Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 12 (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 12
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 12Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.33 MB)

Scans (25.55 MB)

ebook (8.04 MB)

XML (1.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 12

(1866)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De uitvinding der stoomkracht.

Ruim twee eeuwen geleden, in het jaar 1630, stond de ingenieur Salomon de Caus op zekeren dag in het kabinet van de Richelieu, den machtigen minister van Lodewijk XIII van Frankrijk; de Caus sprak op smeekenden toon en met gevouwen handen:

- Om Gods wil bid ik uwe hoogheid mijn werktuig door kundige mannen te laten onderzoeken, opdat mijn vaderland niet van de vruchten eener uitvinding beroofd worde, waarvan de gevolgen onberekenbaar zijn. Mijn werktuig drijft door stoomkracht schepen en wagens met ontzettende lasten beladen voort en brengt eenen afstand van mijlen op minuten. Als ik u misleid heb, geef dan mijn hoofd aan het zwaard van den beul over!

Richelieu wisselde een blik met zijnen geheimschrijver, en antwoordde koel:

- Gij zijt ziek naar lichaam en geest, Salomon de Caus; al was uwe uitvinding goed, dan nog is de tijd niet daar, om landen en volken met tooverkracht aan elkander te binden; eerst moet de ontwikkeling der volkeren hooger vlucht hebben genomen, voor dat zulk eene uitvinding zege kan aanbrengen. Ga, gij zijt ziek!

- Neen, ik ben gezond, maar ik zal het verstand verliezen, als men voortgaat overal mijne uitvinding te bespotten en uit te schelden! Richelieu, in naam van het Fransche volk eisch ik van u, dat gij mijn stoomwerktuig laat beproeven!

Een vreeselijke blik schoot uit het oog van den minister op den ongelukkige. Salomon de Caus werd gevat en naar Chatelais gevoerd. Hier werd hij zinneloos. Maar nog tien jaren lang schreeuwde hij door het traliewerk van zijnen kerker:

- Zij drijft wagens en schepen voort en verandert eenen afstand van mijlen in minuten!

En de voorbijgangers lachten met den armen zinnelooze!

In het jaar 1807 verleende keizer Napoleon I een gehoor aan den Amerikaanschen werktuigkundige Fulton, die hem eene uitvinding van het grootste belang voor Frankrijk's zeemacht wilde aanbieden. De Amerikaan stelde den keizer voor, schepen te bouwen, die door stoomkracht bewogen zouden worden en van wind en weêr onafhankelijk zouden zijn.

- Gij zult met deze schepen Engeland kunnen vernietigen, sire! sprak Fulton ten slotte.

De keizer wendde zich van den man, die voor hem stond, en riep met minachting uit:

- Al weder eene van die nieuwe uitvindingen, de eene nog onzinniger dan de andere, die men mij dagelijks aanbiedt. Gisteren nog werd mij door een ander verstandig man het voorstel gedaan Engeland te gaan veroveren, nadat ik een genoegzaam aantal dolfijnen zou hebben laten temmen, waarop ik mijn leger zou kunnen overvoeren. Ga, mijnheer, gij zijt een zinnelooze!

De Amerikaan aanzag den grooten man met een trotschen blik, boog zich koel en verliet de Tuileriën zonder een woord te spreken.

Het kanongebulder van Waterloo had de keizerskroon van Napoleons hoofd doen vallen. De Bellerophon gleed langzaam met gereefde zeilen naar het eiland St-Helena.

De gevangen keizer wandelde met zijn gevolg op het dek rond, toen men aen den gezichteinder eene doukere wolk bespeurde. Die wolk kwam nader en men ontdekte eindelijk de donkere massa van een machtig stoomschip, dat windsnel en luchtig door de bewogene zee stoomde, den langzaam tegen den stroom kampenden Bellerophon voorbijgleed en in het verschiet verdween, ondanks wind en weder, ondanks tij en stroom. Het was het Amerikaansche stoomschip Fulton, het eerste dat den Oceaan doorkliefde.

Napoleon staarde het schip na en ging toen stil en ernstig naar zijne kajuit. Toen zijn getrouwe generaal Bertrand hem later naderde, zat de keizer nadenkend met het hoofd in de hand en zijne eerste woorden, die hij met eene diep ontroerde stem uitsprak waren:

- Toen ik Fulton uit de Tuileriën joeg, verspeelde ik mijne keizerlijke kroon!

[pagina 199]
[p. 199]

Nauwelijks stoomden gedurende tien jaren schepen over de golven, toen men ook aan spoorwegen begon te denken, waarop de wagens door stoomkracht konden worden voortgedreven.

De eerste spoorweg werd tusschen Stockton en Darlington gelegd, die in 1825 voltooid was en kort daarop gevolgd werd door de baan van Liverpool naar Manchester, door die van St.-Etienne naar Andrizieux in Frankrijk, door die tusschen de Moldau en den Donau in Oostenrijk en door die van Boston naar Quincy in Noord-Amerika.

Met geestdrift legden de werktuigkundigen zich op de ontzagwekkende uitvinding toe; de eene verbetering volgde op de andere en het denkbeeld, dat Salomon de Caus in het krankzinnigenhuis deed sterven, werd verwezenlijkt.

De eerste spoorweg in Duitschland werd in het jaar 1835 tusschen Neurenburg en Fürth gelegd. Deze lijn was echter zoo kort, dat eene oude dame, die te Neurenburg in eenen waggon steeg en een weinig vertoefde om te gaan zittten, de deur voor zich geopend zag en het bericht ontving dat zij te Fürth was aangekomen, voor dat zij eigenlijk goed op hare plaats zat. Over deze gewaande scherts twistte zij lang met den beambte, tot dat men haar bewoog zich door het bezichtigen van den omtrek te overtuigen, dat zij zeker aangekomen was.

In 1839 werd de lijn van Leipzig naar Dresden voltooid. Binnen weinige jaren werd nu met verbazende snelheid een spoorwegnet over Europa gelegd, dat zich thans dagelijks uitbreidt; het Oosten wordt met het Westen, het Zuiden met het Noorden verbonden! langs de ijzeren sporen worden voortbrengselen van allen aard vervoerd en grenzen worden omvergeworpen, die eeuwen lang ongehinderd bestaan bleven.

Door het leggen der spoorwegen heeft ook de bouwkunde gelegenheid gevonden, om door het verhevene en groote harer werken de verbazing op te wekken, en te toonen dat men ook in onze eeuw slechts geld en menschenhanden noodig heeft om datgene te verrichten, waardoor de Romeinsche en Grieksche bouwmeesters de onsterfelijkheid verwierven. Een der eerste prachtwerken van Duitsche spoorwegbouwkunde was de viaduct, door den Saksischen ingenieur-majoor Wate Wilke over het Golzschdal gelegd; met verbazing ziet men de boven elkander staande reien gangen en zuilen, waarover de zware spoortrein stoomt.

Onder de grootste werken van onzen tijd telt men ongetwijfeld den spoorweg tusschen Triest en Laibach, midden door de Illirische Alpen. Door de lange en ontzettend hooge rotsmuren heeft men door kruit en staal eene vlakte gemaakt voor de ijzeren sporen en wijde bogen liggen over afgronden waarvoor men duizelend terug treedt. De baan is ook rijk aan heerlijke viaducten, waaronder die van Burcote en Nabresina, maar vooral die bij Franzensdorf, genoemd moeten worden. In wijde bogen strekt de heerlijke arcade van het laatstgenoemde bouwwerk zich boven het lage dal uit en over een bergtop heen, waarvan het gesteente door menschenarbeid gelijk moest gemaakt worden.

De lijn, de Semmering-baan genoemd, omdat zij over het gebergte van dien naam loopt, werd in Mei 1852 voltooid en in October 1853 voor het verkeer opengesteld. Bij eene lengte van 5 ½ mijlen stijgt zij niet minder dan 770 voeten hoog.

Europa werd voor een tiental jaren, reeds door 5003 Duitsche mijlen doorsneden. Daarvan had Groot-Brittannië 1800, Duitschland 1582, Frankrijk 878, België 231, Rusland 132, Sardinië 96, Spanje 78, Holland 45, Denemarken 25, Zweden 21, Portugal 17, Sicilië 11, Noorwegen 9 en de Kerkelijke Staten 3 Duitsche mijlen. Er was concessie verleend of in aanleg voor eene uitgestrektheid van 4010 mijlen.

Amerika bezat toen 5,849 spoorlijnen, als 5,322 in de Vereenigde-Staten, 369 in Britsch-Amerika, 100 op Cuba, 18 in Chili, 15 in West-Indië, 11 in Nieuw-Grenada, 9 in Peru en 5 in Brazilië.

Afrika had toen 53 mijlen spoorwegen in Egypte en 9 aan de Kaap de Goede Hoop: Azië 60 mijlen in Oost-Indië en Australië 30, zoodat de lengte der spoorlijnen gezamenlijk 11,004 mijlen bedroeg.

Arme Salomon de Caus! De volkeren waren in uwe dagen nog niet rijp voor de uitvinding, die eene omwenteling in de wereld moest te weeg brengen; daarom verbande men u naar eene cel in een krankzinnigengesticht en hulde uwen onderzoekenden geest in het duister van den waanzin! Uwe uitvinding is eene der grootste, die het menschen-vernuft heeft gevonden en toch kent niemand de plek waar uwe asch rust.

Ongelukkiglijk is dit het lot van vele, zeer vele uitstekende vernuften.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken