Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 20 (1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 20
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.79 MB)

Scans (23.64 MB)

ebook (9.59 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 20

(1874)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kroniek.

Antwerpen. - De beeldhouwer L. Dupuis is door de kruidkundige maatschappij Linnaeus gelast met het maken van een borstbeeld van den beroemden natuurkundige.

- Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. Wij hebben beloofd terug te komen op de waterverfschilderingen uit de rijke verzameling van den heer de Jonge van Ellemeet, in de maatschappij tentoongesteld; wat wij hier te zien kregen, was in verre na niet de geheele schat, die de verlichte liefhebber in dit kunstvak bezit; de volgende onvolledige opgaaf van tentoongestelde puikstukken zal een denkbeeld van den rijkdom van 's heeren de Jonge's galerij geven: David Bles, Les geven, Les nemen, Ferdinand Huyck zijne verzen voorlezende, Kat en hond, opgedragen aan freule de Jonge van Ellemeet; J. Israels, De Scheidsdag, De weduwe van den daglooner, Moederhulp, Geloof; Herman Ten Kate; Langendyck; Jamin, Een gemaskerd bal; Van Trigt, Eene samenzwering te Antwerpen; Backhuysen, Schelfhout; Roelofs; Koekkoeck; Bakkerkorf; De Haas; Schultz; Springer; Verveer; Bosboom; Rochussen; Mollinger; Spoel; Spangenberg; Koelman; Menzel; Allebé; Maris; Gabriel; Waldorp; Findler; Vertin; Hilverdinck; L. Gallait, Montaigne bij Torquato Tasso; Madou, De portier; De Groux, De Vlinder; Clays, drie zeestukken, waartusschen een prachtig gezicht op den Kampveerschen toren te Vueren; A. Dillens; Van Moer; Bossuet; De Noter; C. Dell'Aqua; Simoneau; Angelo Rossi; Calame; G. Richter, een prachtige Egyptische dans; Hoguet; Dinday enz. enz. Zooals te verwachten was, heeft deze tentoonstelling de grootste belangstelling opgewekt; niet slechts de gewone bezoekers, ook de kunstenaars waren opgetogen over wat zij te beschouwen kregen; de heuschheid van den heer de Jonge van Eilemeet is dan ook zeer op prijs gesteld geworden en het bestuur der maatschappij heeft het zich ten plichte geacht hem op eene bijzondere wijze den dank van de leden te betuigen, voor het hun verschafte kunstgenot. - Op 4 Februari hield de heer Astruc, groot-rabbijn van België te Brussel, eene voordracht over den profeet Jonas en den 6e gaf Joh. Gram van 's-Gravenhage lezing van twee zijner novellen: Mijnheer en mevrouw Van Maere en Eene Hollandsche bruiloft. Op 8 Februari hield de heer Michon eene verhandeling over de Graphologie. Den 15e en volgende dagen waren tentoongesteld een aantal beeldhouwwerken van Carpeaux, van Parijs, en eene schilderij van Jos. Van Lerius, getiteld Rosamunde.

- Letterkundige maatschappij De Olijftak. Prijskamp. Van de wedergeboorte der Vlaamsche letterkunde dagteekent ook de wedergeboorte der Antwerpsche maatschappij De Olijftak. De voornaamste, ja schier al de Antwerpsche schrijvers van dezen tijd hebben er deel van gemaakt. Velen zijn reeds overleden: Theodoor Van Ryswyck, P.-F. Van Kerckhoven, Mertens en Torfs, Vleeschouwer, Matthyssens, Jan Van Ryswyck, Gerrits, meer anderen, en sommige hunner werken hebben in de geschiedenis onzer letterkunde een schitterend lichtspoor nagelaten. In den geest en 't gemoed des volks zijn eenigen onder hen nog levendiger gebleven door daden en woorden dan wel door hunne schriften. Men vertelt over hen, en vooral over de beide Van Ryswycken, honderden bijzonderheden: gebeurtenissen, anecdoten, parabels, vergelijkingen, spreuken en zetten, die tintelen van geest en eigenaardigheid. Bij elk ander volk zou men die reeds lang door den druk voor 't vergaan en vergeten bewaard hebben; hier zouden zij allengs wegsterven, met de vrienden en makkers die ze uit den mond der vinders hebben gehoord. Zelfs de stadsnieuwskens van Jan Van Ryswyck in de Grondwet en elders zouden deelen in 't lot der dagbladeren: verschenen en verdwenen. De Olijftak denkt, dat veler beeldspraak eene grootere waarde bezat dan menig verhaal en gedicht, en dat hunne histoire anecdotique beter dan al de bestaande levensbeschrijvingen de duurbare vrienden herinneren zou. Bij gelegenheid der 25e verjaring van Th. Van Ryswycks afsterven, - 7 Mei 1874, - doet hij een beroep op het geheugen van allen die over zijne oud-leden wat merkwaardigs weten, en opent den volgenden prijskamp: Verzamelen: de levensbijzonderheden, gebeurtenissen, anecdoten, vertelsels, parabels, vergelijkingen, spreuken, zetten en verdere eigenaardigheden van of over afgestorvene leden des Olijftaks. Men verlangt die waar en getrouw. Letterkundige opsmuk is toegelaten, doch overbodig. Waar het voor 't goed verstaan noodig zijn zou, wordt een woord uitleg verzocht. Wie er het meest en de beste zal hebben opgeschreven, zal eenen prijs ontvangen van 300 francs; een tweede prijs van 100 francs kan toegewezen worden. Het ingezondene blijft de eigendom van den Olijftak, die het geheel of gedeeltelijk mag uitgeven zonder vergelding. In te zenden met een gesloten briefje, behelzende den naam des verzamelaars, voor 1 November 1874, ten huize van een der onderteekenden. (Was geteekend:) de voorzitter, J. De Geyter, Venusstraat, 15; de secretaris, Em. Rosseels, St. Josephstraat 58.

- De heer A. Piron heeft voor St-Jacobskerk drie goede schilderijen, die in zeer slechten staat waren, uitmuntend hersteld en in orde gebracht, te weten: de Aanbidding der Herders, door Jan Erasmus Quellin, de Verrijzenis van Christus, door Hendrik Van Balen den oude en de H. Familie, door Bernard Van Orley, gevolgd naar Rafaël. De tweede schilderij heeft de

[pagina 25]
[p. 25]

heer K. Van der Haeghen met veel kunde geparketeerd.

- Den 25sten Januari werd in de Koninklijke Harmonie een concerto voor fluit, van Peter Benoit, op meesterlijke wijze ten gehoore gebracht door Theophiel Anthonis, van Heyst-op-den Berg; al de aanhoorders waren verrukt, zoowel over het voortreffelijk spel van den jongen doch reeds uitstekenden fluitist, als over de prachtig eigenaardige schepping van den Vlaamschen meester, aan wiens vernuft de Vlaamsche muziek reeds zooveel luister verschuldigd is.

- De provinciale tooneelcommissie opent eenen kampstrijd voor oorspronkelijke tooneelstukken in één bedrijf, in verzen of in proza, van ernstigen of luimigen aard, voor Belgische en Hollandsche schrijvers. De mededingers moeten hunne stukken laten vergezeld gaan van een verzegeld briefje, waarin hun naam en woonplaats opgegeven zijn; vertoonde of gedrukte stukken zijn uitgesloten; de mededingende stukken moeten vóór 1 September 1874 besteld zijn bij den heer P. Genard, Van-Leriusstraat nr 37, te Antwerpen. Rechters zijn de heeren Jacobs-Beeckmans, P. Genard, E. Rigelé, J. Van Beers en F.J. Van den Branden. De schrijvers behouden het eigendomsrecht hunner stukken, maar zij moeten dezelve binnen het jaar na de uitspraak der rechters doen drukken. Prijzen: 1e, 300 fr.; 2e, 200 fr.; 3e, 100 fr.; 4e, 50 fr. Bij elken prijs wordt een zilveren of bronzen gedenkpenning gevoegd.

- Augustijnenkerk. Het staatsbestuur heeft een hulpgeld van 2500 fr. toegestaan aan het kerkbestuur dat zelf eene som van dit bedrag bestemt om de muurschilderingen, die de heer Jos. Bellemans in de kapel van de Onbevlekte Ontvangenis uitvoert, te laten voortzetten. Zie onzen jaargang 1867, bladz. 8 en 1873, bladz. 39.

Brussel. - Balats ontwerp voor een paleis van schoone kunsten is door de commissie van monumenten goedgekeurd; het grootsche gebouw zal opgericht worden in de Regentiestraat, daar waar zich vroeger het ministerie van justitie bevond; met inbegrip van wat er zal uit te geven zijn voor de onteigeningen, worden de bouwkosten geschat op 3,404,000 frank, in ronde cijfers 3 1/2 millioen. (Zie over dit gebouw onze jaargangen 1870, blz. 146, 1871, blz. 182, 1872, blz. 8 en 55.)

- De kunstschilders Musin (Brussel) en Verhoeven-Ball (Antwerpen) en de beeldhouwer Samain (Brussel) zijn door de inzenders benoemd om deel uit te maken van de commissie die de kunststukken moet keuren, welke uit België zullen gezonden worden naar de internationale Londensche tentoonstelling. Deze voorafgaandelijke keuring heeft plaats in het rijksmuseum.

- De Sinte-Catharinakerk, waaraan sedert een twintigtal jaren gewerkt wordt, is eindelijk hare voltooiing nabij en zal eerstdaags de wijding ontvangen.

- Koninklijke academie van België. Klasse der letteren. - Zitting van 2 Februari. Ontvangen stukken voor de prijskampen van 1874 (zie 1872, blz. 180). 1ste vraag. Drie verhandelingen; rechters: de heeren Roulez, Wagener en Fr. Nève. - 2de vraag. Eene verhandeling; rechters: Thonissen, Le Roy en Nève. - 3de vraag. Zeven verhandelingen; rechters: Faider, Thonissen en De Laveleye. - 4de vraag. Eene verhandeling met kenspreuk: Houdt middelmate; blijft, als zijnde te onvolledig, ter beschikking van den schrijver. Voor den zesjaarlijkschen prijskamp, ingesteld door baron de Stassart (zie 1871, bl. 127), werd één stuk ontvangen, met kenspreuk: Laboremus; rechters: de heeren Nijpels, Thonissen en Faider. - Door den heer J. Nolet de Brauwere van Steeland werd lezing gehouden van een stuk getiteld: Over het Vlaamsche taal-particularismus van West-Vlaanderen; zal opgenomen worden in het tijdschrift van de academie.

- Patria Belgica. De 16e aflevering bevat het vervolg en slot der hedendaagsche politieke geschiedenis, door E. Van Bemmel; Geschiedenis der buitenlandsche betrekkingen sedert 1830, door Sylvain Van de Weyer (1ste deel).

- Op 17 April zal onder het bestuur van den heer E. Leroy openbaar verkocht worden de verzameling tafereelen van Vlaamsche, Hollandsche en Fransche meesters, nagelaten door wijlen den heer schepen Gustaaf Couteaux, die groote diensten aan de kunst en hare beoefenaren heeft bewezen; de heer Couteaux was eerelid der koninklijke academie van Antwerpen, ridder der Leopoldsorde, van het Eerelegioen en van de Metjidieorde. Tusschen de schilderijen zijn er zes van H. Leys, onder andere een kapitaal stuk voorstellende: De Antwerpsche burgemeester Lanceloot van Ursel sprekende tot de gilden vergaderd op de Grootemarkt en het bevelhebberschap overdragende aan den ridder van Spangen; het tafereel is op paneel geschilderd; 't is het model van een der muurschilderingen van het stadhuis van Antwerpen. (Zie de Vlaamsche School 1870, bladz. 98.) Verder zijn er stukken van: H. Burgers, E.M. Berenger, J. Bosboom, F. en H. De Braekeleer, Decamps, De Dreux-Dorcy, J. de Senezcourt, L. De Winter, E. Dupain, Glibert, T. Gudin, Huberti, C. Jacque, H. Koekkoek, V. Lagye, F. Meja, L. Meyer, J. Rozier, A. Schelfhout, Schotel, E. Smits, J. Stevens, P.G. Van Os, E. Verboeckhoven. Van oude meesters: Brueghel, van Balen en van Kessel, J. Courtois, Grandvasque, A. Gryef, J. Jordaens, Nattier, P. Van der Werff en eenige van onbekende schilders.

 

Leuven. - De studenten in de geneeskunde gaan den hoogleeraar Van Kempen zijn marmeren borstbeeld vereeren; het is gemaakt door Fraikin.

 

Gent. - Het staatsbestuur gaat van de bestiering der godshuizen aankoopen, tegen 120,000 fr. (waarvan de provincie er 10,000 zal geven), een gedeelte der gebouwen van het oud weezenhuis, gezegd De Kulders, met het doel dezelve te verbouwen tot een algemeen archief, waarin onder andere zullen bewaard worden de verzameling der charters van de graven van Vlaanderen, de handvesten der oude staten, kastelnijen en neringen, der kapittels, abdijen, priorijen en kloosters van Oost-Vlaanderen, de papieren van den ouden raad van Vlaanderen enz.

- De heer I.S. Van Doosselaere, de verdienstelijke drukker en uitgever, is tot ridder der Leopoldsorde benoemd, ter gelegenheid der algemeene tentoonstelling van Weenen. Dezelfde eer is te beurt gevallen aan de heeren A. Neyt, lichtteekenaar en Bourdon-De Bruyne, goudsmid.

 

Kortrijk. - De maatschappij van schoone kunsten zal van 9 Augustus tot 30 Sepember eene kunsttentoonstelling openen, waarvoor de stukken uiterlijk op 1 Juli moeten toegekomen zijn.

Brugge. - Alhier is gesticht eene Gilde van Sinte Luitgaarde voor taal en oudheid, onder kenspreuk: Rond den Heerd; het gunstig gekende weekblad Rond den Heerd met Archievenboek zal voortaan onder bescherming van deze maatschappij verschijnen, wier bestuur uit de volgende heeren is samengesteld: prof. D.G. Meersseman, eere-voorzitter; Ad. Duclos, voorzitter; P. Baes, griffier; dr. Van Steenkiste, V. Van Coillie, K. Verschelde, J. Cuvelier, R. Carette, Is. Fraeys en F.X. Merville, raadsleden. Het weekblad Rond den Heerd beleeft zijn 9n jaargang; het werd eerst uitgegeven onder het bestuur van den zoo gunstig gekenden dichter en leeraar Guido Gezelle en in de laatste jaren door den eerw. heer Ad. Duclos. Wij hopen dat de nieuwe inrichting moge bloeien tot heil der Vlaamsche zaak.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken