Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 23 (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 23
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.68 MB)

Scans (476.06 MB)

ebook (9.86 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 23

(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Antoon Van Ysendyck.
Vervolg van blz. 156 van onzen vorigen jaargang.

Wij hebben gezien, dat Van Ysendyck op 22 November 1824 uit Parijs was vertrokken, met de primussen van dat jaar, uitgeleid door 60 kunstbeoefenaren tot Charenton, waar zij te zamen een ontbijt gebruikten. Of het daarbij vroolijk toeging, zal wel niet behoeven gezegd te worden, daar de luchthartigheid en gulheid der mannen van 't palet en den beitel genoegzaam bekend zijn.

Van Ysendyck en zijne reismakkers bleven te Melun, een stadje op 10 uren afstand van Parijs, vernachten. 's Anderdaags sliepen zij 17 uren verder, namelijk te Sens.

Vandaar trok ons reisgezelschap door Auxerre, Lucyle-Bois, Rouvray, La Brie, Saulieu, Acriq-le-Duc (waar zij zeer schoone bergen zagen), Roche-Po (hier bezichtigde men een vervallen kasteel), Tournus (Van Ysendyck roemt in zijne brieven de brug die hier over de Saone ligt), Saint-Albin (welks vrouwen onze schilder als zeer schoon vermeldt; hij teekende er eene uit), Villa-Franca (waar men de fraaie kerk, in ojivalen stijl gebouwd, ging bezoeken) en Les Echelles. Op de bergen, tusschen de voornoemde plaatsen gelegen, bespeurde men duidelijk de Alpen en den Mont-blanc.

Op 30 November, was men te Lyon aangekomen; Van Ysendycks eerste werk was, te schrijven aan zijne moeder; den 1n December schreef hij aan De Meulemeester:

‘Me voilà à Lyon depuis hier matin; je vous écris ce pe[u] de lignes pour vous prévenir que Mr Dautzel est actuellement à Paris, mais on ne sait pas précisément son adresse ici.
Jusqu' à présent la route n'a encore rien offert de très intéressant que quelques vues de montagnes et villages rustiques. Il y a quelques bonnes choses au musée et dans la cathédrale, mais cela ne vaut pas la moitié d'Anvers; je dis d'Anvers parce que je ne p[u]is pas la comparer à Paris; du reste c'est une très grande et belle vil[l]e; je n'ai pas pu trouver Mr Gerard, mais je crois avoir vu tout ce qu'il y a de curieux ici. Adieu, mon cher ami demain matin nous espérons; continuer la route vers ce beau pays. J'espère aussi que le temps nous favorisera un peu plus. Je serai toujours heureux en receva[n]t de vos nouvelles.
Je vous salue de coeur et d'âme.’

Van Ysendyck teekende in het museum te Lyon eenige schoone schilderijen aan van Teniers, Jordaens, Jouvenet, Ph. de Champagne, Paul Veronese, Van Dael, Drolling enz.

Reeds den 2n December werd de reis voortgezet over Varpilliers, Bourgoin, Port-de-Bauvoisin (hier hadden onze reizigers voor het eerst eene douane-visite te onderstaan). Les Echelles, Chambery, Mont-Mélian (Montmeillant?), Aiguebelle, Charbonière (waar de voorouders van den koning van Sardinië hun kasteel hadden), St-Jean-de-Maurienne, Modarne en Lans-le-bourg.

Den 7n December, bij aangenaam warm weder, trokken zij over den berg Cenis, welken zij echter nog geheel met sneeuw bedekt vonden, wat vooral het afdalen bemoeielijkte en, volgens Van Ysendycks schrijven, eenigszins gevaarlijk maakte.

‘Niet zonder gevaar in het afkomen,’ schreef hij. ‘De hoogte en schoonheid (zoo gaat hij voort) is wonderlijk. Wat daar het meeste plaizier doet is, dat men naar een arm land in een klein antieke stad komt Suze, de eerste in Italien waar nog een oud kasteel en arc de Triomphe is, verscheidene arcades en schoon kerken; zij ligt rondom tusschen hooge bergen; men spreekt er veel italiaansch; zelfs veel uythangborden zyn in die tael geschreven.’

's Anderdaags bereikt men, langs St-Ambroise, de stad Turijn, over welke Van Ysendyck de volgende aanteekening maakte:

‘Turyn is eene zeer schoone stad, de straeten zyn breed en regulier, schoone paleyzen en andere gebouwen, waar veel beelden en mosaieken zyn; de universiteyt, de academie van wetenschappen en Egyptische oudheden is waer het museum van schilderyen is. Het paleis van de prins de Carignan, het arsenael, verscheyde schoone kerken, veel gebouwen zyn ruw onbestreken (niet bezet). Naest de stad is de Po, groote rivier, die zeer schoone gezigten en wandelingen vertoond.’

Gedurende den weinigen tijd dien hij in Sardinië's hoofdstad doorbracht, vond Van Ysendyck gelegenheid, er de kennis te maken van den ridder Julius de Saint-Quintin, ridder Portata en den heer Monticoni, schilder des konings, die onze reizigers tot gids diende in het paleis, de verschillende zalen liet zien waar een aantal schoone schilderijen hingen, vooral van de Vlaamsche en Italiaansche scholen en die men, volgens een later schrijven van Van Ysendyck aan Van Brée, nog bezig was te vermeerderen met uitmuntende portretten van Van Dyck, Rubens, Rembrandt, Titiaan, Murillo enz. In de universiteit en de academie van wetenschappen waren verscheine schoone beelden en vooral merkwaardige Egyptische oudheden.

[pagina 141]
[p. 141]

Van Turijn ging de tocht langs Ascian naar St-Germain, Verscilla, Magenta enz. naar Milaan. In deze stad bezocht men de Ambrosiaansche bibliotheek en het daaraan verbonden museum van beeldende kunsten, waarin, zooals men weet, zich de teekeningen van Rafaëls School van Athene bevinden, alsook standbeelden, teekeningen en tafereelen van dezen beroemden meester, van Jules Romain, Leonardo da Vinci enz.; verder de beroemde geheel uit wit marmer gebouwde gothieke domkerk en andere kerken; het voormalig Dominicanerklooster Sta-Maria della Grazia, in hetwelk onze schilder dadelijk naar 't oud refectorium snelde, dat toen tot kazerne diende, om er Leonardo da Vinci's Laatste avondmaal te bewonderen, van

illustratie

Houtsnede van Ed. Vermorcken.


welke beroemde muurschildering hij eene teekening maakte, waarvoor hij een dag langer te Milaan verbleef. Hij bezocht het museum en het college Brera niet, omdat hun bestaan hem onbekend was; alleen denlaatsten dag van zijn verblijf te Milaan had hij er iets van vernomen; tot zijn spijt was het toen voor een bezoek te laat geworden; daarbij, zijne reisgezellen, ofschoon Franschen, hielden meer van goed te eten en te slapen dan van kunstzeldzaamheden te gaan zien. De groote schouwburg was, evenals te Turijn, gesloten, uit hoofde van het jubiléGa naar voetnoot(1).

Den 18n December vertrok men uit Milaan. Achtereenvolgens doorreisde men Lodi (Van Ysendyck maakt eene bijzondere melding van de kapel Incoronato, door den bouwmeester Bramante gebouwd, die hij in deze stad bezocht), Castello, Piacenza (van deze stad vermeldde de jeugdige schilder als merkwaardig twee bronzen ruiterstandbeelden, de hoofdkerk en de gevel der Augustijnenkerk), Borga-St-Donnino en Parma (waar onze reizigers in verscheidene kerken schoone muurschilderingen zagen, benevens, in het paleis Maria Louiza, een prachtige H. Hieronymus, een stukje van Rafaël en andere meesterlijke schilderijen), Modena (waar het hertogelijk paleis en zijne kunstverzameling, de academie en eenige fraaie kerken werden bezichtigd).

Maandag, 20 December, aankomst te Bologna. Over de merkwaardigheden dezer schoone en groote stad, die niet minder dan 130 kerken telt, wijdt Van Ysendyck tamelijk breedvoerig uit. Onder andere gewaagt hij met ophef van de hoofdkerk en van de heilige Ceciliakerk, van de fontein der Grootemarkt, namelijk om haar uitstekend fraai Neptunesbeeld, welk een werk is van den Franschen beeldhouwer Jean de Boulogne, van de hoogeschool en niet het minst van het museum, waarin hij meesterstukken bewonderde onder andere van Rafaël, De heilige Cecilia, Guido Reni, La Pieta, De kindermoord van Bethlehem, Samson, des meesters door hem zelf geschilderd portret, een geteekend Christushoofd enz., Perugini, Permiginino, Albani, Ludovico, Agostino en Annibale Carracci, Domenico Zampieri (St.-Pieter martelaar, De dood van de H. Agnes, Onze-Lieve-Vrouw van den Rozenkrans enz.

Van Bologna toog ons reisgezelschap langs Legano, Pietramala en Covigliano over de Appenijnen.

‘'sAnderendaegs vroeg, 23 December (zoo schrijft Van Ysendyck), was het een onbeschryfelijk onstuymig weder, regen en wint op dezelfde bergen, zoodat wij ons by de douaniers hebben gaen droogen; gelukkiglyk had er niet een ongeluk plaets; eenige klakken en hoeden waren achter de bergen gebleven; maer de mantels werden teruggevonden. Nadat het onweder wat verminderd was, ontwaerde men uyt de grond gerukte en aen stukken geslagen boomen, schoone maer al te gevaerlyke studiën; onder weg in eene boerenhut wat geeten en 's avonds te Florence aangekomen.

In dese groote ryke en vrolyke stad zyn wy vyf dagen gebleven, daer met de feestdagen van Kersmis al de galeryen gesloten waren; nogtans hebben wy met haest gezien, het paleis Pitti, de galerie Medicis, de academie delle belle arti, die allen uytmuntend schoon zyn; er zyn insgelyks vele kerken, een schoonen hof, Boboli, zeer schilderagtige gezigten binnen en buyten de stad; van daer langs Monticaruo naar Rezo en Castiglione, voorts langs de lac de Trasimisie (bij de douane), zeer vermaerd door de veldslagen van Annibal, is uytermate groot en levert zeer schoone gezigten op. 's Middags geëeten tusschen Taura en Colline en 's avonds te Maggione aangekomen.’

1825.

Nieuwjaarsdag zag onze reizigers reeds in den vroegen ochtend te Perugia. Zij bezochten er ‘eene schoone kapel, nevens den tribunael,’ beschilderd door Perugino, de prachtige hoofdkerk, die eene meesterlijke Kruisafdoening van Barocci rijk is, de chiesa S.-Pietro, buiten de Roomschepoort, met hare schilderijen van Tintoretto, Perugino en sieraden volgens teekeningen van Rafaël uitgevoerd. In het lokaal van een onderwijsgesticht (Van Ysendyck noemt het ‘eene kleine universiteit,’) zagen zij eene verzameling oudheden.

Perugia verlatende, brachten onze reizigers den nieuw-

[pagina 142]
[p. 142]

jaarsnacht (slapende) te Foligno door en trokken 's morgens langs Spoleto naar Terni. Op hunnen weg derwaarts, vestigde hunne aandacht zich niet alleen op de fraaie vergezichten, maar ook op de overblijfselen van vroegere Romeinsche gebouwen, alsmede op de trotsche waterleiding delle Sorri, die van de viie eeuw dagteekent. Na een bezoek gebracht te hebben aan de schoone watervallen, die zich op omtrent een uur afstands, van Spoleto bevinden, vertrokken de reisgezellen den 3n Januari 's morgens langs Nepi, met zijne gothieke wallen, naar Baccano. Hier ontmoetten zij, bij het graf van Nero, de te Rome verblijvende pensionarissen, die hen, op ezels rijdende, waren te gemoet gekomen. Na het gebruiken van een ontbijt te Ponte Molle, begaf men zich naar Rome, welks trotsche gebouwen men al spoedig in 't gezicht kreeg.

Van Ysendycks reis naar de stad der Pauzen had dus 45 dagen geduurd.

(Wordt voortgezet.)

voetnoot(1)
Den 27n Mei 1824 werd door Paus Leo XII een jubeljaar vastgesteld dat, volgens gewoon gebruik, met het Kerstfeest voor Rome alleen zou beginnen om tot den 25n December 1825 voort te duren. Op laatstgemelden dag werd eene nieuwe bulle uitgevaardigd, die dezelfde gunst tot geheel het christendom uitstrekte. Waarschijnlijk uit eerbied voor het te Rome geopend jubeljaar, werden in geheel Italië op 't einde van 't jaar 1824 de tooneelen gesloten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken