Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 13 (1867)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 13
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.29 MB)

Scans (24.60 MB)

ebook (8.03 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 13

(1867)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronijk.

Antwerpen. - Den 3n Januari laatstleden heeft op de begraafplaats Stuivenberg, met veel plechtigheid de onthulling plaats gehad van het gedenkteeken, opgericht ter nagedachtenis van den aan de kunst te vroeg ontvallen uitstekenden schilder, Jos. Lies. In verscheidene te dezer gelegenheid gehoudene redevoeringen, werd Lies, zoowel om zijne kunst, als om zijn edel karakter te recht verheerlijkt. Het gedenkteeken werd vervaardigd door den verdienstelijken beeldhouwer J. De Braekeleer.

Een uur voor de onthulling van het gedenkteeken, werd door de stedelijke overheid, onder dankbetuiging, van het comiteit der inschrijvers ambtelijk aangenomen in het Antwerpsch museum, de voor die galerij aangekochte schilderij van Lies: de Onheilen des oorlogs, alsmede het welgelijkend portret van den betreurden meester, geschilderd door zijnen vriend den heer Karel Verlat.

- Den 7n dezer werd in het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, eene voordracht gehouden over Schillers beroemd Klokkelied, door den heer H. Lenaerts. Deze voordracht was ingericht door de afdeeling van Nederlandsche letterkunde.

- Op 19 Januari hield onze medewerker de heer P. Génard in de Wetenschappelijke vereeniging eene verhandeling over Gillebert van Schoonbeke en de talrijke werken door dezen uitmuntenden man in de XVIe eeuw ontworpen en uitgevoerd.

Spreker heeft bewezen door menigvuldige stukken, en vooral door de bescheiden nopens de nalatenschappen van van Schoonbeke, dat de geschiedschrijvers Mertens en Torfs gefaald hebben, toen zij beweerden dat hij in eenen nederigen toestand in het gasthuis te Brussel overleed.

Met recht hekelde de heer Génard de plaats welke men gekozen heeft, voor het zoo fraai zinnebeeldig gedenkteeken aan van Schoonbeke, door onzen talentvollen beeldhouwer Jan van Arendonck vervaardigd. Wij ook vinden die plaats ongeschikt. In afwachting dat de verhandeling des heeren Génard het licht zie, verwijzen wij onze lezeren naar bl. 169, van den vierden jaargang van de Vlaemsche School, waar men eene korte levensschets van van Schoonbeke zal aantreffen, geschreven door den heer J. van Rotterdam.

- Verschenen bij Hendrik Sermon, Groen-kerkhof: Londres commercial, topographique et moral, ses rapports avec la Belgique, par Constant Mertens.

Het werk is zeer nuttig voor de Belgen, welke handelsbetrekkingen met Engeland wenschen aan te knoopen en voor hen, die zich naar Londen begeven: het maakt een boekdeel uit in-8o van 220 bladzijden en wordt ten prijze van drie franken verkocht, bij den uitgever en bij alle boekhandelaren.

- Bij de drukkers-uitgevers L. Legros en J. De Deken, is eene nieuwe goedkoope uitgave van Vlaamsche tooneelwerken aangekondigd. Te beginnen van 15 Januari zal regelmatig om de veertien dagen een tooneelstuk verschijnen aan 35 centiemen het deel, dat is 9 fr. 's jaars bij inschrijving. Afzonderlijke stukken zijn aan 40 centiemen verkrijgbaar. Voor buiten de stad wordt de inschrijvingsprijs met het bedrag der verzendingskosten verhoogd. Aangekondigd om eerstdaags te verschijnen: De martelaar der kunst, drama in vijf bedrijven, door Jan Bruylants; Help u zelve, blijspel met zang in een bedrijf, door Paul Billiet; De vrouwen zijn geene menschen, tooneelspel in een bedrijf, door Victor Driessens, enz.

- Verschenen: Tijdschrift, door het Antwerpsch Kruidkundig genootschap uitgegeven, over land- en tuinbouwkunde en verdere natuurwetenschappen, 1e jaargang; 8e en 9e aflevering.

Brussel. - De koninklijke academie van geneeskunst heeft den 29n December, den 25n verjaardag van haar bestaan op eene plechtige wijze gevierd.

De zitting werd geopend door eene redevoering van den voorzitter Vleminckx; vervolgens gaf de heer Crocq een overzicht van de werkzaamheden der academie sedert hare stichting. De heer Tallois sprak eene lofrede uit op Van Helmont en de heer Marinus maakte den lof van den heer Ghuislain.

Daarna kwamen de prijswinnaren hunne prijzen ontvangen, te weten: L. Marcq, een eermetaal van 1,000 fr., voor eene verhandeling over de geneeskundige wetenschappelijke beweging in België sedert 1835; W. Rommelaere, een eermetaal van 1,200 fr. voor eene verhandeling op hetzelfde onderwerp; E. Janssens, een eermetaal van 300 fr., voor zijne proeve eener topografische en geneeskundige statistiek der stad Brussel voor 1864.

- De volgende kunstbeoefenaren zijn gekozen om deel te maken van de jury, voor de werken, welke dit jaar in de algemeene tentoonstelling van Parijs, zullen tentoongesteld zijn:

Voor de schilderijen: de heeren Jan Portaels, K. Verlat, Alfred Stevens, Eug. Deblock, Florent Willems, Robert, Quinaux en Hamman.

Voor het beeldhouwwerk: de heeren J. Bertin en Eg. Melot.

Voor de gravuren: de heeren J.B. Meunier en Frank.

Voor de bouwkunst: de heer Beyaert.

- Verschillende Belgische bladen hebben gemeld, dat er onder de papieren van wijlen Leopold I zeer belangrijke stukken

[pagina 12]
[p. 12]

zijn gevonden, betrekking hebbende op de Grieksche kwestie. In 1829 werd de Grieksche kroon Leopold aangeboden, doch hij weigerde dezelve. Nu blijkt uit bedoelde stukken dat de reden zijner weigering lag in de overtuiging, welke hij had, dat de onafhankelijkheid en de welvaart van Griekenland hem niet konden verzekerd worden, dan wanneer Thessalië en de eilanden Kandia, Samos, enz. er bij werden ingelijfd.

- De kroon welke door de Koningin bij de ontvangsten op Nieuwjaarsdag gedragen werd, is door den heer Herremans, Brusselsch juwelier, vervaardigd. Dit koninklijk juweel is zeer licht; zijn gewicht gaat niet boven het halve pond en evenwel bevat het niet minder dan 40 groote diamanten, 40 paarlen en 5000 briljanten.

De teekening is zeer eenvoudig; maar schoon van vorm. Het is een wezenlijk meesterstuk; men ziet enkel paarlen en diamanten, derwijze dat de kroon op het hoofd der Koningin aan een glansenden bloementuil gelijkt. Dit werk strekt de Belgische nijverheid tot eer.

Gent. - In de tentoonstelling van het Kunstgenootschap zijn drie portretten tentoongesteld, uitgevoerd door den heer L. Tydgat, waarover met veel lof word gesproken.

Buitenland.

Amsterdam. - Eerstdaags zal in deze stad in werking worden gesteld de op kolossalen voet ‘Nederlandsche Beiersch-bierbrouwerij,’ door eene naamlooze vennootschap opgericht. Het hoofdgebouw is lang 110, breed 18 en hoog 24 Nederl. el, met ruim 300 vensters. De kuiperij heeft eene oppervlakte van 2000 vierkante Nederl. el. De aanbouw heeft bijna 2 jaren arbeids en ongeveer 600,000 gl. gekost. Er zijn niet minder dan 9 millioen metselsteenen aan verbruikt, en de ijskelders zullen, wanneer ze gevuld zijn, 2 millioen Ned. ponden ijs bevatten. De gebouwen rusten op 2800 palen; in de legkelders kunnen 12,500 vaten bier geborgen worden. Het doel dezer brouwerij is zoowel bier voor het binnenlandsch gebruik als voor verzending naar Oost- en West-Indië te fabrikeeren.

Parijs. - Men zal op de Parijsche wereldtentoonstelling niet alleen kiosken, door Muzelmannen bewoond, hutten met Russische boeren, en landhuizen, met onderdanen van het Hemelsche-Rijk bevolkt, maar zelfs Indiaansche wigwams met echte roodhuiden kunnen aanschouwen. Door tusschenkomst van den noord-Amerikaanschen hoofd-commissaris bij de tentoonstelling zal een vijftigtal (mannen, vrouwen en kinderen), uit de distrikten Dakola en Idaho, den 10n Maart met hunne hutten, hun huisraad, hunne gereedschappen en hun oorlogstuig, naar Europa vertrekken, ten einde het noordwesten van het Amerikaansche vastelaud en de oorspronkelijke bewoners daarvan op het Parijsche veld van Mars te vertegenwoordigen.

De heer baron Taylor, voorzitter van de maatschappijen der Vereenigde-Artisten te Parijs, heeft eenen omzendbrief uitgegeven, waarin wordt aangekondigd, dat er in de maand Augustus 1867, ter gelegenheid der wereldtentoonstelling, te Parijs, een groot festival, of liever festivals en nationale en internationale kampstrijden van koorzang en toontuigen zullen plaats hebben, waarvan de opbrengst zal worden gestort in de kas der liefdadige instellingen door den heer Taylor gesticht. Van heden af kunnen de koorzang- en toontuigmaatschappijen van alle landen hare bijtreding tot het festival doen kennen aan deer Jules Simon, hoofdopsteller van het dagblad l'Orphéon, 2, Passage du Désir, te Parijs.

Londen. - Ter eere van sir John Franklin is op de Waterlooplaats te Londen, een standbeeld van 8 voet en 4 duim hoog, in brons gegoten door de heeren Robinson en Cottum, opgericht. De voetzuil is vervaardigd uit gepolijsten granietsteen van Aberdeen. Franklin wordt voorgesteld op het oogenblik, dat hij met levendige voldoening zijne officieren en zijne overige bemanning aankondigt, dat de doortocht langs het noordwesten eindelijk is ontdekt. In de hand houdt hij een teleskoop, de kaart en het kompas, en hij draagt het uniform van opperofficier der marine. Over zijne schouders hangt een pelsen mantel. Het bas-relief van den voetzuil verbeeldt de lijkdienst van Franklin, en de gebeden der dooden, voorgelezen door kapitein Crozier. Hij is omringd door de officieren en de bemanning der beide schepen Erebus en Terror. Men weet dat men nooit een enkel dezer mannen heeft wedergezien. Niettegenstaande zijn hunne namen gegraveerd op de bronzen zijpaneelen van het monument. Op het achterpaneel is eene opgewerkte zeekaart, waarop men de ligging ziet der schepen op het oogenblik der dood van Franklin. De voetzuil is verders versierd met eene bronzen sleepkabel, en versierd met eikels en eikenbladeren, zinnebeelden van de macht en de grootmoedigheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken