Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 25 (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 25
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.29 MB)

Scans (455.19 MB)

ebook (8.11 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 25

(1879)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 172]
[p. 172]

Kroniek.

Antwerpen. De gemeenteraad heeft het maken van het borstbeeld van den heer N. De Keyser opgedragen aan den heer Jozef Geefs, voor 3500 fr., het voetstuk inbegrepen. (Zie blz. 159.)

- J.B. Michiels heeft de teekening voltooid voor de gravuur van het portret des heeren N. De Keyser (zie blz. 88). Dezelfde plaatsnijder voltooide onlangs een goed gelijkend portret van zijnen neef, den gemeenteraadsheer A. Michiels, en gaat dat van den heer burgemeester L. de Wael graveeren.

- De heer Karel Verlat, heeft het portret van Peter Benoit geschilderd.

- De door ons op blz. 11 aangekondigde paneelen van K. Verlat in de zaal van den heer E. Van den Wijngaert zijn voltooid en geplaatst.

- Den 18n October heeft de gemeenteraad beslist, aan het staatsbestuur voor te stellen, de stedelijke muziekschool te verheffen tot den rang van koninklijk Vlaamsch conservatorium. Mitsdien zou de school eene staatsinstelling worden. De schoolbegrooting bedraagt voor het jaar 1879 fr. 45,950 (zijnde 27,950 fr. gegeven door de stad, 14,000 door het rijk en 4000 door de provincie). Als de school, tot conservatorium verheven, op denzelfden rang werd gesteld als het conservatorium van Gent, zou hare begrooting omtrent 60,000 fr. jaarlijks bedragen.

Brussel. 9 November, ten 3 ure namiddag, is op het kerkhof te Evere ingehuldigd een gedenkteeken ter nagedachtenis der Duitsche soldaten in België gestorven, ten gevolge van den oorlog van 1870-71. Dokter Hoyer kwam het eerst op het gedacht dit gedenkteeken op te richten. Het kwam tot stand door de bemoeiingen eener commissie onder voorzitterschap van den heer Günther en bestaat uit een blauwsteenen voetstuk met twee treden; boven op het voetstuk prijkt een meer dan levensgroote knielende gevleugelde genius die eene lauwerkroon plaatst op het graf der soldaten. De uitvoering was opgedragen aan den beeldhouwer Herter. Op een der zijwanden zijn de namen gebeiteld van 23 soldaten te Brussel overleden, op den tweeden kant de namen van 22 andere soldaten die te Neufchateau en Bouillon stierven. Op de zuidzijde leest men in gulden letteren: Das Vaterland den in Belgien verstorbenen Deutschen Kriegern, 1870-1871; aan de noordzijde: Dulce et decorum est pro patria mori.

Luik. Gedurende het schooljaar 1877-1878 waren bij de hoogeschool 1055 studenten ingeschreven.

Buitenland.

Breda. Van de stedelijke vestingwerken, die gaan afgebroken worden, zal een goed gedeelte gespaard en bewaard blijven in het belang van de geschiedenis der oude vestingbouwkunde. Als dusdanig wijst men aan het dusgenaamde Spanjaardsgat met zijne beide torens. (Hoe gunstig steekt deze handelwijze van het Nederlandsche staatsbestuur niet af tegen het gedrag van den Antwerpschen gemeenteraad, die, zonder noodzakelijkheid en zelfs zonder eenig nut, de afbraak beveelt van den merkwaardigen bijna 500 jaren oud zijnden Blauwen Toren te Antwerpen.)

- In de Nederlandsche Kunstbode wordt het volgende gelezen: ‘Toen de uitnemende Maastrichtsche beeldhouwer Kessels overleed, die een der uitstekendste volgers van Thorwaldsen was geweest, bekommerde noch de natie, noch de regeering zich daarom. Niet aldus de Belgische staat. Deze kocht voor eene betrekkelijk geringe som van de weduwe van den kunstenaar al diens schetsen en beelden op, en thans prijken zij in het museum te Brussel. In Nederland vindt men niets van Kessels.’ Er waren 75 schetsen en modellen in gemelden aankoop. (Zie over dezen beeldhouwer de Vlaamsche School van 1862, blz. 75, 1870, blz. 54 en loopenden jaargg., blz. 76, 106.)

Parijs. Er is weer sprake van de Groote Opera te verlichten met electrisch licht, ten einde den schadelijken invloed van het gaslicht op het schilderwerk namelijk in de wandelzaal (foyer) te keer te gaan. Zooals men weet is het plafond dezer zaal door Paul Baudry beschilderd. Het gaslicht tast de kleuren zichtbaar aan, voornamelijk het rood, dat reeds zeer verbleekt is.

- De Fransche waterstaat heeft den aanleg ondernomen van eenen dam, bestemd om het eiland Sint-Michiel met het vaste land van Normandië te verbinden. Dit rotsachtig eiland is nagenoeg geheel ingenomen door eene merkwaardige versterkte abdij uit de xiiie eeuw, waarvan sommige verdedigingstorens zich vlak aan het strand bevinden. Het schijnt, dat de plannen van den waterstaat twee dier torens in gevaar brachten van vernietigd of althans verzwakt te worden. Het Fransche staatsbestuur heeft onmiddellijk maatregelen voorgeschreven om zulks te voorkomen. (En te Antwerpen beveelt de gemeenteraad de afbraak van den Blauwen Toren, die dagteekent van de xive eeuw en niemand in den weg staat, ja, zelfs nog zeer doelmatig voor den dienst der gemeente te gebruiken is!)

Aken. In een onlangs alhier gehouden katholiek kunstcongres zijn op voorstel van den heer dr. August Reichensperger de volgende besluiten genomen: a. dat het af te raden is in kerken beelden aan te nemen in pleister, ciment, steenhard carton of dergelijke, benevens olieverfdrukken of geschilderde prenten voor kruiswegen enz.; b. dat het te wenschen is de koren der kerken door een afsluitsel van den beuk te scheiden en daarboven het kruisbeeld te hangen; c. dat het noodzakelijk is, bij de herstelling van kerken, een volledig ontwerp op te maken; d. dat het noodig is, bij herstelling van kerken, alle daarin voorhanden zijnde kunstvoorwerpen te bewaren, zelfs wanneer daardoor afbreuk wordt gedaan aan de eenheid van stijl; e. dat het noodig is pogingen aan te wenden om de kerken den ganschen dag te doen open blijven, uitgenomen gedurende het middaguur. (n.b. Omtrent het punt d. zouden wel eenige bezwaren aan te voeren zijn en het congres zou, naar ons inzien, goed gedaan hebben, ook den wensch te betuigen, dat alles in de kerken kosteloos zichtbaar zou gesteld worden voor iedereen en ten allen tijde.)

Turijn. Er is overgegaan tot de inhuldiging van het in deze stad opgerichte gedenkteeken van het doorboren der Alpen, waarvan wij gewaagden op onze blz. 115. Het vertoont eene groep reuzen die verpletterd worden onder neerstortende rotsblokken, waarboven een engel, de genius der wetenschap, zweeft. Het gedenkteeken is 20 meters hoog en aan den voet 36 meters in het vierkant; er is eene fontein aan verbonden die haar water 9 meters hoog opspuit. Het gedenkteeken is gemaakt van steen die gehaald werd uit het doorboord gebergte. Wij zegden reeds (blz. 115) dater de namen van de ingenieurs Sommeiller, Grandis en Grattoni, die met de doorboring gelast waren, op te lezen staan. Te dezer gelegenheid wordt in herinnering gebracht, dat het eerste plan, voor het doorboren der Alpen (en dat nog wel daar waar nu de tunnel is gemaakt) voortkomstig is van den nu al sedert ettelijke jaren overleden en vergeten Italiaanschen ingenieur Medail, die er in 1832 en nog eens in Juni 1841 bij de regeering mede aankwam, doch van de hand gewezen werd. De tunnel door den Mont-Cenis is 12,233 meters lang, 6 meters hoog en 8 meters breed. Aan de doorboring hebben 4000 man (2000 van weerszijden) gewerkt. Hij ligt 1300 meters boven den zeespiegel en 1900 meters onder de kruin van den berg. Het doorboren kostte aan Italië omtrent 100 millioen frank.

[pagina 173]
[p. 173]


illustratie
De stoutmoedige dief.
Tafereel van P. Van der Ouderaa, sterkwaterplaat door Jos. Steynen, zie blz. 164.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken