Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 26 (1880)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 26
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 26Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 26

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.93 MB)

Scans (477.33 MB)

ebook (8.14 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

verhalen
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 26

(1880)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kroniek.

Antwerpen. De heer A. Van Bellingen, lid der Rubenscommissie (zie blz. 14), heeft aan de stad geschonken een exemplaar van de verzameling gravuren naar Rubens, getiteld: La galerie de Médicis dessinée par Nattier, gravée par Audran, Picard, Vermeulen et Trouvain. Paris, Duchange 1710.

- Eene maatschappij op aandeelen (1500 van 175 fr.) wil in deze stad een panorama stichten, op den hoek van de Kunsten de Wapperslei. Het zou geschilderd worden door Karel Verlat en verbeelden eenen aanval, door paardenvolk gedaan, in een der oorlogen van den tegenwoordigen tijd. Voor het nemen van aandeelen kan men inschrijven den 27n, 28n en 29n April te Brussel bij den wisselagent J. Michez, boulevard Anspach 5, te Antwerpen bij de wisselagenten L. Keusters, Minderbroedersrui 11, Baelde, Minderbroedersrui 63, C. Neef, Kipdorp 33.

- De door ons op blz. 33 aangekondigde verkooping van tafereelen, studiën, schetsen enz., van wijlen Jacob Jacobs, bracht ongeveer 30.000 fr. op.

- Koninklijke academie van schoone kunsten. Bij koninklijk besluit van 31 Maart zijn de volgende kunstbeoefenaren benoemd als keurders voor den grooten prijskamp voor schilderkunst: A. Balat (die niet aannam en bij koninklijk besluit van 20 April vervangen werd door den heer Joz. Geefs), J. Canneel, N. Cluysenaar, L. De Taye, V. Lagye, J. Portaels, J. Stallaert, K. Verlat, Th. Vincotte, benevens de heeren E. Bourlard en E. Devaux, deze twee als bijgevoegde leden. Ter waardeering van den eindprijskamp werden bij koninklijk besluit van 20 April aan voornoemde heeren nog toegevoegd de heeren Slingeneyer en Fetis.

Buitenland.

's-Gravenhage. Op de begraafplaats Eik en Duinen werd den 11n April plechtig ingehuldigd een grafteeken ter eere van den volksdichter W.J. Van Zeggelen. (Zie onzen jaarg. 1879, blz. 34.)

- Twee belangrijke werken zijn aangekondigd om eerlang te verschijnen: 1o Eene Grammatica op Vondel, als grondslag van eene geschiedenis der Nederlandsche taal der 17e eeuw, door W.L. Van Helten, 2o Grammatica der zeventiende-eeuwsche taal in Vlaanderen, Brabant en Holland.

Amsterdam. Den 6n April werden in deze stad openbaar de teekeningen der verzameling Koster verkocht Onder andere golden: eene waterverfschildering van Alma Tadema 1420 gl., een Allebé 105 gl., Louis Apol 115 gl., Fred. J. Du Chatel 135 gl., J.C. Greive jr. 145 gl., Herman Ten Kate 185 gl., A. Neuhuijs 100 gl., Ch. Rochussen 175 gl., H.J. Scholten 275 gl.

Rotterdam. Den 2n April werd op een concert van Rotte's Mannenkoor met overgrooten bijval ten gehoore gebracht Joncfrou Katelyne, dramatisch tooneel voor altstem en orkest, van Julius de Geyter en Peter Benoit. De Antwerpsche zangeres mev. De Give-Ledelier zong op uitstekende wijze de alt-solo.

Middelburg. De schilderijententoonstelling, den 4n April gesloten, is in het geheel bezocht geweest door 4250 personen; 27 stukken werden verkocht. (Zie blz. 41.)

Utrecht. Stads archivaris, de heer S. Muller Fz., geeft een werk uit, waarin de voornaamste bescheiden uit de Utrechtsche archieven zullen verschijnen en waarvan het eerste gedeelte toegewijd is aan de schildersvereenigingen te Utrecht, ter aanvulling van het bekende werk van C. Kramm (zie voor het portret en de beknopte levensschets van dezen kunstgeschiedschrijver de Vlaamsche School van 1875, blz. 178) De heer Muller geeft in de eerste aflevering van zijn werk een belangrijk overzicht van de Utrechtsche schilders, die oudtijds deel uitmaakten van de gilde der... zadelmakers. De heer Muller merkt op, dat in die gilde alle ambachten vereenigd waren, benoodigd om een gewapenden ruiter te kleeden, voor zoover zijne uitrusting niet onder het ambacht der smeden behoorde. Hij stelt de vraag: of de schilders niet wellicht hierbij gevoegd zijn, omdat zij zich aanvankelijk voornamelijk bezig hielden met de versiering der schilden, gelijk ook hun wapen zilveren schilden vertoont. De Utrechtsche schilders hadden ook eene gilde onder bescherming van hunnen patroon Sint-Lucas. Van de papieren dier gilde is slechts één stuk bekend, een contract van 13 November 1448 betreffende het medegebruik der kerkmeubelen van de Onze-Lieve-Vrouwbroederschap in de kapel van het St.-Andriesklooster der Dominicanen te Utrecht. In 1611 stichtten de Utrechtsche schilders eene giide in vereeniging met de beeldsnijders, waartoe ook behoorden de sieraadschilders en lijstenvergulders. De heer Muller doet opmerken, dat uit de vermelding van laatstgenoemden blijkt, hoe onjuist de meening is, dat de schilderijen in de xviie eeuw steeds in zwarte lijsten waren gezet. Van 1611 tot 1644 bloeide de Utrechtsche schilderschool het meest, en juist van dat tijdvak zijn de rekeningen bewaard gebleven, die omtrent de gildebroeders en hunne leerlingen nauwkeurige getuigenissen afleggen. Die rekeningen worden door den heer Muller afgedrukt, en dat is van te grooter belang, omdat men alleen de lijst kende van de schilderstukken door Utrechtsche schilders aan het St.-Jobsgasthuis te Utrecht vereerd van 1628 tot 1642, welke schilderijen thans alle verdwenen zijn. In 1639 moesten de beeldsnijders de gilde verlaten die nu verheven werd tot ‘schilders college,’ maar allengs in verval geraakte. In 1696 stichtte de schilder Stoet, met ondersteuning van het

[pagina 57]
[p. 57]

stadsbestuur, eene teekenschool die den naam van ‘academie’ droeg doch weinig opleverde; in 1718 verliet de stichter Utrecht. In 1744 vierde de kwijnende schildersgilde met groote plechtigheid haar eeuwfeest. In 1805 werd de sukkelende teekenschool heringericht door eenen bestuurder die twee jaar later opstak met de kas. In 1815 kreeg het genootschap Kunstliefde het lokaal der schildersgilde in gebruik, met uitsluiting van alle andere colleges.

Parijs. Eerlang wordt in deze stad eene verzameling kunststukken verkocht, bijeengebracht om middelen van bestaan te verschaffen aan de weduwe en het kind van een talentvollen jong gestorven schilder, Eduard Blanchard. Niet minder dan 122 kunstenaars (en daaronder de meeste mannen van naam) hebben ieder eene schilderij, eene schets, eene studie of een borstbeeld gegeven om weduwe en wees uit den nood te helpen. (Van een liefdewerk van denzelfden aard vindt men gewaagd in onzen jaargang 1879. blz. 100, insgelijks te Parijs.)

- In het Nijverheidspaleis wordt eene merkwaardige tentoonstelling geopend. Zij bevat een groot getal teekeningen, Fransche en buitenlandsche, doorverschillende personen ter leen gegeven, allen betreffende den vorm van huisraad, van kamerversiering. van tuinaanleg, van gevel- en huisbouw, en niet verder gaande dan tot het begin dezer eeuw. Bij de teekeningen van niet Fransche meesters komen onder andere de volgende voor: Pieter de Jode, eene titelplaat voor boeken, kerkvaders en evangelisten voorstellende; Isaäc Moucheron, eene leuning met landschap in het verschiet; Dekker, een gevel van een kasteel; Hans Collaert, een spiegel; Martinus De Vos, eene teekening voor een schotel; Hans Vredeman de Vries, eene paneelversiering met Curtius die in den afgrond springt; en uit de xviiie eeuw drie tekeningen van D. Van Nijmeghen, eene kachelversiering en twee ontwerpen voor tuinaanleg voorstellende. Bijna alle teekeningen zijn met de pen gemaakt en gewasschen met roetbruin of Oost-Indische inkt; enkele zijn in kleuren. Ook ziet men op de tentoonstelling eene geheele verzameling van oude waaiers en eene verzameling van oude knoopen (knoppen) van de xvie eeuw tot op Lodewijk XVIII. Er zijn knoopen uit den tijd van Watteau en Boucher waarop herderinnen en Cupidos geschilderd zijn, andere waarop het innemen der Bastille of het portret van Necker, den minister der financiën van Lodewijk XVI, is afgebeeld, in gesneden ivoor of in geweven zijde of in verglaasd koper of zilver. Van vóór de xvie eeuw is niet één knoop tentoongesteld. Niet het minst merkwaardig zijn de kassen met geweven stoffen uit vroegere eeuwen, met kostbaar oud aardewerk en porselein, meest uit het museum van Limoges, met Venetiaansch glaswerk, met ingelegd hout, met gedreven zilver en met brons.

- Nordenskjöld en kapitein Pallander, de gezagvoerder van de Vega, te Parijs aangekomen, werden in deze stad feestelijk ontvangen. Den 1n April woonden zij de vergadering bij van het Aardrijkskundig Genootschap, welk Nordenskjöld zijn groot gouden eermetaal vereerde. Hij werd buitendien tot kommandeur en Pallander tot officier van het Legioen van Eer benoemd. (Zie blz. 36.)

Grenoble. Terwijl de leeraar van scheikunde in het stedelijk lyceum les gaf over kwikzouten, had hij naast den vóór hem geplaatsten lessenaar een glas staan, gevuld met de waterige oplossing van een of ander kwikzout. In een oogenblik van afgetrokkenheid ledigde hij het glas, denkende dat hij suikerwater dronk en stierf bijna onmiddellijk.

Londen. De hoogovenslakken, zooals men weet gevormd uit het schuim of de onzuiverheid der ertsen, die zich bij het smelten daarvan afscheidt, werden vroeger alleen gebruikt voor het hard maken van wegen. Deze ijzerslakken zijn in onnoemelijke massas voorhanden in de ijzerdistricten, tot last van de bewoners. Eenige jaren geleden werden zij, onder de benaming van slakkenwol, ook gebruikt voor het bekleeden van verschillende zaken waar warmte behouden of geweerd moet worden. Later is men begonnen er metselsteenen van te vervaardigen. De jongste toepassing is het maken van flesschen en ander vaatwerk uit deze grondstof. Door Britton worden per dag ongeveer 13,000 bier- en wijnflesschen er van gemaakt. De slakken moeten ook een deel uitmaken van het sterke glas van Siemens, voor spoorwegleggers en andere tot de bouwkunde behoorende artikelen. (Zie, in verband met dit laatste, onzen tegenwoordigen jaargang, blz. 12.)

Berlijn. De heer Wickersheimer, voorbereider bij het ontleedkundig kabinet der stedelijke hoogeschool, heeft een middel ontdekt (dat hem is afgekocht door het staatsbestuur) om doode dieren en voorwerpen uit het plantenrijk hunne volle frischheid te doen behouden; al wat slechts een achttal dagen in het door hem uitgevonden vocht heeft gelegen, behoudt zijn natuurlijk voorkomen; het bederft of verdroogt niet; het blijft zooals het was; aldus vertoont hij doode kreeften, die, ofschoon hij ze reeds twee of drie jaar heeft bewaard, er nog volkomen versch uitzien; doode slangen, die gerold en gekronkeld kunnen worden alsof zij leefden; lijkjes van kinderen, wier armen, beenen, hals en gewrichten nog volkomen lenig zijn; slachtvleesch, dat weken oud en nog zoo welsmakend is als kwame het versch van het stuk. Het zal dus niet meer noodig zijn, in ontleedkundige museums, dieren in flesschen en bokalen met sterk water te plaatsen om ze te bewaren. Wickersheimer is geboren in den Elzas en een 50-tal jaren oud; na vijf jaren te Parijs als timmerman te hebben gewerkt begaf hij zich naar Duitschland en werd in 1864 bij de Berlijnsche hoogeschool in zijne tegenwoordige betrekking aangenomen.

- In het Boberdal nabij Hirschberg, op eene plek die bekend is onder den naam van ‘Einde der wereld,’ dicht bij den ingang van de nauwe rotsachtige dalkloof, waarin de Bober treedt, is eene verzameling van zoogdieren uit den tijd van den zondvloed ontdekt, die van zeer veel belang is, aangezien zij het bestaan van de groote dieren uit den tijd van den zondvloed ook in deze hoog gelegen bergstreken van de Sudeten bewijst. Van het rendier zijn verscheidene stukken van het gewei, van het rund, den mammoeth en van den elephas primigenius vele beenderen gevonden, alles in eene zandlaag die door leem is bedekt.

Bonn. Den 6n April werd te dezer stede, in publieke veiling, voor 2000 mark (2500 fr.) toegewezen aan den heer E. Witte, uit Breslau, eene verzameling van 30,000 kevers, waaronder hoogst zeldzame soorten, meest uit vreemde landen bijeengebracht.

Munchen. C.A. Wolff, in deze stad, heeft een brevet genomen voor de bereiding eener nieuwe stof, die hoorn, choniet, ivoor, paarlemoer en dergelijke stof moet vervangen. Als grondstof bezigt hij stijfsel en water, die onder bepaalde drukking zoo hoog verhit wordt, dat zij in eene doorschijnende rekbare massa overgaat, die gedroogd wordt. Door bijvoeging van suiker, glycerine, gom-elastiek en andere stoffen worden hare eigenschappen gewijzigd; met aniline-verven kan zij gekleurd worden.

Este. In deze stad der provincie Padua heeft de leeraar Prosdocismi, aan den teen der nabij gelegene heuvels, 82 graven uit den voortijd ontdekt, waarvan er 38 ongeschonden waren. Zij bevatteden aarden en bronzen aschkruikjes. Op eene der bronzen kruiken zijn afgebeeld 17 krijgslieden, een priester, paarden, ossen, vogels, een houd, planten, een man die eenen wagen ment enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken