Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 27 (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 27
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 27Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 27

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.71 MB)

Scans (467.78 MB)

ebook (10.33 MB)

XML (1.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 27

(1881)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 148]
[p. 148]

Eene herinnering aan Antonio Canova.
IV.

Met een hart, welks onstuimig kloppen volstrekt niet geschikt was, om vastheid aan zijne hand te geven, nam Canova voor het doek plaats, waarop hij de trekken van Maria Volpato zou afschilderen. Het penseel beefde in zijne hand. Hij had onder de leiding van den graveur groote vorderingen gemaakt, doch heden scheen het, alsof alles, wat hij sedert zijne komst in Rome geleerd had, hem had vaarwel gezegd. Zijne lijnen waren weifelend en onzeker, zijne hand had hare kunstvaardigheid verloren. Het gelaat, waar zijne oogen op staarden, wilde onder zijn penseel geen leven verkrijgen. Geene lijn, die hij trok, voldeed hem. De kracht om eenige gelijkenis voort te brengen, scheen inderdaad van hem te zijn geweken.

Misschien was het wel, omdat zijn schoon model zijne gevoelens niet deelde en zijne pogingen niet ondersteunde. Het was hem duidelijk, dat geen straal van hoogere bezieling die bekoorlijke trekken verlevendigde. Zij verschenen over het algemeen wel in eene onvergelijkelijke schoonheid, maar het was eene schoonheid zonder ziel. Tegenzin, verdriet, ongeduld, ja zelfs wrevel waren de gevoelens, welker uitdrukking zich aan zijne onrustige, alle zelfvertrouwen verliezende blikken aanboden. In plaats van het anders zoo kalme oog, was haar blik nu onrustig en onbepaald; en de uitdrukking van voorhoofd en mond scheen elk oogenblik anders. De dochter van Volpato kon niet twee minuten in dezelfde houding blijven. Nu eens was zij in gedachten verzonken, dan rees zij eensklaps omhoog, en zij trok de pruilende lippen omhoog en zuchtte; het waren alle duidelijke kenteekenen van den tegenzin, waarmede zij voor Antonio was gezeten. Somtijds was de uitdrukking van haar gelaat minachtend, somtijds boos, en de kunstenaar huiverde, wanneer hij die trekken op het doek zag uitgedrukt. Hij wreef ze uit en beproefde zijne kunst nogmaals, en het gelaat, dat onder zijn penseel te voorschijn kwam, was dat van eene verstandelooze. Was het te verwonderen, zoo de ongelukkige leerling van Volpato zich schaamde, toen hij zijne ieverigste pogingen zag schipbreuk lijden; toen elk streven, om de trekken van het voortdurend veranderende gelaat weer te geven, mislukte! Hij meende, dat het zijne eigene schuld was, dat zijn talent hem had verlaten, en wederom ontstond bij hem de oude twijfel in al zijne bitterheid.

Doch het duurde niet lang, of hij bemerkte, dat het Maria's welberekend plan was, om hem in verwarring te brengen en het spoor bijster te doen worden. Zij wil niet door mij uitgeschilderd worden, dacht hij; doch dit denkbeeld was hem nog verschrikkelijker, dan dat, hetwelk hem den vorigen dag beheerscht had. Niets had gunstiger voor haar doel kunnen zijn, dan dat hij haar doorgrondde: want het vermoeden, dat zijn mislukken de vurigste wensch van haar hart kon zijn, scheen zijne zielskracht te dooden, en in wanhoop wierp hij ten laatste zijn penseel weg en maakte aan de zitting een einde. Doch in de volgende ging het niet beter.

Welk een ander model had terzelfder tijd Rafaël Morghen, en met welk een goed gevolg vervolgde hij zijnen arbeid, wanneer alles zich vereenigde, om het hem gemakkelijk te maken! Behalve zijne meerdere ervarenheid in het teekenen, had hij het onschatbaar voordeel, van in eene volmaakte verstandhouding te staan met haar, wier beeld hij moest vervaardigen. Met het ingeboren gevoelen van een kunstenaarskind voorkwam zij zijne wenschen en bezielde ze door haar lachje der liefde; hielp hem in dezelfde mate, waarmede zij zijnen mededinger hinderpaal op hinderpaal in den weg legde.

Rafaëls onnadenkend zelfvertrouwen, eene eigenschap, waar het den Napolitaan nooit aan ontbreekt, was hem ook hier van ontzaggelijk voordeel. Met blikken der hartelijkste liefde, welke even zoo liefderijk beantwoord werden, staarde hij op de gelaatstrekken van zijne beminde, en het duurde niet lang, of zijn paneel gaf getrouw het gelaat weer van haar, van wie zoo lang reeds zijn hart de spiegel was geweest. Volpato's dochter zelve scheen op de schilderij, even als in de werkelijkheid, zijnen blik vol liefde te beantwoorden en slechts voor hem, en voor niemand behalve hem, oogen te hebben. In het kort, het was niet zulk eene schilderij, als het verlangen van Antonio was er eene voort te brengen. Het was niet eene Hebe, het was de godin van het eiland Cyprus zelf, eene bekoorlijke Venus. Het was de wensch niet van Canova, dat de geheele wereld het gelaat zijner geliefde zou aanschouwen, zooals het op hem de oogen vestigde, met blikken, die geene getuigen dulden. Zelf en alleen zulk een blik van de aangebedene op te vangen zou den jongen beeldhouwer ten toppunt van geluk gebracht hebben, maar haar zóó te schilderen, haar aan de geheele wereld bloot te stellen, neen, dat had hij voor verraad gehouden aan het heiligste gepleegd.

- Nu, mijn zoon, sprak Volpato na verloop van eenige dagen tot zijn geliefden leerling, maakt gij goede vorderingen? Zijt gij met u zelve tevreden?

- Neen, zuchtte Antonio, ik ben wanhopend; ik heb niets gedaan. Zie eens!

En hij liet hem den uitslag zijner nuttelooze pogingen zien. Het waren trekken, die eene onmiskenbare overeenkomst met die van Maria hadden, maar zij waren onbezield, zonder eenigen geest. In hunne gedwongenheid was zoowel de onrust des geestes, als de aarzelende hand duidelijk, waarmede het werk ontworpen was; het deugde niets, zoo min als het overige iets deugen zou, naar zijn gevoelen, en hij verscheurde het, terwijl zij er over spraken. Bekommerd en verbaasd had Volpato het beeld aanschouwd, doch hij trachtte den jongen man moed in te spreken en raadde hem aan, in elk geval te volharden.

Dien avond ging Antonio niet naar bed; hij zat op en riep voor zijnen geest op nieuw het hemelsche beeld te voorschijn, toen hij de dochter van den graveur het eerst mocht aanschouwen en zij zulk een diepen indruk op hem had gemaakt, tot ten laatste het geheele beeld als het ware in werkelijkheid nogmaals

[pagina 149]
[p. 149]

zich aan zijne blikken aanbood. Hij vatte des morgens vroeg het penseel op en begon naar het model te teekenen, zooals dit hem krachtvol en frisch voor den geest stond. De uitslag deed hem verbaasd staan. Hij begaf zich den volgenden dag niet naar Volpato, even min als den derde. In zijne eigene kamer opgesloten, werkte hij naar een model, dat noch luimen, noch toevallige verandering van gedaante, van vorm of uitdrukking kende, naar het beeld der heilige, dat in zijne ziel afgedrukt was; zij was echter niet meer de dochter van Volpato, maar eene godin; het was eene Hebe in de gedaante van Maria.

Ondertusschen meenden zoowel de oude graveur als zijne dochter en de door haar begunstigde aanbidder, dat Antonio in wanhoop den strijd had opgegeven: de oude Volpato was zeer gedrukt; Rafaël en Maria daarentegen wenschten zich geluk met een zegepraal die veel lichter was, dan men zich had durven voorstellen.

Eindelijk maakte de jonge Napolitaan bekend, dat zijn arbeid geëindigd was. Volpato zuchtte; doch toen hij in zijne werkplaats was gezeten, in nadenken verzonken over de geheele instorting zijner verwachtingen, en hij reeds in hooge mate ontevreden was over den lafhartigen aftocht van zijnen gunsteling, trad Canova onverwachts met eenen blijden glimlach op het gelaat, zooals Volpato nog nooit bij hem had opgemerkt, de werkplaats binnen. Men kon zien, dat hij den prijs reeds gewonnen achtte.

- Nu, jonge vriend, sprak de oude man, nog hartelijker dan hij gewoon was, ik geloofde reeds, dat gij den aftocht geblazen hadt. Rafaël is gereed.

- En ik ook, hernam de jonge man.

- Hoe dat? Sedert drie dagen heeft mijne dochter voor u niet gezeten.

- Als ware Maria niet altijd bij mij! Waar ik ook zijn moge, zij is altijd bij mij; en zoo was het ook in deze laatste dagen.

- Des te buter, Antonio; ik geloof de voorteekenen van den strijd op uwe gelaatstrekken te lezen: nog nooit zag ik uwe oogen zoo schitteren als thans.

Den volgenden dag werd tot de tentoonstelling der schilderijen bepaald. Volpato had al zijne kunstvrienden verzameld, hoewel de uitspraak geheel ter beschikking van zijne dochter bleef. De beide schilderijen stonden naast elkaar, elk met een lichten sluier bedekt en naast elk beeld stond de schilder, gereed om op eenen wenk van den meester het doek weg te trekken. Rafaël, die een zegepraal zonder strijd had verwacht, kon een uitroep van verbazing niet onderdrukken, toen hij evenwel zijnen mededinger tegenwoordig vond. Zijn gelaat teekende echter een onwrikbaar zelfvertrouwen en zijne van vreugde schitterende oogen deden de bleekheid van Canova's gelaat nog meer uitkomen. Zijn hart wanhoopte evenwel, hoe nader het uur der beslissing kwam. Volpato gaf het teeken, en de schilderijen werden voor de oogen der aanwezige personen onthuld.

Was het mogelijk, dat die beide schilderijen bestemd waren om dezelfde persoon aan te duiden? Dat van liefde gloeiende Italiaansche meisje, wier oogen schitterden door het vuur van den hartstocht, wier geopende lippen een zucht van verlangen deden ontglippen - en dat wezen in de hemelsche bekoorlijkheid eener eeuwige jeugd, zonder iets aardsch, in haar geheel optreden in paradijsachtige reinheid? De oude kunstenaar sloeg de blikken nu naar de eene dan naar de andere schilderij. Welke der twee het best was gelukt, kon hij niet zeggen; even zoo min durfden de aanwezige kenners beslissen aan welke van beide, met het oog op de kunst, de zegepalm toekwam. Wat de gelijkenis betrof, zij was van beide volmaakt. Beider figuren waren geheel overeenstemmend en toch geheel verschillend. Maria stond getroffen; weifelende en besluiteloos, wist zij niet, aan welke de voorkeur te geven.

- Dochter, sprak de vader, gij zijt noch wat Rafaël, noch wat Antonio van u gemaakt heeft. Gij zijt noch eene zinnelijke, verliefde zottin, die vurig de komst van den geliefde te gemoet ziet, noch zijt gij een geest van den hemel, op de aarde nedergedaald. Wel ligt het in u, een der twee te worden, en de keus van dezen dag zal bepalen, wat gij eenmaal zijn zult. Neem Rafaël, en dit zal in korten tijd uw ware beeld zijn, hier wees hij op het door den oudsten leerling geschilderde; neem Antonio, en gij zult deze, hier wees hij op het beeld van Canova, meer en meer gelijken. Het staat thans aan u, of gij u boven uwe tegenwoordige natuur wilt verheffen, dan of gij beneden haar wilt afdalen.

Terwijl haar vader zoo sprak, scheen een sluier van de oogen van het jonge meisje weg te vallen. Zij zag het onderscheid der liefde, waarmede Rafaël haar beminde, en die, waarmede Canova haar huldigde. Zij zag, wie harer liefde het meest waardig was; en haar verstand wees haar op Antonio, hoewel haar hart bij Rafaël bleef.

- Kies! herhaalde haar vader. Oordeel! Wie heeft u het beste geschilderd?

- Het is zooals gij gezegd hebt, vader, fluisterde Maria, met eene zachte, bijna gebrokene stem: Geen dezer beelden is het mijne, maar ik ken uw wil en - ik gehoorzaam.

(Wordt voortgezet.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken