Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

De Vlaamsche School. Jaargang 17
Toon afbeeldingen van De Vlaamsche School. Jaargang 17zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,12 MB)

Scans (437,92 MB)

ebook (7,93 MB)

XML (1,06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 17

(1871)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronijk.

Antwerpen.

- Wij hebben in de vorige aflevering vergeten te melden dat op Donderdag 9 Maart met veel luister de inhuldiging plaats had van een standbeeld van A. Grisar, in den gang van den Franschen schouwburg, vervaardigd in wit marmer door J. De Braekeleer, die te dezer gelegenheid ridder der Leopoldsorde benoemd is. Wij hebben in 1869, bladz. 92, het overlijden en op bladz. 105, een welgelijkend afbeeldsel met levensschets van den beroemden toonkunstenaar medegedeeld.

- Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. Op 14 Maart hield de heer E. Dognée de Villers, advocaat te Luik, eene verhandeling over eene reis naar den Libanon. 's Anderdaags sprak mevrouw Esther Sezzi over den oorlog en over de rol der vrouw in zulke maatschappelijke crisissen.

Op Zondag en Maandag 19 en 20 Maart waren de volgende tafereelen tentoongesteld: van H. Bource, een Zeeoever en de naar de terugkeerende visscherschuiten wachtende bevolking; waarheidsvol terug gegeven; en Juist vaders evenbeeld, zijnde een eerstgeborene die bewonderd wordt door eene aan de moeder bezoek brengende vrouw.

J. Portielje, Goede raad: eene moeder die haar dochtertje de deugdzaamheid aanprijst; gevoelvol tafereel, welk gedurige vorderingen als uitvoering bij den schilder aanduidt.

D. Col, een geestig, puik geschilderd tafereel, getiteld: Laatste nieuws (verteld in eene landelijke welbezette herberg).

R. Roskell, drie tafereelen: de Indringer, de Stelende ekster en de Bezwaren der vrijheid; dit laatste beviel ons het meest. Het verbeeldt een losgebroken papegaai op een besneeuwden boomtak gezeten.

H. Dauriac, een welgelijkend portret van den heer Delen.

R. Montgomery, zijn staande water, Eenzaamheid getiteld, is wat droog als schildering, maar zeer verdienstelijk.

J. Stobbaerts, de Oorzaak van den oorlog, ofschoon niet nieuw als gedacht, is geestig opgevat en uitgedrukt door twee om eene schotel vechtende honden; overigens puik van kleur.

A. De Keyser, twee goede tafereelen, een landschap en een poldergezicht.

J. Heymans, Herinnering aan Condroz, behebt met gebreken van denzelfden aard als die door ons aangeduid in ons verslag over de Antwerpsche tentoonstelling van 1870, blz. 132. Overigens zeer schoon van toon, maar niet genoeg geteekend; ook verkiezen wij als strekking de goed weergegevene hoeve van J. Janssens, die wij reeds als een veelbelovend schilder hebben aangeteekend.

L. Derickx, twee tafereelen, Stormweer en de Onbescheidene; dit laatste stelt twee badende meisjes voor die door eenen jongeling bespied worden; beide stukken zijn verdienstelijk, maar nog altijd wat decoratief als kleur.

C. Van Haenen, een portret, welk ons doet denken dat portretschilderen des kunstenaars vak niet is.

J. Crabeels, gezicht op een park; zeer aangenaam gestoffeerd, met lief getoetste figuurtjes; de Oorlog is verklaard, hebben wij reeds besproken in 1870, bladzijde 118.

C. Raffel en E. Wolters verschillende landschappen.

Lauterberger, een veelbelovend dierenschilder, Een hondje dat eene muis bespiedt.

H. De Cock, twee zeer aangename gezichten uit de omstreken van Ter Hulpe en van Genval.

[pagina 55]
[p. 55]

- Op 19-20 Maart waren in den Burgersbond (Wetstraat) tentoongesteld: de Hemelvaart van Maria, beeldhouwwerk van J. Van Genk; eene kartel voor de kerk van Ranst, door E. Schepens.

- De Amsterdamsche courant meldde onlangs dat de heer P. Benoit zich op den rang stelde voor de plaats van wijlen de heer Fetis (bestuurder van het conservatorium te Brussel).

Op 5 April heeft de bestuurder der Antwerpsche muziekschool den volgenden brief aan de dagbladen gezonden:

‘Mijnheer de opsteller,
In uw geëerd blad van gisteren las ik: “Pas is de bekwame Fetis begraven, of de mededingers betwisten elkander zijne plaats van direkteur van het conservatorium te Brussel; daaronder bevinden zich: MM. Benoit, direkteur der muziekschool, wiens kandidatuur krachtig ondersteund wordt, enz.”
Ik denk, mijnheer de opsteller, den schrijver te moeten tegenspreken, daar ik die plaats niet gevraagd heb, (niet vragen) mag en zelfs niet aanvaarden zou, indien ze mij aangeboden werd.
Nooit is in mij het gedacht ontstaan mijne Vlaamsche kunstprinciepen op te offeren aan stoffelijke belangen.
Ik werd bestuurder der Antwerpsche muziekschool, om met ondersteuning van de regeering en de Vlaamsche bevolking dezer stad, eene nationale echt Nederlandsche toonkunstschool te stichten, wier opkomst reeds al te lang ten voordeele der uitheemsche kunst werd tegengewerkt.
Onze jeugdige Vlaamsche toonkunstenaars leiden en voortaan tegen verbastering behoeden, vind ik als zending verheven genoeg, om, voor welkdanigen titel ook, nooit de Antwerpsche school te verlaten.
Gelief, geachte heer opsteller, dezen, mijnen brief, in uw geëerd blad op te nemen, en tevens de uitdrukking mijner bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Peter Benoit.’

Brussel.

- Voor den officieelen prijskamp van cantaten, bestemd voor de groote muzikale samenstelling van 1871, zijn niet minder dan 54 Fransche en 28 Vlaamsche dichtstukken ingezonden.

Gent.

- De prijs, door den heer van F. Van Herzeele, gewonnen in den prijskamp van Royal Alhambra Palace, van Londen, is 5000 fr. De rechters waren de heeren J. Benedict, Arditi, Godfrey en Smith. Het was Dinsdag 4 April dat de prijskamp plaats greep tusschen de vier fantaziën, die de beste waren geoordeeld. Het is eene schoone zegepraal voor dezen oud-leerling der Gentsche muziekschool, oud-muziekmeester van het 12e linie en thans bestuurder der koninklijke muziekmaatschappij van Veurne.

Rupelmonde.

- In 1867, blz. 116, hebben wij in de stad Sint-Nicolaas een feest vermeld, ter eere van Mercator ingericht door den oudheidkundigen kring van het land van Waas, wiens leden voornemens waren te Rupelmonde een standbeeld op te richten, ter eere van dezen uitstekenden en vermaarden aardrijkskundige. Een Duitsch dagblad meldde, dat men te Duisburg (Rijn-Pruisen) den eersten steen gelegd had, op 3 Aug. 1869, van een gedenkteeken voor den aardrijkskundige Mercator, zoodat de vraag is opgerezen, of hier dezelfde persoon werd bedoeld. Mercator werd in 1512 te Rupelmonde geboren, doch trok reeds vroeg naar 's-Hertogenbosch en vervolgens naar Leuven, waar hij tot 47-jarigen ouderdom verbleef. Toen ging hij naar Duisburg, waar hij in 1599 stierf en begraven werd. In die stad vervaardigde hij de werken, die de schitterendste verdiensten van den beroemden Vlaamschen geleerde uitmaken. Gedurende zijn verblijf te Leuven leverde hij wel aard- en hemelbollen aan kardinaal Granvelle en aan keizer Karel V; doch die voorwerpen zijn niet tot ons gekomen.

In 1870 moest de inhuldiging van Mercators beeld te Rupelmonde plaats hebben; maar uit hoofde van den oorlog werd tot de verdaging der plechtigheid besloten. De Oudheidkundige kring van het land van Waas bericht thans, dat het inhuldigingsfeest den 14n Mei aanstaande, te Rupelmonde plechtig zal gevierd worden. Na overeenkomst met het gemeente bestuur, heeft de feestcommissie te dezer gelegenheid luisterrijke feesten ingericht, welke drie dagen zullen duren; bij de onthulling van het standbeeld zal de heer Van Raemdonck eene lofrede op Mercator houden, waarna de heer L. Billiet een gelegenheidsgedicht zal voordragen. De ontsluiering zal geschieden onder muziek, koorgezang, luiden der klokken en losbranden van geschut. De plechtigheid zal gesloten worden door de cantate, ter eere van Mercator, gezongen door de vereenigde koorzanggenootschappen van het land van Waas.

Brugge.

- Onze-Lieve-Vrouwe kerk bezit een beeld van Maria, met het kindje Jezus op den arm. Dit kunststuk wordt toegeschreven aan Michel-Angelo. De kerkfabriek heeft, op verzoek van het staatsbestuur, toelating verleend, om van dit beeld een afgietsel te maken. De heer Pickery is met dit werk gelast.

- De heer Karel Versnaeyen heeft destijds betoogd, op geschiedkundige gronden, dat Jacob Van Maerlant in het Brugsche ambacht geboren en het dus waarschijnlijk was dat de plaats geheeten Merlant, waar de dichter zijnen Alexander schreef, in de gemeente Zuenkerke en niet nabij Brielle gelegen was. Volgens een stuk, thans door den heer Versnaeyen gevonden, leefde te Zuenkerke, in de wijk Maerlant of Merlant, eene edelvrouw, Godildis geheeten. In haar meent men de ‘edele en bekwame vrouw’ te herkennen, Gthiie of Geile, op wier verzoek de Alexander werd geschreven.

Charleroi.

- Volgens door de bladen wordt gemeld, zijn in de Henegauwsche gemeente Arquennes-Feloy de puinen van een Romeinsch buitengoed en onder dezelve eene menigte voorwerpen ontdekt, die vermoedelijk hebben toebehoord aan de Romeinen die in lang vervlogen eeuwen deze plaats bewoonden. De opgravingen worden geleid door de heeren Cloquet, Demesse en den geestelijke Gregoire, afgevaardigd door de gewestelijke oudheidkundige maatschappij.

Buitenland.
Rozendaal.

- Bij Van Leeuwen is het prospectus verschenen eener Kerkelijke geschiedenis van het bisdom van Breda, door den zeer eerw. J.-B. Krüger, Roomsch pastoor te Hoogerheide. Dit werk belooft ook voor de geschiedenis van het voormalig bisdom van Antwerpen belangrijk te zullen wezen.

Haarlem

- Op Teylers, destijds door ons vermelde, prijsvraag naar ‘Een tooneelstuk in het Nederlandsch, in poëzie, dat de uitgave en opvoeding waardig worde gekeurd,’ zijn ingekomen vier antwoorden. De beoordeeling zal plaats hebben vóór de maand Mei 1872.

Groningen.

- Aan onze hoogeschool is als student aangenomen mejuffer A. Jacobs, van Sappemeer, en wel om in de


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken