Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 23 (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 23
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.68 MB)

Scans (476.06 MB)

ebook (9.86 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 23

(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dworp.

Aan de gemeente welker vreemdklinkende naam wij hierboven nederschreven, is eene eer en een voorrecht te beurt gevallen, dat hare ingezetenen wel op prijs mogen stellen en waarvan vele belangrijker plaatsen in den lande tot hiertoe verstoken zijn gebleven. Twee verdienstelijke plaatsbeschrijvers, de heeren Leopold Everaert en Jan Boucherij, hebben zich de moeite getroost Dworps geschiedenis te

[pagina 48]
[p. 48]



illustratie

Oud kasteel van Dworp, van omtrent het midden der XVIIe eeuw.
Teekening van L. Everaert naar Le Roy, steensnede van C. 't Felt, zincographie van H. Bey.


schrijven en tevens de kosten gedaan hunnen arbeid in druk te geven. Het gemeentebestuur gaf den schrijvers een blijk van belangstelling, door in te teekenen voor 100 exemplaren van hun werk, dat een honderdtal bladzijden beslaat. Wij kwamen deze omstandigheid te weten uit de lijst van inschrijvers, welke de blz. 96, 97, 98, 99 en 100 vult, en waartusschen de namen van ettelijke Dworpenaren voorkomen. Wij halen het feit als een navolgenswaardig voorbeeld aan.

De Geschiedenis der gemeente Dworp moge al niet rijk zijn aan gewichtige gebeurtenissen, zij verdient desniettemin gelezen te worden door alle liefhebbers en beoefenaars van de vaderlandsche geschiedenis. Er zijn vele punten in aan te wijzen, die aan de eerstgenoemden belang zullen inboezemen en waarmede geschiedkundigen hun voordeel kunnen doen.

De Brabantsche gemeente Dworp, zeggen onze schrijvers, eene van de oudste des lands, behoorde vroeger tot de ammanie (sedert dien het arrondisement) Brussel en is gelegen tusschen de Zenne en het Zoniënbosch. De dorpsnaam onderging in den loop der tijden velerlei veranderingen. In eene akte van 950, schreef men Dorp of Dorpe. In 1111 heeft men Tourneppe en Thornepe, in 1138 Tornepia, in 1221, Dornepia; rond 1400 schreef men Doirpe, van 1435 tot 1561 en eenigszins later, Doreppe; in 1601 weder Doirpe; in 1646, Dorpe of Doorpe, terwijl in de tweede helft der 18e eeuw de sedert dien gebleven naam Dworp te voorschijn komt.

Bij eene uitgestrektheid van ruim 1143 hectaren, telt Dworp ongeveer 4300 inwoners, die grootendeels hun bestaan vinden in den landbouw en gedeeltelijk ook door weven en spinnen. Buitendien draaien er in Dworp zeven papiermolens.

Over de dorpskerk vinden wij aangeteekend, dat zij gebouwd werd in de tweede helft der 18e eeuw. Uitvoeriger gewagen de schrijvers van het dorpskasteel, welk zij in hun werk afbeelden in zijne oude en ook in zijne nieuwe gedaante. Met welwillende vergunning nemen wij de platen van Dworps oud en nieuw kasteel in ons tijdschrift over. Dit kasteel (zoo schrijven de heeren Everaert en Boucherij) werd gebouwd door Ignatius le Roy, heer van Dworp, omtrent het midden der xviie eeuw. Het bestond uit het heerenhuis en een groot neerhof, en was langs alle zijden met water omgeven. Eene ophaalbrug gaf toegang tot het kasteel. Boven de poort prijkten de wapens der familie le Roy. Dit kasteel was met zijne uitgestrekte waranden, een bekoorlijk verblijf, waarvan de achtergrond bestond uit eene rij van heuvelen, welke met struiken en gewassen waren begroeid. De gebouwen werden door de Franschen afgebrand; maar Jacob Landelin le Roy, zoon van Ignatius, deed ze weder gedeeltelijk opbouwen, bijna zooals ze tegenwoordig nog

[pagina 49]
[p. 49]



illustratie

Kasteel van Dworp zooals het nog bestaat.
Teekening van
L. Everaert naar le Roy, steensnede van C. T'Felt, zincographie van H. Bey.


bestaan. (Zie hierboven de plaat naar de teekening van L. Everaert uitgevoerd.) Het neerhof is verdwenen, en de waters der beek, welke vroeger ter bescherming der plaats dienden, maken thans het schoonste versiersel der warande uit; zij loopen in kronkelende bochten door den uitgestrekten hof, en vereenigen zich in een schoonen vijver.



illustratie
Wapen van Dworp.


Een der gevels van het oud kasteel moet aan den brand ontsnapt zijn, daar wij hem in het vroegere en in het tegenwoordige gebouw aantreffen. Men vergelijke de twee platen

Het derde hoofdstuk van het werk bevat een beknopt geschiedkundig overzicht van Dworps heeren. Als dusdanig vinden wij vermeld in de tweede helft der xivde eeuw Jan Van Wittham. drossaart van Brabant, in de xvide eeuw, Pieter Boisot, in de xviide eeuw, Nicolaas van Varick, Ignatius le Roy, Pieter Fariseau, in de xviiide eeuw, Pieter Robyns, W.F.J. de Hemptines. Eene dochter van laatstgenoemde, trouwde met graaf Cornet de Grez, wiens achterkleinzoon thans burgemeester van Dworp is.

Het bestuur en het schoolwezen der gemeente hebben in het werk ieder hun bijzonder hoofdstuk. Zulks is insgelijks het geval met de plaatselijke geschiedkundige daadzaken en den toestand van den handel, de nijverheid, enz.

Uit het ve hoofdstuk, Schoolwezen en Gemeentewapen, blijkt, dat in 1838 Dworp nog geen onderwijzer bezat die door de gemeente of den staat bezoldigd werd. Het onderwijs werd er gegeven door de zorgen van den pastoor, die twee onderwijzers en twee onderwijzeressen onder zijn bestuur had. Aan een verslag van het schepenencollege aan den gemeenteraad van 20 Maart 1838 ontleenen de schrijvers het volgende: ‘De gemeenteschool is in den bloeiendsten toestand; bijna 400 leerlingen der beide geslachten wonen de school bij. Het onderwijs wordt er gegeven door twee onderwijzers en twee onderwijzeressen onder het bestuur van den pastoor, die waardig is den grootsten lof te ontvangen vanwege het gemeentebestuur, alsook van de inwoners, om de zorg en den iever die hij aan den dag legt met de opleiding der leerlingen, welke de samenleving eens tot nut moeten strekken. Het is bewezen dat vroeger het vierde deel slechts van het getal leerlingen van heden de scholen bijwoonde.’ De pastoor waarvan hier sprake is, was de zeer eerw. heer J.B. Beeckmans, te Antwerpen als pastoor van O.-L.-V.-kerk en deken van het district overleden in 1868 en wiens welgelijkend portret wij op blz. 73 van onzen jaargang 1868 hebben medegedeeld; de groote diensten door hem in Antwerpen aan de kunst bewezen, doen hem ook daarom in deze stad voortleven in dankbare herinnering.

[pagina 50]
[p. 50]

Het huidige gemeentewapen van Dworp is van keel met drie opene torens van goud, gekanteeld met drie stukken. Op het zegel, met Nederlandsch opschrift, staat, zonderling genoeg, de naam der gemeente in het Fransch. Het luidt: Plaatselijk Bestuur van Tourneppe, Zuid-Brabant. Dit zegel dagteekent uit den Hollandschen tijd.

Zooals men ziet uit wat hier voorgaat, hebben de schrijvers er zich op toegelegd om in een beperkt bestek alles samen te vatten wat voor de gemeente Dworp belangrijk kon worden geacht. Wij verwachten dan ook, dat geen lezer het nieuwe werk van de heeren Everaert en Boucherij onvoldaan uit de hand leggen zal.

Het fraaie boek, gedrukt by L. De Cort, te Antwerpen, kost slechts 1 1/2 fr. Onder andere is het verkrijgbaar te Halle, bij den heer L. Everaert, en te Antwerpen, by den heer Jan Boucherij, Van-Spangenstraat, 10.

Elk mensch heeft dagen en uren gekend in zijn leven, wier liefelijke herinnering in staat is, zijn hart zachter te stemmen, zelfs al is het op lateren leeftijd door zelfzucht en eigenliefde verhard.
N.N.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken