Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 23 (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 23
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.68 MB)

Scans (476.06 MB)

ebook (9.86 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 23

(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Peter Pauwel Rubens geboren poorter der stad Antwerpen.

Thans, dat binnen- en buitenlandsche bladen zich andermaal hartstochtelijk bezig houden met Rubens' geboorteplaats, wordt het plicht over die zoo druk besproken en zoo verduisterde kwestie al het mogelijke licht te werpen.

Nogmaals betwist men Antwerpen met hardnekkigheid de eer van aan den Vorst zijner schilders het levenslicht te hebben geschonken.

Ofschoon die twist reeds lange jaren voortduurt, zoo is er toch nog geen enkel afdoende bewijsstuk geleverd, dat aan de Scheldestad dit voorrecht, waarop zij met reden fier is, ontneemt.

Behendige, doch misluk te pogingen zijn daar echter toe aangewend. Met dit oogmerk had men zelfs een van Rubens' brieven vervalscht. Eigenhandig had men den gevierden kunstenaar doen schrijven: ‘J'ai une affection trèsparticulière pour la ville de Cologne, à cause que j'y suis né et élevé jusqu'à la dixième année de ma vie;’ terwijl hij in der waarheid en letterlijk schreef: ‘Ick ben gheaffecteert lot de stad van Ceulen, omdat ick aldaer ben opgevoedt tot het tienste jaer mijns levens.’

Het onderscheid is opmerkelijk groot! Ware hij te Keulen ter wereld gekomen, dan hadde hij inderdaad gezegd: omdat ik aldaar ben geboren. - Er slechts opgevoed zijnde, zoo deed hij dat niet, en daarom was het noodig 's mans eigenhandigen brief te vervalschen, om Keulen eene eer te laten genieten, die haar niet rechtmatig toekwam.

Wanneer die schriftvervalsching reeds was ontdekt en gelaakt, volhardde Keulen toch nog immer met zich de eer aan te matigen van Rubens te hebben zien geboren worden in haren schoot. Aan den gevel van een harer

[pagina 86]
[p. 86]

huizen der Sternengasse, werd, op eene zwart-marmeren plaat, met gouden letteren, geschreven, dat Peter Pauwel Rubens in dit huis ter wereld kwam!

Toen bewees de geleerde Bakhuizen van den Brink, uit de archieven van het Huis van Oranje-Nassau, dat de familie Rubens, bij de geboorte van Peter Pauwel niet te Keulen, maar wel te Siegen verbleef, en zich eerst een jaar nadien in de Keulsche Sternengasse kwam vestigen.

Keulen was nu wel genoodzaakt zijne onredelijke aanmatiging te laten vallen; doch Siegen haastte zich toen ook, die even ongewettigd herop te rapen.

Echter kon ook deze stad geene de minste bewijsoorkonde toonen, om hare roekelooze aanmatiging te verrechtvaardigen. De gevangenschap van vader Rubens te Siegen bewijst geenszins, dat zijne kinderen aldaar ter wereld kwamen. Wanneer Philips Rubens den 27n April 1574 werd geboren, verbleef de familie Rubens insgelijks te Siegen, en toch werd die oudere broeder van onzen schilder te Keulen geboren. Verschillige ambtelijke bescheiden getuigen zulks.

Ook hebben onze geschiedschrijvers bewezen, dat moeder Rubens naar de Nederlanden toog in de laatste maand harer zwangerschap van het kind, dat de grootste aller schilders zou worden. De moedige vrouw wilde den Prins van Oranje gaan te voet vallen voor de bevrijding van haren echtgenoot, en tevens bezit gaan nemen der goederen, die haar werden teruggegeven, krachtens de Gentsche Bevrediging en het Edict van Marche-en-Famenne.

Met reden werd uit deze reis, waarvan de echtheid volkomen bewezen is, verondersteld, dat Maria Pijpelincx haren beroemd geworden zoon te Antwerpen baardeGa naar voetnoot(1).

Maar, thans zijn zelfs zeer gegronde veronderstellingen, ja, tastbare bewijzen, niet meer afdoende. Het volstaat niet meer:

1oDat onze Landvoogd Albert in zijnen brief aan den Hertog van Mantoua schreef: ‘Pedro Paulo Rubens, pintor, natural de Estos Estados;’
2oDat het Antwerpsche Magistraat verzocht den geboren Keulenaar Philips Rubens, te brabantiseeren, aangezien al zijne broeders en zusters, zijn vader en moeder en zijne voorouders binnen Antwerpen waren geboren;
3oDat Peter Pauwel's diploma's van adeldom hem Antwerpenaar heeten;
4oDat er ten jare 1649, toen Peter Pauwel Rubens slechts negen jaren overleden was, te Antwerpen, door zijne gewezene kunstmakkers, onder zijn portret gesneden werd: ‘Anvers est la ville de ceste heureuse nativité, le 28 de Juin, 1577, ausi du deplorable jour de son trespas, l'an 1640, le 30 Maii.’

Er dienen bewijsoorkonden, ambtelijke bescheiden te worden geleverd, die Rubens' geboorte te Antwerpen ten stelligste bevestigen.

Maar welke stukken zal men daarvoor vergen? - Een geboorte-akte? - Het opstellen dier ambtelijke stukken werd eerst door de Fransche Republiek ingevoerd. - Een doop-akte? - Slechts van de Roomschgezinden uit dien tijd zijn er doop-akten, en Peter Pauwel werd bij zijne geboorte niet over eene katholieke doopvont gehouden, daar zijne ouders toen volbloedige Lutheranen waren. Een jaar nadat Maria Pijpelincx van haren thans gevierden zoon verlost was, beroemde zij zich nog bij den Prins van Oranje, vroeger ook de Nederlanden te hebben verlaten, om den wille van den godsdienst.

Wat er dient getoond te worden is een stellig bewijs, of de Vorst onzer Schilderschool, ja of neen, Poorter van Antwerpen was. Dezen titel kon hij niet bekomen, dan door te Antwerpen geboren te worden, of door zijn poorterschap te verkrijgen of te koopen; en dan werd hij in onze volledige en met zorg gehouden ‘Poortersboeken’ aangeteekend met den naam zijner eigentlijke geboorteplaats.

Onze oude Wetten of ‘Costuymen’ zijn desaangaande klaar en uitdrukkelijk. Onder den titel ‘Van de Binnen-Poorters 'tzy gheëedde oft gheboren’ leest men:

‘I. Inden eersten, alle deghene die geboren sijn binnen der Stadt oft vryheyt, syn Poorters van Antwerpen, weder d'Ouders poorters gheweest sijn, oft oock aldaer woonachtich gheweest oft niet.’
‘II. Item een yeghelijck mach als Poorter oft Poortersse t' Antwerpen ontfanghen worden, midts doende blijcken by wettighe certificatie van sijne leste woonstede ende goeden leven, ende betalende de rechten daertoe staende, ende doende inder Vierscharen oft Borcht van Antwerpen, ten stavene des Schouteths ende bywesen van Schepenen ende eenen Secretaris, den solemnelen eedt in deser formen: Hier sweer ick van nu voortaen den Hertoghe van Brabant ende Marcgrave goet ende getrouw te sijne, ende deser Borcht metten Borchgrave ende Borchlieden te helpen hueden ende wachten naer mijn beste vermoghen, soo moet my Godt helpen. Dan wordt den horen openbaerlijck by een Corteroede geblasen inde Vierschare oft inde Borcht, in teecken dat alsulcken persoon Poorter gheworden is.’

Alvorens dit poorterschap of burgerrecht binnen Antwerpen te verwerven, had ook Peter Pauwel's broeder, Philips Rubens, aan al de vereischten der Wet moeten voldoen. Door bijzondere voorspraak der Antwerpsche Magistraten verkreeg hij op 28 April 1607 de brabantisatie of naturalisatie in Brabant, en bij collegiaal besluit van 14 Januari 1609 schonk onze stedelijke regeering hem het recht der poorterij. Denzelfden dag legde hij dan ook ter Vierschaar, ten stavene des Schoutets, in bijwezen van Schepenen, den eed af, terwijl de horen werd geblazen en de stadsecretaris hem in onze poortersboeken aldus aanteekende: ‘xiiii Januarij 1609, Meester Philips Rubbens, Janssone, geboren van Coelen.’

Met onzen Peter Pauwel Rubens geschiedde juist het tegenovergestelde. Hij werd nooit gebrabantiseerd, en toch vervulde hij aan het Hof van Brussel betrekkingen, die niet dan aan Brabanders konden worden opgedragen.

Hij verkreeg, noch kocht ooit het Antwerpsche poorterschap. - Onze volledige poortersboeken zijn daar, om dit te bewijzen. - En toch verklaarde hijzelf, bij het afleggen eener getuigenis, het Antwerpsche poorterschap te bezitten. De oorspronkelijke en ambtelijke oorkonde daarvan voorbrengen, is dus wel een afdoende bewijs leveren, dat Peter Pauwel Rubens van rechtswege, door zijne geboorte binnen de Scheldestad, poorter van Antwerpen was.

Dit belangrijk bescheid, dat hier voor de eerste maal het licht ziet, getuigt dit ten klaarste. Het luidt:

28 Augusti 1618.
‘Signors Jan Breugels, oudt omtrent achtenveertich jaren, Henrick van Balen, out dryenveertich jaren ende Peetro Paulo Rubbens, oudt eenenveertich jaren, alle schilders, poorters ende ingesetene deser stadt, my notario wel bekent, ende hebben, ten versuecke van signor Laureys de Smit, by manne waerheyt, eedt presenterende des versocht synde, geattesteert hoe dat sy,
[pagina 87]
[p. 87]
onlancx geleden, alhier binnen deser stadt. gesien hebben, in den winckel van den voorschreven Laureys de Smit, eenige stucken tapisseryen, gevrocht met gout, silver, syde ende saeyet, van de Historie van Chipion ende Hanibal, ende dat het patroon, daernaer die gemaect zyn, is de teeckeninge van Julio Romano, fameus Italiaens schilder, discipel was van Raphael Durbino, metten welcken hy in compaignie werckende was ende oyck desselffs Durbino erffgenaem geinstitueert, ende oversulcx, een van de fraeyste patroonen die sy attestanten alhier binnen deser stadt gesien hebben. Affirmerende tgene voorschreven geseegt te hebben voor de gerechte waerheyt. Consenterende etc. Aldus gedaen tHantwerpen, ter presentien van Michiel de Cock ende Christiaen Peetermans als getuygen etc.
Jean Brueghel.
Hendrick van Balen.
Pietro Pauolo Rubens
.’

Van deze drie als Poorters van Antwerpen optredende kunstenaars is enkel Jan Breugel buiten onze wallen geboren. Echter vervulde ook hij al de voorschriften onzer Wetten, om te Antwerpen zijn burgerrecht te verkrijgen. In onze zoo zorgvuldig gehouden Poortersboeken vinden wij dan ook weer de ambtelijke aanteekening zijner poorterwording als volgt: 4a Octobris 1601, Jan Breugel, Peeterssone, schilder, van Bruessele.’

Vruchteloos zoekt men in dezelfde Poortersboeken de namen van Hendrik van Balen en Peter Pauwel Rubens, omdat zij beiden te Antwerpen ter wereld kwamen.

Wat kan men nog meer verlangen, om overtuigd te zijn, dat aan de stad Antwerpen wel degelijk de eer toekomt den Oppermeester harer beroemde Schilderschool het levenslicht te hebben geschonken?

Wie voortaan nog beweren wil, dat de onsterfelijke Peter Pauwel Rubens niet te Antwerpen geboren werd, dient te verklaren hoe hij dan Poorter van Antwerpen is geworden, gelijk het onloochenbaar blijkt uit bovenstaande ambtelijke oorkonde, waarvan het oorspronkelijke berust ter archieven onzer stad.

F. Jos. van den Branden,

adjunct-archivaris der stad Antwerpen.

Nalezing.

Naar aanleiding van de belangrijke oorkonde, die de heer van den Branden heeft gevonden, achten wij het niet te onpas hier in herinnering te brengen, wat in deze orde van gedachten werd geschreven door Victor Van GrimbergenGa naar voetnoot(1), in den door hem bezorgden herdruk der Historische levensbeschryving van P.P. Rubens, van J. SmitGa naar voetnoot(2), met een honderdtal aanteekeningen verrijkt. Ziehier hoe de heer Van Grimbergen zich uitliet:
‘De meerderheid der genen die de ware geboorteplaets van Rubens trachten te bepalen, onderzoeken de doopregisters der parochien, zonder in dezelve iets desaengaende te vinden.’
‘Zy denken niet aen het gene wy reeds in onze 3, 5, 6, 7, aenteekening hebben opgemerkt, dat er geen twyfel overblyft aengaende het godsdienstig en staetkundig gevoelen van Jan Rubens, Pietro Pauolo's vader. Hoe zou onze Rubens op de doopregisters kunnen gevonden worden? Een aenklever der hervorming zou immers zyne kinderen niet in de doopregisters der Roomsche kerk hebben laten opschryven? en bygevolg kan de afwezenheid van zynen naem van deze boeken zoo min te Antwerpen als te Keulen, tot eenig bewys ten nadeele van de eene of de andere dezer steden strekken.’
‘In de poorters boeken van Antwerpen staet Petro Pauolo Rubens niet vermeld, wel nu indien hy elders dan te Antwerpen geboren ware had hy tot de hooge waerdigheden welke hy bekleedde, niet kunnen geraken, voor aleer hy als borger aengenomen en op de poorters boeken opgeschreven ware.
De registers van den raed van Antwerpen behelzen dat, by het afsterven van den sekretaris Joanne Bochio, de voorzeide raed, Philips Rubens (Pietro Paulo's oudsten broeder), tot het bedienen van dit eerambt verkoos, en daer deze Philips te Keulen geboren was vonden zy zich verplicht een smeekschrift aen de dry ordens intedienen, ten einde hun voornemen het noodig en gewenscht gevolg konde bekomen.
De eerste huisvrouw van Pietro Pauolo Rubens was de dochter van Jan Brants: Maria de Moy, gemalinne van Philips Rubens, was de zuster der huisvrouw van Jan Brants, welke in de levensbeschryving van Philips Rubens, gedrukt t'Antwerpen by Plantyn in 1615, (wanneer Pietro Pauolo slechts 38 jaren oud was), het volgende verhaelt (in 't latyn), aengaende de geboorteplaets der kinderen van Jan Rubens:
“De voorrechten des lands zyn dusdanig dat het niemand veroorloofd is burger van Antwerpen te zyn, indien hy in het land niet geboren is. Wel nu, de raed van Antwerpen gaf zich vele moeite by de drie ordens, om te verkrygen dat eene zoo uitdrukkelyke wet een weinig gematigd wierde, ten voordeele van Philips Rubens. Men vertoonde zyne zeldzame hoedanigheden, welke het versiersel des lands uitmaekten; men deed vooral deze redenen gelden, dat zyne broeders (waeronder Pieter Pauwel Rubens, den schilder was), zyn vader, zyne moeder, zyne zusters en voorouders in het land geboren waren, en dat zijn vader te Antwerpen de hoogste overheids ambten bediend had. Men vertoonde dat indien Philips Rubens, buiten het land geboren was, dit door de rampspoeden des tyds veroorzaekt was; dat hy eenigerwyze er van verwyderd was geweest, door een onweder welk hem noch duerbaerder aen zyne medeburgers moest maken. Maria Pypelincx overleed den 9 october 1608, zonder het geluk gehad te hebben Philips, haren oudsten zoon, weder in bezit gesteld te zien van de waerdigheid van burger van Antwerpen, hetgeen hem eindelyk drie maenden later vergund werd.”
De brief welken hy aen den heer Geldorp uit Antwerpen in dato 25 july 1637 schreef, waer van wy in de 64ste aenteekening den letterlyken inhoud zullen bybrengen, is steeds vervalscht geweest, als men zal zien wanneer men derzelven vergelykt met den genen op blz. 254 aengehaeld, alwaer men onder andere misslagen zegt: “ik heb een zeer byzondere neiging voor de stad Keulen ter oorzaeke dat ik aldaer ben gebooren en opgetrokken tot aen het tiende jaer van myn ouderdom” terwyl hy letterlyk het volgende verhaelt: “Ick ben gheaffectionneerd tot de stad van Ceulen om dat ick aldaer ben opghevoet tot het tienste jaer myns levens.”
Deze brief, benevens vyf andere was voormaels de eigendom van den Kanonik De Bors te Keulen, na wiens overlyden deszelfs neef er vyf met zich nam, door welken de zelve in Brabant gekomen zyn, en by zyne dood werden deze den eigendom van wylen den heer Constantin van Bors, te Spenray, broeder van den kanonik; thans bevindt zich denzelven benevens dien der 65ste aenteekening in de verzameling van wylen den Hre Steenecruys te Antwerpen.
De Antwerpsche poorters boeken, de registers aen den raed van Antwerpen, de bevestiging van Jan Brants nopens den inhoud van 't smeekschrift, het diploma van Karel ii, en eindelyk Rubens hier vermelden eigenhandigen brief, komen ons dus als zoo veel bewysstukken voor om ons gevoelen te vestigendat Rubens te Antwerpen geboren is.’
Aan den heer van den Branden komt de eer toe, een geheel nieuw en hoogstbelangrijk stuk te hebben ontdekt, waarin Rubens zelf, bij eigenhandige onderteekening, verklaart poorter van Antwerpen te zijn.
D.V S.

voetnoot(1)
Zie de Vlaamsche School 1875, blz. 166.

voetnoot(1)
Van Grimbergen werd geboren in 1811 en overleed in 1859.
voetnoot(2)
J. Smits werk verscheen in 1770; het werd in 1840 bij L.J. De Cort, te Antwerpen, herdrukt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • F. Jos. van den Branden

  • Desiderius Petrus van Spilbeeck

  • over Petrus Paulus Rubens


plaatsen

  • over Antwerpen