Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 22 (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 22
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.16 MB)

Scans (449.23 MB)

ebook (9.72 MB)

XML (1.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 22

(1876)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

Koninglyke Maetschappy ter Aenmoediging der Schoone Konsten Antwerpen
Een-en-twintigste driejarige tentoonstelling
1876.



illustratie
teekening van het diploma der maatschappij, door f. durlet.


De opening der tentoonstelling had op 13 Augustus ten 10 ure plaats. Zij bevat 1445 kunstwerken. Buitendien werden er een groot getal geweigerd, een gedeelte wegens onvoldoende kunstwaarde, andere omdat de commissie van beoordeeling vond, dat er misbruik gemaakt was van lichaamsnaaktheid. De afwijzing van laatstgemelde stukken heeft veel opspraak verwekt. Er is zelfs gewaagd, van het stichten eener nieuwe maatschappij, die zich zou gelasten met het inrichten der 3-jarige tentoonstellingen. Volgens verordeningen der maatschappij, moeten onzedige stukken geweigerd worden, en die bepaling zal ongetwijfeld door niemand worden gewraakt; daarmede werd echter natuurlijk niet bedoeld stelselmatige uitsluiting van naakte beelden of figuren; wij hebben die overigens aangetroffen op vorige tentoonstellingen door de maatschappij ingericht. Waren de thans wegens naaktheid geweigerde stukken al dan niet onzedig? Wij kennen die gewrochten niet en kunnen derhalve de handeling der aannemings-commissie niet beoordeelen. Wij weten niet of die rechtvaardig of onrechtvaardig te werk is gegaan. Om dit tot een zeker punt te kunnen afmeten, zou het te wenschen zijn dat geweigerde stukken onder de oogen van 't publiek konden gesteld worden.

Den dag der opening van de tentoonstelling had, volgens gewoonte, de beoordeeling plaats der verschillende prijskampen door de maatschappij uitgeschreven (zie 1875, blz. 154) en werd den overwinnaren in de prijskampen en den juryleden, in de restauratie Rocher de Cancale, een feestmaal aangeboden, waaraan ook deelnam de heer Gambart, de gekende kunstkooper; deze heer heeft op dit feestmaal eene verkleinde kopij van Van Lerius' Paul en Virginie, voor het Antwerpsch museum, ten geschenke gegeven.

Voor de beeldhouwkunde waren 7 werken ingezonden; de prijs werd toegekend aan George Geefs; eene eervolle melding bekwam het beeld nr 1, van Frans Joris, van Deurne; keurmeesters, de heeren Jos. Geefs, J. Ducaju, J. De Braekeleer, P. Puyenbroek. C. Fraikin, C. Van Oembergen, Buekens en E. Melot.

Klassieke bouwkunde: 11 mededingers; de prijs werd toegekend aan de teekeningen onder kenspreuk Sic transit gloria mundi, van Frans Verwimpt, van Antwerpen; keurmeesters,

[pagina 131]
[p. 131]

heeren P. Dens, E. Gife, J. Schadde, F. Laureys, E. Balat, Pauli, E. De Curte, H. Beyaert en Winand-Janssens. Er is een tweede prijs toegekend van fr. 400, aan het ontwerp voor opschrift voerende: A l'aventure.

Gothieke bouwkunde: 12 mededingers; de prijs werd toegekend aan de stukken voor kenspreuk dragende Ave, van Frans Van Dyck, van Antwerpen. Er zijn twee prijzen van fr. 400 toegekend aan de teekeningen voor opschrift hebbende: Chi va piano, va sano en aan dat van: Il faut profiter du passé et servir le présent. Voor het eerste heeft zich doen kennen J. Baes, van Brussel.

De heer N. De Keyser, bestuurder der koninklijke academie, heeft niet tentoongesteld; daarentegen munten eenige zijner oude leerlingen inderdaad uit: als dusdanig noemen wij P. Van der Ouderaa, K. Ooms, W. Geets, E. Sibert, J. Van Beers, E. Carpentier, enz. enz.

In het geschiedkundig vak verdienen de drie tafereelen van Ferdinand Pauwels, welke hij reeds te IJper in muurschildering uitvoerde en waarvoor deze tot model dienden (zie 1876, blz. 137), allereerst genoemd te worden; dat is degelijke kunst, en doet zooveel te meer betreuren dat de meester zijne stad en zijn land verlaat, om zich te gaan stellen aan het hoofd der academie van Dresden. (Zie blz. 88.) Opgevoed als het ware onder de leiding van Gustaaf Wappers, oud primus van Rome, gerijpt door studie en onderwijs in het geleerde Duitschland, waar hij verscheidene jaren reeds de schilderkunst onderwees, was hij de man om diensten te bewijzen aan de Antwerpsche school en het land te verheerlijken dat hem zag geboren worden. De drie van hem voorhanden zijnde stukken stellen voor: Philips van den Elzas, graaf van Vlaanderen, in 1187 een bezoek afleggende in het O.-L.-Vrouwegasthuis te IJper. Deze fraaie samenstelling is rijk van kleur; alleen het tooisel der nonnen en de beddekoetsen schijnen ons te weelderig voor een gasthuis der 12e eeuw; over 't geheel is het echter een uitmuntend stuk, welk in het hedendaagsch museum eene plaats zou verdienen. Niet minder merkwaardig is, ofschoon wij aan het genoemde stuk de voorkeur geven: Joanna van Konstantinopel die in 1216 op Goeden Vrijdag gevangenen in vrijheid stelt. Die Schaldis tusschen de gevangenen bevalt ons echter niet. Het derde stuk stelt voor: Ferdinand van Portugal, graaf van Vlaanderen, in oorlog met Frankrijk (1214), gebiedt het magistraat van IJper de versterkingen te bouwen. Is schoon van kleur, maar wat conventioneel behandeld.

P. Van der Ouderaa's Weduwe van graaf Lamoraal van Egmont, te Antwerpen door jonker Emanuel Van Stembor aan den binnen-burgemeester Willem De Vos, aan den schout Simon van de Werve en aan de andere leden van het magistraat voorgesteld, is eene zeer puike schilderij, die ook uitmunt door goede samenstelling. De edele figuur der diepbeproefde Sabina van Beieren maakt op den toeschouwer een treffenden indruk. De behandeling der nevenpersonen, de freule die Sabina vergezelt, de jonker van Stembor, de leden van het magistraat, de schout, de zaal van het stadhuis enz., is geheel op de hoogte van het moeielijk onderwerp, dat de bekwame schilder zich had gekozen.

Willem Geets, bestuurder der academie van Mechelen, heeft groote vorderingen gemaakt. Zijne Bezwering van Joanna van Castilje is een goed opgevat, zorgvuldig geteekend en fiksch geschilderd stuk. Rechts van den toeschouwer zit Joanna van Castilje aan een venster, waarvan de luiken gedeeltelijk open zijn en langs waar het licht heerlijk spelend in de zaal dringt. De vertwijfeling laat zich lezen op het gelaat der ongelukkige vorstin. De afgebeelde paters en koorknapen zijn opperbest getroffen. Enkel schijnt de gestelijke diede bezwering uitspreekt ons wat al te theatraal, en de knaap, die de koorkap draagt, staat te ver van den prelaat verwijderd.

Jan Van Beers zond drie stukken van groote afmetingen naar de tentoonstelling. Op alle drie drukt de stempel van een krachtig en eigenaardig talent. De kleinste schilderij stelt een Baanwachter voor; de man staat links van den toeschouwer; het overige van 't ruime doek is eene besneeuwde vlakte, doorsneden van een ijzeren-weg, waarop in de verre verte eene locomotief komt aanstoomen. Wij noemen dit tafereel eene zonderlinge schilderij, doch uitmuntende door zeldzame eigenschappen. 's Volks dank, is de titel, door den schilder gegeven aan het groote, aangrijpende tafereel, waarop hij Jacob Van Artevelde heeft afgebeeld, gelijk hij, gruwelijk vermoord, door de Gentenaars achtergelaten werd op den openbaren weg. Tegen een hek, in het gras, ligt het lijk van den held; in de verte, nog half beneveld door de nachtlucht, grauwt het belfort. De schildering is meesterlijk te noemen. In zijn derde stuk, dat zeker 7 meters lang is, vertoont ons Van Beers de Uitvaart van Karel-den-Goede, graaf van Vlaandren, den 22n April 1127, in St-Christoffelskerk te Brugge. Verdient de kleur, alsmede de samenstelling, den meesten lof, ons dacht dat niet overal de laatste hand aan gelegd was. Hoe of het zij, gelijk de schilderij is, mag zij den kunstenaar aangerekend worden als een gewrocht, dat hem in alle opzichten tot eere strekt.

Aan K. Ooms, die zijne Verboden lezing tentoonstelde, door ons reeds vroeger loffelijk vermeld, is de onderscheiding te beurt gevallen, dat het fraaie stuk werd aangekocht voor het rijksmuseum. Des schilders Volkomen geluk is een werk van veel verdienste, ofschoon het eigenaardigheid mist en deelen wat glasachtig van kleur blijken. Zijn Philips II (zie blz. 31), gekocht voor het Antwerpsch museum, geniet minder bijval dan de Verboden lezing.

Fraustadt stelt ten toon Nevelingen (zie blz. 142, jaar 1875) en een goed behandelde Muzikant en poetsenmaker.

Hendrik Schaefels stelde ten toon, buiten een fraai Gezicht op de Palingbrug te Antwerpen, eene afbeelding van eene Scheepstimmerwerf te Antwerpen, in den Franschen tijd, terwijl eene korvet op de slede wordt gebracht. Deze schilderij behoort tot de beste der pronkzaal. Zij strekt haren maker tot eer. Geheel de voorstelling is vol leven en ongemaakte beweging. Het geheele stuk is krachtig en vast gepenseeld. Slechts zouden wij wat meer afwisseling gewenscht hebben in de kleeding van de mannen die den kaapstander draaien.

E. Siberts Vermoeden des jagers is een verdienstelijk stuk, dat evenwel zeer verre overtroffen wordt door Een lijkdienst

[pagina 132]
[p. 132]

in de Antwerpsche hoofdkerk (xixe eeuw), van denzelfden schilder. Laatstgenoemd tafereel kenmerkt zich door inderdaad uitstekende hoedanigheden.

C. Soubre (Luik) schonk ons in een Feestmaal van geuzen en Cromwell en zijne dochter lady Cleypole twee schilderijen welke van degelijke kunst getuigen, doch waarvan het eerste ons niet geheel op de hoogte scheen van des schilders talent.

J. Stallaert schilderde OEdipus en zijne dochter Antigona en, in een ander tafereel, de schoone Hebe, de voorschenkster van de Olympische goden. Beide stukken zijn met veel talent en groote zorg behandeld. Zij doen des schilders faam waardig gestand. Eenige uitbreiding van het landschap zou, gelooven wij, het eerste stuk nog hebben doen winnen.

Voor H. Bource's drie schilderijen, Stil! Avondoefening en Vernield, hebben wij niets dan lof. De onderwerpen zijn vol gevoel en geheel in den hun passenden toon uitgewerkt met die keurig- en breedheid welke den meester eigen is. Wij hopen dat een van het drietal en wel bij voorkeur het stuk dat getiteld is Vernield (zijnde eene voorstelling uit het visschersleven, daags na eenen storm), den weg naar het Antwerpsch museum moge vinden.

M. Munkacsy (Parijs) leverde een inderdaad prachtig stuk, een meesterlijk gewrocht, in het Binnengezicht eener schilderswerkplaats. De achtergrond dacht ons evenwel wat zwart.

E. Carpentiers drie schilderijen verdienen eene eervolle melding. Zij zijn getiteld: Er komt verraad, De zinnelooze en De bannelingen. Het laatste is zeer gevoelvol uitgedrukt.

J. Garnier (Parijs) stelt ten toon eene schilderij, getiteld: De overspelers (die, tot straf, door gerechtsdienaren langs de straten worden omgeleid). Bevat het stuk hoedanigheden die voor het talent van den maker pleiten, over het geheel doet het geen gunstigen indruk.

In het genre, leverde onze beroemde Jos. Dyckmans eene derde voorstelling van zijn beroemden Blinde. Ditmaal staat de man recht, is het stuk grooter van omvang en bevat het eene groep figuren meer. Onnoodig te zeggen dat het uitmuntend geschilderd, fijn afgewerkt en breed behandeld is. Meer dan eens, al of niet gewijzigd, hetzelfde onderwerp behandelen, is wel het middel om een meesterstuk te scheppen en in de uitvoering zoo na mogelijk de volmaaktheid te bereiken. Eene goede les voor vele schilders, wier gewrochten zouden winnen indien dezelve hermaakt werden. De stukken van Dyckmans zijn altijd parels te noemen, maar ook welke zorg wordt er door den meester niet aan besteed! De tentoongestelde Blinde is het eigendom van den heer Gambard.

F. De Bruycker die, wat de uitvoering betreft, de lessen van zijnen vroegeren meester Dyckmans goed te baat heeft genomen, heeft eene uitmuntende broeikas geschilderd, onder den titel: Eene les in plantkunde. De voorgestelde planten zijn inderdaad groeilevend te noemen. Niet minder keurig geschilderd is het lieve stuk, getiteld: De doorn (twee meisjes die bloemen gezameld hebben; een der meisjes is door een rozendoorn in den vinger geprikt). De doorn is aangekocht voor de verloting. Mijne lotgevallen, zoo heet des schilders derde stukje, waarop, geheel naar het leven, twee bejaarde vrouwen en een meisje zijn afgebeeld; gelijk het opschrift aanduidt, verhaalt de eene vrouw hare levensgeschiedenis.

C. Cap stelt onder den niet zeer duidelijken titel Poets wederom poets een stuk ten toon, waarop een priester is afgebeeld, die zich eenen tand laat trekken. Verdient de uitvoering geroemd, de achtergrond zou gewonnen hebben, door in wat stilleren toon behandeld te zijn.

P. Baumgartner (Munchen) stelt drie zeer fijn geschilderde tafereeltjes ten toon.

J. Berg (Amsterdam) vertoont ons eene Hollandsche gelagkamer, zeer goed van kleur. Des schilders Laatste gooi heeft verdiensten, maar deelen van de teekening zijn minder goed verzorgd.

E.J. Boks' Ontvangst, Groote opkuisching en Aan het venster zijn drie verdienstelijke stukken. Het tweede stuk is aangekocht voor de verloting.

T. Cleynhens' Monik muzikant der xvie eeuw kenmerkt zich door zorgvuldige bewerking. Des moniks kleed dacht ons wat licht.

D. Col schilderde onder den Franschen (!) titel Enseignement obligatoire een bejaard burger en dezes vrouw, die eenig voorwerp in een water geworpen en daarna hunnen hond gedwongen denzelfden weg hebben doen ingaan, om het er uit te halen, eene kunst waarvan Fideel zich geen begrip schijnt te vormen. Opvatting en teekening verdienen lof, maar de schildering en kleur van het stuk zijn tamelijk erg conventioneel.

L. Alma Tadema's Badplaats in het oude Rome mag genoemd worden een schoon stukje, van zeer fijnen toon.

W. Angus' Uitgang der kerk vormt een aangenaam tafereel. Jammer dat de kleur niet natuurlijker is.

P. Beaufaux' Nieuw tooisel en Jonge Italiaansche vrouw zouden in krachtigeren toon dienen behandeld te zijn geworden. Overigens zijn het goede, maar al te veel gelikte stukken.

C. Claes (Tongeren) is als naar gewoonte conventioneel in zijne kleur, wat veel afbreuk doet aan de waarde van zijne overigens zorgvuldig en gevoelvol bewerkte stukken.

E. Claus (Antwerpen) heeft vorderingen gemaakt, blijkens zijne Twee gestrafte vrienden en Colombina.

E. De Blocks Minnedrank kenmerkt zich door kracht van kleur, maar is, over het geheel, niet op de hoogte van des schilders faam.

P. Kremer, die als historieschilder eene sinds vele jaren gevestigde faam bezit, heeft ditmaal twee genrestukken tentoongesteld, welke zeer verdienstelijk te noemen zijn. De wildstrooper bevalt ons het meest. Met veel dramatische waarheid maalde ons de schilder een jager en dezes zoon, die wanhopige gebaren maken bij het zien dat hun hond, met hen van een strooptocht teruggekeerd, doodelijk gekwetst is door het vuurschot van eenen jachtwachter. De wijndief is niet minder eigenaardig. Een knecht, die er anders tamelijk snulachtig uitziet, wordt door zijnen meester betrapt in den goed voorzienen wijnkelder. Hij loochent dat hij op den wijn uit was, doch terwijl hij zijne onschuld betuigt, springt de kurk van de flesch champagnewijn, die met den hals te voorschijn komt uit den zak van den ontrouwen dienstbode.

[pagina t.o. 133]
[p. t.o. 133]


illustratie

[pagina 133]
[p. 133]

A. De Wilde's Jagersrust krijgen wij hier veel verbeterd andermaal onder de oogen. Het stuk bevalt ons veel meer dan zijn Onverwacht bezoek.

A. Dillens' Vertrouwelijke mededeeling is nogmaals ontleend aan Zeeland, dat wel des schilders Californië mag heeten. Het is een zeer aangenaam, flink geschilderd stuk, aangekocht voor de verloting.

L. Dansaert (Brussel) geeft ons eene Dansles te aanschouwen in een goed doorwerkt stuk, van zeer gepaste kleur. Loffelijk vermelden wij ook des kunstenaars Toast.

A. De Bergh (Antwerpen) stelt drie goede tafereelen ten toon: De vos op loer (verkocht voor de tombola), Nogmaals wederzien en de Jonge bedelaar.

H. De Braekeleers Vioolspeler noemen wij als het beste van de drie stukken, die deze verdienstelijke schilder ter pronkzaal zond. Grootmoeders feestdag is ook zeer schoon.

Ferd. De Braekeleer vader gunde ons 't genoegen nogmaals nieuwe stukken van hem te aanschouwen: de Cathrien! Cathrien!! en Het kaartspel, naar opvatting en bewerking geheel in overeenstemming met het eigenaardig talent van den onvermoeibaren meester.

A. Glibert (Brussel): zijn Oudheidkenner, uit den tijd der eerste Fransche republiek, is een portretstukje te noemen, zoo schijnt alles daarin naar het leven, naar de natuur in 't klein geschilderd. Aangekocht voor de verloting.

L. Goupil, van Parijs, thans te Antwerpen woonachtig stelt drie stukken ten toon, welke door goede hoedanigheden uitmunten, vooral de Overweging, door ons reeds vroeger als een verdienstelijk gewrocht vermeld.

C. Gussow (Weimar) vertoont ons, onder bijna Vlaamsche kleur, een flink gepenseelde Boer uit het Zwartewoud. Des schilders Boekminnaar is zeer goed van kleur, en daarenboven vol geest van opvatting en uitvoering.

J. Heyermans' Dorpswinkel en Bekommeringen teekenen wij als zeer verdienstelijke stukken aan. Het tweede is aangekocht voor de verloting.

F. Meerts' (Brussel) Kerkmeesters zijn als toonbeelden te roemen. Zijne Oude markt te Florence zagen wij met genoegen hier terug.

(Wordt voortgezet.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken