Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 14 (1868)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 14
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.95 MB)

Scans (22.58 MB)

ebook (8.88 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 14

(1868)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronijk.

Antwerpen. - Ter gelegenheid der inhuldiging van de kunstversiering der groote zaal van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen heeft de muziekafdeeling, op 22 Januari, ten 8 ure 's avonds, een groot concerto gegeven, met de medewerking van Mej. Elodië Noël, den heer Warnots, leeraar

[pagina 15]
[p. 15]

bij het conservatorium van Brussel en eersten tenor aan den Vlaamschen schouwburg aldaar, en den heer Bryon d'Orgeval, baryton van den Franschen schouwburg te Gent. Dit feest is zeer luisterrijk geweest.

- Men heeft besloten eene openbare inschrijving te openen, om aan baron H. Leys, ter gelegenheid zijner schitterende zegepraal in de algemeene tentoonstelling van Parijs, een gouden eermetaal aan te bieden, welk langs den eenen kant met zijn borstbeeld en langs den anderen kant met een zijner voornaamste werken zal versierd zijn. De heer Wiener is met de uitvoering gelast.

- Onlangs zagen wij bij de beeldhouwers van Wint en de Bock eenen preêkstoel, bestemd voor de kerk van Millen, in Limburg. Op de kuip, die versierd is, zijn half verhevene beeldwerken geplaatst uit het leven van Christus. De figuren zijn met veel leven en beweging vereenigd. Beneden de kuip staan de beelden van de vier kerkvaders en het beeld van den heilige der gemeente, Stefanus. Het geheel is schoon van vorm, goed geschikt. De kerk van Millen zal een kunstwerk bezitten, dat haar tot sieraad zal strekken. Een ander werk is, door dezelfde beeldhouwers, onlangs te Peer geplaatst, eene O.-L.-V. der Zeven Weeën, ter voldoening eener belofte welke de parochie deed in 1865, tijdens de heerschende besmettelijke ziekte. Onlangs heeft Mgr. Montpellier, van Luik, dit beeld plechtig ingewijd, en de inwoners van Peer hebben zich door eene algemeene feestviering met dit godsdienstig werk vereenigd. Het beeld, van hetwelk wij onlangs het model te zien kregen, is, als ontwerping en uitvoering, de twee verdienstelijke beeldhouwers waardig. Het is in den echt christenen stijl gebeiteld - een stijl, die deze beeldhouwers volkomen verstaan. Het hoofd der Moeder Gods, is vooral schoon, vol gevoel en edelheid. Indien onze geestelijken altijd hunne bestellingen deden aan beeldhouwers van verdiensten, zouden onze kerken zooveel beelden niet bevatten, die harer onwaardig zijn.

- In de O.-L.-Vrouwekerk wordt een nieuw altaar opgericht, ter nagedachtenis van Ludovicus Florès, van de Dominikanerorde, een der heiligverklaarde 705 martelaren van Japan. Florès behoorde tot de familie van wijlen den aartsbisschop-kardinaal Sterckx.

De meesterlijke groep van den Nood Gods, waarover wij gesproken hebben op bl. 203, jaargang 1867, wordt in gemelde kerk terug op het altaar geplaatst, in de kapel achter de hooge koor.

Brussel. - De verdienstelijke oudheidkundige Prosper Cuypers van Velthoven, te Brussel woonachtig, is benoemd tot ridder der Leopolds-orde. Die benoeming is met voldoening vernomen geworden.

- Onvoorziene omstandigheden hebben de werkzaamheden tegengehouden van de jury, gelast met de beoordeeling der memoriën, voor de prijsvraag van het onderwijs der zedeleer in de scholen, uitgeschreven onder bescherming der internationale vereeniging ter bevordering der sociale wetenschappen. Eerlang echter zal de uitslag gekend zijn. Wat de prijsvraag over den vrede en den oorlog betreft, de jury heeft eene zeer lastige taak te vervullen. Er zijn elf memoriën ingezonden, waaronder eene in 't Italiaansch, eene in 't Duitsch, eene in 't Nederlandsch en acht in het Fransch.

- Verschenen bij H. Goemaare: Voor twee vaders, uit het leven der pauselijke zouaven. door S. Daems. Men spreekt met veel lof over den eersteling van dien jongen letterkundige. Later hopen wij dit werk te lezen en te beoordeelen.

Gent. - Bij Hemelsoet is verschenen: De heilige Antonius van Padua en zijne tijdgenoten, een keurig werk in-8o van 250 bladz., geschreven door den geleerden Pater Servatius Dircks, lector in het klooster der Minderbroeders, te St-Truiden. De schrijver heeft het leven van Padua's grooten wonderdoender met levendige kleuren afgemaald, en in zijn boeiend verhaal den invloed des heiligen op zijne tijdgenooten nauwkeurig aangewezen. ‘Men mag, schrijft ons een der lezers van het werk, den rijkbegaafden schrijver hartelijk dank betuigen voor deze doorwrochte en stichtende geschiedenis, en ongetwijfeld zullen alle vereerders van den H. Antonius van Padua zich dit voortreffelijk werk aanschaffen.’

- Op Zondag 3 November 1867, is het jubelfeest van het vijftigjarig bestaan der Gentsche hoogeschool gevierd geworden. De groote klok en de beiaart van het Belfroot hebben zich gedurende den dag herhaalde maal laten hooren, en om drie ure namiddag heeft de gemeenteraad zich stoetsgewijze naar de hoogeschool begeven, om het professoraal corps zijn adres van gelukwensching aan te bieden. De Rotonde, ter dier gelegenheid fraai versierd, was tot proppens toe vol bezet met een uitgelezen publiek, waaronder vele dames. De plechtigheid aldaar werd tevens opgeluisterd door de tegenwoordigheid van drie ministers, namelijk de heeren van den Peereboom, van der Stichelen en Bara, den heer burgemeester de Kerchove, en den heer gouverneur der provincie, den heer van Aelbroeck, voorzitter van het hof van beroep, en een groot getal andere burgerlijke en militaire overheidspersonen. Na de uitvoering van een stuk muziek, nam de heer rector Haus het woord en schetste in eene uitgebreide redevoering de geschiedenis der hoogeschool; onder andere, heeft hij zich doen toejuichen met de verklaring, dat koning Willem I den dank der Belgen verdient voor de wijze, waarop hij het openbaar onderwijs hier ingericht en uitgebreid heeft; die redevoering vond veel bijval. Na den heer Haus, las de heer burgemeester het adres van den gemeenteraad aan het onderwijzend lichaam. Daarna greep de overhandiging plaats aan den heer Haus van zijn borstbeeld, een voortreffelijk gelukt beeldhouwwerk van den heer Paul Devigne, vervaardigd met de opbrengst eener inschrijving onder de leeraars en de oudleerlingen en leerlingen der hoogeschool. Het was leeraar Lefebvre die, in eene warme aanspraak, de titels opsomde die de geleerde heer Haus bezat op deze vereerende onderscheiding. Ook de heer Seresia, student in de rechten, bracht den heer Haus eene warme hulde. De bedankingen van den heer Haus aan zijnen collega, aan de inschrijvers en aan de leerlin-

[pagina 16]
[p. 16]

gen der hoogeschool sloten deze schoone plechtigheid. Om acht ure heeft een fakkeltocht plaats gegrepen, door de studenten der hoogeschool ingericht. Met honderde fakkels en door verscheidene muziekcorpsen begeleid, heeft de studentenstoet de voornaamste straten der stad doorkruist, bij wijlen luidruchtige vivats aanheffende. Voor het standbeeld van van Artevelde zijn al de fakkels op eenen hoop neêrgelegd geworden; vuurwerk werd in de vlammen geworpen, en na aldus van Artevelde te hebben verlicht en een laatste vivat te hebben aangeheven is de stoet uiteengegaan. De studenten hebben zich alsdan naar Minards schouwburg begeven, alwaar zij door het Nationaal Tooneel van Oost-Vlaanderen waren uitgenoodigd geworden op de uitvoering eener cantate, gedicht van Napoleon Destanberg, muziek van Karel Miry, en op eene apotheose, naar de teekening van Paul Théry.

Plaatsgebrek heeft ons verhinderd vroeger over deze plechtigheid te gewagen.

- De maatschappij van Nederlandsche letterkunde en geschiedenis: de Taal is gansch het Volk, in uitvoering van eene uiterste wilsbeschikking van een harer medeleden, baron Julius de Saint-Genois, welke ter harer beschikking stelt eene som van 500 fr., ten einde ze te gebruiken ‘om den eenen of anderen prijskamp over geschiedenis of letterkunde uit te schrijven in het Vlaamsch;’ en onder goedkeuring van de heeren P. de Decker en Snellaert, uitvoerders van deze bepaling, heeft besloten eenen geschiedkundigen prijskamp uit te schrijven over het volgende onderwerp: De geschiedenis der inlijving van den zuidwesthoek van Vlaanderen bij Frankrijk, onder Lodewijk XIV.

De volgende beschouwingen leidden de maatschappij tot het verkiezen van bovenstaande onderwerp:

Het is bekend, dat sedert Lodewijk XIV, Frankrijk een aanzienlijk deel van Vlaamsch-Vlaanderen bezit. Dit beklaaglijk feit begon in 1658 met de verovering van Duinkerke door Turenne, met medehulp eener Engelsche blokkadevloot. Volgens overeenkomst tusschen den koning van Frankrijk en Cromwell, werd de stad met al hare verdedigingswerken den Engelschen in bewaring gegeven. Bij den Pijreneeschen vrede (in 1659), bedong en bekwam Lodewijk de steden Grevelingen en Roesburg met onderhoorigheden; doch van Duinkerke werd niet gesproken. Drie jaren later verkochten de Engelschen die aan Frankrijk voor de som van 5 millioen pond Tornois, buiten medewerking van 's lands souverein. De diplomatische werkzaamheden tusschen Frankrijk, Engeland en de toenmalige vereenigde gewesten zijn wegens deze aangelegenheid niet onaanzienlijk geweest, terwijl het zich niet laat betwijfelen of het bestuur der toenmalige katholieke Nederlanden zal in de zaak niet onverschillig gebleven zijn. Na Duinkerke werd alras het overige van den zoogenaamden zuidwesthoek van Vlaanderen door Frankrijk voor goed ingelijfd. Het ware dus wenschelijk dat in een helder licht gesteld wierde, welke drijfveêren tot den roof van dit belangrijk deel onzes vaderlands in werking zijn gebracht, die de inzichten van Frankrijk zoo volkomen hebben doen gelukken.

De mededingers zullen zich niet bepalen bij een nauwkeurig verhaal der gebeurtenissen; maar zich daarenboven toeleggen om een duidelijk tafereel te schetsen van den staatkundigen, zedelijken en stoffelijken toestand der Vlamingen in die tijden. De mededingers zullen zorg dragen hunne bronnen nauwkeurig aan te duiden. Iedereen, de leden der beschrijvende maatschappij niet uitgezonderd, wordt tot dezen prijskamp uitgenoodigd. De eenige prijs voor het best en waardig gekeurd werk bestaat in eene som van 500 fr. De mededingende stukken moeten vrachtvrij ingekomen zijn bij den secretaris der maatschappij, Max. Rooses, lange-Steenstraat, 1, vóór den 1n Juli 1869.

- De hoogleeraar C.-P. Serrure, heeft een liederenboek ontdekt, gedrukt te Maastricht, bij Baten, in het jaar 1554. Dit boek is niet alleen onbekend gebleven aan den heer de Theux, die onlangs in zijne Biographie Liégeoise, de oudste drukken van Maastricht heeft opgegeven, maar niet een dezer wereldlijke liederen, dertig in getal, was aan Willems, aan Snellaert of aan de Coussemaecker bekend, toen zij hunne liederenbundels uitgaven. De muziek is samengesteld door de beste toonkunstenaars van den tijd. De heer Serrure zal in het 6e deel van zijn Museum, dat eerstdaags ter perse zal gelegd worden, deze liederen nader bekend maken.

Lebbeke. - Men heeft onlangs in de kerk dezer gemeente twee geschilderde glasramen geplaatst, voorstellende, het eene. het H. Hart van Jesus, en het andere, het H. Hart van Maria, vervaardigd door den kunstschilder de Dobbelaere, van Brugge.

Ook werden er onlangs twee nieuwe heiligen beelden ingehuldigd. Over een derzelve, namelijk het beeld van den H. Aloysius van Gonzagua, treffen wij het volgende aan in het blad de Katholijke Belg van Dendermonde: ‘Het beeld, in hout gebeiteld door den heer Edw. Mareels, beeldhouwer, te Antwerpen, met de uiterste fijnheid en kunst uitgewerkt, is eene nieuwe perel aan de kroon van den reeds zoo gunstig befaamden kunstenaar. Eerlang verwachten wij hier nog van denzelfden meester het beeld van den H. Vincentius-à-Paulo, welk door den heer Guill. Segers aan de conferentie van dien heilige, waarvan hij voorzitter is, uit edelmoedig gunstbetoon zal geschonken worden.’ De heer Edw Mareels is leeraar aan de stadsnijverheidsschool van Antwerpen.

IJperen. - Het stedelijk museum heeft, dank zij der bemoeiingen van den afgetreden minister van binnenlandsche zaken, den heer van den Peereboom, van rijkswege eene schilderij ontvangen: Gezicht op den Rupel, door den heer Frans Musin.

Bergen. - De tentoonstelling van schoone kunsten zal den 7n Juni geopend en den 19n Juli worden gesloten. Zij is geopend voor levende kunstenaars van België en den vreemde. De voorwerpen voor de tentoonstelling moeten vóór den 25n Mei gestuurd worden aan de commissie van het museum (A. Demarbaix), op het stadhuis, en vergezeld zijn van eenen brief, waarin de naam en woonst van den kunstenaar, met de aanduiding, welke in den catalogus moet opgenomen worden, vermeld staan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken