Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 26 (1880)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 26
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 26Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 26

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.93 MB)

Scans (477.33 MB)

ebook (8.14 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

verhalen
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 26

(1880)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kroniek.

Antwerpen. In de steendrukkerij S. Mayer is een kantooralmanak verschenen die een wezenlijk meesterstuk van kleurendruk te noemen is. Behalve een keurig uitgevoerd gezicht op Antwerpen in 1580, van op de reede beschouwd, is er nog op afgebeeld: de in 1866 (zie onzen jaargg. 1868) afgebrokene Kipdorppoort; den thans gesloopt wordenden Blauwen Toren van 1313; een binnengezicht van het Steen, de wapenzaal met de reuze- en reuzinnekoppen; de zaal van het Brouwershuis; het Vleeschhuis, gezien langs de Burchtgracht; de Beurs in 1531. De gravuur is van C. T'Felt; de kleurendruk verraadt eene meesterschildershand.

- Het tafereel Philips Van Artevelde, die op aandrang van de dekens en hoofdmannen van Gent het ruwaardschap van Vlaanderen aanneemt, door P. Van der Ouderaa geschilderd en dat tot in 1879 (zie gemelden jaarg., blz. 150) in het Antwerpsch museum prijkte, is aangekocht door den heer Moretus de Theux.

Brussel. De door ons in 1879, blz. 195, vermelde toonkunstenaren, door het staatsbestuur gelast met de vervaardiging der cantaten die tijdens de feesten van 1880 zullen worden uitgevoerd, hebben ieder hunne schrijvers gekozen: E. Lassen koos L. Hymans voor het staatkundig feest; P. Benoit J. de Geyter voor het nijverheidsfeest; A. Samuel L. Solvay voor het gedenkteeken van. Leopold I te Laeken; Radoux koos L. Solvay voor het festival.

- De commissie der feesten van 1880 heeft hare bureelen gevestigd in de Troonstraat 7, waar alle mededeelingen nopens de tentoonstelling der kunstgeschiedenis ontvangen worden.

- Bij koninklijke besluiten van 26 Januari hebben de Fransche schilderes Rosa Bonheur en de heeren P. Dens, bouwmeester en J.B. Michiels, plaatsnijder, beide te Antwerpen, de Leopoldsorde gekregen.

Gent. Volgens wordt verzekerd, zal uit de nagelatene papieren van Tony Bergmann (zie onzen jaargg. 1878, blz. 10) een onvoltooid verhaal, getiteld: Leven en lotgevallen van Jan Stoppelaers opgenomen worden in den Gentschen studentenalmanak, met des schrijvers portret.

Buitenland.

Amsterdam. In 1879 verkocht men de volgende getallen nieuwsbladen in de kiosken te Amsterdam; Amsterdamsch Handelsblad 16, 673. Amsterdamsche Courant 8753, Nieuws van den Dag 10, 837, Haarlemsche Courant 313, Standaard 603, Uilenspiegel 1608, Tijd 340, Humoristisch Album 720, Amsterdammer 2997, Werkmansbode 823, Nieuwe Rotterdamsche Courant 10,265, Dagblad van Zuid-Holland 755, Het Vaderland 651, Kölnische Zeitung 1095, Daily News 2286, Evènement 2576, Figaro 8493, Temps 1246.

- De maatschappij Arti et Amicitiae laat door Taurel als premieplaat voor hare leden de schilderij graveeren, Erasmus op zijn ziekbed, waarmede H A. Van Trigt op de Rotterdamsche tentoonstelling van 1879 (zie dat jaar, blz. 100) zoo grooten bijval verwierf en die aangekocht werd voor het museum Boymans te Rotterdam.

- De nalatenschap van mevrouw Van der Hoop, ten behoeve van het museum van dien naam, bestaat uit 22 schilderijen van de volgende meesters: J.C. Schotel (2), B.C. Koekkoek (2), J. Kobell, A. Van Strij, A. Waldorp, C. Kruseman, A. Schelfhout, N. De Keyser, A. Calame, C.G. Haanen, F. De Braekeleer; A. Engelen, A. Oberman, J.A. Kruseman jr., A. Van der Hulst, Mörner, L. Martinet, Court en A. Brondgeest.

[pagina 19]
[p. 19]

- De heer Joan Bohl, advocaat te Amsterdam, is wegens zijne vertaling van Dante benoemd tot ridder der Kroon van Italië.

Rotterdam. Het museum voor geschiedenis en kunst, gevestigd boven de Beurs, heeft van den heer A.R. De Roodt, te Rotterdam, eene schilderij van A. Cuyp en eene van J. Gillig ontvangen.

- Verschenen bij W.F. Lichtenhauer, drie van de meesterlijkste liederen van Staring, Aan de maan, Adeline verbeid en Lentezang, op muziek gezet door den jongen Nederlandschen toonzetter Th. H.H. Verhey.

- Door den heer W. Hoog, te Noordwijkerhout, is aan het rijk geschonken eene schilderij, voorstellende C. De Witt, door de Faam gekroond, en met de rivier van Rochester in het verschiet. Dit stuk is eene verkleining naar het groote doek, dat in 1672 te Dordrecht vernield werd.

Parijs. Bij Lemoine verschijnt van C. Gounod een Miserere voor vierstemmig koor met solos.

- Het dagblad Liberté maakt bekend dat zijn eigenaar, de millionair Isaak Pereire, eene reeks prijzen uitlooft, gezamenlijk ter waarde van 100,000 fr., voor de beste geschriften over middelen ter uitroeiing van de armoede. De in te zenden geschriften moeten handelen over openbaar onderwijs in alle takken, herziening van het belastingstelsel, ontwikkeling van het krediet, inrichting van den arbeid enz. De heer Pereire beveelt den mededingers aan, de geschriften van Vauban, Quesnay en Turgot te bestudeeren en, voor het onderwijs, het verslag dat Talleyrand in 1791 bij de nationale vergadering heeft ingediend. De prijzen zullen zijn van 10,000, 5000 en 2500 fr. Nadere inlichtingen zijn verkrijgbaar bij het bestuur van voornoemd dagblad te Parijs.

- Louiza Abbema, de schilderes van Nederlandsche afkomst die te Parijs thans zeer veel opgang maakt, geeft onder den titel Croquis contemporains eene reeks portretten van Parijsche kunstenaars uit. De 1ste aflevering behelst de beeltenissen van Sarah Bernhardt, Carolus Duran, Paul Manz en Karel Garnier. Georges Le Vasseur schrijft bij ieder portret eene levensschets.

- In de school van schoone kunsten te Parijs (école des beaux-arts) worden zoomin als bij de academie te Antwerpen juffrouwen als leerlingen toegelaten. Daarentegen bestaan er te Parijs drie bijzondere schilderscholen voor vrouwen: eene waar onder de leiding der uitmuntende schilders Carolus Duran en Henner, in het voormalig werkhuis van den beroemden Ingres naar het model geschilderd wordt en tusschen welker beste leerlingen genoemd worden juffrouw Van Stolk uit Rotterdam (figuren) en juffrouw Van Hoorn uit Amsterdam (bloemen); voorts bestaat een damesleergang in het schilderen in het werkhuis van Chaplin en een in dat van Barrias, welke laatste vooral geroemd wordt om de groote zorg die hij aan de leiding zijner leerlingen geeft.

- Voor het standbeeld van George Sand, dat door Amatus Millet zal gemaakt en te La Chätre nabij Rohant opgericht worden, zal de Fransche staat het marmer verschaffen.

- Tot nu toe werden de schilderijen in de kunsttentoonstellingen te Parijs gehangen naar alphabetische volgorde. Door den heer Turquet, den nieuwen bestuurder der schoone kunsten, is een reglement gemaakt, volgens welk de schilderijen voortaan zullen gehangen worden naar ‘sympathieke groepen,’ gelijk hij dat noemt, dat is soort bij soort, figuren bij figuren, landschappen bij landschappen enz. Van vele zijden wordt beweerd, dat die regeling slecht voldoen zal.

- Er is sprake, een nieuw openbaar museum te stichten, waarin zouden tentoongesteld worden al de dusgenaamde rijksmeubelen, waarvan het staatsbestuur eene verzameling bezit, opklimmende tot den tijd van Lodewijk XIII (1610-43) en onder andere bevattende prachtig beeldhouwwerk, kostbare bronzen groepen, 600 meest Gobelinsche tapijten, de schrijftafel van Marie-Antoinette, al den huisraad van Malmaison en St.-Cloud, oude kasten van den beroemden schrijnwerker Boule enz.

- Te Parijs, in welke stad omtrent 50,000 Duitschers gevestigd zijn, gaat een Duitsch weekblad uitgegeven worden.

- Het stoffelijk overschot van den Poolschen dichter Adam Mickiewicz gaat van de begraafplaats Montmartre te Parijs naar Krakau (Oostenrijksch Polen) worden overgebracht, alwaar hem een gedenkteeken zal worden opgericht. Mickiewicz werd in 1798 te Nowogrodek geboren; staatkundige aangelegenheden dwongen hem zijn land te verlaten. Hij verbleef beurtelings in Rusland, Zwitserland, Frankrijk en Italië. Te Lausanne en te Parijs was hij leeraar in de letterkunde; in laatstgenoemde stad vervulde hij in 1851 het ambt van onder-bibliothecaris bij de in het dusgenaamde Arsenaal gevestigde rijksbibliotheek (om staatkundige redenen was hij eenige jaren vroeger als leeraar bij het collége de France ontslagen). In 1855 had hij zich naar Konstantinopel begeven om aanwervingen te doen tot het oprichten van een Poolsch legioen. Hij stierf in Turkije's hoofdstad, vanwaar zijn lijk naar Parijs werd overgebracht. Zijne volledige werken werden in 1862 te Leipzig herdrukt in 5 deelen, nadat zij in 1838 en 1845 te Parijs verschenen waren in 8 deelen.

- Volgens den heer J. Alesson, opsteller van de Gazette des femmes, zouden er in Frankrijk 1700 vrouwen zijn die zich met letterkunde onledig houden en 2150 kunstbeoefenaressen die alle min of meer aan tentoonstellingen deel namen. Van de letterkundige vrouwen zijn 2/3 geboortig uit de provinciën Bretagne en Normandië, terwijl 2/3 der kunstenaressen te Parijs het licht zagen. Men schat dat er ongeveer 1000 romans of zedelijke geschiedenissen voor de jeugd schrijven, 200 gedichten en ongeveer 150 schoolwerken. Van de beeldende kunstenaressen beoefenen 107 de beeldhouwkunde, 602 schilderen portretten, bloemen en stillevens in olieverf, 193 miniaturen, 754 beschilderen porselein en gleiswerk, 494 beschilderen waaiers en maken teekeningen en waterverfschilderingen.

Berlijn. De vereeniging van Duitsche en Nederlandsche spoorwegbesturen, gevestigd in deze stad, gaat elke drie jaar prijzen uitloven voor belangrijke uitvindingen op spoorweggebied, te weten: voor uitvindingen en verbeteringen in het maaksel van de spoorwegen en hunne kunstwerken, drie prijzen, verscheidenlijk van 7500, 3000 en 1500 mark; voor uitvindingen en verbeteringen in het rollend materieel en het gebruik daarvan, drie prijzen, verscheidenlijk van 7500, 3000 en 1500 mark; voor uitvindingen en verbeteringen ten aanzien van het beheer der spoorwegen en van de spoorwegstatistiek, alsmede voor uitstekende werken der spoorwegletterkunde, een eerste prijs van 3000 mark en twee prijzen elk van 1500 mark. De mededinging is thans opengesteld voor alle uitvindingen en verbeteringen, die, van 16 Juli 1880 tot 15 Juli 1881, vrachtvrij ingewacht worden bij het bestuur van de vereeniging te Berlijn.

Weenen. Tegen het aannaderen van de kersdagen en de jaarwisseling wordt ieder jaar in het Oostenrijksche museum voor nijverheid en kunst eene tentoonstelling van voorwerpen der vaderlandsche kunstnijverheid gehouden. Geene voorwerpen worden toegelaten zonder vooraf gekeurd te zijn door eene commissie van kunstrechters. Deze tentoonstelling was ook in December 1879 weer zeer merkwaardig, namelijk wat betreft het tapijt-, stik- en borduurwerk, de kant (van vele prachtige stukken maakte de heer Storck de teekeningen, waarbij oude

[pagina 20]
[p. 20]

Vlaamsche en Brabantsche kanten hem tot model dienden), aarde-, plateel- en porseleinwerk (waaronder vele schoon door vrouwen beschilderde stukken), gouden en zilveren werken, brons- en gesmeed ijzerwerk, drijfwerk, glas- en behangerswerk, fijn leder- en cartonwerk enz. enz. Duizenden koopen op deze tentoonstelling de voorwerpen die zij tot Sint-Nicolaasen nieuwjaarsgeschenken bestemmen.

- In eenen brief uit Weenen dato 3 December 1879, levert de gewone berichtgever van de Nieuwe Rotterdamsche Courant een belangrijk overzicht van den toestand der schouwburgen aldaar, dien hij met de schoonste kleuren afschildert. Allen maken voortreffelijke zaken en de bestuurders beïeveren zich om dooreen rijk en afwisselend programma aan de eischen van een moeielijk te bevredigen publiek te voldoen. ‘In Weenen, zoo meldt de berichtschrijver, bestaat geen avond- en geen nachtleven. In die groote stad van bijna 1 millioen zielen sluiten de winkels om 7 ure 's avonds en na 8 ure zijn de straten verlaten. Tegen 10 ure worden alle huizen gesloten. Geen wonder dat nu het leven op straat 's avonds niets aanlokkelijks biedt, koffiehuizen en winkels gesloten zijn en de geheele bevolking naar de schouwburgen stroomt. Daar men in Weenen slechts naar den schouwburg gaat om tooneelstukken te zien, zoo wordt een stak bijkans zonder tusschenpoozen doorgespeeld, terwijl de groote pauze een onbekend iets is. Vandaar dat de schouwburgen alle tegen half tien eindigenden einde zoodoende aan de bezoekers de gelegenheid te geven om vóór het sluiten der huispoort hunne woning te bereiken.’

- In 1883 denkt men, dat de inhuldiging zal kunnen plaats hebben van het reusachtige, 60 voeten hooge gedenkteeken welk ter eere van Maria-Theresia opgericht wordt en waaraan de beeldhouwer Zum Busch sedert 6 jaren werkt. (Zie onzen jaargg. 1874, blz. 8, onder Weenen.) Dezer dagen overleed de gepensioneerde overste baron van Swieten, de laatste afstammeling van de familie van Swieten, die, gelijk wij reeds hebben gemeld, de eer zal hebben, het standbeeld van een harer leden bij Maria-Theresia's gedenkteeken te zien prijken. Onder aan het voetstuk namelijk, tusschen prins Kaunitz en veldmaarschalk Laudon, zal geplaatst worden het 10 voet hooge standbeeld van Gerard van Swieten, in 1700 te Leiden geboren en die zich in 1745 te Weenen vestigde als lijfarts van Maria-Theresia. Hij overleed in 1772 na in Oostenrijk eene geheele hervorming der geneeskundige studiën bewerkt te hebben. Van Swieten, die ook aan de hoogeschool te Leuven studeerde, is een der beroemdste geneesheeren van de xviiie eeuw. Te Weenen is er eene straat die zijnen naam voert.

- Veel opgang maakt eene schilderij van W. Lindenschit, getiteld De moord van den prins van Oranje, toebehoorende aan den keizer.

Londen. Het Atheneum waarschuwt de verzamelaars, dat een 50-tal namaaksels van Babylonische terra-cotta tafeltjes met inschriften op weg zijn van Bagdad naar Londen.

- Bij den uitgever Murray staat te verschijnen een nieuw werk van dr. Schliemann, getiteld: Ilios, the Country of the Trojans, behelzende het verslag van zijne jongste onderzoekingen in de vlakte van Troje. Het zal versierd zijn met 400 plans en afbeeldingen.

Chattam. In December 1879, bij de vergrooting van een oud dok, werd gevonden een Nederlandsch schip van de vloot, die onder de Ruyter de Theems schoon veegde. Een aantal der kanons is naar de geschutgieterij te Woolwich gezonden; de overige schijnen te zullen gegeven worden aan Holland.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken