De Vlaamsche School. Jaargang 25

[p. 147]

Kroniek.

Antwerpen. Hij, die aangeduid wordt als de toekomstige bestuurder van de Antwerpsche academie, wiens benoeming als dusdanig wordt gezegd volkomen zeker te zijn, de heer Karel Verlat heeft in de hem toebehoorende zaal der Twaalfmaandenstraat de portretten tentoongesteld welke wij op blz. 108 van ons tijdschrift vermeldden. Die der heeren dokter Ceuterick en C. Coesemans mogen eenigszins hard voorkomen, zij zijn desniettemin juist van toon en kleur, wanneer men ze ziet in het volle daglicht. De afbeelding van den Antwerpschen stadsbouwmeester P. Dens is geschilderd zooals Albrecht Durer of Quinten Massys dat zouden hebben gedaan. Nochtans wordt in onze oogen de kroon gespannen door het portret van den kunstschilder E. Wouters, welk geheel en al in den trant van Memlinc is behandeld. Toen wij er in onzen vorigen jaargang, blz. 170, van gewaagden, noemden wij het een meesterstuk. Van dien lof hebben wij niets terug te nemen: een meesterstuk is het in den vollen zin van het woord. En wat eene heerlijke schilderij vormt niet het stuk waarop mevrouw de Witte-della Faille met haar paard en haren hond is afgebeeld! Ach! dachten wij toen wij er vóór stonden, zoo die schilderij eens van hier naar het museum mocht verhuisd worden... De Jonge Zeeuwsche moeder, breed geschilderd, in den trant van Frans Hals (zie blz. 110), welke naar het Luiksche stadsmuseum gaat, is een krachtig en flink behandeld stuk, dat in elke kunstverzameling eene eereplaats innemen zou en waarmede Luik dan ook geluk mag gewenschtworden: een paar dozijn stukken van dit gehalte en de naam van zijn museum ware gevestigd. Het aan den heer Hijnen toebehoorend portret van een Jong Zeeuwsch meisje is een niet minder puik gewrocht. Van de tentoonstelling maakt ook deel uit het portretstuk welk de heer Verlat vroeger zichtbaar stelde in het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen: baron H. van Havre in jachtgewaad, vergezeld van zijnen boschwachter Jan Van de Wauwer en eenen hond; dit stuk is eene echt puike schilderij geworden, sedert dat de heer Verlat in het landschap meer licht en lucht heeft gebracht. Nog een portretstuk is dat, waarop het dochtertje van den heer H. van Havre is voorgesteld in gezelschap van eenen hond die met des kindjes uitgeworpen blauwen schoen aan 't spelen is. Buitendien stelde de heer Verlat nog de volgende schilderingen van zijne hand ten toon: een aap die eene ophicleide bespeelt (toebehoorend aan den heer Hijnen); een aap die eenen bas aan 't opspannen is (toebehoorend aan den heer T. Soetens); de afbeelding van een hondje (toebehoorend aan mev. L. de Wael); de afbeelding van den hond van mev. G. Grisar; een tandmeester, in apengedaante, die eenen stamgenoot, aan wien hij zijne kunst uitoefent, bij vergissing een verkeerden (gezonden) tand heeft getrokken (dit stuk is nog te koop); een aap, die al eenigszins op jaren schijnt en welke aan een jongeren kornuit eene duchtige oorsleuring geeft, tot straf omdat hij een papier beklad heeft met inkt (dit stuk hoort toe aan den heer H. Bource, den befaamden schilder); eindelijk een stuk getiteld Het kostbaar pand, afgemaald in de voorstelling van een meisje dat een brood aan het hart prangt. Van al deze gewrochten mag naar waarheid gezegd worden dat zij voortreffelijke kunstvoortbrengselen zijn. Het bericht, dat de hoer Verlat eene eigene, alleen uit door hem geschilderde stukken samengestelde tentoonstelling zou openen had vele hooggespannen verwachtingen doen ontstaan; na deze tentoonstelling meermalen bezocht te hebben gelooven wij de getuigenis te mogen afleggen, dut niemand teleurgesteld geworden is door wat hij er te zien gekregen heeft Integendeel: veler verwachting werd overtroffen.

- Bij den uitgever L. Dela Montagne, Wijngaardstraat, 10, zullen binnen kort verschijnen de door ons in 1874, blz. 116 en 181, aangekondigde Liederen voor kleine en groote kinderen van den dichter Emanuel Hiel. De liederen zullen een schoon boekdeel in octavo uitmaken, met nieuwe Elzevier-letter gedrukt; prijs fr. 150.

Mechelen. De boekhandelaar J. Ryckmans-Van Deuren kondigt de uitgaaf aan van eene reeks Oefeningen ter aanvulling van de Beknopte Spraakleer der Nederlandsche taal en de Eerste Beginselen der Nederlandsche spraakleer van den zeer eerw. heer Th. Roucourt door Jan Boucherij. Wij zien deze uitgaaf met belangstelling te gemoet.

Brussel. In het stadhuis, boven den dusgenaamden leeuwentrap, zijn de twee schilderijen van E. Wauters geplaatst, voorstellende: Maria van Burgondië, zwerende de gemeentevoorrechten der stad Brussel (1477) te zullen eerbiedigen (zie 1878, blz. 156), en Hertog Jan IV en de ambachten van Brussel. Zooals wij deden voorzien in ons verslag over de tentoonstelling van Brussel (zie 1878, blz. 168), hebben deze tafereelen oneindig gewonnen nu zij op de hun bestemde plaats gehangen zijn.

Bergen De kunstschilder A. Bourlard is tot bestuurder der academie benoemd ter vervanging van den heer A. Hennebicq, ontslaggever.

Buitenland.

's-Gravenhage. Z.M. de koning heeft voor het volgend schooljaar wederom 5000 gl. ten behoeve van de tooneelschool beschikbaar gesteld.

Amsterdam. 16 Maart 1881 zal het 300 jaren geleden zijn dat de vermaarde Nederlandsche geschiedschrijver en dichter Pieter Corneliszoon Hooft te Amsterdam geboren werd (hij overleed te 's-Gravenhage in 1647), Er heeft zich eene commissie gevormd om den gedenkdag van Hoofts geboorte te vieren. Er zou eene tooneelvoorstelling, aan 's dichters werken ontleend, plaats hebben en men zou tevens de noodige middelen trachten te vinden om op kunstrijke wijze, in den stijl der eerste helft van de xvii^e eeuw, de groote zaal te herstellen van het slot te Muiden (omtrent 3 uren zuid-oostwaarts van Amsterdam gelegen), waar Hooft zoovele jaren gewoond en zijne uitstekendste werken geschreven heeft. De commissie wenscht de muren der voornoemde groote zaal te versieren met schilderijen en beeldwerken, aan de omgeving en de werkzaamheid van Hooft ontleend, en doet daartoe een beroep op alle Noord- en Zuid-Nederlandsche kunstenaars. (Zie in verband met wat voorgaat onzen jaargang 1878, blz. 162.)

- De reeds befaamde plaatsnijder P. Arendzen houdt zich onledig met de uitvoering van een portret van den beroemden schilder L. Gallait.

- 1 September werd te Schoonhoven plechtig ingehuldigd het ter nagedachtenis van den verdienstelijken schrijver Aart Admiraal opgerichte grafteeken (zie onzen jaargang 1878, blz. 188). Het bestaat uit eenen net bewerkten zerk, waarop eene afgeknotte zuil is geplaatst. Op het voetstuk leest men den naam van den overledene, den datum van geboorte en overlijden en de woorden: ‘Zijne vrienden en vereerders.’ Het geheel is omgeven door een eenvoudig hekwerk.

Haarlem. Bij den uitgever De Graaff staat eerlang te verschijnen een nieuwe roman van Cd. Busken Huet, getiteld: De koning der eeuw.

Middelburg. Bij J.C. en W. Altorffer is verschenen: Geschiedkundig mengelwerk over Zeeuwsch-Vlaanderen, door Frans De Potter, van Gent.

Parijs. Ter gelegenheid van het proces welk de heer E. Zola verloren heeft tegen den heer Victor Driessens, die zonder toelating van den schrijver het stuk L'Assommoir te Antwerpen in het Vlaamsch had opgevoerd (zie blz. 130), heeft de Parij-

[p. 148]

sche letterkundige vereeniging Frankrijks minister van buitenlandsche zaken (Waddington) verzocht, in de wet op den letterkundigen eigendom eene bepaling op te nemen, volgens welke het in geen geval zal toegelaten zijn, eenig werk hoegenaamd zonder vergunning van hem die het geschreven heeft te vertalen.

- Het bovengedeelte van het gedenkteeken van Abelard en Heloïse op Père-Lachaise is hersteld in zijn vorigen staat, met een gewelf en vier kloktorentjes, terwijl op de voorzijde de borstbeelden van Abelard en Heloïse geplaatst zijn. Voor deze werken gaf de Parijsche gemeenteraad een hulpgeld van 12,000 fr. (Zie over dit gedenkteeken onzen loopenden jaargg., blz. 61.)

Nantes. Einde October wordt in de hoofdkerk een praalgraf voor generaal Lamoricière ingehuldigd, vervaardigd door den beeldhouwer Dubois en, naar het schijnt, een meesterstuk.

- In den omtrek van Saint-Mesmin is door eenen landbouwer, bij het omspitten van den grond, een gouden ring gevonden, die 14 gram weegt en van de v^e eeuw dagteekent. In den ring is een goudstuk gezet met den beeldenaar van prinses Placida, zuster van den Romeinschen keizer Honorius.

Perpignan. In deze stad is den 21ⁿ September het standbeeld van den uitstekenden starrekundige Frans Arago ingehuldigd (geboren te Estargel bij Perpignan in 1786, overleden te Parijs op 3 October 1853). Het beeld is een werk van Mercié en wordt zeer geroemd.

Montbeliard. Den 21ⁿ September had in deze gemeente de inhuldiging plaats van het standbeeld van kolonel Denfert-Rochereau, die, als bevelhebber over Belfort, in den oorlog van 1870-71 de éénige Fransche overste was welke de hem toevertrouwde vesting, toen zij belegerd werd, niet aan den vijand overgaf.

Keulen. Voor het stedelijk museum werden in 1878-79 de volgende schilderijen aangekocht: een zeestuk van Pieter Molijn 1338 fr., portret van eene jonge dame door Eglon Hendrik van der Neer 2488 fr., mansportret van Nicolaas Maas 2200 fr., Ahasverus en Human van Gerbrandt van der Eschhout 921 fr., twee portretten van Corneille Janssens genaamd Janson van Keulen 4923 fr., landschap van Jan van der Meer van Haarlem 1512 fr., landschap van Philipp de Koning (Koninck) 2214 fr., eene schoenmakerswerkplaats van David Rijkaard 3375 fr.

Weenen. Burgemeester en schepenen hebben besloten aan den gemeenteraad voor te stellen, de graven van Mozart, Glück, Jozef Haydn en Beethoven, die op de kerkhoven van Weenen begraven liggen, het geheele jaar door op kosten der stad met versche bloemen te versieren, ‘omdat het eene eereschuld voor de stad Weenen is, de herinnering aan de mannen, die zich zoo groote verdiensten omtrent de toonkunst verworven hebben, voortdurend levendig te houden.’

Venetië. Te Schio heeft de fabrikant Alessandro Rossi een standbeeld laten oprichten ter eere van zijne werklieden, als een blijk van hulde aan de klasse der samenleving die voor een ruim gedeelte 's lan 's grootheid helpt stichten op het gebied der nijverheid. Het standbeeld, gemaakt door Giulio Monteverde, stelt eenen wever voor en wordt om zijne schoone uitvoering geroemd. Op het voetstuk staat het volgende te lezen: ‘Alessandro Rossi aan zijne wevers - 1879. - Gelijk voor den weefstoel en gelijk voor God. De toekomst behoort aan de arbeidzame volken. Het kapitaal is het werk van gisteren; arbeid, het kapitaal van morgen. De arbeid verheft en maakt vrij. Het zijn de kostbaarste overwinningen die de arbeid schenkt. Steeds gereed om te werken voor het huisgezin, te strijden voor Italië en den vorst. Laat ons, altijd vooruitgaande, het werk onzer vaderen in eere houden.’

Parma. Den 8ⁿ September heeft de onthulling plaats gehad van een standbeeld, opgericht ter nagedachtenis van Francesco Mazzola alias Il Parmegiano, bijgenaamd de kleine Rafaël. Hij werd in 1503 te Parma geboren en stierf in 1540. Tot zijne beroemdste schilderijen behooren Cupido die bogen snijdt, de H. Margaretha, de Madonna della Rosa (deze laatste in het museum te Dresden). Hij was het die in Italië de etskunst invoerde.

Napels. In deze stad is onthuld een door Giulio Monteverde gemaakt gedenkteeken van Sigismund Thalberg, den beroemden in 1812 te Geneve geboren pianist, die gedurende vele jaren te Napels gevestigd was.

Sidney. De internationale tentoonstelling waarvan wij met enkele woorden gewaagden op onze 75^ste bladzijde, is den 17ⁿ September geopend. Het vooruitzicht, dat België en namelijk de Belgische kunst eervol zou vertegenwoordigd zijn, heeft zich bewaarheid. Ook de Belgische nijverheid bekleedt op de tentoonstelling een goeden rang.