Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 27 (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 27
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 27Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 27

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.71 MB)

Scans (467.78 MB)

ebook (10.33 MB)

XML (1.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 27

(1881)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kroniek.

Antwerpen. In verband met hetgeen wij in onzen jaargang 1879, blz. 185 (zie ook loopenden jaargg. blz. 45) zegden over het plaatsen der benaming Belgische school onder de werken van onze Vlaamsche schilders in het Antwerpsch museum, ontleenen wij de volgende opmerking aan een artikel over De Vlaamsche schilderschool sedert 1830 door P. De Mont in de Juliaflevering van de Tijdspiegel: ‘Eene Vlaamsche school - geene Belgische, want met den Franschschrijvenden C. Lemonnier, en sterker nog dan hij, beweer ik, dat eene Belgische kunst, als zulkdanig, dat is, als uiting van een bijgevolge half-Waalsch, half-Vlaamsch kunstprinciep, eene utopie is, en hoogstens een bastaardkunst kan teweegbrengen, evenals het versmelten der beide landstalen tot niet anders geleid heeft dan tot de Brusselsche zoogenaamde marollentaal.’

- Bij J. Plasky is verschenen een krachtig diepgevoeld gedicht van den heer Jos. Staes, getiteld: Memento voor mijn kind, afgedeeld in vier hoofdstukken: 1. de geboorte zijns zoons, 25 November 1873, 2. het overlijden, 18 Augustus 1880; Moeders troostwoorden; 4. Het graf eens engels. Niet zonder eene innige ontroering te gevoelen kan men deze dichterlijke ontboezeming lezen, waaruit zooveel niet te lenigen ouderleed spreekt. Het stuk is met in den handel.

- Bij beslissing van 14 Juli heeft de gemeenteraad voor het hedendaagsch museum aangekocht: 1. drie teekeningen van Jan Swerts, voorstellende: De aankomst der Venetiaansche gezanten te Antwerpen (zie 1880, blz. 167), De aankomst der Moscovietische gezanten te Antwerpen en Koning Eduard III van Engeland te Antwerpen (zie 1859, blz. 73); prijs: 4000 fr.; 2. een Amerikaansch landschap, van Al. Wust, voor 4000 fr.; 3. eene schilderij van Is. Meyers, Oevers van de Schelde, voor 4000 fr.

- Den 14n Juli heeft de gemeenteraad afwijzend beschikt op het aanbod der erfgenamen Crabeels, om zekere oude schilderijen, voortkomstig uit het huis nr 10 in de Braderijstraat te Antwerpen, aan de stad te verkoopen. Voor de herstelling dezer schilderingen, die zeer beschadigd zijn, werd omtrent zooveel gevraagd als zij van aankoop zouden hebben gekost.

Brussel. Van de Annales du bibliophile belge wordt eene nieuwe reeks uitgegeven. Het 1e nummer is verschenen bij den heer Fr. J. Olivier, Parochiaanstraat nr 11. Dit maandschrift zal twee afzonderlijke deelen vormen, het eene uitsluitend bestemd voor de geschiedenis der boeken, het andere dienende als catalogus van de oude en nieuwere boeken, bij den heer Olivier te koop. De inschrijvingsprijs bedraagt slechts 6 fr. 's jaars. Het werk is uiterst zorgvuldig samengesteld en goed gedrukt.

- De markt en de dusgenaamde Parlementsgalerij waarvan het ontwerp in Augustus 1880 door den gemeenteraad werd goedgekeurd, is reeds bijna voltrokken in het kwartier O.-L.-Vrouw-ter-Sneeuw, tusschen de Koninklijkestraat, de Wetstraat, het Park en de Observatoriumlei.

- Het feest van Conscience (zie blz. 82 en 105) wil men in Augustus laten doorgaan. F. Verhas schildert des schrijvers portret; P. De Vigne maakt zijn borstbeeld (medegedeeld door den heer secretaris in de eerste vergadering); Edw. Dujardin bereidt eene vergrooting van zijne steensnede voor de eerste uitgaaf van De Loteling, waarop Conscience is afgebeeld; L. Van Rijswijck zal een op 18,000 fr. geschat in zilver gedreven half verheven borstbeeld van Conscience met lauwerkroon enz. omringd leveren, waarvoor Frans Deckers het model van het portret naar de natuur vervaardigde; L. Wiener bewerkt eenen gedenkpenning met beeldenaar en het opschrift: Aan H. Conscience zijne taalgenooten, bestemd om uitgereikt te

[pagina 113]
[p. 113]

worden aan de inschrijvers die ten minste 10 fr. geven; F. Van Loo teekent van Conscience een portret op steen, waarvan een afdruk zal toekomen aan al wie 5 fr. of meer bijdraagt. Er zal eene met platen versierde feestbeschrijving gedrukt worden.

- Naar aanleiding zijner feestviering ontving Conscience uit Noord-Amerika eenen heilwensch die onderteekend was door de leden van een 50-tal huisgezinnen.

- Bij koninklijk besluit van 14 Juli zijn de heeren Peter Benoit, Radoux, Van den Eeden en Mathieu benoemd om, met de leden door de academie van België aan te wijzen, de jury uit te maken van den wedstrijd voor muzikale samenstelling over 1881.

Harlebeke. Zondag 17 Juli bezocht Peter Benoit deze gemeente, waar hij geboren werd. De uitstekende meester ontving een zoo schitterend als hartelijk onthaal. Geheel de bevolking was samengestroomd om hem welkom te heeten in zijne geboorteplaats. Er werd een optocht gehouden met muziek en verscheidene woordvoerders der gemeente betuigden Harlebeke's gevoelens van toegenegenheid en hoogachting voor den grooten en getrouwen zoon die Vlaanderen reeds zoovele duurzame lauweren vlocht. Het feestmaal dat Peter Benoit werd aangeboden, was een echte broederdisch, die voor velen en niet het minst voor den gevierden kunstenaar aantrekkelijker zal geweest zijn dan een vorstelijk banket.

Buitenland

Rotterdam. 2 Juni is de nieuwe St.-Josephskerk te Delfshaven ingewijd, uitgevoerd onder de leiding van den bouwmeester H.J. Egelie; in nagenoeg ojivalen stijl gebouwd, is zij 50 meters lang op 23 breed; haar spitse kruistoren is 39 meters hoog. De hoofdtoren, die 68 meters hoog zal zijn, bij den voorgevel, is nog niet gebouwd. Zij heeft drie beuken; de middelbeuk is hooger dan de zijbeuken; behalve de vier hoofdzuilen van het kruis, wordt de middelbeuk van de zijbeuken gescheiden door 2 × 4 zuilen, welke met twee muraalzuilen de bogen vormen. Langs het koor is nog een open en een blinde boog. De koorafsluiting is vijfhoekig, die der koorzijbeuken driehoekig. De ramen en rozen zijn gedeeltelijk geschilderd. Het plafond is 19m20 hoog boven den vloer; de muren zijn gereed gemaakt om beschilderd te worden.

Breda. Men is voornemens het Nederlandsch taal- en letterkundig congres, welk in deze stad moet bijeenkomen, tusschen den 31n Augustus en den 3n September te houden. De dagen zijn echter nog niet bepaald vastgesteld.

Parijs. De Belgische gevel der tentoonstelling van 1878 (zie 1879, blz. 33), die men op het punt was te gaan afbreken, zal behouden en gebruikt worden bij de vergrooting der bibliotheek van het Arsenaal te Parijs. De gevel staat juist op de lijnrichting der hulpgebouwen die men wil oprichten ter vergrooting van het lokaal.

Roubaix. Bij het wetgevend lichaam is door het ministerie een voorstel ingediend, om in deze stad eene school voor kunstnijverheid op te richten, ten einde het beroemde Vlaamsche tapijtmaken, eertijds zoo hoog in aanzien, te doen herleven. De stad Roubaix heeft een grond van 900,000 fr. waarde en 600,000 fr. voor den bouw aangeboden. De staat zou eene uitgaaf van 900,000 fr. moeten doen. De stad Roubaix heeft thans eene bevolking van omtrent 78,000 zielen. De opbrengst der nijverheid bedraagt er jaarlijks meer dan 170 millioen frank. Er bestaan een honderdtal katoen- en wolspinnerijen en ruim 300 fabrieken van wollen, katoenen en linnen stoffen.

Metz. Men is weer begonnen met de herstellingswerken der prachtige hoofdkerk; het zijn vooral de schraagbogen die het eerst onder handen worden genomen. Daarna zal het hoekportaal volgen dat vroeger reeds verbouwd en, van kleine huizen omringd, thans ontbloot is. Daar zijn 200 beelden voor noodig, waartusschen eenige meer dan levensgroot; verscheidene zijn reeds in gereedheid gebracht en men hoopt in een jaar alles af te doen. Voor het gedeelte dat in 1648 en op 8 Mei 1877 afbrandde zal men nu de dakstoelen van ijzer maken en het dak met koper bedekken. Het nieuwe dak ligt onder eene helling van 60 graden en is dus hooger dan het oude; aangezien de werking der torens daaronder lijdt, zal men op de vliering een slanken dakruiter plaatsen. De oostelijke gevel der kerk zal ook vrijgelegd worden en ontdaan van het bierhuis dat er als 't ware ingebouwd was.

Maintz. Er is een ontwerp van vaste brug bekroond die zal gelegd worden over den Rijn op de beide landhoofden Maintz en Kastel. Het brugdek zal gelegd worden op gesmeed ijzeren bogen, waarvan de middelste doorvaartopening de grootste is en eene breedte heeft van 102 meters; de twee daarnevens 98 en de twee het dichtst bij den oevers 86 meters. Het voor den spoorbaan bestemde gedeelte van de brug is 7m80 breed; de aan weerszijden gelegen voetpaden zullen ieder 2m75 breed zijn. Het geheel is ontworpen in den stijl der Duitsche kunstherbloeiing; de kosten zijn geschat op 3,400,000 mark.

Brunswijk. In deze stad zal van 1 Juli tot 1 September eene bouwvakkundige tentoonstelling open zijn, waarin allerlei bouwstoffen in onbewerkten toestand alsook de hulpmiddelen en gereedschappen om ze te bewerken voorkomen.

Utica. De hier gedane opgravingen hebben verscheidene gedeelten van bouwwerken doen bloot leggen. Volgens een bericht van 22 April zou men een Bacchusbeeld hebben ontdekt. Al de gevondene voorwerpen worden het toekomende jaar in het nijverheidspaleis te Parijs tentoongesteld.

Siena. Het model van het standbeeld van den bouwkundige Baldassarre Peruzi, 1481 + 1556, uitgevoerd door den beeldhouwer Papini, is gereed.

Madrid. Deze stad heeft met veel luister de 200ste verjaring van Calderons sterfdag herdacht. (Zie blz. 54.) Er hadden belangrijke letterkundige plechtigheden plaats. Den 27n Mei liepen de feesten af met een geschiedkundigen optocht waaraan meer dan 6000 voetgangers en 1500 ruiters deelnamen, benevens 13 muziekkorpsen van het leger. Er reden 13 met veel kunst samengestelde zinnebeeldige wagens in den stoet. Onder andere verkleedingen zag men manschappen van de lijfwacht te voet, burgerwachten, lansiers en kanonniers die uitgedoscht waren in de dienstkleeding van Calderons tijd.

Rome. In de Via di San Gregorio, heeft men op eene diepte van ongeveer 10 meters, meer dan 200 brokstukken gevonden van een half verheven beeldwerk (figuren bijna levensgroot) in gebakken aarde. De bijeengebrachte stukken vormen een geheel van 6 meters lengte en 1m80 hoogte. Merkwaardig zijn de beelden van eene vrouw gekleed in eene tunica, van een krijgsman in Grieksche wapenrusting, van twee bijna naakte jongelingen, alsook van twee stieren en een schaap. In het hooger gelegen gedeelte van het kerkhof Agro Verano, zijn drie goed bewerkte beschilderde marmeren beeldjes gevonden; zij lagen bijna aan de oppervlakte van den bodem. Aan het eerste, een bijna naakt jongelingsbeeldje, ontbreekt het hoofd; het tweede beeldje is dat van een jeugdig kampvechter; het derde is een kinderbeeldje, dragende in de rechterhand eene duif en vruchten in de linker. De laatste vondst is gedaan in de voorzaal van den zuilengang van Octavius; op een meter diepte stuitte men bij de opgravingen in eene steeg, San Angelo in Pescheria, op een steenen voetstuk 1m76 lang, 0m60 hoog en 1m20 breed. Het merkwaardigste dat men gevonden heeft is het inschrift van het voetstuk: Cornelia,

[pagina 114]
[p. 114]

dochter van Scipio den Afrikaan (moeder) der Grachen. Plinius beschreef een standbeeld van Cornelia dat in de galerij van Octavius stond. Wellicht was het dit waarvan hier melding.

Florence. Met behulp van 4500 fr., door vrijwillige giften bijeengebracht en 2000 fr. gegeven door het rijk (het gemeentebestuur kon niets bijdragen), gaan herstellingswerken uitgevoerd worden (gedeeltelijk bestaande in het wegnemen van noodeloos toegevoegd metselwerk) aan het in 1248 gebouwd Bigallo-gesticht (het tegenwoordige weezenhuis), op den hoek der via Calzajuoli. Boven de bogen noordwaarts prijken een Maria- en twee heiligenbeeldjes van Albert di Arnoldo, benevens eene grootendeels vergane muurschildering van 1444, die de marteling van Petrus voorstelt. In de kapel bevinden zich eene Maria en twee engelen van Arnoldo (anno 1364) en in de kassierskamer treft men eene muurschildering van Giottino (1342) aan, voorstellende de barmhartigheid met een gezicht op Florence,

Londen. Uit de nalatenschap van lord Beaconsfield, den 19n April overleden (blz. 23 drukten wij verkeerdelijk den 20sten), werden dezer dagen een aantal voorwerpen verkocht, waartusschen de handschriften van ettelijke zijner gedrukte werken. De veiling bracht ruim 175,000 fr. op.

St.-Petersburg. De gemeenteraad looft ook voor vreemde bouwkundigen prijzen uit van 2500, 2000, 1500 en 1000 roebels voor het plan eener kerk groot genoeg om 10,000 personen te bevatten en welke zal gesticht worden op de plaats waar keizer Nicolaas II door nihilisten vermoord werd. Van het programma en het grondplan kan in België kopie genomen worden op de afdeeling schoone kunsten aan het ministerie van binnenlandsche zaken, Leuvenschestraat nr 3, te Brussel. De ontwerpen moeten voor 31 December 1881 (12 Januari 1882) 's middags toegekomen zijn aan de kanselarij van den gemeenteraad te St.-Petersburg.

Athene. Bij de oudheidkundige onderzoekingen te Epidauros is de groote schouwburg van Polykleitos ontgraven; 55 marmeren zitbanken en het tooneel zijn geheel te voorschijn gebracht, benevens een beeld zonder hoofd van Esculaap.

- Half Juni zijn alle gemakkelijk tilbare voorwerpen van oudheid en kunst des nachts uit het Spartaansch museum ontvreemd.

Nieuw-York. Van de nieuwe Engelsche vertaling van het Nieuwe Testament (zie blz. 90) zijn exemplaren bij honderdduizenden in Amerika geplaatst. Een boekhandelaar van Nieuw-York had voor zich alleen 350,000 exemplaren besteld. De firma Harper, die, onder den titel Franklin Library, eene goedkoope volksbibliotheek uitgeeft, heeft de oude en de nieuwe vertaling naast elkander gedrukt uitgegeven in een boekdeel dat omtrent 2 frank kost en welk op een paar dagen geheel uitverkocht was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken