Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

De Vlaamsche School. Jaargang 17
Toon afbeeldingen van De Vlaamsche School. Jaargang 17zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,12 MB)

Scans (437,92 MB)

ebook (7,93 MB)

XML (1,06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 17

(1871)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Mummiën.

In de maand April was in eene kamer van de herberg nr 14, Lombaardstraat, te Antwerpen, een onder glas bewaard lijk tentoongesteld, tegen betaling van 50 centiem inkoomgeld. Dit lijk, van eenen man, was oogenschijnlijk versteend. Volgens het programma zou het, in 1845, onder eene laag guano ontdekt zijn, op het eiland Itchibar, aan de kust van Amerika. In de nabijheid, altoos volgens het programma, zou de duig eener ton gevonden zijn, met het opschrift: ‘Christopher Delano, 1721.’ Die beide vondsten zouden gedaan wezen door kapitein Wethers, gezagvoerder van het Engelsch schip Colchester, die het lijk en de duig naar Liverpool zou overgebracht en verkregen hebben, dat zij in het Britsch museum werden tentoongesteld. Dit vinden van eene duig, die zoo juist van pas eenen naam en een jaartal draagt, klinkt ongetwijfeld verdacht; het toeval is niet gewoon, de wetenschap zoo in de hand te werken. Hoe of dit evenwel zij, het tentoongestelde lijk was wel wezenlijk een menschenlichaam, van min of meer ouden datum, dat of wel eene kunstmatige of eene natuurlijke verharding had ondergaan en als dusdanig verdiende gezien te worden.

Op de Antwerpsche foore of jaarmarkt van Sinksen dezes jaars, wordt mede eene dergelijke zienswaardigheid vertoond: namelijk de verharde lichamen van eenen man van middelbaren leeftijd en een omstreeks driejarig meisje. Volgens het programma zouden zij geleefd hebben in de zestiende eeuw en van Mexikaanschen oorsprong zijn. Zij bevinden zich in eenen staat van uitmuntende bewaring. De lichamen zijn geheel bruin.

Naar aanleiding van wat voorgaat, zal het niet ongepast zijn te herinneren dat de Nederlandsche hoogleeraar Frederik Ruysch, in 1638 te 's-Gravenhage geboren, het middel gevonden had om, door het inspuiten van eene gekleurde stof, de lichamen van overledene menschen niet slechts voor bederf te bewaren, maar ook het vleesch zijne uitwendige gedaante te doen behouden. Aan een opstel over den voornoemden geleerden ontleedkundige, ontleenen wij de volgende bijzonderheden omtrent de merkwaardige uitkomsten die hij met zijne uitvinding wist

[pagina 92]
[p. 92]

te verkrijgen: ‘De lijken, ofschoon met al hunne ingewanden bezwaard, bleven, na door Ruysch te zijn opgespoten, zonder blijkbare verdroging, zonder rimpels, met eene blozende kleur en buigzame leden, in wezen; zij schenen te slapen en gereed om te spreken en te werken, zoodra zij ontwaken zouden. Zijn ontleedkundig museum werd door czar Peter in 1698 aangekocht voor de hoogeschool van Sint-Petersburg. Men verhaalt, dat toen de Russische keizer voor de eerste maal het museum van Ruysch bezocht, hij het opgespotene lijkje van een kindje kuste, welk er uitzag alsof het nog leefde en den bezoeker scheen toe te lachen.’

Na den verkoop van zijn eerste museum, legde Ruysch er een tweede aan, dat na zijn dood (hij overleed in 1734) gedeeltelijk verkocht werd aan den koning van Polen voor de hoogeschool van Wittenberg. Des meesters Opera anatomico-medico-chirurgica (vier deelen in-quarto) werden in 1737 uitgegeven. Wij herinneren hier ter loops, dat Frederik Ruysch de vader was van de beroemde bloem- en fruitschilders Rachel Ruysch, in 1664 te 's-Gravenhage geboren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken