De Vlaamsche School. Jaargang 22

Kroniek.

Antwerpen. - Den 5ⁿ Februari is de heer F.J. Van den Branden benoemd tot leeraar bij stads declamatiescheschool, in vervanging van den heer J. van Beers, die als dusdanig zijn ontslag heeft genomen.

- In zitting van 19 Februari heeft de gemeenteraad beslist, voor het stedelijk hedendaagsch museum aan te koopen de schilderijen van K. Ooms en P. Van der Ouderaa, vermeld op blz. 15 van onzen loopenden jaargang.

[p. 32]

Lier. - Mev. de weduwe Bergmann heeft het bedrag van 5000 fr., kort na het afsterven haars echtgenoots (21 Januari 1874) aan dezes werken toegekend door het Belgische staatsbestuur, als zijnde zij de beste die werden uitgegeven gedurende den laatst verloopen vijfjaarlijkschen termijn, op interest uitgezet, onder bepaling, dat de rente zal dienen tot het verstrekken van belooningen aan de schrijvers van de beste novelle, die zal ontvangen worden in de prijskampen, die, te dezen einde, jaarlijks zullen worden uitgeschreven. Aan den plaats gehad hebbende eersten wedstrijd namen deel 26 verhalen. De rechters (heeren Delpire, F. de Cort, P. Fredericq, J. Gram en J.F. J. Heremans) kenden den prijs toe aan Het veerhuis aan de Lek, van Aart Admiraal, te Schoonhoven (Holland). De stukken Rika en Anne Mietje bekwamen eervolle meldingen. De heer Aart Admiraal verklaard hebbende den prijs niet te kunnen aannemen, omdat hij zijn bekroond verhaal had laten in druk verschijnen vóór de uitspraak der keurmeesters, zoo is de prijs overgedragen op Rika, waarvan mej. D.E. Cool, van Amsterdam, is gebleken de schrijfster te zijn. (Zie over Bergmann de Vlaamsche School van 1874, blz. 26.)

Gent. - Het Jaarboek van het Willemsfonds voor 1876, uitmakende 325 blz. druks, bevat, onder andere, bijdragen van P. Geiregat, Drossaart, G. Antheunis, T. Coopman, A.J. Cosijn, V. Van de Weghe, E. Van Oye, T. Sevens, E. Hiel, K. Bogaerd, J. Stinissen, F. Smit Kleine, dr. Wap, V. Van de Walle, P. Fredericq, G.D. Minnaert, J. Van Hoorde, Sleeckx, M. Rooses, J. Sabbe, E. Verschaffelt.

-Verschenen: Nieuwe Novellen, drie van Rosalie en drie van Virginie Loveling, met eene voorrede van prof. Heremans; 332 blz.; prijs: fr. 3.25.

- De heeren De Potter en Broeckaert hebben uitgegeven het iv^e deel van de Geschiedenis der stad Aalst (325 blz., opgeluisterd met houtsneden). Dit boekdeel is het twintigste van den veelomvattenden arbeid dien genoemde schrijvers hebben ondernomen en welke voor algemeenen titel heeft: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oostvlaanderen.

- Voor de prijsvraag omtrent het schrijven van de geschiedenis der Pacificatie van Gent, heeft het Willemsfonds zes stukken ontvangen. (Zie onzen jaargang 1875, 121.)

Aarschot. - Alhier, in een huis van den Molenberg, is eene oude schilderij ontdekt, voorstellende Christus aan het kruis, en waarvan de uitvoering eene meesterhand schijnt te verraden. Over de schilderij waren een honderdtal bladen papier geplakt, waardoor zij tegen den muur verborgen was, men denkt sedert den dusgenaamden Franschen tijd. Wie het stuk geschilderd zou hebben moet nog blijken.

Buitenland.

Amsterdam. - In overleg met het bestuur van de tooneelschool alhier, is door den heer Herman Linde eene som van honderd gulden overgemaakt aan den heer Rennefeld, met de bestemming om rente op rente te worden uitgezet, tot dat een der kweekelingen met goed gevolg zal zijn opgetreden in de titelrol van een stuk van Shakespeare. Bedoelde som met de intusschen bijgekomen interesten zal dan strekken om aan dien kweekeling een passend geschenk te geven.

Haarlem. - De in het voorjaar tot stand gekomen vereeniging tot uitbreiding der verzameling van kunst en oudheden in het stedelijk museum alhier, heeft, ter plaatsing in het museum. aan de gemeente ten geschenke aangeboden eene schilderij van Job Berckheyde, voorstellende het Werkhuis van Frans Hals, met de portretten der voornaamste schilders, welke in dien tijd te Haarlem woonden.

Groningen. - De hier bestaande hoogeschool verkwijnt op zoo onrustbarende wijze, dat men er van spreekt tot hare afschaffing over te gaan. Zij heeft zoo goed als geene studenten; soms ziet men een hoogleeraar college houden voor één student. De leergangen worden dan ook niet regelmatig meer gegeven.

Napels. - Volgens wordt gemeld is in een huis der Santa Chiarastraat eene schilderij ontdekt waarop Onze-Lieve-Vrouw is afgebeeld en die aan Giotto wordt toegeschreven.

Montreal. - Er is een begin gemaakt met den aanbouw der Royal-Albertbrug over den stroom St-Laurent; zij zal eene lengte hebben van 15,500 Engelsche voeten; een der gewelfbogen zal 600 voet spanning hebben boven het bevaarbaar gedeelte van den stroom en eene hoogte van 130 voet boven het waterpeil bij hooge tij. Vijf bogen zullen eene hoogte van 300 voet bereiken; vier zullen 240 voet en 51 andere 250 voet hoog zijn. De kosten zijn geschat op 20 millioen frank; het bouwen zal drie jaren duren. Op de brug moet een spoor- en een tramweg komen, en voor gewone rijtuigen en voor voetgangers zullen afzonderlijke wegen worden ingericht. De Victoria Bridge van Montreal, die tot nu voor de grootste der bestaande bruggen gehouden wordt, is slechts 7000 Engelsche voeten lang; een harer bogen heeft 300 voet en 24 andere 242 voet opening. Men heeft er vijfjaren aan gewerkt en de kosten hebben 31,500,000 frank bedragen. De brug van Brooklijn is 3,425 voet lang en de spanning van den boog tusschen de twee torens, is 1,595 voet breed. De brug van Rapperschwijl, in Zwitserland, de langste, na de Victoria Bridge, heeft eene lengte van 1,600 meters en eene breedte van 4 meters.

Teheran. - Een in deze Perzische stad wonend Oostenrijker, geeft in een Duitsch blad eene beschrijving van het paleis van den schach van Perzië. Hij heeft daar de prachtige pauwenzaal gezien, met den geheel met goud bedekten troon; deze troon, gedragen door leeuwen, die er uitzien als schoothondjes, is millioenen waard, door de tallooze diamanten, robijnen, turkooizen, smaragden en safieren, waaronder hij als schijnt te zwichten. De zetel is overtrokken met cashemir, geborduurd met paarlen. In dezelfde zaal bevond zich een wereldbol, bezet met diamanten In eene andere kamer zag de Oostenrijker de diamant darir-e-nur (licht der zee), welke, volgens zijne opgaaf, 6 centimeters lang en 3 of 4 centimeters breed zou zijn.