Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 13 (1867)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 13
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.29 MB)

Scans (24.60 MB)

ebook (8.03 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 13

(1867)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronijk.

Antwerpen. - Door den minister van oorlog is beslist, dat al de ongeleerde soldaten in de regimentsscholen zullen moeten leeren lezen, schrijven, enz. Naar aanleiding daarvan heeft de Liberale Vlaamsche Bond zich tot den minister gewend met het zeer billijk verzoek, om de Vlaamsche militianen in hunne moedertaal te onderwijzen.

- Wij hebben gemeld dat Leonard de Cuyper's standbeeld, de Kanadische vrouw, ging verloot worden, ten behoeve van een gedenkteeken, Abraham Ortelius, den beroemden aardrijkskundige, ter eer, in Antwerpen op te richten. De prijs van het lot is slechts 1 fr. Er zullen 10,000 loten uitgegeven worden. Wij doen eenen warmen oproep aan onze lezers in 't bijzonder, en aan de vrienden der kunst in 't algemeen, opdat zij, door het nemen van een aantal loten, deze echt aanmoedigenswaardige onderneming zouden helpen tot stand brengen, met wier leiding zich heeft gelast eene commissie, bestaande uit de heeren Cogels-Osij, P.-C. de Bie, H. d'Ooge, F. Grisar, P. Kremer, J. Dyckmans, V. Lijnen, prof. Rigelé, M. Suremont en D.-E. van Rompaey.

Mechelen. - Prijskamp, uitgeschreven door het Congres, voor een werk betreffende de opvoeding der meisjes. De prijs is verdeeld tusschen den eerw. heer Nouwen, onderpastoor te Loon, en den eerw. heer Clèves, pastoor te Binche.

Brussel. - Prijsvraag betreffende Quinten Massijs. De klasse der schoone kunsten van de koninklijke academie heeft een zilveren eermetaal toegekend aan het stuk, voor opschrift dragende: Quintine... veteris novator artis.

Gent. - Voor den wedstrijd van volksliedjes, uitgeschreven door het Vlaamsch verbond, zijn niet minder dan 34 stukken ingezonden. In het ernstig vak, werd de prijs bij verdeeling toegewezen aan de heeren Em. Moyson, van Brussel (Werkmanslied) en H. de Graaff, van Antwerpen (de Circus); voor het minnelied werd bekroond de heer A. Bultynck, van Knesselare. Voor de boertige stukken werd de prijs niet toegewezen; maar aan de stukken Jan's terugkomst en het Kwakkelnest werden eervolle meldingen toegestaan. Nog werden eervol vermeld: de Nacht, het Meilied, Herinnering aan haar en het Minnelied.

Wetteren. - De heer Ternest, schrijver der uitmuntende Duitsche Spraakleer, waarmede Vlamingen, op weinige weken, Duitsch kunnen leeren, heeft van den koning van Pruissen, wien hij een exemplaar van dit werk had opgedragen, een prachtig gouden eermetaal ontvangen.

Buitenland.

Parijs. - De beroemde Alexander Dumas wenschte bij de bewerking van zijnen roman Les Blancs et les Bleus, inzage te krijgen van de vlugschriften, welke destijds geschreven zijn naar aanleiding van het gebeurde op den 13n Vendémiaire. Hij vroeg die werken in eene der publieke bibliotheken, doch zij werden geweigerd. 's Anderendaags schreef Dumas aan den keizer:

 

‘Doorluchtige confrater!

 

Toen gij ondernaamt het leven te schrijven van den veroveraar van Gallië, beijverden alle bibliotheken zich om ter uwer beschikking te stellen wat zij aan oorkonden bezaten.

De uitslag is geweest een werk van bijzondere voortreffelijkheid en bijzondere volledigheid, in het bijeenbrengen van geschiedkundige stukken.

Ik ben op het oogenblik ook bezig, het leven te beschrijven van eenen Caesar, genaamd Napoleon Bonaparte, en nu heb ik ook stukken gevraagd betreffende zijne verschijning op het wereld-tooneel.

Kortom, ik zou zeer gaarne eens alles bijeen hebben, wat betreffende den 13n Vendémiaire geschreven is.

Ik heb daarnaar gevraagd aan de bibliotheek, maar men heeft geweigerd.

Nu blijft mij niets over dan bij u te komen, doorluchtige confrater, wien niets geweigerd wordt, met het verzoek, of gij de vriendelijkheid wilt hebben, om op uwen naam die boeken te vragen en ze mij over te zenden, als gij ze gekregen hebt.

Zoo gij zoo goed wilt zijn mij dit verzoek in te willigen, zult gij mij eenen dienst bewijzen, dien ik, als letterkundige gesproken, nooit vergeten zal.

Ik heb de eer te zijn, met allen eerbied, doorluchtige schrijver van het leven van Caesar, uw zeer onderdanige en allerdankbaarste confrater.

Alexander Dumas.’

Den volgenden dag had de schrijver de gevraagde vlugschriften, die hem door den heer Duruy, minister van openbaar onderwijs, werden toegezonden.

Hull. - Bij eenige onlangs plaats gehad hebbende opgravingen aan de westelijke dokken, stieten de werklieden op eene donker gekleurde laag grond, waarin een groot aantal boomen in horizontale richting lagen. Bij onderzoek bevond men, dat dit eikenboomen waren van uitmuntende hoedanigheid en wel bewaard. Behalve deze belangwekkende overblijfselen van lang vervlogene eeuwen, vond men nog ahorn- of esdoornboomen, hazelnootstruiken en duizende oester- en mosselschelpen. De ontdekking is daarom voor oudheidkundigen van belang, dat er boomen van thans nog bestaande soorten op eene diepte van 19 voet onder de bedding der rivier gevonden zijn. Boomen, op dezelfde diepte in de Victoria-dokken gevonden, bewijzen dat de geheele landstreek eenmaal door zware bosschen bezet was en door eene of andere ontzettende gebeurtenis in de natuur diep onder den thans beganen grond is gedolven. De kracht, die deze boomen ontwortelde en ze te gelijker tijd zoo diep begroef, kwam blijkbaar uit het Zuidoosten, want de boomen liggen onveranderlijk in Noordwestelijke richting. De oester- en andere schelpen schijnen van uitgestorvene soorten te zijn, want ze zijn veel grooter en van eenigszins anderen vorm dan de tegenwoordige.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken