilderijen, welke baron Nottebohm geërfd heeft van zijnen onlangs in Nederland overleden broeder.

- Verschenen: l'Escaut, son passé, son présent, son avenir par Victor Jacobs, advocaat en lid der Kamer van volksvertegenwoordigers.

- Verschenen bij J.P. Van Dieren, de vierde uitgave van Zinnelijk en Zedelijk Aanschouwings-Onderwijs, leesboek voor lagere scholen, naar het Hoogduitsch door M. Grein.

- Van den heer P. Cautereels zijn verschenen in de bibliotheek de Familiekring twee novellen getiteld: Jan de Schalk en de Vondelinge.

Over den titel de Familiekring zullen wij doen opmerken dat de uitgever den aard onzer taal (wat betreft het gebruik van dat woord) getrouwer blijven zou, indien hij zijn maandwerk onder den naam de Huiskring liet verschijnen.

- Van den heer Lodewijk Torfs is verschenen: Het koningsfeest van hertog Jan IV.

- Bij koninklijk besluit van 11 September is M.A. Goemaere tot leeraar van geschiedenis, kleederdrachten en oudheden bij de koninklijke Academie van Antwerpen benoemd.

Brussel. - M. Fl. van Loo, van Gent, is door de comissie der tentoonstelling van schoone kunsten gelast geworden met de vervaarding van de steendrukteekening der schilderij van M. Webb, van Dusseldorf: de oneenigheid door het spel, die als premie zal gegeven worden aan de nemers van een zeker getal loten.

Gent. - Bij het bezoek van Z.M. Leopold II, werd de heer Minard, bouwkundige aldaar, tot ridder der Leopolds-orde benoemd. Z.M. Koning Willem III van Holland, heeft hem insgelijks de ridder-orde der Eiken-Kroon gezonden. Het koninklijk besluit zegt, dat het eere-kruis M. Minard wordt gegeven ‘als een blijk der hooge welwillendheid van Z.M. en als herinnering aan de vroegere diensten door hem tijdens zijn verblijf in Holland bewezen en de goede uitslagen waarmede zijne debuts in zijne kunstloopbaan werden bekroond.’ De Minister van Holland, M.L. Gerrick, heeft bij het overhandigen van de decoratie aan M. Minard, er een zeer vleiend compliment bijgevoegd.

- Van den baron Julius de Saint-Genois is verschenen eenen bundel novellen, getiteld: les Flamands d'autrefois.

Dendermonde. - In de drukkerij van M.F.J. Ducaju, is verschenen: De opvoeding der Blinden, gevolgd van de levensschetsen der voornaamste nietziende personen, door Joseph Lemmen, oud-leerling van het koninklijk gesticht voor blinden en doofstommen te Brussel. - Prijs 2 fr.

De schrijver van bovengemeld boek, dat 200 blz. bevat, is zelve met blindheid getroffen.

Audenaarde. - Het zondagsblad dat alhier verschijnt deelt het volgende mede:

‘Den 14 dezer, heeft de genaamde Karel Symaeys, van Petegem, nabij onze stad, in dat gedeelte der Petegemsche-meerschen, geheeten het Zavelbunder, toebehoorende aan den heer baron Pycke, 250 oude muntstukken van verschillige grootte uitgedolven. Deze stukken dragen de beeldtenissen van Romeinsche Keizers, waaronder men die der Keizers Antonius, Pius, Maximinus, Commodus, Caligula, Severus Septimus, en nog eenige anderen klaarblijkelijk kan onderscheiden. Deze stukken dagteekenen van de Ie, IIe en IIIe eeuw onzer tijdrekening, en mogelijk nog van vroeger, daar er velen zijn, die men niet goed kan onderscheiden.’

Luik. - Een der meest indrukwekkende feesten, die te Luik bij het bezoek des Konings plaats hadden, was de onthulling van het standbeeld van wijlen Dumont, den beroemden Luikschen aardkundige. Er werden drie redevoeringen uitgesproken, namens de inteekenaren, de hoogeschool van Luik, en de leerlingen van Dumont. Toen het doek, dat het beeld omhulde, werd weggeschoven, ontdekte de Koning zich het hoofd, onder het geestdriftige gejuich des volks. De plechtigheid geëindigd, bleef de Koning nog eenige oogenblikken staan, en naderde alsdan eene groep dames op de estrade. Het waren de moeder, de weduwe en de zuster van Dumont, met zijne twee zonen. De Koning groette de weduwe van den geleerde, en deze hulde deed haar, die er 't voorwerp van was, in tranen losbersten. Vervolgens sprak hij eenige woorden tot de kinderen.

[pagina 156]
[p. 156]

Buitenland.

's Hertogenbosch. - De commissie ter herstelling van de Hoofdkerk, heeft eenparig met de kerkfabriek besloten tot het wegnemen van het hoogzaal, die de Priesterkoor van het middenschip afscheidt, en dien te doen vervangen door een houten afsluiting, overeenkomstig met den stijl dezer schoone kerk.

Een onzer abonnenten schrijft ons het volgende:

‘Wij juichen dit voornemen zeer toe, daar het aanzicht der kerk buitengewoon hierdoor zal winnen, vermist de harmonie van 't geheel zoo doende wordt hersteld, dewijl de jubé van stijl verschilde met dit schoone gedenkstuk der XVe eeuw. De kolommen van den jubé zijn van marmer; de bogen en kroonlijsten, van zwart marmer, zijn met bas-reliefs versierd die de zeven werken van barmhartigheid voorstellen en even als de beelden van albast zijn.

De kerkfabriek heeft besloten dezen jubé te verkoopen; en daar hij nog in zeer goeden staat is, zoo zouden de beelden, kolommen, enz., zeer goed kunnen dienen in eenige kerken der XVIe-XIXe eeuw.’

Lochem. - In de protestantsche kerk te Lochem (Holland) heeft men onlangs, bij het herschilderen, merkwaardige muurschilderingen ontdekt.

Men is thans bezig het stuk verder van de kalklaag te ontdoen, waarmede het nog gedeeltelijk bedekt is. Voor zoover men nu kan oordeelen, bestaat het stuk uit twee gedeelten. Aan de eene zijde ziet men het beeld der H. Maagd, doch dit beeld is nog niet genoeg ontbloot, om er eene volledige beschrijving van te geven. Aan de andere zijde, van de vorige gescheiden door eenen pilaar, staat het beeld van een man, gebonden aan eenen boom en met verscheidene pijlen in het lichaam. Aan zijne voeten, doch van hem afgekeerd, ligt een vrouwenbeeld in biddende houding op de knieën, maar dit beeld is veel kleiner en in geen verband tot het andere. In de hoogte ziet men banieren met een kruis en andere teekenen op, doch hoedanig deze in verband staan tot het benedengedeelte, kan nog niet gezegd worden.

Wat het stuk voorstelt, is niet twijfelachtig. Het is de marteling van den H. Sebastiaan, die de schilder tot onderwerp heeft gekozen. Sebastiaan, geboren in Narbo, leefde onder de regeering van Keizer Diocletiaen en was bezield men een heiligen iever, om het christendom te verbreiden. Als soldaat zocht hij in het leger velen te bekeeren, hetgeen ontdekt werd en waarop de Keizer hem bevool zijn geloof af te zweren. Hieraan niet willende voldoen, werd hij veroordeeld, om met duizende pijlen doorschoten te worden. Nadat hij deze marteling ondergaan had, werd zijn lichaam aan eenen boom gebonden. In dezen toestand vond hem Irene, eene vrome christene, die zijn lijk des nachts wilde begraven, doch bemerkende dat hij nog leefde, alle middelen tot zijn herstel aanwendde en hierin gelukken mocht. Hij was nog eenige jaren tot uitbreiding van het christendom werkzaam, maar werd in 287 ter dood gebracht.

De muurschildering schijnt met waterverf vervaardigd te zijn, hetgeen wellicht tot bewijs voor de oudheid van het stuk kan strekken, daar men de vervaardiging met eenige waarschijnlijkheid dan kan opvoeren tot voor de XIVe eeuw, hetgeen geene tegenspraak ontmoet in den ouderdom der kerk. De kerk werd reeds in 1134 door Eringard, gravin van Zutphen, aan het kapittel van Zutphen gegeven.

Nijland. - De vrij hooge toren van het Hollandsche dorp Nijland, gemeente Wijmbritseradeel, die onrustbarend scheef stond en binnen korten tijd dreigde om te vallen, is als door een wonder weer recht opgezet. De gedachte van dit werk, in het brein van een timmermansknecht opgekomen, door zijn baas overgenomen en uitgewerkt en door den heer Troost, bouwmeester, goedgekeurd, mocht eindelijk ook de ondersteuning der kerkvoogden erlangen en zoo tot een goed einde komen. Door langzame onderbooring en wegruiming van aarde van onder de hooge zijde der fondamenten is men er in geslaagd den toren weder in zijn evenwicht te krijgen.

Berlijn. - Men meldt uit Berlijn, dat de laatste oorlog de aandacht heeft doen vestigen op eene zaak, welke sedert eenige jaren zeer dikwils in Duitschland is aangeroerd. In 1805 werden de schilderijen, welke het museum van Dusseldorf samenstelden, onder voorwendsel van het gevaar van eenen inval, naar Munchen overgevoerd. Er worden op dit oogenblik bij het Pruisische Staatsbestuur pogingen aangewend, opdat de stad Dusseldorf op nieuw in het bezit zou komen van hare verzameling schilderijen, welke sedert 61 jaren in de Beiersche hoofdstad werd gehouden.

Rusland. - In een tumulus of grafheuvel nabij Ekaterinoslair, heeft men onlangs een aantal zeer merkwaardige kostbaarheden gevonden, die blijkbaar aan een opperhoofd der Hunnen hebben toebehoord.

Onder meer, vond men daar eenen zwaren diadeem van goud, waarop eene camée op amethijst met het borstbeeld van een man; op den rand van den diadeem ziet men herten verheven gewerkt; het kunststuk is van Romeinschen oorsprong en zeer oud.

Voorts vond men een zwaren halsketen, armbanden en twee kostbare bekers, waarvan de ooren of handvatsels dieren voorstellen. Nog vond men in het Hunnenbed verscheidene kleine smeer- of vetdoosjes, zoo als die nog heden ten dage door de volken van den Kaukasus en de steppen-bewoners worden gebruikt tot bewaring van het vet, dat zij op hunne klingen en andere wapens smeren, om die tegen roest te bewaren.

Al die voorwerpen zijn van het fijnste goud en van eene wonderlijke schoonheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken