Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 18 (1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 18
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.39 MB)

Scans (23.77 MB)

ebook (8.11 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 18

(1872)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 100]
[p. 100]

Bernardus-Pieter Weiser.

Deze kunstschilder, op 1 November 1822, te Doornik geboren en te Antwerpen op 10 Juni overleden, was zoon van Bernardus-Antoon, sieraadschilder, en van Agnes-Josepha Pernois; hij ontving de eerste lessen in het teekenen van zijnen vader; in 1835 kwam hij de lessen volgen aan de Antwerpsche academie, waar hij dit jaar de 6de plaats der omtrekteekening bekwam in den jaarlijkschen kampstrijd; in 1836, de 4de der figuren in omtrek; in 1837, de eerste der geschaduwde figuren; in 1838, de 4de in de ontleedkunde, de 3de in de doorzichtkunde en de 2de in de teekening naar het antiek; in 1839, in de twee voornoemde vakken, de tweede; in 1840, de 5de in de uitdrukking; in 1841, de 3e in de teekening naar het levend model en de 2e in de uitdrukking; in 1842, de 1e in de teekening naar het leven, de 6e in de uitdrukking en de 1e in de doorzichtkunde. De jonge Weiser was als bijzondere leerling door G. Wappers aangenomen. Den 1sten October 1843 werd hij als hulpleeraar aangesteld, en bij koninklijk besluit van 30 Januari 1851, werd hij tot leeraar der klasse van doorzichtkunde benoemd. Intusschen deed Weiser zich door een aantal verdienstelijke schilderstukken kennen; wij geven verder de lijst zijner bijzonderste gewrochten.Ga naar voetnoot(1)

Weiser behandelde bij voorkeur onderwerpen, aan het dorpsleven ontleend. Hij was een vriend der natuur en had oog en oor voor hare schoonheden, die hij, in menig aangenaam tafereeltje, getoond heeft te begrijpen. Gelijk hij de natuur beminde, zoo beminde hij ook de studie en den arbeid. Hij leefde inderdaad met hoofd en hart voor de kunst.

Ongelukkiglijk was hij niet sterk van gestel en werd hij verscheidene malen door zware ziekten aan de smartensponde gekluisterd en derhalve ook gedurende langen tijd van zijne geliefkoosde bezigheden afgehouden, iets waarover hij zich, bij die gelegenheden, niet zelden luider bekloeg dan over de lichamelijke folteringen welke hij had te verduren.

Overal waar hij 't kon, moedigde hij anderen aan tot beoefening van de schoone kunsten, zonder daarom te gewagen van zijn eigen kunstiever, want Weiser was een zedig en ingetogen man. Verwaandheid, laatdunkenheid waren hem geheel vreemd. Verscheidene jongelingen, bij wien hij gelukkigen aanleg meende te ontdekken, werden door hem of op de baan der kunst gebracht of, wanneer zij die reeds betreden hadden, door hem met goede raadgevingen bijgestaan. Tusschen degenen welke uit dezen hoofde een goed aandenken van den te vroeg ontslapen kunstenaar zullen bewaren, noemen wij onzen vriend J.E. Van den Bussche.Ga naar voetnoot(1)

Zijne goede diensten aan jongelingen van aanleg bewezen, bepaalden zich niet altoos tot het verstrekken van raad. Zoo weten wij, dat door Weisers toedoen, aan eenen koffiehuis-bediende te Antwerpen, die veel aanleg voor de teekenkunst verried, de middelen verschaft werden, om te studeeren. Gedurende vrij langen tijd, was deze jongeling Weisers leerling. 't Zou ons niet moeielijk vallen meer dergelijke voorbeelden van 's mans kunstliefde en edelmoedigheid aan te halen.

Weiser leidde verscheidene goede leerlingen in de kunst op. Allen beminden hem als een vaderlijke vriend.

Op 11 September 1855 was de schilder in den echt vereenigd met mejuffer Joanna-Francisca Lottner; hij laat zijne vrouw met één kind achter.

Van toen ons tijdschrift werd gesticht (1853), telde het Weiser tusschen zijne medewerkers. In eene volgende aflevering zullen wij eene door hem geteekende plaat mededeelen, welke door H. Brown, die gelast was ze te snijden, onvoltooid achtergelaten en thans afgewerkt is door den nieuw benoemden leeraar van houtgravuur aan de Antwerpsche academie, den heer Ed. Vermorcken.

Onder een grooten toeloop werd op 13 Juni in St-Josephskerk Weisers lijkdienst verricht. De ter-aardebestelling had plaats op de begraafplaats van het Kiel. Aan het graf spraken de heer N. De Keyser, bestuurder der academie en J. De Braekeleer, namens de afdeeling van beeldende kunsten van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, redevoeringen uit, beide in de Fransche taal.

Weiser schilderde en teekende een zeer groot getal portretten, zoo voor Antwerpen, Brussel, als andere plaatsen.

voetnoot(1)
Lijst der bijzonderste tafereelen: 1843, De Boetende Magdalena; 1844. Jeanne d'Arc in het gevang; 1845, De communie van Atala; Sint-Pieter Tabita tot het leven verwekkende; de XIV statiën van den Kruisweg, voor de parochiekerk van Impe, bij Aelst; 1849, Het bezoek aan den kluizenaar; 1851, Christus troost de vrouwen van Jerusalem, aangekocht door het staatsbestuur; de H. Catharina (dit stuk bevindt zich in het klein seminarie te Mechelen); 1854, Magdalena aan den voet des kruizes, het volgende jaar verkocht op de tentoonstelling van Bergen; Ribeira en hare dochters, 1855, Zoet gesprek; de opwekking van Lazarus, aangekocht voor de Sint-Lazaruskerk te Doornik, zie de jaarg. 1859, bl. 120 en 1860, voor de plaat, door den schilder naar dit tafereel vervaardigd; 1857, Lijden en medelijden; de bloemen des velds, in het museum van Mechelen; de lente; 1860, Jonge meisjes aan den boord der vliet, aangekocht door den heer Ed. Verhaegen; de Blinde moeder, aangekocht voor de verloting op de Gentsche tentoonstelling (zie voor de gravuur onzen jaarg. 1861, bladz. 73); Zonder schuilplaats; Het overschreden verlof (zie 1860, bl. 87); terugkomst van het veld, aangekocht in de tentoonstelling van Luik; de Oogst; Rustende korenmaaisters; 1861, Jonge meisjes aan den boord der vliet, aangekocht door den heer Ed. Verhaegen; Jonge meisjes in het veld, aangekocht door de koninklijke Harmonie-maatschappij van Antwerpen, als prijsstuk voor eene schijfschieting der Antwerpsche burgerwacht; 1862, De Hoop, aangekocht voor het museum van Spa; 1863, Het Rozenknopje; 1864, De geïmproviseerde dans; 1867, Boerin met haar kind; de zondenbok enz.
voetnoot(1)
Zie de Vlaamsche School, 1863, blz. 148.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken