Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 17 (1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 17
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.12 MB)

Scans (437.92 MB)

ebook (7.93 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 17

(1871)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kronijk.

Antwerpen.

- Antwerpens omtrek is, zooals men weet, niet rijk aan vervallene oude gebouwen, die om geschiedenis of kunst eenige waarde bezitten. Met het dusgenaamde Strikhof, op het grondgebied van Deurne, is ontegenzeggelijk het bekende Gallifort, insgelijks op Deurne's grondgebied, het meest gekende en zienswaardigste. Vooral deze laatste ruïne geniet het voorrecht, de Antwerpsche schilders en verdere beoefenaars van schoone kunsten, tot het doen van uitstapjes te verlokken, wier aangenaamheid nog verhoogd wordt, door het frissche landschap, waarin de door Theodoor Van Ryswyck bezongen ruïne gelegen is. Niet zonder belangstelling zullen velen dan ook vernemen, dat, de schilderachtige en tevens eigenaardig gebouwde kleine toren van het kasteel met een ontzaggelijk gedruisch ingestort en, onder het medeslepen van het aanpalend overblijvend gedeelte van het dak, in de ringgracht gestort is. Talrijke bezoekers, waartusschen meerderen zich gunstig in de kunstwereld hebben doen kennen, zullen dan ook, bij een nieuw bezoek aan Gallifort, de steenen niet meer terugvinden, waarop zij eens hunne namen met den datum huns bezoeks geschreven hadden. Het water spoelt er thans over heen.

- In de gemeenteraadszitting van 18 April is lezing gegeven van eenen brief des bestuurraads van de academie, meldende dat men gelegendheid had om voor het museum aan te koopen van eene schildering van Frans Hals, (hoofd van een visschersjongen uit de omstreken van Haarlem), voor 5250 fr. en een landschap van Gustaaf Pieron, voor 4800 fr. De stad, de academie en het rijk zouden ieder 1/3 van de koopsom betalen Het voorstel is verzonden naar de commissie van schoone kunsten.

- In zijn 7e nummer van dit jaar, geeft het Journal des beauxarts eenen brief, geschreven door eenen vreemdeling (van St-Petersburg), die onlangs het Antwerpsch museum bezocht. In dezen brief komen een aantal opmerkingen voor, die meest alle reeds in 1868 gemaakt werden in de Vlaamsche School, in het toenmaals door ons afgekondigd zeer belangrijk opstel, getiteld: Toestand van het Antwerpsch museum in den zomer van 1868. Zoo wijst de briefschrijver schilderijen van E. Quellin aan, die hoogdringend herstelling noodig hebben en vraagt, waarom men niet de eenvoudige voorzorg gebruikt, om van tijd tot tijd de doeken en paneelen met een zijden lap af te vegen, ten einde het beschimmelen te beletten? Hij doet ook opmerken, dat vele schilderijen zeer ondoelmatig in blinkend vergulde lijsten gevat zijn, tot groot nadeel voor de harmonie der kleuren, en dringt aan op de verwijdering der groote kachel, die in het midden des museums staat en wier gloed nadeelig inwerkt op de verf der in de nabijheid hangende schilderijen. Eindelijk vraagt hij eene herziening van den catalogus der gothieke schilderijen en betreurt de vernepenheid van het lokaal, welke niet toelaat, aan al de kunststukken eene voegzame plaats te geven.

- Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. Op 23 April en volgende dagen waren de volgende kunstwerken tentoongesteld:

J.-B. Witkamp. Twee puik geschilderde en grootsch behandelde paneelen die ons het eerste en het meeste getroffen hebben. Zij stellen voor: De waarheid en de vrede, bestemd om met nog andere stukken van denzelfden schilder eene zaal te versieren van den heer L. Hautermann, te Brussel.

P. Van der Ouderaa gaat gedurig vooruit; zijn tafereeltje Afwachting is zeer schoon van kleur en werd aangekocht door den heer L. Claeys, koopman te Antwerpen.

D. Col. Een uitermate schoon tafereeltje, getiteld: Het oorlogsbulletijn; het is op deze grootte dat wij de werken van deze geestigen schilder het liefste zien.

B. Weiser vinden wij niet gelukkig met zijnen Touter; alles mist waarheid, vooral in toon en kleur.

F. Lamorinière. Een warm, rijk en goed geschilderd landschap, Avondgezicht, dezen meester waardig.

J. Van Luppen. Zijn Gezicht op Bornhem bijavond is geheimvol en dichterlijk opgevat en puik weergegeven.

V. Lagye. Binnenvertrek uit den tijd der Ligue, een tafereel vol verdiensten, behandeld in den trant van Leys; bij zijne schoone hoedanigheden heeft het evenwel ook eenige gebreken; onder andere vinden wij den achter de tafel gezeten vriend misteekend; de moeder, de wieg, de kas en al het bijwerk zijn meesterlijk behandeld. Sommigen raden Lagye aan, van de dusgenaamde navolging van Leys af te zien; wij, integendeel, roepen hem toe: volharding! Men kan zeer goed eigenaardige en schoone werken voortbrengen, al valt men in den trant van dezen of genen meester. Overigens, de schilder heeft talent genoeg, om klaar te zien wat hem te doen staat.

J. Stobbaerts is op de goede baan; zijn tafereeltje: de Kraamvrouw, met dieren in menschenkleeren voor personen, doet veel genoegen en is aangekocht door den heer majoor C. Muscar.

P. Van Havermaet, J. Troy en Delfosse hebben volgens zeer loffelijke gewoonte goede portretten gezonden.

H. Dauriac heeft veelgeduld en talent aan den dag gelegd in het schilderen der planten en bloemen zijner Broeikas, maar de daarin staande dame laat te wenschen. Wij verkiezen des schilders genretafereeltjes of stillevens.

[pagina 71]
[p. 71]

Ch. Webbs genreschilderijen zijn vol verdiensten; zijn grootste stuk, opgegeven als Eene Verkooping voorstellende, zou juister getiteld zijn: Een Inventaris. Het stuk, getiteld: De bestolene, is volmaakter dan het eerste.

A.-J. Verhoeven-Ball is nog altijd hard in zijne schildering, ofschoon De nieuwe vriend veel vooruitgang aanduidt.

R. Montgommery zond een waarheidsvol landschap, als naar gewoonte eenvoudig gekozen, maar wijs van uitvoering en dichterlijk opgevat.

C. Cap. Wij hadden reeds vroeger dit tafereel, getiteld: De genoodigde, gezien, daar het bijna voltooid was voor de Antwerpsche tentoonstelling; de achtergrond is vooral waarheidsvol weergegeven; overigens is het overdreven als kleur, doch bewijst dat deze schilder voortgaat met eigenaardige onderwerpen te kiezen. Ook was zijn tafereel al spoedig verkocht aan eenen kunstliefhebber, te Brussel woonachtig.

J. Wagner is veel, zeer veel vooruitgegaan: Brief aan vader, is allerliefst, en de Bruiloftsnoodiging is eene kapitale schilderij, hier en daar wel wat droog, maar die, nog eens overzien, zou verdienen plaats te nemen in een museum.

J. Boks. De titel van zijn tafereel: Het balcon, schijnt ons onduidelijk, wat niet belet dat de schilderij vol verdiensten is en des schilders vooruitgang als kolorist kenmerkt.

R. Moll bevalt ons meer dan naar gewoonte, met zijne Hollandsche hoeve; licht en doorzicht zijn goed.

Neeks is schoon van toon en kleur in zijne Romeinsche fontein.

H. De Cock. Zijne gezichten op Temsche en Antwerpen getuigen van vooruitgang in bewerking.

J. Crabeels is minder goed in zijne tentoongestelde Rust en Vlaamsche kermis dan in het puike tafereel der Antwerpsche tentoonstelling, waarover wij in eene vorige aflevering gewaagden.

A. De Keyser. Deze werkzame schilder heeft een wel getroffen gezicht op de Koolvliet te Antwerpen geleverd.

A. Linnig. Van de wijze waarop deze kunstenaar schildert zijn wij geen liefhebber; zulks belet niet dat zijne tafereelen voortreffelijke hoedanigheden bevatten; als gedacht, is het stuk, getiteld: Na de zegepraal, inderdaad treffend. De uitdrukking van het gelaat bij het meisje is bijzonder gelukkig getroffen.

Wolters gezichten uit Kleef hebben ons vrij wel bevallen. Wij namen ook met genoegen vooruitgang waar bij den heer C. Raffel.

Jaak De Braekeleer stelde een model van een beeld ten toon, getiteld: De broosheid, bestemd om in marmer te worden uitgevoerd voor den heer C. Michiels, dezer stad. Te oordeelen naar het model, zal het beeld den kunstenaar tot eere strekken.

Op 7 Mei was nog tentoongesteld van den heer Wust: De ondergaande zon, landschap uit Noorwegen, gestoffeerd door W. Maris.

- De Fransche schilder Robert Fleury, uit Parijs verwijderd ten gevolge van den oorlog en de omwenteling en aan wien de heer De Keyser, kunstbroederlijk genoeg, een gedeelte van zijn werkhuis in gebruik heeft gegeven, zooals reeds door ons werd gemeld, heeft daar nogmaals eene schilderij voltooid. Het onderwerp dezes tafereels is ontleend aan de geschiedkundige anecdoot, die aan J. Immerseel jr. de stof leverde voor zijn bekend gedicht: Rembrandts voorspoedige reis:

 
Toen Rembrandt nog op 's vaders molen
 
Te schildren zat,
 
Bleef daar de glorie van zijn gaven
 
Niet onder 't stuivend meel begraven,
 
Maar blonk en klonk van stad tot stad.
 
...............
 
Hij had ter goeder uur vernomen,
 
Hoe in den Haag
 
Een Edelman voor 't schoone blaakte,
 
Het waar genot des rijkdoms smaakte,
 
Verliefd op kunst, in 't koopen graag.
 
...............
 
Hij wil niet langer zitten wachten
 
Naar klanten...

De schilder trekt naar 's-Gravenhage met eene schilderij onder den arm. Bescheiden, nauw hoorbaar belt hij aan. Men opent, laat hem binnen, de huisheer verschijnt en

 
Hij blijft, verbaasd, op 't kunstwerk staren,
 
Dat Rembrandt toont;
 
En 't is in 't gloeijendst zielverrukken,
 
Dat hij met honderd gulden-stukken
 
Des jonglings arbeid rijklijk loont.

Robert Fleury heeft den edelman afgebeeld, zittende in eenen zetel en met het oog eens kenners de schilderij van den jeugdigen kunstbeoefenaar beschouwende, terwijl deze, recht op staande, niet zonder spanning afwacht, hoe de uitspraak wezen zal. Fleury's schilderij is verkocht aan den heer Karel Verbessem, van Gent, en volgens wordt gemeld zal zij op de aanstaande Gentsche tentoonstelling prijken.

- Van Edw. Gregoir, den gunstig gekenden componist, is onder den titel van Great attraction eene zegemarsch (voor piano) uitgegeven, gedrukt bij De Vylder, te Gent, en in alle muziekwinkels verkrijgbaar.

Lier.

- Uitslag van den wedstrijd van tooneelkunst, ingericht door de maatschappijen Vooruit voor Kunst en de Vlaamsche Taalminaren, tijdens het tooneeljaar 1870-71:

Drama. 1e Prijs (fr. 500 en een zilveren verguld eermetaal) aan Hooger zij ons doel, van Amsterdam; 2e prijs (met gelijke verdiensten), aan Broedermin en taalijver, van Gent, en Vrede en Vriendschap van Rotterdam; 3e prijs (150 fr. en een zilveren eermetaal), met gelijke verdiensten, aan Hoop en Liefde van Antwerpen, en aan Hoop in de Toekomst, van Oostende.

Blijspel. 1e prijs (fr. 300 en een zilveren verguld eermetaal) aan de Jonge Tooneelliefhebbers, van Brussel; 2e prijs (fr. 150 en een zilveren verguld eermetaal) aan de Vlamingen vooruit! van Leuven; 3e prijs (fr. 100 en een zilveren eermetaal) aan de Vrije Kunst, van Antwerpen.

Het groote getal en de ongewone verdiensten der mededingende maatschappijen in aanmerking nemende, had het inrichtings-comiteit, in plaats van eenen, twee tweede prijzen, van fr. 250 elk, en twee derde prijzen, van fr. 150 elk, voor het drama ter beschikking van de jurij gesteld.

Als bewijs van bijzondere voldoening, is door de jury, met eenparige stemmen, een zilveren eermetaal toegekend aan: de Rederijkerskamer de Génestet, van Utrecht; de maatschappij de Taalzucht, van Mechelen; de Rhetorica, van Borgerhout; de Moedertaal, van Antwerpen.

[pagina 72]
[p. 72]

Tooneelspelers in het drama. (Zilveren verguld eeremetaal.) Hedden, van Amsterdam; F. Lafontaine, van Gent; P.-A. Van Ommeren, van Rotterdam; J. Moreels, van Antwerpen; J. De Leur, van Utrecht; J. Van der Voort, van Antwerpen; L. Peeters, van Mechelen.

Tooneelspeelsters in het drama. (Zilveren verguld eermetaal.) Mej. Eug. De Terre, van Gent; Mej. E. Verduyn, van Rotterdam.)

Tooneelspelers in het blijspel. (Zilveren verguld eermetaal.) J. Verbrugghe, van Oostende; Hofman, van Gent.

De Antwerpsche maatschappij de Vrije kunst heeft tegen de uitspraak van de jury protest aangeteekend, in een wijdloopigen open brief.

Tooneelspeelsters in het blijspel. (Zilveren verguld eermetaal. Mev. Apers-Hermans, van Brussel; Mej. Vleming, van Utrecht.

Zilveren medalie van aanmoediging aan de jonge tooneelspeelsters. Mejufvrouwen Z. Fauconnier, van Gent; D. Colson, van Antwerpen, en M. De Terre van Gent.

In navolging van hetgeen voor eeuwen bij het vieren der landjuweelen geschiedde, zal op Maandag 12 Juni, de dag der uitreiking van de prijzen, eene luisterrijke ontvangst en intrede der tooneelmaatschappijen plaats hebben. De drie Liersche tooneelgezelschappen zullen op praalwagens, door de stad te hunner beschikking gesteld, de intrede der aloude Liersche rederijkkamers de Groeiende boom en de Jenettebloem of de Ongeleerden, in kostuum der XVIe eeuw, voorstellen. Verders zal een stoet ruiters eenige geschiedkundige herinneringen vertoonen.

Brussel.

- Op Zaterdag 29 April had in den Cercle artistique et littéraire een concerto plaats, waarop de heer Nicolaas Reubsaat drie Nederlandsche liederen zong. Het waren drie parelen van melodij en gevoel. Het Goudsmids dochterken, van Goethe, vertaald door Em. Hiel, werd uitbundig toegejuicht.

- In het broodhuis, Groote-Markt, zijn gedurende eenige dagen de modellen, voor den prijskamp der standbeelden van Agneessens en Marnix ingezonden, tentoongesteld.

- De heer Eug. Stroobant, notaris te St-Gilles, is voor de vijf-en-twintigste maal tot voorzitter der tooneelmaatschappij de Wijngaard, gekozen.

- Op 1 Mei werd in het hertogelijk paleis, in 't bijwezen der koninklijke familie, de tentoonstelling van waterverfschilderingen geopend. Zij is alle dagen van 10 tot 5 ure toegankelijk.

Leuven.

- 't Is op 17, 18 en 19 September dat de internationale tooneelwedstrijd, uitgeschreven door Roos en Eikel en Vlamingen vooruit zal plaats hebben.

Gent.

- De Gentsche gemeenteraad heeft op 2 Mei besloten jaarlijks een hulpgeld van 6000 fr. en het vrije gebruik van den Minardsschouwburg te vergunnen, voor het geven, gedurende den winter, van Vlaamsche tooneelvertooningen. Als bestuurders zijn benoemd de heeren F. Van Doeselaer en Fauconnier.

- De maatschappij Ter bevordering van nijverheid en wetenschappen heeft eenen omzendbrief aan de kunstenaars, nijveraars en werklieden gezonden, om hun te herinneren, dat, ter gelegenheid der aanstaande Gentsche kermis, even als het vorige jaar, in haar lokaal de tentoonstelling zal geopend worden. (Zie bladz. 8.) Het loffelijk doel dezer vereeniging is, den werkman aan te sporen tot studie, eigen vinding en volmaakte uitvoering.

Eecloo.

- Uitslag van den letterkundigen wedstrijd der maatschappij Eikels worden boomen. Proza: 1e prijs, Een gelukkig huwelijk, E. Meganck, te Assenede; 2e prijs, Twee werklieden, L. De Vrieze, te Evergem. Dichtkunst: (Lierzang op den dichter Ledeganck), 1e prijs Ooms, te Rotterdam; 2e prijs A.-V. Bultinck, te Knesselaere.

Namen.

- Er zal eene tentoonstelling van schilderijen gehouden worden van 2 Juli aanstaande tot 10 Augustus daarna, door den kunst- en letterkring dezer stad ingericht.

Luxemburg.

- In de groothertogelijke gemeente Weiswampach vond dezer dagen een landbouwer, op een halven meter diepte, 1 gouden, 1 koperen, en 376 zilveren wel bewaarde muntstukken van Vespasianus, Domitianus, Nerva, Trajanus, Adrianus, Antonius Pius, Aurelianus, Commodus, Verus, Diocletianus, Diva Faustina, Diva Augusta, Crespina Augusta en andere vorsten, benevens eene aarden vaas, en eenige aschkruiken, die, jammer genoeg, door houweel en spade beschadigd werden.

Buitenland.
Delft.

- Bij J. Waltman is van Multatuli het volgende werk verschenen: Duizend-en-eenige hoofdstukken over specialiteiten (groot octavo-formaat). Prijs: 1 1/2 gl.

Batavia.

- Z.M. de koning van Siam heeft 10,000 Nederlandsche gl. geschonken aan het onderwijsgesticht Willem III, te Batavia, om te dienen als beurs, waardoor veelbelovende, onbemiddelde kweekelingen in staat zullen worden gesteld, aan die inrichting hunne opleiding te ontvangen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken