Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 19 (1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 19
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.82 MB)

Scans (24.83 MB)

ebook (7.33 MB)

XML (1.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 19

(1873)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kroniek.

Antwerpen. - St. Josephskerk is in den laatsten tijd verrijkt geworden met een nieuw altaar in verguld koper, geleverd door den heer Lamb. Van Ryswyck, eene muurschildering van J. Baetens en geschilderde glasramen van de heeren Janssens en Stalins, waarop wij later terugkomen.

- De heer A. Bertou, de gunstig gekende zilverdrijver, heeft uit Holland eene bestelling van voor ongeveer 30,000 fr. drijfwerk ontvangen.

- Verbond van kunsten, letteren en wetenschappen. Voordrachten werden gehouden op 26 Februari door den heer Caro, van Parijs, over het natuurlijk recht in zijne toepassing op de maatschappelijke wetenschappen; op 5 Maart, door den heer Sleeckx, over den invloed van Jacob Cats op Zuid-Nederland; op 10 Maart, door den heer C. Angenot, over de vlam en de verbranding in het algemeen.

- Museum van oude meesters. Onlangs is het prachtig tafereel, De marteling van de HH. Crispinus en Crispinianus, geschilderd door Ambroos Francken den oude, terug in het museum gebracht; dit tafereel verkeerde in zeer slechten staat; het paneel, uit verschillende stukken samengesteld, was los getrokken en op verschillende plaatsen overschilderd: zulks maakte het tafereel, dat buitendien zeer vuil was, onkennelijk; thans is het geheel hersteld door den kunstschilder P.E. Nicolié, welke zich meesterlijk van zijne taak heeft gekweten; de verschillende stukken zijn zorgvuldig bijeengebracht, het tafereel gereinigd en de verf die op ettelijke plaatsen afschilferde, vastgezet. Het herstelde tafereel, een der merkwaardigste van het museum, heeft, zooals men weet, vroeger het altaar van het schoenmakersambacht in de Antwerpsche hoofdkerk versierd; de twee deurstukken behooren nog heden aan de schoenmakersgilde en prijken jaarlijks in de Sint-Carolus-Boromeuskerk op den feestdag van de beschermheiligen der schoenmakers. Men zou goed doen pogingen aan te wenden bij de leden van gemelde gilde, om te trachten de twee deuren der prachtige schilderij voor het museum te bekomen, welk dan het tafereel volledig zou bezitten. Wij vestigen de aandacht van het bestuur van 't musem op dit punt.

- Een geacht kunstliefhebber, de heer V. Van Campenhoudt, bewaarder der hypotheken te Dendermonde, bracht onlangs ter onzer kennis, dat de bekwame schilderijhersteller, de heer P. Verlinde, een puikstuk van Pieter Eykens in goeden staat had gebracht. De schilderij waarvan sprake, stelt de H. Familie voor en is het eigendom van de kerk van Meenen, waarin zij sterk beschadigd werd, tijdens de beschieting van deze West-Vlaamsche stad door de Franschen. Wij zijn in de gelegenheid geweest het stuk te zien, nadat het door den kundigen heer Verlinde hersteld was; het heeft ons door zijne pracht verrukt. 't Is een van de schoonste gewrochten waarop de schilderkunst der xviie eeuw in België kan wijzen; de liefhebbers hebben er zich eenige dagen met eigene oogen kunnen van overtuigen bij den heer Verlinde, Coppenolstraat.

- Op blz. 179, 1872, hebben wij gemeld, dat het gemeentebestuur eenen oproep had gedaan voor het inzenden van schetsteekeningen van een gedenkteeken, op te richten ter herinnering van de vrijmaking der Schelde. Er werden een twaalftal teekeningen en twee geboetseerde modellen ingezonden, welke laatste aan den vervaardiger terugbesteld zijn geworden, omdat, volgens den oproep, slechts teekeningen mochten gestuurd worden. Er is onderzocht geworden van welke teekeningen geboetseerde modellen zullen gemaakt worden. De commissie van beoordeeling bestond uit de volgende heeren: L. de Wael, burgemeester, Jac. Cuylits, F. Van der Taelen, Joseph Lefebvre, Ev. Allewaert, schepenen; F. Bex, J. Nauts, L. De Winter, A. Van den Nest, leden van den gemeenteraad; Nic. De Keyser en J. Delin, kunstschilders; Jos. Geefs en J. De Braekeleer, beeldhouwers. De vervaardigers van de volgende teekeningen mogen daarvan, ieder tegen genot van 500 fr. vergoeding, een geboetseerd model maken, welk vóór 1 Augustus aanstaande in het stadhuis zal moeten besteld zijn:

Nr 1, kenspreuk: L'art est un miroir qui reflète les hommes et la société contemporaine; - Nr 5 (klein formaat), kenspreuk: Le Phare; - Nr 7, kenspreuk: Il est utile de s'inspirer de la sculpture flamande du XVIIe siècle; - Nr 9 (klein formaat), kenteeken: Een anker; - Nr 11, kenspreuk: De Schelde is de bron van België's welvaart.

Brussel. - In den laatsten tijd werden voor het museum van oude meesters drie schilderijen aangekocht van Jan Massys, Pieter Aarsen (alias Lange Peer) en Antonio Percedo.

- Het museum van oudheden in de Hallepoort, waaraan groote werken verricht zijn onder de leiding van den bouwmeester H. Beyaert en dat uit dezen hoofde lang gesloten is geweest, gaat weer opengesteld worden.

- Patria Belgica is de titel van een belangrijk werk, dat, onder de leiding van den hoogleeraar Van Bemmel, in de Fransche taal uitgegeven wordt bij Bruylant-Christophe en Cie en waarin een overzicht zal geleverd worden van alles wat omtrent het oude en het hedendaagsche België meldenswaardig aan te stippen is. In de twee eerste afleveringen levert de heer Van Bemmel eene beschrijving van het land en komt eene studie voor van den heer Mich. Mourlon over den bodem van België. Het werk is geschat volledig te zullen zijn in 30 afleveringen van 64 bladz. in-8o, opgeluisterd met kaarten en pla-

[pagina 42]
[p. 42]

ten. Als een bewijs van de gretigheid waarmede de uitgaaf wordt ontvangen, deelen de bladen mede, dat de eerste aflevering, uitgeput zijnde, is moeten herdrukt worden.

- De Hollandsche veeschilder, J.H.L. De Haas, heeft zijn tafereel, bestemd voor de wereldtentoonstelling te Weenen, voorstellende: Vee aan de oevers van den IJsel, verkocht aan het Belgisch staatsbestuur, voor het rijksmuseum te Brussel.

- In het jaar 1874 zal eene internationale tentoonstelling van oude vaderlandsche kunst, van de 15e tot de 18e eeuw, gehouden worden, waarop de verschillende takken der schilderkunst volledig zullen worden vertegenwoordigd. Men heeft het voornemen zich vooral op eene schitterende tentoonstelling van kunstwerken der Van Eycks toe te leggen.

- De minister van binnenlandsche zaken herinnert dat de 17e toonzet-prijskamp dit jaar op Zaterdag 7 Juni zal geopend worden. De inschrijving der mededingers zal plaats hebben tot 5 Juni, ten 4 ure. Zij die Brussel niet bewonen, kunnen zich per brief doen inschrijven, mits voor 3 Juni hunne stukken te zenden aan het gemeentebestuur, welk ze onmiddellijk aan den minister van binnenlandsche zaken zal overhandigen. De mededingers moeten Belgen zijn en mogen op 1 Juni 1873 den ouderdom van 30 jaren niet bereikt hebben. De voorbereidende proef zal samengesteld zijn uit: eene ontwikkelde fugue (zang-of toonkundig) met vier partijen; een weinig ontwikkeld koor, met orkest; 72 achtereenvolgende uren zijn voor de proef toegestaan. De tekst van het koor is door de jury gekozen; kopij er van zal aan elken kamper worden overhandigd, met een papier, het onderwerp eener fugue bevattende. De voorbereidende proef is verplichtend voor al de mededingers, zonder onderscheid. Niemand mag meer dan driemaal aan den prijskamp deel nemen. Voor dat de primus toegelaten wordt het jaargeld te genieten, aan den prijs gehecht, zal hij voor de jury een examen moeten afleggen op de volgende punten: De primus zal in een geschreven opstel het bewijs moeten leveren, dat hij in staat is zijne gedachten in de Fransche taal uit te drukken. Het onderwerp dat hem zal worden gegeven, zal betrekking hebben op zijne kunststudiën. De primus zal worden ondervraagd over den bijbel, alsook over de gedichten van Homerus en van Dante, over de dramas van Eschyles, van Sophocles, van Euripides, van Shakespeare, van Corneille, van Goethe en van Schiller; hij zal een beknopt gedacht geven van die werken, van de hulpbronnen die zijne kunst er kan in vinden en van de voornaamste personen die er in voorkomen. De primussen mogen zelven aan de jury de werken aanduiden, die het voorwerp hunner studiën zijn geweest. Er zal rekening worden gehouden aan de Vlaamsche primussen van den graad van onderwijs dien zij in de Vlaamsche taal bezitten.

- De heeren A. Gevaert, Ch. Bosselet en L. de Burbure, zijn benoemd tot leden van de bestendige jury voor den grooten muziekprijskamp van 1873.

Leuven. - Bij de gebroeders Van Linthout is verschenen: Verslag over de werkzaamheden van het Taal- en Letterlievend Studenten-Genootschap Met Tijd en Vlijt, gedurende het afgeloopene schooljaar 1871-1872, gedaan ter Halle, in de plechtige zitting van wintermaand 1872, door E. Van Winckel, secretaris des genootschaps, 48 blz. in-16.

- Bij de wed. C.J. Fonteyn is verschenen: Schillers Lied van de klok, overzetting van den heer J. Brouwersz.

Gent. - Volgens uitleggingen, van wege het ministerie aan de kamer van volksvertegenwoordigers gegeven, schijnen de muurschilderingen in de Gentsche hoogeschool, welke eene oppervlakte van 287m77 beslaan en ten behoeve waarvan het rijk een hulpgeld van 50,000 fr. heeft verleend, nog zoo spoedig niet te zullen voltooid zijn, al was er ook bepaald dat zij dit in 1868 moesten wezen. Uitgevoerd zijn: in het gewelf twee groote onderwerpen: 1o De wetenschap den mensch tot God leidende; 2o De wetenschappen de wetten van het heelal onderzoekende. Dan de vier der hangbogen, verbeeldende: a. de wijsbegeerte, b. het onderzoek, c. de schoonheidsleer, d. de rechtvaardigheid. Op de muren, de vier deurteekeningen verbeeldende: e. de fraaie letteren, f. de geneeskunst, g. de natuur- en wiskundige wetenschappen, h. de rechten. Vervolgens drie groote paneelen, verbeeldende: 1o de Oosten of de priesterheerschappij, 2o Griekenland of de wijsbegeerte, 3o het christendom. Uit te voeren blijven de volgende paneelen: 1o Roma of de stoffelijke eenheid, gekenm rkt door de verovering en het recht; 2o de vestiging van het dogma, gekenmerkt door de kerkvaders of de christelijke wijsbegeerte; 3o de middeleeuwen, gekenmerkt door het pausdom, het keizerrijk en de scholastiek; 4o de renaissance, gekenmerkt door de letterkundige en wetenschappelijke beweging der xvie eeuw; 5o de nieuwere tijden. De heer Victor Lagye heeft om gezondheidsredenen van het voortzetten der muurschilderingen, in wat hem betreft, afgezien. Tusschen de stad Gent en het rijk werd over de keuze van een anderen kunstenaar onderhandeld; zij hebben den heer A. Cluysenaer, van Brussel, verkozen. Van zijnen kant is ook de heer de Taye, door de menigvuldigheid zijner andere bezigheden, verhinderd geworden om met de wenschelijke vaardigheid te arbeiden aan het voltrekken van de taak die hij met den heer Lagye op zich genomen had. De heer de Taye moet nog twee groote paneelen schilderen. De sieraadschildering is geheel gedaan. (Zie de Vlaamsche School, 1865, bladz. 75.)

- Bij den uitgever De Vriese, te St.-Amandsberg, zullen eerstdaags, vereenigd in een fraai bundeltje, de twee lierzangen verschijnen, door de heeren J.F. Ooms en A.V. Bultynck ter eere van den schrijver der Zustersteden gedicht, en welke bekroond werden in den letterkundigen prijskamp van de maatschappij Eikels worden boomen, te Eecloo (April 1871). De bundel, getiteld: Ledeganck herdacht, zal den inschrijvers tegen den zeer geringen prijs van 50 centiemen vrachtvrij afgeleverd worden. Van de twee lierzangen wordt veel goeds gezegd. Wij sporen alle lettervrienden aan zich voor het werk te doen inschrijven.

Dixmude. - Bij den uitgever Ed. Desmijter is een dichtbundel onder de pers, waarop wij met ingenomenheid de aandacht van onze lezers vestigen. Hij is het werk van een hunner vrienden: den luitenant Victorien Van de Weghe. Wij veronderstellen dat al onze lezers den gemoedelijken schrijver van zoovele in ons tijdschrift verschenen stukken, een goed hart toedragen. Hij verdient het én als dichter én als mensch. Zijn aangekondigde bundel is getiteld: Denderloover; hij zal 80 bladzijden groot en bij inteekening verkrijgbaar zijn aan 1 fr. De inschrijvers die 50 c. meer betalen, zullen met den nieuwen bundel des schrijvers eerste werk, getiteld: Eerstelingen, ontvangen. Voor den geringen prijs van 1 1/2 fr. kan men dus twee fraaie verzenbundels van een verdienstelijk dichter bekomen. Wij hopen dat velen van de gelegenheid zullen gebruik maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken