Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 17 (1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 17
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.12 MB)

Scans (437.92 MB)

ebook (7.93 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 17

(1871)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronijk.

Antwerpen.

- Bij koninklijk besluit van 31 December 1870 wordt 10,000 fr. toegekend ten behoeve der herstelling van het Antwerpsch stadhuis (zie over dezen bouw de Vlaemsche School 1862, bladz. 146) en 500,000 fr. aan de provincie Antwerpen, voor het bouwen van een paleis van justitie te Antwerpen.

- Wij hebben het genoegen gehad een nieuw kunstjuweel van den beroemden kunstschilder J. Dyckmans te mogen bewonderen; het is 39 centimeters hoog, 28 breed, en zou een prachtig tegenhanger van zijnen befaamden Blinde uitmaken; jammer heeft het, zooals de meeste zijner werken, reeds den weg naar Engeland ingeslagen en zal wellicht niet weder in ons land verschijnen. Trachten wij er eene beschrijving van te geven. Op eene bank voor het altaar eener kapel in de Sint-Jacobskerk te Antwerpen, zitten geknield en biddend een bejaarde man en eene oude vrouw; nevens de bank staat een koperen kandelaar waarin eene versierde waskaars; achter de gemelde personen eene vrouw met een kind op den arm, terwijl een ander kind tracht op eenen stoel te klauteren; op den achtergrond nog andere persoonen nevens eene piramidaalvormige ijzeren lichtkroon met brandende kaarsen; op den voorgrond; de hoofdfiguur van het tafereel, eene deftig gekleede vrouw die reeds den avond des levens bereikt heeft; zij draagt een groen zijden kleed, eene zwarte falie, een witten halsdoek en eene fijn gepinde muts met kanten; haar geldbeugel hangt aan de leuning van den stoel, waarop zij ingetogen zit te bidden, in de eene hand haar vrij zwaar kerkboek houdende, terwijl zij met de andere, die een paternoster omkneld houdt, op de borst slaat, onder het uitspreken van haar Mea culpa.

Het bouwkundig gedeelte, het houten snijwerk dat de wanden der kapel gedeeltelijk versiert en de verdere bijhoorigheden, zooals een tafereel en een grafteeken, tegen eenen pilaar geplaatst, zijn om het keurigst uitgevoerd, evenals het venster der kapel welk een zacht licht over het geheel werpt en alles klaar en duidelijk doet uitlossen, zoodat men om zoo te zeggen zich tusschen de aanwezige personen heen zou kunnen bewegen.

Het geheel is eene wezenlijke kunstparel, zooals Dyckmans alleen die kan voortbrengen, schoon van kleuren prachtig geteekend; de uitdrukking der oude vrouw is uitmuntend als gevoel, men leest als het ware in het hart dier geloovige, welke in stille verzuchting hart en gemoed opdraagt aan den Heer. Schoon, overschoon, mag deze schilderij genoemd worden; alles is waarheidsvol teruggegeven, zonder de minste overdrijving van kleurenpraal noch gemaaktheid in vormen of samenstelling. Het stuk is getiteld: het Gebed.

- Bij Feliciaan Baggerman is verschenen de 3e aflevering van het 2e deel van de Liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint-Lucasgilde, door Ph. Rombouts en Th. Van Lerius. Deze aflevering reikt van 1649 tot 1659 en moet in belangrijkheid van inhoud niet onderdoen voor de reeds verschenen stukken.

Brussel.

- Bij koninklijke besluiten van 30-31 December 1870, zijn rijkspremiën verleend aan: ‘De kap over de haag,’ tooneelspel in vier bedrijven; ‘Leid ons niet in bekoring,’ drama in vijf bedrijven, beide door F. Van de Sande; ‘Haat en liefde,’ drama in vijf bedrijven door Herman Michiels, en ‘de wraak van den Jood,’ tooneelspel in één bedrijf, door Sleeckx.

- Bij koninklijk besluit van 2 Januari, is eene aanmoediging van 2000 fr. verleend aan de maatschappij voor het uitgeven van stukken betrekkelijk de geschiedenis van België.

- Op 9 Januari, ten half acht 's avonds, werd in de kursaal-Marugg eene Vlaamsche zitting gehouden, ingericht door het Onderwijsverbond. De Brusselsche volksvertegenwoordiger A. Couvreur opende dezelve met eene hartelijke toespraak, die zoozeer wegens haren inhoud, als om het mannelijk woord van den begaafden redenaar door het paar duizend toehoorders met de gulste blijken van bijval werd onthaald. Vervolgens hield de niet minder welsprekende beroemde schrijver Hendrik Conscience eene voordracht, aan de Kerels van Vlaanderen gewijd, welke ieder en allen in geestdrift ontstak voor de moedige Vlaamsche voorzaten, wier geschiedenis ons door Conscience zoo treffend geschetst is, in zijn laatst verschenen werk. Het toonkundig gedeelte der zitting werd met uitstekend beleid waargenomen door Gustaaf Huberti, Warnots, Jockisch, Fischer en mej. Amelia Staps.

- Ten behoeve van de slachtoffers van den oorlog is op de Wolvengracht (oud huis van den baron van Hoogvorst) eene tentoonstelling geopend, waarin schilderijen worden aangetroffen van L. Gallait, De Winne, E. Wouters, Schreyer, Courbet, Leys, Madou, De Groux, Jongkind, Willems, A. en J. Stevens, E. Smits, Portaels, Schampheleer, Corot, Daubigny, Roqueplan, Lamorinière, Israëls, Bellangé, Dansaert, Fourmois, Rousseau.

[pagina 8]
[p. 8]

- Internationale tentoonstelling van Londen. Leden van de jury gelast met het aannemen en plaatsen der kunstwerken, voor deze tentoonstelling bestemd: heeren A. Robert, C. Dell' Acqua, J. Quinaux, E. Simonis, De Keyser, Van Soust, Corr-Vandermaeren, G. De Vylder, Franck, W. Geefs, J. Kindt, Piron-Vanderton, Saintenoy, Slingeneyer en Van Camp.

- In de rue Laterale nr 1 kan men inzage nemen van de voorwaarden des wedstrijds, geopend voor het inzenden, naar de Londensche tentoonstelling, van waaiers, die door kunst van schildering of gravuur zullen uitmunten. De kampers moeten min dan 25 jaar oud zijn. Er zijn te winnen: a. een prijs van 1000 fr., van de Engelsche koningin; b. 625 fr. van mev. Hub. Taylor; c. 250 fr. van Lady Corn. Guest; d. id. van de barones Meyer-Rothschild; e. id. van de heeren Howell, James en co.

- Toonzetwedstrijd in 1871. Bij koninklijk besluit worden twee prijzen, ieder van 300 fr. uitgeloofd. voor het schrijven van een Fransch en een Vlaamsch dichtstuk, bestemd om op muziek gebracht te worden. De keuze van het onderwerp is vrij. In te zenden, vóór 1 April 1871, aan den secretaris der koninklijke academie van wetenschappen, letteren en schoone kunsten.

- Koninklijke academie van België. Als voorzitter voor 1872 werd in zitting van 9 Januari gekozen de heer P. De Decker.

De academie maakt toebereidselen om de honderdste verjaardag van hare stichting door Maria-Terezia plechtig te vieren.

De klasse der letteren heeft twee prijzen, ieder van 600 fr. uitgeloofd, uit te reiken in 1873, voor het schrijven der levensschetsen van a. Gerard Mercator, b. Antoon Van Dyck.

- De bouwmeester A. Balat is benoemd als officier der Leopoldsorde.

Leuven.

- Verschenen: het Jaarboekje van het Kersouwken met dicht- en prozastukken, onder andere van de heeren Cosyn, Fredericq, Claeys, Bouchery en van de dichteressen David, Van Ackere en Duvilliers. Zeer aanbevelingswaardig.

Gent.

- De maatschappij ter bevordering van nijverheid en wetenschappen heeft bij omzendbrief bekend gemaakt aan de Gentsche kunstenaren, nijveraars en werklieden, dat zij gedurende de Gentsche kermisdagen eene tentoonstelling voor kunst en nijverheid zal inrichten. Vooral de ambachtslieden worden door den kring tot deelneming aangespoord. Hij herinnert er aan dat men met schrandere, verlichte en bekwame werklieden, beter en voordeeliger werk levert, dan met zulke die, zonder eigen geest of oordeel, enkel als gedwongene werktuigen gebruikt worden. Hij beschouwt zeer te recht de tentoonstellingen van handwerken als hoogst nuttig voor de nijverheid in 't algemeen en voor de werklieden in 't bijzonder. De vermelde tentoonstelling is de tweede van dezen aard, welke door de verdienstelijke maatschappij wordt ingericht. Op de eerste, die van 1870, werden vele aankoopen door bezoekers gedaan en daarenboven eene tombola van tentoongestelde voorwerpen gehouden. Waarschijnlijk zal zulks dit jaar weder het geval zijn.

Gemelde maatschappij heeft eenen almanak voor 't jaar 1871 laten verschijnen, die onder alle opzichten hare almanakken van de zes laatste jaren waardig is. Hij bevat eenige wetenschappelijke en geschiedkundige opstellen, verhaaltjes en verzen, onder andere van E. De Coutere, G.-J. Wytynck, G. en A. Pipyn, K. De Walsche-Maes, L. Bruyneel en anderen.

- Er is in den handel gebracht een borstbeeldje van den baron J. de St-Genois, door Van Eenaeme.

Sint-Nicolaas.

- Bij A. De Castro is verschenen eene belangrijke beschrijving der Muurschilderingen uitgewerkt in de kerk van O.-L.-Vrouw van bijstand door G. Guffens en J. Swerts. Deze beschrijving is gevolgd van de redevoering bij de inhuldiging uitgesproken door den eerw. heer Claeys, leeraar bij het klein seminarie. (Zie 1870, blz. 178.)

Eecloo.

- Prijskamp van Nederlandsche letterkunde, uitgeschreven door de maatschappij: Eikels worden Boomen.

Proza. - Prijs: een prachtig zilveren eermetaal. Een zedenverhaal uit den hedendaagschen tijd, van ten minste 30 gewone bladzijden.

Dichtkunst. - Prijs: een prachtig zilveren verguld eermetaal. Een lierzang (van minstens 150 regels) op den dichter K.-L. Ledeganck.

Alle schrijvers van België, Noord-Nederland en Fransch-Vlaanderen, met uitzondering van Eccloo, worden tot den prijskamp uitgenoodigd. De stukken moeten vóór 5 April 1871 vrachtvrij worden toegezonden aaa den heer B. Steyaert, schrijver der maatschappij.

Brugge.

- In het tijdschrift der Société d'émulation is opgenomen eene schets, gemaakt door den glasschilder H. Dobbelaere, van de muurschilderingen, in een graf van 1335 te St-Andries ontdekt. (Zie de Vlaamsche School, 1870.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken