De Vlaamsche School. Jaargang 26

Kroniek.

Antwerpen. De beroemde Fransche beeldhouwer Carrier-Belleuse is onlangs hier geweest bij den heer J.J. Rousseau (Begijnenpoortvest) om levering te nemen van het voetstuk voor het ruiterstandbeeld van Guzman Blanco, door hem gemaakt voor Venezuela. Dit voetstuk, geheel uit marmer, is 3 1/2 meters hoog, 5 meters lang en 4 breed. Half verhevene bronzen beeldwerken versieren de zijwanden van het voetstuk, dat het volgende op schrift voert: Venezuela Agrandecida al Supremo Director de la Reivindicacion general Guzman Blanco. 1880. De heer Carrier-Belleuse was te Antwerpen afgestapt bij den bouwkundige J.J. Winders.

- O.-L.-Vrouwekerk. Het door ons in 1879, blz. 195, vermelde glasraam van aartshertog Philips den Schoone is geplaatst in de tegenwoordige St.-Antoniuskapel, nadat het op de nationale tentoonstelling grooten bijval had bekomen. Het raam is uitgevoerd bij Stalins en Janssens naar de teekening van P. Van der Ouderaa, volgens aanduidingen van P. Génard.

- Het huis vroeger genaamd de Roode Leeuw thans n^r 33-35, in de Kloosterstraat, den 17ⁿ November mits 100,000 fr. voor stads rekening aangekocht met het vooruitzicht er doorheen te eeniger tijd eene straat te trekken recht over de Sint-Michielsstraat, behoorde in 1592 aan Anna Ortels, dochter van Leonard en zuster van den beroemden Abraham Ortelius die zeer waarschijnlijk in dat huis zijne laatste jaren sleet en er overleden is. (Zie over A. Ortelius blz. 45, waar de folio misdrukt is, alsook de opgave der geboorte- en sterfjaren aan het hoofd des artikels.)

- Juffrouwen gezusters Van Lerius hebben der stad het door Julius Pecher gemaakt marmeren borstbeeld van den kunstschilder Joseph Van Lerius aangeboden, om bijgezet te worden in het museum.

- De Bloemenkring schrijft eene prijsvraag uit voor een werk over de kruidkunde ten dienste der lagere onderwijzers. De antwoorden in te zenden vóór 1 Juni 1881 aan den secre-

[p. 200]

taris H. De Bosschere, lange-Leemstraat 327, bij wien het programma verkrijgbaar is.

Brussel. Bij koninklijk besluit van 10 November is de benoeming goedgekeurd van den historieschilder Godfried Guffens als werkelijk lid van de academie van schoone kunsten te Antwerpen, ter vervanging van wijlen Jacob Jacobs.

- De kunstschilder V. Lagye is door het staatsbestuur gelast den geschiedkundigen stoet met de wagens, bijhoorigheden en personages die gedurende de laatste feesten te Brussel is uitgegaan, in fries te schilderen voor eene der zalen van het geschiedkundig museum te Brussel. (Zie blz. 168.)

- Volgens wordt gemeld heeft het gemeentebestuur een borstbeeld en een portret van den gewezen burgemeester Julius Anspach aan J. Portaels en W. Charlier besteld voor het stadhuis. Men voegt er bij dat de uitgaaf 4000 fr. zal beloopen.

- De beeldhouwer J. Jaquet heeft het model voltooid van een standbeeld van Antoon Wiertz dat in de gemeente Elsene zal opgericht worden, met een voetstuk van den bouwkundige J.B. Naert.

- Er is weer sprake, te Brussel standbeelden te plaatsen van Marnix van Sinte-Aldegonde op den Zavel, Van Helmont in den hof van Sint-Jansgasthuis en Agneessens op de Lebeauplaats. De uitvoering zou toevertrouwd worden aan P. De Vigne, G. Van dor Linden en T. Vinçotte.

- De plaatsnijder Scharff is, gezonden door de stad Weenen, aangekomen te Brussel om een medaillon van prinses Stefanie te maken. J. Tautenhayn, stempelsnijder van het hof van Weenen, heeft van het Oostenrijksche staatsbestuur eene dergelijke opdracht ontvangen.

- De koningsprijs van 25,000 fr. was in 1880 uitgeloofd voor het beste en voldoende geoordeeld werk over de ontwikkeling van België's handelsbetrekkingen. Van de 10 ingezondene verhandelingen werd niet eene bekronenswaardig geacht, weshalve de rechters van den prijskamp (E. Pirmez, J. Du Fief, Banning, Beernaert, baron Lambermont, Strauck en Wauwermans) geene vrijheid hebben gevonden om eene voordracht te doen tot toewijzing van den prijs.

- 9 December en volgende dagen is in het sterfhuis van den heer F.J. De Bonne, oud-volksvertegenwoordiger en advocaat bij het beroepshof te Brussel, kleine-Ridderstraat n^r 19, eene merkwaardige verzameling boeken verkocht onder de leiding van den heer Fr. J. Olivier. De met zorg opgestelde catalogus bevatte niet minder dan 3325 nummers.

- In den gevel van het voormalig hertogelijk paleis thans het lokaal der koninklijke academie van België zal een gedenksteen met Latijnsch opschrift worden gesteld, om in herinnering te houden dat het plan tot oprichting van dit gebouw te danken is aan wijlen koning Willem I.

Brugge. De I^e prijs in den dichtkundigen wedstrijd van den Broederbond (zie blz. 121 en 185, waar de woorden Jan Breidel en Pieter De Coninck moeten vervangen worden door het woord België) werd behaald door den heer Hipp. Ledeganck, van Eecloo. Den 13ⁿ November werden de bekroonden op een feestmaal onthaald in het lokaal van den bond; te dezer gelegenheid werden redevoeringen uitgesproken door de heeren O. baron van Caloen van Basseghem, Du Bois, Kervyn, Verhoef, Nelis, Coppieters, Machielsen en anderen. Een op den koning ingestelde heildronk, per draad overgeseind, werd namens Z.M. langs denzelfden weg in het Vlaamsch beantwoord, welke vorstelijke beleefdheid veel waardeering vond.

- In de O.-L.-Vrouwekerk der Potterie wordt het choor hersteld in zijn oorspronkelijken staat onder de leiding van den kundigen bouwmeester Karel Verschelde.

- De glasschilder Samuel Coucke heeft twee vensters voltooid van de hersteld wordende Blindekenskapel, voorstellende: Graaf Robrecht van Bethune met De Coninck en Breidel, aan 't hoofd van de ambachten en neringen deze kapel stichtende en De stad Brugge wordt door de voorspraak van O.-L.-Vrouw van Blindekens van den hongersnood verlost.

Lisseweghe. In deze gemeente gaat de Onze-Lieve-Vrouwekerk hersteld worden; men vermoedt dat daarvoor zal noodig zijn 89,313 fr., schildering en bemeubeling inbegrepen. Zij is gebouwd in den ojivalen stijl der xiii^e eeuw, naar gissing onder de leiding van den bouwmeester der IJpersche St.-Martenskerk (zie de Vlaemsche School van 1856, blz. 169). Het rijk en de provincie verleenen hulpgelden. Er zal een begin gemaakt worden met het choor en zijne kapellen, benevens den kruisbeuk. De bouwkundige A. Van Assche, van Gent, zal het werk bestieren.

Dixmude. 12 September heeft de plechtige inhuldiging van het nieuw stadhuis plaats gehad in de tegenwoordigheid van de heeren Rolin-Jaequemyns, minister van binnenlandsche zaken en G. Heyvaert, gouverneur van West-Vlaanderen. Het is gebouwd in ojivalen stijl onder de leiding en volgens de teekeningen van Brugge's gunstig gekenden stadsbouwmeester L.J.J. Delacenserie, die in 1862 primus van Rome in de bouwkunde was. Bij de feestviering werd een gelegenheidsdicht van mev. Van Ackere-Doolaeghe voorgedragen. De voornoemde hooge staatsambtenaren brachten de beroemde dichteres een bezoek ten harent. Het gedicht van mev. Van Ackere is bij Van Cuyck-Gyole, te Dixmude, in druk verschenen.

Luik. Een ministerieel besluit van 12 November heeft aan de hoogeschool in deze stad eenen leerstoel voor de Sanskritsche taal gesticht.

Buitenland.

's-Gravenhage. Op het 50^ste concert van de maatschappij De Toekomst (het genootschap tot ondersteuning van de nagelatene betrekkingen van toonkunstenaars, dat nu reeds 25 jaren bestaat) werd den 1ⁿ December eene fraaie cantate uitgevoerd, woorden van J. de Geyter, muziek van W.F.G. Nicolaï, als hulde aan de stichteres der maatschappij, mev. Jenny Lind. Ook Benoits Kinderoratorium werd ten gehoore gebracht (voor de tweede maal, zie blz. 73). De bijval was zeer groot. Aan Nicolaï en aan Benoit die met den dichter de Geyter tegenwoordig was werd een lauwerkrans aangeboden. Mejuffrouw A. Biemans zong op uitmuntende wijze Mendelssohns Lobgesang, de Avond van R. Hol en het Meilied van Huberti.

Amsterdam. Einde November had in deze stad eene verkooping van waterverfschilderingen plaats door de firma F. Muller en c^o. Onder andere werden de volgende prijzen besteed: D. Bles 220 gl., 410 gl.; J. Bosboom 100 gl., 210 gl., 240 gl., 270 gl.; Heemskerck van Beest 91 gl.; J. Israëls 170 gl. (sepia), 500 gl., 620 gl., 1010 gl. (schets); H. ten Kate 90 gl., 120 gl.; J.H. Maris 110 gl., 200 gl., 450 gl.; Mauve 160 gl.; L. Meyer 920 gl., C. Rochussen 250 gl., 500 gl., W. Roelofs 180 gl., 210 gl., 240 gl., 410 gl., 600 gl.; K. Springer, 210 gl.; J. Weissenbruch 105 gl.

- In 1879, blz. 147, hebben wij eenigszins breedvoerig gewaagd over de feestviering die men in 1881 wil houden op den 300ⁿ verjaardag van den geschiedschrijver en dichter P.C. Hooft. Wij gewaagden tevens van het plan ter herstelling van het weleer door Hooft te Muiden bewoonde slot en van een beroep dat gedaan was op de medewerking van de Noord- en Zuid-Nederlandsche schilders. Thans wordt gemeld dat J. Portaels te Brussel en P. Van der Ouderaa en B. Witkamp te Antwerpen zich bereid hebben verklaard de portretten van Tesschelschade, Corn. P. Hooft en Gaspar Barlaues te schilderen en ook de beeldhouwer Jos. Thissen, te Antwerpen, zijne medewerking heeft toegezegd. De kosten der vernieuwing van de groote zaal in

[p. 201]

voornoemd slot worden geschat op 10,000 gl. De kunstschilderingen hooptmen kostelooste verkrijgen. Voorts is er spraak, dat L. Colinet kosteloos het borstbeeld van Hooft zal maken om geplaatst te worden in den gevel van het huis n^r 65 op de Keizersgracht te Amsterdam, door den dichter van omstreeks 1630 tot in 1647 bewoond; alleen moeten de op 700 gl. geschatte kosten van werkloon en grondstof aan den beeldhouwer vergoed worden.

- 14 December werd in de Brakke Grond, te Amsterdam, onder het bestuur van C.F. Roos, het belangrijk kabinet schilderijen van mev. M. Viruly van Buren en Dalem geb. J.C. Mathijsen van Rotterdam verkocht. Onder de stukken afkomstig van de in 1821 te 's-Gravenhage verkochte verzameling Verbrugge en van de galerij van Willem II die in 1850 werd verspreid, bevonden zich fraaie schilderijen waarvan wij hier de bijzonderste aanteekenen met de verkoopprijzen in guldens, de 10 per cent kosten inbegrepen:

J. Berckheyden, Stadsgezicht, 330;

A. en J. Both, Italiaansche landlieden, 682;

H. Bogert, Binnenhuis, 550;

A. Cuyp, Paarden in de weide, 792;

C. De Heem, Bloemen en vruchten, 1826;

K. Dujardin, Bergachtig landschap, 660;

J. Hackaert en J. Lingelbach, Italiaansch landschap, 3410;

J. Hackaert en A. Van de Velde, Mercurius en Argus, 616;

J. Jordaens, De aanbidding der wijzen, 550;

J. Kobell, Vee in de weide, 682;

H. Leys, Gevecht tusschen de Burgondiërs en de Gentenaren, 1155;

C. Netscher, Damesportret, 792;

Le Prince, De kunstenmaker, 867;

A. Pijnacker, Bergachtig landschap, 1364;

J. Ruijsdael, Omstreken van Haarlem, 6655 (rijksmuseum);

S. Ruijsdael, Drinkend vee, 1155;

H.M. Sorgh, Binnenhuis, 649;

J.F. Soolmaker, Italiaansch landschap, 1111;

J. Steen, Bij den Alchimist, 3960;

J. Steen, Vischmarkt te Leiden, 3520 (museum Frankfort);

G. Van den Eeckhout, Jacob zegenende, 891;

J. Van der Does, Landschap met vee, 990;

F. Van der Poel, Strand te Scheveningen, 506;

F. Van Mieris de oude, Het verliefde paar, 880;

J. Van Os, Bloemen en vruchten, 451;

A. Verboom en J. Lingelbach, Hertenjacht, 693;

E.J. Verboeckhoven, Landschap, 1045;

H. Verheyen, Stadsgezicht, 1100;

J. Wijnants en A. Van de Velde, Landschap, 1677.

- In deze stad is door tooneelisten een genootschap opgericht onder den naam het Jonge Holland, welks leden zich ten doel stellen ‘elkander in de beoefening van hunne kunst met raad en daad te steunen.’ Alleen zij kunnen aangenomen worden als lid ‘die er van overtuigd zijn dat het voor een kunstenaar van groote waarde is een beschaafd, ontwikkeld en zedelijk mensch te zijn.’

- In de laatste dagen van November werden op de veiling van kostbare zeldzaamheden, nagelaten door den heer J. Josephus Jitta, onder andere de volgende prijzen besteed: eene vierkante gouden snuifdoos in den aard van G. Watteau, stijl Lodewijk XV, 406 gl.; eene dergelijke ronde, met harde steenen ingelegd, 612 gl.; eene vierkante doos met naamcijfer van amethyst, 300 gl.; eene uit onyx in goud gezet en met kostbare steenen versierd, 306 gl.; eene snuifdoos in paarlemoer vervat en met goud omzet, 714 gl.; een klein eirond doosje, geheel ingelegd met goud, 259 gl.; een dergelijk, 216 gl.; een eirond doosje van Saksisch porselein met het portret van koning Wenceslaus van Polen, 211 gl.; een dergelijk met verguld zilver ingelegd, 302 gl.; een zakuurwerk uit gedreven zilver, 206 gl.; een dergelijk uit bergkristal en zilver, 185 gl.; een uurwerk van J.M. Juntes, ingelegd met goud, 401 gl.; andere kleine oude gouden zakuurwerken, 200 tot 300 gl. per stuk; een kistje van onyx, rijk met goud ingelegd en met drie vrouwenkopjes in brandschilderwerk, ter hoogte van 0^m16, een belangrijk zeldzaam voorwerp, 1800 gl.; een gouden reukfleschje met bloemen in brandschilderwerk, 585 gl.; een gouden koker, met brandschilderwerk versierd en diamanten slot, 910 gl.; een koker van onijx, ook voorzien van een diamant, 275 gl.; een ivoren koker, met goud ingelegd, 270 gl.; een ivoren beeldje door Dinglinger met diamanten versierd, 300 gl.; twee mesjes, het eene met stalen, het andere met gouden lemmet, de hechten met brandschilderwerk versierd, stijl Lodewijk XVI, 415 gl.; een prachtige paarlemoeren waaier, in goud gevat, met eene voorstelling uit de oude godenleer op velijn geschilderd, 500 gl.; een gouden kom, verglaasd in vele Oostersche kleuren, 455 gl.; een zilveren kistje, met bloemen en beelden in brandverf, 255 gl.; een schilderijtje in olieverf: Ecce Homo, van Tintoretto, in een lijstje gevat, dat met diamanten en robijnen is omgeven, 300 gl.; twee miniatuurportretten, voorstellende Lodewijk XVI en mej. E. de la Vallière, door Petitot, 525 gl., alles zonder opgeld.

Rotterdam. Blz. 73 hebben wij vermeld, dat in de Wittede-Withstraat door de heeren Van der Hoeven en Buys een museum voor ouderwijs en kunst was geopend, waarin ook kunstgewrochten te koop zouden worden gesteld. Tegen 29 en 30 November was in dit lokaal eene openbare verkooping aangekondigd van hedendaagsche schilderijen, voor wier echtheid verkoopers instaan. Onder deze schilderijen waren er van B.C. Koekkoek, Lingeman, Schelfhout, W. Verschuur (De halt, een zeer groot paardenstuk), Th. Rousseau, Troyon, Diaz, Calame, Jacque, H. Bellangé, Bougerau, A. Stevens, Brillouin, F. de Chambord, H. Lazerges, Bruck-Dajos, Detti, Caracciolo, Dell'Acqua, O. Achenbach, G. Koller, A. De Vriendt (Een middeleeuwsch gezin), J. De Vriendt (Othello en Desdemona), C. De Groux (Het avondgebed, eene verkleining van zijn groot tafereel uit het rijksmuseum te Brussel), David Col (een kluchtig tafereeltje dat van 1859 dagteekent), F. Lamorinière (Eene schemering, van 1863).

Sluis. Alhier is een begin gemaakt met de inrichting van een museum van oudheden, waarbij eene kamer voor het archief gevoegd is.

Leiden. Het rijksmuseum van oudheden, in deze stad, ontving ten geschenke van graaf A. de Marsy, te Compiègne, 36 voorwerpen van gebakken aarde, als balsemfleschjes met beschildering, kommetjes en lampjes, op het eiland Rhodus in 1879 uit overoude grafsteden te voorschijn gehaald.

Groningen. In de kerk van het naburige dorp Den Andel zijn, bij gelegenheid dat er in het gewelf een gat werd gekapt voor eene kachelbuis, muurschilderingen aangetroffen; hare onderzoeking werd echter niet voortgezet; integendeel is het welfsel op nieuw gewit. Bedoelde dorpskerk is zeer oud; op het aanpalend kerkhof vindt men een zerkje uit de xiv^e eeuw.

Luxemburg. Te Emsdorf zijn bij het ontgraven van eenen grond, ruim 7000 stuks Romeinsche munten gevonden. De heer Van Werveke, hoogleeraar aan het atheneum en bewaarder bij het muntkabinet der Geschiedkundige Vereeniging te Luxemburg, heeft ze schoon gemaakt en in het kabinet gerangschikt. Het zijn munten van de keizers Licinus I, Licinus den jongere, Konstantijn den Groote en zijne zonen Crispus, Konstantijn II, Constans I en Constans II, alsook van de keizerinnen Theodora, Helena en Fausta, benevens eenige van Alexander, Severus, Maxentius, Claudius, Gothicus, Maximianus, Herculenis, Maximus, Daza, Tranquillinus en Dalmatius.

[p. 202]

Londen. In de laatste week van November werd eene fraaie verzameling etsen van Rembrandt verkocht. Onder andere werd betaald voor een Ecce homo 889 fr., eene Kruisafneming 1143 fr., een H. Hieronymus 1677 fr. en een portret van Burgemeester Six 760 fr. De gezamenlijke opbrengst was 45,820 fr.

- In eene kas op eenen zolder van een kasteel in het graafschap York is eene tasch met teekeningen van oude meesters ontdekt. Zij zijn naar het Britsch museum overgebracht. Er is eene studie bij van den Florentijnschen schilder Filippino Lippe, een Vrouwenhoofd, van Michel Angelo, een Laatste oordeel, van Alb. Altdorfer, twee Landschappen, van Albert Cuyp en eene Jacht van Wouwermans.

Dillenburg. In deze gemeente van de provincie Hessen-Nassau werd in 1875 ter gedachtenis van Willem den Zwijger een toren opgericht, die Willemstoren is geheeten, en waarin voorwerpen worden bijeengebracht uit den tijd en de omgeving van Willem van Oranje afkomstig. Er bestaat thans plan om den toren inwendig te versieren met de volgende muurschilderingen, waarvoor de schetsen gemaakt zijn door L.L. Kleijn, Nederlander van geboorte en hofschilder van H.K.H. prinses Marianne der Nederlanden: 1. Willem I bij het kroningsfeest van Philips II te Brussel keizer Karel V ondersteunende; 2. de prins het woord voerende in 1566 over het smeekschrift der edelen; 3. zijn tocht over de Maas in 1568; 4. zijne beëediging te Brussel in 1578 als stadhouder der Nederlanden. Vier kleinere stukken zullen voorstellen: Willem I door het geblaf van zijn hondje in 1572 in de legerplaats voor Bergen gered; de prins te Dillenburg zijne Apologie tegen Alva's aanklacht in de pen gevende; de moordaanslag van Jauregui te Antwerpen in 1582; Willems praalgraf te Delft. In de vensternissen zullen de afbeeldingen van 's prinsen ouders Willem de Rijke en Juliana van Stolberg, van prins Maurits en zijne moeder Anna van Saksen, van Frederik-Hendrik en diens moeder Louiza de Colligny geschilderd worden. Tot verwezenlijking dezer plannen, welke men in 1884, bij de 300-jarige herdenking van des Zwijgers dood, uitgevoerd zou willen zien, doet de Dillenburgsche commissie een beroep op de medewerking van Nederland.

Dusseldorp. In deze stad heeft eene openbare verkooping plaats gehad (die veel opbracht) van voorwerpen die op de groote stedelijke tentoonstelling verloot, maar niet afgehaald waren, onder andere eene schrijftafel, eene boekenkas, een rijtuig en ettelijke andere prachtig bewerkte stukken. (Zie, in verband hiermede, blz. 187 en vroeger.)

Berlijn. Dezer dagen gaf de beroemde zangeres Patti op den koninklijken schouwburg eene afscheidsvertooning. Na het vallen van den doek is de keizer, die de voorstelling had bijgewoond, de zangeres die zich naar Amerika begeeft, op het tooneel geluk en goede reis komen wenschen. Z.M. vroeg haar, hoe lang zij in Amerika dacht te blijven. Het antwoord luidde: Twee jaren. ‘Op mijnen ouderdom, zoo sprak de keizer, is twee jaar een lange tijd; ik betuig u nogmaals mijnen dank; waarschijnlijk zal ik u niet meer wederzien en zeg ik u voor altijd vaarwel.’ De vorst is den 22ⁿ Maart 1797 geboren.

- Nieuwsbladen melden, dat men Goethe's standbeeld te Berlijn voortaan des winters onder glas zetten wil, in plaats van het met eene houten kap tegen de vorst te beveiligen. Vermoedelijk wordt bedoeld een raamwerk met ruiten.

Leipzig. Door professor Arndt is een tot dusver onbekend zangspel in proza van Goethe ontdekt.

Agram. In deze stad en in verscheidene andere steden van Croatië (Oostenrijk) heeft den 9ⁿ November eene aardbeving plaats gehad die aan eenige menschen het leven gekost en voor millioenen stoffelijke schade aangericht heeft. De groote gebouwen werden schier alle zoo gehavend, dat de meeste geheel zullen moeten worden afgebroken. Tusschen deze laatste bevinden zich twee fraaie kerken, Sint-Marcus- en de Mariakerk; het groot altaar van de hoofdkerk is ingestort en de merkwaardige toren vertoont zeer breede scheuren; het is te vreezen dat deze schoone kerk, die van 1217 dagteekent, niet meer zal kunnen hersteld worden. De toren van de kloosterkerk der zusters van Barmhartigheid bevindt zich drie voet verschoven. In het naburige Remete werd de fraaie gothieke kerk in eenen puinhoop veranderd. Garesnicza en Stenjevecz zagen insgelijks hare kerken verwoesten. Op het kasteel van Gravez, nabij Agram, blijft er niets meer over dan een berg steenen van de groote zaal die de portretten bevatte van al de Oostenrijksche keizers, gewerkt op Gobelijnsche tapijten. Er zijn in Croatië dozijnen merkwaardige kasteelen met velerlei meest oude kunstschatten door de aardbeving vernield.

Florence. Het schijnt dat Cosimo dei Medici tijdens zijn verblijf in Engeland zoo getroffen werd door de schoonheid der hofdames, dat hij den beroemden schilder sir Peter Lely (alias Van der Faes 1618 + 1680) opdroeg de vier schoonste voor hem uit te schilderen. In een stuk, dat in het archief van de familie Cattani-Cavalcati bewaard wordt en dat geschreven is door den gezant Guascone, wordt in het bijzonder van deze portretten melding gemaakt, en medegedeeld, dat een daarvan mistress Middleton en een ander lady Castelmaine voorstelt. Niemand wist waar die portretten verbleven waren. Thans echter wordt gemeld dat zij verwaarloosd ofschoon anders onbeschadigd teruggevonden zijn op de zolders van het Palazzo Vecchio.

Volterra. Deze Italiaansche stad, die eene merkwaardige verzameling Etruscische vazen en eene niet minder merkwaardige verzameling oud ivoorwerk bezit (waaronder een ivoren koffertje uit de viii^e eeuw) heeft gebrek aan geld voor het voltooien van 't lokaal, dat zij laat bouwen om er de voornoemde kostbaarheden in te bewaren. Ten einde zich uit de verlegenheid te redden, heeft het gemeentebestuur besloten het oude ivoorwerk gedeeltelijk in Florence te doen verkoopen!

Madrid. In April 1881 wordt in deze stad eene tentoonstelling van schoone kunsten geopend, waaraan ook buitenlandsche kunstenaars kunnen deelnemen. De kunstwerken moeten ingezonden worden tusschen den 1ⁿ en den 10ⁿ April. Nadere inlichtingen zijn verkrijgbaar bij den Spaanschen gezant te Brussel.

St.-Petersburg. Twee jaar geleden heeft de Russische regeering eenige toonkunstenaars naar Siberië gezonden om het land te doorkruisen en de gewestelijke melodieën op te teekenen. De commissie heeft maanden lang van plaats tot plaats gezworven, deel genomen aan de feesten der bevolking en aan den huiselijken aard uit den mond des volks alle liederen en wijzen opgeschreven, vele van welke geheel onbekend waren. De geheele verzameling dezer liederen zal weldra in druk verschijnen.

San-Francisco. Een vermogend mijnbezitter, die de Venus van Milo had hooren roemen als een meesterstuk van beeldhouwkunst, bestelde in Florence een verkleind model daarvan. Nadat het kunstgewrocht hem was te huis bezorgd, spande hij eene rechtsvordering in tegen de Central Pacific spoorwegmaatschappij, omdat zij het model had ‘geschonden’ en de rechtbank wees hem het gevorderd bedrag toe, als vergoeding voor de aan het beeldje ontbrekende armen!

Australië. In de noord-westelijke heete streek van dit werelddeel is door den Duitschen plantkundige von Muller 10 millioen hectaren vruchtbaar en goed bewaterd weideland ontdekt. Het klimaat schijnt gezond, de hitte getemperd wordende door den zeewind.